VORS
COBRA
DE BOMAANSLAG TE ROTTERDAM
OPGEHELDERD.
Binnenland
Anderhalf jaar lang den moord voorbereid.
DE EERST ZWIJGZAME „BORA"
VERTELT.
JludioptOgcullUiW
SeuilleioH
TWEEDE BLAD.
2
Het mysterieuze waas, dat een week
lang heeft gehangen rond de ontplof
fing op den Coolsingel te Rotterdam, is
dan toch, dank zü het prachtige werk
van de Rotterdamsche politie en justi
tie, geheel opgetrokken. Het is gebleken
dat er inderdaad een politieke moord is
gepleegd en wel op den Führer van de
nationalistische beweging in Oekraine,
den 47-jarigen oberleutnant Eugen
Konovalec, die op een valsche pas ten
name van Joseph Nowak reisde.
Er is reeds eerder te Genève (in 1934)
een aanslag op Konovalec, die tevens
leider van het Oekrainsche Persbureau
te Berlijn was, gepleegd. Ditmaa 1 is
Konovale het slachtoffer geworden van
een geraffineerde, reeds gedurende twee
jaar voorbereiden, aanslag. De man, die
door middel van een tijdbom, welke
Konovalec in hotel Atlanta aan den
Coolsingel te Rotterdam is overhandigd,
den dood in heeft gezonden, is een on
geveer 30-jarige Sovjet-agent, die onder
meer bekend staat onder den naam
Waluck. Deze is voortvluchtig en men
vermoedt, dat Waluck reeds denzelfden
dag het land heeft verlaten.
Voor wat het werk van den Rotterdam-
schen politie-commissaris Roszbach c.s. be
treft, dit is thans geëindigd. De rest van het
onderzoek is thans verlegd naar Berlijn en
andere Europeesche hoofdsteden. Twee
Rotterdamsche inspecteurs van politie zul
len eerstdaags naar Berlijn gaan, om by dit
pnderzoek te assisteeren.
Het stoffelijk overschot van Konovalec is
Zaterdagmiddag, nadat twee oorlogskame
raden en de uit Rome overgekomene echt
genoote van den vermoorden man, hem
geïdentificeerd hadden, in tegenwoordig
heid van eenige autoriteiten in allen een
voud op de algemeene begraafplaats te
Rotterdam ter aarde besteld.
Bij het onderzoek van den inhoud van de
zakken van het slachtoffer vond de politie
verschillende voorwerpen, die er op sche
nen te wijzen, dat men met een Duitscher te
doen had. Er werd een pas op hem gevon
den, waaruit bleek, dat het slachtoffer in
1891 geboren was te Königshütte. De pas
stond ten name van zekeren Joseph Nowak.
directeur van een handelsvereeniging.
Voorts vond men een kaart voor de wagons-
lits van Berlijn naar Gouda. Het eerste aan-
knoopingspunt vormde echter een hotel
kaartje, waaruit kwam vast te staan, dat N.
was afgestapt in hotel Central aan de
Kruiskade te Rotterdam. Hij had zich in het
hotelboek ingeschreven als Nowak en bij
een onderzoek in de in gebruik genomen ka
mer trof de politie niets aan, dat ook maar
eenigermate verdacht was. Om half 12 had
N. het hotel verlaten.
Met slechts weinig gegevens moest de
politie aan het werk. Zy heeft het hotel
Centraal onopgemerkt onder bewaking ge
steld en des middags om vier uur werd het
wachten beloond.
Een vreemdeling vroeg naar het
slachtoffer.
Er vervoegde zich een vreemdeling aan
het hotel, die naar N. vroeg.
De vreemdeling, wien werd gezegd, dat
N. het hotel had verlaten, keerde direct
om en ging weg. Men waarschuwde de poli
tie en rechercheurs gingen den man na en
Rechercheurs gingen den man na en
hielden hem aan. Hij werd overgebracht
naar het hoofdbureau van politie, waar een
pas op hem werd gevonden ten name van
Ladislav Bora, koopman, geboren te Praag
in 1906. Hy had zyn vriend N. willen op
zoeken.
De politie had de grootste moeite om B.
aan het praten te krijgen. Ten slotte ver
telde hy, dat hy Zondag, toen hij te Weenen
vertoefde, een telefoontje had gekregen van
N., om zich per eerste gelegenheid naar
Rotterdam te begeven, waar zij elkaar zou
den ontmoeten. Bovendien zeide B., dat hij
van N. een groote som geld in ontvangst
moest nemen, hetgeen wel merkwaardig
was, omdat op het stoffelijk overschot van
N. tien Amerikaansche dollars en op B. zes
Amerikaansche dollars waren gevonden. Hij
was met het vliegtuig uit Praag meegeko
men, omdat er, toen hij het telefoontje van
N. kreeg, geen trein meer ging. Aangezien
er ook in de verdere papieren en bagage
van B. geen verdachte dingen werden ge
vonden, nam de politie voorshands aan, dat
hij geen kwade dingen in den zin had.
Het eerste wat men deed was verschillen
de politiecentrales in Europa om bijzonder
heden vragen en toen men vernam, dat de
passen öf valsch óf vervalscht moesten zijn,
heeft men B. andermaal aan den tand ge
voeld Bora vertrouwde de politie hier ech
te: niet en hield zijn mond. Hij stelde zoo
weinig vertrouwen in al die menschen in
dat groote gebouw, dat hij weigerde te eten
of te drinken. Teneinde raad heeft men
toen twee inspecteurs van politie met den
man naar het ziekenhuis aan den Coolsingel
gezonden, waar zij B. met het stoffelijk
overschot van zijn kameraad hebben gecon
fronteerd. Eerst toen ging B. een licht op,
dat men hier te Rotterdam heelemaal niets
kwaads met hem voor had, maar dat alles
wat hem in den loop van dezen dag was
medegedeeld, waarheid was. B. was in het
ziekenhuis aan een hevige gemoedsbewe
ging ten prooi.
Bora had gemeend in handen van
de Gepeoe te zijn gevallen en had
daarom niets willen zeggen.
Teruggekeerd op het hoofdbureau, ver
telde B. toen plotseling, waarom hij steeds
had gezwegen. Op het moment, dat de beide
rechercheurs hem op straat hadden aange
houden, had hy in de meening verkeerd, dat
hij in handen was gevallen van de Gepeoe.
Zijn verklaringen kwamen hierop neer,
dat Nowak in werkelijkheid was Oberleut
nant Eugen Konovalec, Führer van de
Oekrainische beweging, die, tegen het
Sowjet-regime in, nog steeds strijdt voor een
zelfstandige eenheid: Het Oekrainische ryk.
Daarvoor stond hij bij de Gepeoe op de
zwarte lijst. Hij was daar gebrandmerkt als
de ziel van de nationalistische beweging en
Moskou had er het grootste belang bij, dat
de kern van deze beweging uit den weg
werd geruimd.
Ook de naam Bora was valsch.
Bora gaf toen tegelijkertijd toe, dat hij
geen Bora maar Ladislav Baranoff heette.
Zijn pas was valsch, die had hy te Praag
gekocht. Konovalec die tevens leider van
het Oekrainische presseburo te Berlijn was
en in die stad ook zijn hoofdkwartier had
was met Bora reeds meermalen naar Rot
terdam gereisd in verband met besprekin
gen. Uit Baranoffs verdere verklaringen
kwam vast te staan, dat hy Konovalec's
koerier was en dus een ondergeschikte plaats
in de beweging innam.
De moord is reeds anderhalf jaar
voorbereid.
Toen Baranoff eenmaal wist, dat hij ge
rust vrijuit kon spreken, kwam er nog meer
los. Hij was in den loop van Zondag te
Weenen opgebeld ten huize van een zekeren
dr. Szuko, waar hij tijdens zijn verblijf in
die stad vertoefde. Konovalec (want die was
het, die hem belde) had hem toen opdracht
gegeven om zich zoo spoedig mogelijk naar
Rotterdam te begeven in verband met ge
wichtige besprekingen. Dit was niets bij
zonders, want er waren reeds meermalen
dergelijke samenkomsten geweest te Rot
terdam. Hierbij waren alleen aanwezig ge
weest Konovalec zelf, Baranoff en nog een
derde man. Het voortgezette onderzoek wees
uit, dat deze derde man'eeff gewezen Oost-
Oekrainer moest zijn, die overgeloopen was
naar de tegenpartij, de Sovjets.
Deze man, die onder den naam van
Waluck bekend staat, had zich steeds zoo
weten voor te doen, dat Konovalec hem
volkomen was gaan vertrouwen. Hij is voor
de eerste maal met Konovalec in aanraking
gekomen ongeveer anderhalf jaar geleden.
Gedurende al dezen tijd heeft hy een spel
van kat en muis gespeeld met het slacht
offer. Zoo geraffineerd waren de werkme
thoden van dezen Sovjet-handlanger dat er
op geregelde tijden besprekingen werden
gevoerd om de Sovjet-beweging met
woord en daad te bestrijden. Men ging van
Sowjet-zijde echter nog verder: Bij diverse
gelegenheden bracht W. geld, sigaretten en
bonbons mee.
Aldus heeft deze Sovjet-agent anderhalf
jaar lang de tegenpartij met geld gesteund
om de beweging op te bouwen, zulks met
het eenige doel om het vertrouwen van
Konovalec te winnen en hem, als men den
tijd gekomen achtte, uit den weg te rui
men.
Zoo is Maandag j.1. de bespreking in ho
tel Atlanta aan den Coolsingel te Rotter
dam weer gevoerd en het „traditioneele"
pakje is Konovalec daarbij weer overhan
digd. Ditmaal was het echter geen geld of
sigaretten of bonbons, thans zat er een
helsche machine in en Konovalec is op
gruwelijke wijze om het leven gekomen.
Men moet er overigens niet aan denken hoe
de situatie zou zijn gewest, indien Konova
lec niet direct hotel Atlanta zou hebben
verlaten. Dertien minuten over twaalf ver
liet hij het overvolle café. dat aan het hotel
is verbonden en veertien minuten over
twaalf, toen hij nauwelijks vijftig stappen
had gedaan, ontplofte de tijdbom, waardoor
(notabene in de open lucht) nog eenige
panden aan den Coolsingel tot twintig me
ter diepte zoo beschadigd zijn. dat drie-
steensmuren zijn gescheurd als bordpapier!
Was deze bom ontploft in het café, dan was
de ramp niet te overzien geweest en het
aantal dooden evenmin.
Teneinde volledige zekerheid te krijgen
omtrent de identiteit van het slachtoffer
heeft de politie, toen zij er achter kwam,
dat Konovalec eigenlijk te Rome woonde,
zijn echtgenoote getelegrafeerd, dat er een
ongeluk was gebeurd en of zij wilde over
komen. Inmiddels waren ook uit Berlijn
foto's van het slachtoffer overgekomen en
die bleken inderdaad volkomen overeen te
stemmen. Behalve de echtgenoote van Ko
novalec zyn ook nog twee oude oorlogska
meraden, die niet meer in de Oekrainische
beweging zitten, maar die het slachtoffer
nog vijf a zes jaar geleden hebben gezien:
een gewezen generaal én een Weensche
Hofraat naar Rotterdam, gekomen.
Nadat zij het stoffelijk overschot var.
Konovalec hadden herkind, is het drietal
naar het ziekenhuis aan -dén Coolsingel ge
gaan, waar het, namens de Oekrainische
beweging, leedwezen heeft uitgesproken
tegenover de beide bij dézen bomaanslag ge
wonde Rotterdammers. 'r
In den loop van Zaterdag zyn leden van
de Deutsche Kriminalpolizei te Rotterdam
gearriveerd en tevens een particuliere de
tective uit Londen, die den leider hebben
herkend en die hebben bevestigd, dat alle
verklaringen van Baranoff precies over
eenkomen met de werkelijkheid.
W. deed moeite om zijn gezicht te
verbergen.
Waarheen de Sovjet-agent is gegaan,
weet men niet.
Bij geruchte is vernomen, dat hy Zater
dag 21 Mei zou zijn gearriveerd met een
Russisch schip, de Menshinsky, waarmede
hij in den loop van Dinsdag weer zou zijn
vertrokken.
Jammer genoeg is er slechts één persoon
geweest, die dezen Waluck heeft herkend en
dat is de kellner van Atlanta. Volgens
diens verklaringen is Konovalec om even
twaalf uur binnengekomen. Hij sprak
slechts gebroken Duitsch en bestelde een
glas sherry. Even later kwam er een an
dere man, die een verzegeld pakje naast
Konovalec op een stoel legde. De beide
mannen wisselden eenige woorden, maar
toen de kellner de bestelling kwam opne
men, heeft W. zich gebukt om zijn gezicht
te verbergen.
Dinsdag 31 Mei.
HILVERSUM, 301,5 M. (AVRO-
uitz.) 8.— Gr.pl. (8.15 Ber.) 10.—
Morgenwijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 J.
Cantor's ensemble. 11.Huish.
wenken. 11.30 Verv. concert. (12.15
Ber.) 12.30 Gr.pl. 1.Omroep
orkest. 1.45 Gr.pl. 2.Omroep
orkest en solist. 2.45 Knipcursus.
3.45 L. Manna en zyn Khihene Ha-
waiïans, het kwintet van de Ne-
derlandsche Jazz-Liga cn solisten.
4.30 Kinderkoorzang. 5.Kinder
halfuur. 5.30 Omroeporkest en
solist. (6.30 RVU.: Leeren samen
leven, causerie). 7.Voor de kin
deren. 7.05 Zanglust, kinderkoor.
7.30 Hoe men zijn neus achterna
loopt, causerie. 8.ANP-ber. me-
dedeelingen. 8.15 Gr.pl. 8.30 De
bonte Dinsdagavondtrein. 10.15 Dis
co-nieuws. 11.ANP-ber., hierna
Jean Marcu's orkest. 11.3012.
Robert de Kers en zijn Cabaret
Kings.
HILVERSUM, 1875 en 415,5 M.
(KRO-uitz.) 8.9.15 Gr.pl. (8.15
Ber.) 10.Gr.pl. 11.30 Rel. cause
rie. 12.Ber. 12.15 KRO-melo-
disten en solist. (1.1.20 Gr.pl.)
2.Voor de vrouw. 3.Gr.pl.
3.10 Deel. en gr.pl. 3.40 Gr.pl. 4.
Ber., hierna KRO-Kamerorkest.
4.45 Gr.pl. 5 KRO-orkest. 5.45
Gelukwenschen. 6.05 KRO-melodis-
ten en solist. 7.Ber. 7.15 Liturgi
sche causerie. 7.35 Sportpr. 8.
ANP-ber., mededeelingen. 8.15
Sted. Orkest van Maastricht en
soliste. 9.15 Gr.pl. 9.30 Leert zwem
men, causerie. 9.40 KRO-orkest.
10.30 ANP-ber.. 10.40 Lajos Veres
en zijn Hongaarsch orkest. 11.05
12.— Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 12.05 Orgel
spel. 12.35 Nieuws uit het Impe
rium. 1.05 Gr.pl. 1.35 Sportrep. 1.50
2.20 Frank Rea en zijn orkest.
4.30 Gr.pl. 4.50 De Radio Roman-
cers en solisten. 5.20 The Alphas.
6.05 Sportrep. 6.20 Ber. 6.45 BBC-
Northern-orkest. 7.20 BBC-Variété-
orkest en solist. 7.55 Lit. causerie.
8.20 Radiotooneel met muziek. 9.20
Ber. 9.40 Mij best news story, cau
serie. 10.Concert. 10.30 Kamer
muziek. 11.30 De Grosvenor House
Dance-band. 11.5012.20 Dansmu
ziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 8.10, 8.55—
9.05, 10.10 en 11.20 Gr.pl. 12.40
Giardino-orkest. (1.50 Zang). 3.05
Pianovoordr. 3.20 en 4.20 Zang. 4.35
Vioolvoordr. 5.20 Locatelli-orkest.
8.35 Pasquier-Trio. 9.05 Radiotoo
neel.
KEULEN, 456 M. 6.50 Gr.pl. 7.30 en
8.50 Omroep-Amusementsorkest.
12.20 Omroepkleinorkest en piano
duo. 2.30 Vroolyk concert. 3.35
Gr.pl. 4.20 Omroeporkest en soliste.
7.35 Gr.pl. 8.50 Orkest van de Ryks-
arbeidsdienst en Omroepdans-
orkest. 12.203.20 Gev. concert.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroep-
salonorkest en gr.pl. 1.502.20
Gr.pl. 3.20 Ysaye-concours 1938.
5.20 Omroeporkest en gr.pl. 6.50
Jazzmuziek (gr.pl.) 8.20 Cabaret-
progr. 9.20 Omroeporkest en solist.
10.30—11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20
Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroepdans-
orkest. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20 Cello
en piano. 6.35 Gr.pl. 6.50 Omroep-
dansorkest. 8.20 Gr.pl. 8.50—10.50
en 11.11.20 Vsaye-concours 1938.
DEUTSCHLANDSENDER. 1571 M.
7.30 A. Lutter's orkest en soliste.
8.20 Omroeporkest en solist. 9.20
Politiek dagbladoverzicht. 9.35 Om
roeporkest. 10.20 Ber. 10.50 Trio
concert. 11.05 Ber. 11.20 Zie Keulen
om 8.50 12.202.20 Zie Keulen.
(1.15—1.26 Tijdsein).
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.10.20, Parijs
R. 10.20—10.50, Keulen 10.50—11.20,
Parijs R. 11.20—12.05, Radio PTT
Nord 12.05—12.20, Parijs R. 12.20
13.20, Brussel VI. 13.20—14.20, Keu
len 14.20—15.20, Brussel VI. 15.20—
19.05, Brussel Fr. 19.0519.20,
Radio PTT Nord 19.20—19.50, Keu
len 19.5020.20, Brussel Fr. 20.20
20.50, Keulen 20.5022.20, Brussel
VI. 22.20—23.20, Keulen 23.20—
24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Lond. Reg.
10.35—13.20, Droitwich 13.20—14.20,
Lond. Reg. 14.2016.20, Parys R.
16.20—16.30, Droitwich 16.30—18.40
Lond. Reg. 18.4019.20, Droitwich
19.20—19.55, Lond. Reg. 19.55
20.20, Droitwich 20.2021.40, Lond.
Reg. 21.4022.Droitwich 22.—
24.—.
Lijn 5: Diversen.
Op zijn gemompel (in gebukte houding)
om bier heeft Konovalec de bestelling
doorgegeven aan den kellner. W. heeft zijn
bier schielijk opgedronken en is verdwe
nen. Direct daarop rekende Konovalec af
en ging ook heen. De kellner heeft echter
op het moment, dat W. wegging, hem op
genomen en later bleek, dat hij volkomen
aan het signalement van de politie beant
woordde.
Het is evenwel heel jammer, dat de be
treffende kellner den eersten keer, dat een
inspecteur van politie de diverse hotels
aan den Coolsingel bezocht om eventueele
inlichtingen in te winnen, blijkbaar net vrij
was en deze van zoo groote importantie
zijnde inlichting pas een dag later binnen
kwam dan noodig was geweest. Indien het
inderdaad zoo is, dat W. pas Dinsdag is
vertrokken, dan had hy waarschijnlijk nog
kunnen worden aangehouden.
Een tragische bijzonderheid is wel, dat de
echtgenoote van Konovalec den moorde
naar steeds heeft gewantrouwd, evenals
Baranoff dit deed. Beiden hebben Kono
valec telkens weer gewaarschuwd.
Baranoff blijft voorloopig nog in
arrest.
Hoewel de politie zulks niet aannemelijk
acht, wordt nog rekening gehouden met 't
feit, dat Baranoff toch nog iets met de
ontploffing heeft te maken. Men is voor 99
pet. zeker, dat deze man volkomen de waar
heid heeft gesproken en geheel te goeder
trouw naar Rotterdam is gekomen, maar
de justitie acht zich door het ééne procent
van onzekerheid nog niet gerechtvaardigd
hem thans reeds op vrije voeten te stellen.
Als vreemdeling zonder middelen van
bestaan wordt hij dan ook voorloopig nog
vastgehouden.
Konovalec ter aarde besteld.
In allen eenvoud is het stoffelijk ovêf-
schot van Konovalec op de algemeene be
graafplaats op Crooswijk te Rotterdam be
graven, zulks in tegenwoordigheid van
mevrouw Konovalec, de beide oorlogs
vrienden en eenige autoriteiten.
NEDERLAND OP DE PARIJSCHE
JAARBEURS.
Zaterdagochtend heeft de Fransche
president Lebrun een bezoek gebracht aan
de Parijsche Jaarbeurs. Hij heeft op zyn
rondgang geruimen tijd vertoefd in de
Nederlandsche sectie.
De president werd daar ontvangen door
den heer Jules den Tex die hem namens
de Koninklijke Nederlandsche Jaarbeurs
welkom heette en bij de verschillende in
zendingen aanwijzingen gaf. Een schilderij
van den kunstschilder Eland, betrekking
hebbende op een koffie-plantage in Ne-
derlandsch-Indië, trok zeer de aandacht.
Bij zijn vertrek sprak de president zijn
groote voldoening uit voor de wijze, waar
op Nederland op de Parijsche Jaarbeurs
voor den dag was gekomen.
Vrijdag j.1. is de Nederlanddsche afdee-
ling bezocht door den heer Max, burge
meester van Brussel, die zich eveneens
voor de collectieve deelneming van Neder
land interesseerde.
Door
MARK CHANNING
jNed. bewerking
Moor MARIE
[DE BELMONTE
65,
Afgetrokken haalde hij uit zijn ransel een
brood van ongerezen deeg en een mais-
koek. Hy had een voorraad voor tien dagen
bij zich. Op zijn hurken gezeten at hy ter
zijde van de anderen, terwijl zijn blik strak
gericht was op de vijandelijke toppen. Daar
ergens aan den anderen kant van die drei
gende rotsen bevond zich zijn „Gri-Sahib",
terwijl een kleine, dikke Gurkka, Limba
geheeten hier aan dezen kant was; dat
kwam niet te pas! Aan dien stand van za
ken diende zoo gauw mogelijk een einde te
komen
Na zijn maaltijd bleef hy zitten droo-
men met neergeslagen oogleden, half in den
dut. Hij had aan Mohammed Shah te dan
ken dat de merrie Leïla had mogen mee
gaan. De Sirdar, hoewel doodop van ver
moeienis, was expres zijn bed uitgekomen,
om voor hem, Limbu een goed woordje te
doen bij majoor Mercer. Hij zou Moham
med Shah zijn dankbaarheid weten te too-
iien. Mogelijk kon hij hem het volgend
jaar bij een expeditie aan de grens van
Nepal als gids dienen?
,,'t Zal een heele toer zijn, Gurkha, dien
sahib van je te vinden", zei een stem naast
hem.
Limbu, met één oog open en één toe,
wierp een onverschilligen blik naar den-
gene, die hem aansprak.
„Er wordt verteld", antwoordde Limbu
slaperig, dat een kikker, die op een pol
gras zat, zich verbeeldde, dat deze het dal
van Cachemir was. Maak dat je weg komt
bergbewoner, hoe dikwijls moet ik herha
len me met rust te laten?"
Er klonk een onderdrukt lachen.
„Ik ben geen bergbewoner, Gurkha, doch
ik belijd denzelfden godsdienst, als gij!"
Limbu opende nu zijn beide oogen en
verwachtte één der beide bergbewoners te
zien, die hem hun vriendschap opdrongen.
Hij zag een Sadhu met ernstig gelaat; op
wiens voorhoofd het witte en roode teeken
van de caste der Vichnou stond. Een snoer
van gewijde rudruksha kralen hing om zijn
hals en op zijn linker schouder droeg hij
het driedraadschgaren insigne van de pries-
ter-caste der Brahmanen.
De Gurkha sprong verschrikt op, met
ontzag beschouwde hij de swastika, die
vlamde midden op de borst van den sadhu.
„Vergeef uw dienaar, Gouron-dji, stamel
de hij; daarop zich buigend, raakte hij even
den grond aan voor de zittende gestalte,
en vervolgens bracht hy zyn saamgevou-
wen handen tegen zijn voorhoofd. „Ik wist
niet, dat gij een driemaal gereïncarneerde
waart, Oh Hooge Heilige!" mompelde hij
vol eerbied.
„Misschien honderdmaal gereïncarneerd",
antwoordde de Sadhu, met een flauw glim
lachje. „Luister goed. Je loopt gevaar het
spoor van je sahib bijster te raken".
„Bijster te raken?"
Deze mogelijkheid deed Limbu hevig
ontstellen.
„Ja, morgen zal de kolonel-sahib een
valsch spoor volgen. De sporen welke men
gevonden heeft zijn die van een troep, die
opdracht had de Britten met opzet den
verkeerden kant uit te brengen. Wat eet je
daar?"
„Een chupattu", antwoordde Limbu ver
legen. Hij durfde een Brahmaan niet aan
bieden zijn maaltijd te deelen en eigenlijk
vond hij de vraag vreemd.
„En daarbij graankorrels?" vroeg weer
de jïadhu.
„Ja, waarom, heilige man?"
„Je hebt scherpe oogen, Gurkha; gebruik
ze ter dege en dan zul je, dank zij graan
korrels, den weg, dien je sahib gevolgd
heeft, vinden".
„Een valsch spoor, zegt ge, Drie maal ge
reïncarneerde?" riep de Gurkha uit, die
plotseling een ingeving kreeg. „Ik zal gauw
de officieren waarschuwen. Wacht u hier
even op me?" Ik zou graag meer over die
graankorrels willen weten".
En hij liep hard naar het vuur toe, waar
omheen de officieren van het half-batail-
lon van het 90ste Gurkha zaten te eten,
want hij wist, dat de sahibs dikwijls aan
tafel hun plan-de-campagne voor den vol
genden dag maakten.
Met hangende pootjes kwam Limbu te
rug op de plek, waar hij den Sadhu verla
ten had. De adjudant-sahib had hem ver
klaard, dat de kolonel zyn route niet ver
anderen zou en hem den pols gevoeld, of
hy soms koorts had, want het was niet mo
gelijk, dat een sadhu, die het teeken van
zijn caste droeg, deel uitmaakte van hun
kolonne. Kon Limbu zijn aanwezigheid be
wijzen door hem mee te brengen?
Maar de Brahmaan was verdwenen.
..Ik zal wachten tot het licht wordt, oh
moeder Kali", mopperde Limbu, die het
gevoel had, dat het hem opluchten zou, in
dien hy iemand een pak slaag kon geven.
En als ge me dan die graankorrels niet
aanwijst, die me op het spoor van mijn
sahib zullen brengen, sla ik, zoodra we te
rug zyn, je steenen hoofd aan gruizelemen
ten".
Zoodra de dag begon te gloren, was hij
op. Na Leïli gevoerd en water gegeven en
haar gebandageerd te hebben, wachtte hij
met ongeduld tot de opkomst van de zon;
doch vóór het licht genoeg was, om tus-
schen steenen en leemgrond iets te onder
scheiden wat leek op een spoor van kor
reltjes, zette .de kolonne zich weer in be
weging.
Diep teleurgesteld bracht de Gurkha de
merrie naar den oppasser van den kolonel.
Hij vond, dat het niet meer dan behoorlijk
was de proef te nemen met de bewering
van den Sadhu. Een heilige man spreekt
geen onwaarheid, redeneerde hij tegen zich
zelf.
„Je vindt mijn merrie mooi, oh Gobind
Ram? begon hij, „leidt haar dan een poosje
in mijn plaats. En mocht ik niet terugko
men, zorg dan goed voor haar, anders zal
ik, wanneer ik je weer zie, zoo'n afzichte
lijke bry van je maken, dat zelfs een uit
gehongerd varken er den neus voor zou
ophalen! Pas op het halster, stommerd", be
sloot hij ruw.
Met de eerste zonnestralen herkreeg hij
zijn vertrouwen: na een marsch van een
Uur ontdekte hij het spoor van de gierst,
welke Firoz Khan uit den zak, die vastge
maakt was aan het zadel van Diana, en
waarin hij met opzet een gat gemaakt had,
had laten vallen.
Met zijn neus op den grond liep hij bij
na op een drafje, tot een onverwacht schot
en een stofwolk op enkele passen van hem
af, hem tot het besef brachten dat hij in ge
vaar was. Leven en bezittingen van een
Hindoe, die zich alleen in de bergen waagt,
zyn volgens de wet der bergbewoners een
geoorloofde buit.
Iemand, en een goed schutter, naar het
hem toescheen, nam hem voor schijf! Hy
kroop achter een rots, maakte den riem
van zijn geweer los, laadde dit en wierp
tersluiks een onderzoekenden blik om zich
heen.
Er was niemand te zien. Heel ver boven
zijn hoofd bromde een escadrille bombarde-
mentsvliegtuigen.
Na zyn ronde vilten muts afgezet te heb
ben, plaatste hij deze boven op den loop
van zijn geweer, dat hy langzaam zoo hoog
ophief, tot zijn hoofddeksel boven den
rotsrand uitstak een gewoon foefje van
de grens.
Twee kogels kwamen het begroeten; de
eerste deed rotsgruis in het rond stuiven,
de ander liet door den luchtdruk de muts
tollen.
„Seri Gouron Nanak!" vloekte Limbu!
woedend. „Als jullie maar met je tweeën
bent, zul je eens zien, hoe een Gurkha
zoo'n paar bergbewoners naar de andere
wereld helpt!"
Hij ging zitten met zijn geweer op zijn
knieën en wachtte geduldig.
(Wordt vervolgd).