VORS COBRA DE BOMAANSLAG TE ROTTERDAM OPGEHELDERD. Binnenland Anderhalf jaar lang den moord voorbereid. DE EERST ZWIJGZAME „BORA" VERTELT. JludioptOgcullUiW SeuilleioH TWEEDE BLAD. 2 Het mysterieuze waas, dat een week lang heeft gehangen rond de ontplof fing op den Coolsingel te Rotterdam, is dan toch, dank zü het prachtige werk van de Rotterdamsche politie en justi tie, geheel opgetrokken. Het is gebleken dat er inderdaad een politieke moord is gepleegd en wel op den Führer van de nationalistische beweging in Oekraine, den 47-jarigen oberleutnant Eugen Konovalec, die op een valsche pas ten name van Joseph Nowak reisde. Er is reeds eerder te Genève (in 1934) een aanslag op Konovalec, die tevens leider van het Oekrainsche Persbureau te Berlijn was, gepleegd. Ditmaa 1 is Konovale het slachtoffer geworden van een geraffineerde, reeds gedurende twee jaar voorbereiden, aanslag. De man, die door middel van een tijdbom, welke Konovalec in hotel Atlanta aan den Coolsingel te Rotterdam is overhandigd, den dood in heeft gezonden, is een on geveer 30-jarige Sovjet-agent, die onder meer bekend staat onder den naam Waluck. Deze is voortvluchtig en men vermoedt, dat Waluck reeds denzelfden dag het land heeft verlaten. Voor wat het werk van den Rotterdam- schen politie-commissaris Roszbach c.s. be treft, dit is thans geëindigd. De rest van het onderzoek is thans verlegd naar Berlijn en andere Europeesche hoofdsteden. Twee Rotterdamsche inspecteurs van politie zul len eerstdaags naar Berlijn gaan, om by dit pnderzoek te assisteeren. Het stoffelijk overschot van Konovalec is Zaterdagmiddag, nadat twee oorlogskame raden en de uit Rome overgekomene echt genoote van den vermoorden man, hem geïdentificeerd hadden, in tegenwoordig heid van eenige autoriteiten in allen een voud op de algemeene begraafplaats te Rotterdam ter aarde besteld. Bij het onderzoek van den inhoud van de zakken van het slachtoffer vond de politie verschillende voorwerpen, die er op sche nen te wijzen, dat men met een Duitscher te doen had. Er werd een pas op hem gevon den, waaruit bleek, dat het slachtoffer in 1891 geboren was te Königshütte. De pas stond ten name van zekeren Joseph Nowak. directeur van een handelsvereeniging. Voorts vond men een kaart voor de wagons- lits van Berlijn naar Gouda. Het eerste aan- knoopingspunt vormde echter een hotel kaartje, waaruit kwam vast te staan, dat N. was afgestapt in hotel Central aan de Kruiskade te Rotterdam. Hij had zich in het hotelboek ingeschreven als Nowak en bij een onderzoek in de in gebruik genomen ka mer trof de politie niets aan, dat ook maar eenigermate verdacht was. Om half 12 had N. het hotel verlaten. Met slechts weinig gegevens moest de politie aan het werk. Zy heeft het hotel Centraal onopgemerkt onder bewaking ge steld en des middags om vier uur werd het wachten beloond. Een vreemdeling vroeg naar het slachtoffer. Er vervoegde zich een vreemdeling aan het hotel, die naar N. vroeg. De vreemdeling, wien werd gezegd, dat N. het hotel had verlaten, keerde direct om en ging weg. Men waarschuwde de poli tie en rechercheurs gingen den man na en Rechercheurs gingen den man na en hielden hem aan. Hij werd overgebracht naar het hoofdbureau van politie, waar een pas op hem werd gevonden ten name van Ladislav Bora, koopman, geboren te Praag in 1906. Hy had zyn vriend N. willen op zoeken. De politie had de grootste moeite om B. aan het praten te krijgen. Ten slotte ver telde hy, dat hy Zondag, toen hij te Weenen vertoefde, een telefoontje had gekregen van N., om zich per eerste gelegenheid naar Rotterdam te begeven, waar zij elkaar zou den ontmoeten. Bovendien zeide B., dat hij van N. een groote som geld in ontvangst moest nemen, hetgeen wel merkwaardig was, omdat op het stoffelijk overschot van N. tien Amerikaansche dollars en op B. zes Amerikaansche dollars waren gevonden. Hij was met het vliegtuig uit Praag meegeko men, omdat er, toen hij het telefoontje van N. kreeg, geen trein meer ging. Aangezien er ook in de verdere papieren en bagage van B. geen verdachte dingen werden ge vonden, nam de politie voorshands aan, dat hij geen kwade dingen in den zin had. Het eerste wat men deed was verschillen de politiecentrales in Europa om bijzonder heden vragen en toen men vernam, dat de passen öf valsch óf vervalscht moesten zijn, heeft men B. andermaal aan den tand ge voeld Bora vertrouwde de politie hier ech te: niet en hield zijn mond. Hij stelde zoo weinig vertrouwen in al die menschen in dat groote gebouw, dat hij weigerde te eten of te drinken. Teneinde raad heeft men toen twee inspecteurs van politie met den man naar het ziekenhuis aan den Coolsingel gezonden, waar zij B. met het stoffelijk overschot van zijn kameraad hebben gecon fronteerd. Eerst toen ging B. een licht op, dat men hier te Rotterdam heelemaal niets kwaads met hem voor had, maar dat alles wat hem in den loop van dezen dag was medegedeeld, waarheid was. B. was in het ziekenhuis aan een hevige gemoedsbewe ging ten prooi. Bora had gemeend in handen van de Gepeoe te zijn gevallen en had daarom niets willen zeggen. Teruggekeerd op het hoofdbureau, ver telde B. toen plotseling, waarom hij steeds had gezwegen. Op het moment, dat de beide rechercheurs hem op straat hadden aange houden, had hy in de meening verkeerd, dat hij in handen was gevallen van de Gepeoe. Zijn verklaringen kwamen hierop neer, dat Nowak in werkelijkheid was Oberleut nant Eugen Konovalec, Führer van de Oekrainische beweging, die, tegen het Sowjet-regime in, nog steeds strijdt voor een zelfstandige eenheid: Het Oekrainische ryk. Daarvoor stond hij bij de Gepeoe op de zwarte lijst. Hij was daar gebrandmerkt als de ziel van de nationalistische beweging en Moskou had er het grootste belang bij, dat de kern van deze beweging uit den weg werd geruimd. Ook de naam Bora was valsch. Bora gaf toen tegelijkertijd toe, dat hij geen Bora maar Ladislav Baranoff heette. Zijn pas was valsch, die had hy te Praag gekocht. Konovalec die tevens leider van het Oekrainische presseburo te Berlijn was en in die stad ook zijn hoofdkwartier had was met Bora reeds meermalen naar Rot terdam gereisd in verband met besprekin gen. Uit Baranoffs verdere verklaringen kwam vast te staan, dat hy Konovalec's koerier was en dus een ondergeschikte plaats in de beweging innam. De moord is reeds anderhalf jaar voorbereid. Toen Baranoff eenmaal wist, dat hij ge rust vrijuit kon spreken, kwam er nog meer los. Hij was in den loop van Zondag te Weenen opgebeld ten huize van een zekeren dr. Szuko, waar hij tijdens zijn verblijf in die stad vertoefde. Konovalec (want die was het, die hem belde) had hem toen opdracht gegeven om zich zoo spoedig mogelijk naar Rotterdam te begeven in verband met ge wichtige besprekingen. Dit was niets bij zonders, want er waren reeds meermalen dergelijke samenkomsten geweest te Rot terdam. Hierbij waren alleen aanwezig ge weest Konovalec zelf, Baranoff en nog een derde man. Het voortgezette onderzoek wees uit, dat deze derde man'eeff gewezen Oost- Oekrainer moest zijn, die overgeloopen was naar de tegenpartij, de Sovjets. Deze man, die onder den naam van Waluck bekend staat, had zich steeds zoo weten voor te doen, dat Konovalec hem volkomen was gaan vertrouwen. Hij is voor de eerste maal met Konovalec in aanraking gekomen ongeveer anderhalf jaar geleden. Gedurende al dezen tijd heeft hy een spel van kat en muis gespeeld met het slacht offer. Zoo geraffineerd waren de werkme thoden van dezen Sovjet-handlanger dat er op geregelde tijden besprekingen werden gevoerd om de Sovjet-beweging met woord en daad te bestrijden. Men ging van Sowjet-zijde echter nog verder: Bij diverse gelegenheden bracht W. geld, sigaretten en bonbons mee. Aldus heeft deze Sovjet-agent anderhalf jaar lang de tegenpartij met geld gesteund om de beweging op te bouwen, zulks met het eenige doel om het vertrouwen van Konovalec te winnen en hem, als men den tijd gekomen achtte, uit den weg te rui men. Zoo is Maandag j.1. de bespreking in ho tel Atlanta aan den Coolsingel te Rotter dam weer gevoerd en het „traditioneele" pakje is Konovalec daarbij weer overhan digd. Ditmaal was het echter geen geld of sigaretten of bonbons, thans zat er een helsche machine in en Konovalec is op gruwelijke wijze om het leven gekomen. Men moet er overigens niet aan denken hoe de situatie zou zijn gewest, indien Konova lec niet direct hotel Atlanta zou hebben verlaten. Dertien minuten over twaalf ver liet hij het overvolle café. dat aan het hotel is verbonden en veertien minuten over twaalf, toen hij nauwelijks vijftig stappen had gedaan, ontplofte de tijdbom, waardoor (notabene in de open lucht) nog eenige panden aan den Coolsingel tot twintig me ter diepte zoo beschadigd zijn. dat drie- steensmuren zijn gescheurd als bordpapier! Was deze bom ontploft in het café, dan was de ramp niet te overzien geweest en het aantal dooden evenmin. Teneinde volledige zekerheid te krijgen omtrent de identiteit van het slachtoffer heeft de politie, toen zij er achter kwam, dat Konovalec eigenlijk te Rome woonde, zijn echtgenoote getelegrafeerd, dat er een ongeluk was gebeurd en of zij wilde over komen. Inmiddels waren ook uit Berlijn foto's van het slachtoffer overgekomen en die bleken inderdaad volkomen overeen te stemmen. Behalve de echtgenoote van Ko novalec zyn ook nog twee oude oorlogska meraden, die niet meer in de Oekrainische beweging zitten, maar die het slachtoffer nog vijf a zes jaar geleden hebben gezien: een gewezen generaal én een Weensche Hofraat naar Rotterdam, gekomen. Nadat zij het stoffelijk overschot var. Konovalec hadden herkind, is het drietal naar het ziekenhuis aan -dén Coolsingel ge gaan, waar het, namens de Oekrainische beweging, leedwezen heeft uitgesproken tegenover de beide bij dézen bomaanslag ge wonde Rotterdammers. 'r In den loop van Zaterdag zyn leden van de Deutsche Kriminalpolizei te Rotterdam gearriveerd en tevens een particuliere de tective uit Londen, die den leider hebben herkend en die hebben bevestigd, dat alle verklaringen van Baranoff precies over eenkomen met de werkelijkheid. W. deed moeite om zijn gezicht te verbergen. Waarheen de Sovjet-agent is gegaan, weet men niet. Bij geruchte is vernomen, dat hy Zater dag 21 Mei zou zijn gearriveerd met een Russisch schip, de Menshinsky, waarmede hij in den loop van Dinsdag weer zou zijn vertrokken. Jammer genoeg is er slechts één persoon geweest, die dezen Waluck heeft herkend en dat is de kellner van Atlanta. Volgens diens verklaringen is Konovalec om even twaalf uur binnengekomen. Hij sprak slechts gebroken Duitsch en bestelde een glas sherry. Even later kwam er een an dere man, die een verzegeld pakje naast Konovalec op een stoel legde. De beide mannen wisselden eenige woorden, maar toen de kellner de bestelling kwam opne men, heeft W. zich gebukt om zijn gezicht te verbergen. Dinsdag 31 Mei. HILVERSUM, 301,5 M. (AVRO- uitz.) 8.— Gr.pl. (8.15 Ber.) 10.— Morgenwijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 J. Cantor's ensemble. 11.Huish. wenken. 11.30 Verv. concert. (12.15 Ber.) 12.30 Gr.pl. 1.Omroep orkest. 1.45 Gr.pl. 2.Omroep orkest en solist. 2.45 Knipcursus. 3.45 L. Manna en zyn Khihene Ha- waiïans, het kwintet van de Ne- derlandsche Jazz-Liga cn solisten. 4.30 Kinderkoorzang. 5.Kinder halfuur. 5.30 Omroeporkest en solist. (6.30 RVU.: Leeren samen leven, causerie). 7.Voor de kin deren. 7.05 Zanglust, kinderkoor. 7.30 Hoe men zijn neus achterna loopt, causerie. 8.ANP-ber. me- dedeelingen. 8.15 Gr.pl. 8.30 De bonte Dinsdagavondtrein. 10.15 Dis co-nieuws. 11.ANP-ber., hierna Jean Marcu's orkest. 11.3012. Robert de Kers en zijn Cabaret Kings. HILVERSUM, 1875 en 415,5 M. (KRO-uitz.) 8.9.15 Gr.pl. (8.15 Ber.) 10.Gr.pl. 11.30 Rel. cause rie. 12.Ber. 12.15 KRO-melo- disten en solist. (1.1.20 Gr.pl.) 2.Voor de vrouw. 3.Gr.pl. 3.10 Deel. en gr.pl. 3.40 Gr.pl. 4. Ber., hierna KRO-Kamerorkest. 4.45 Gr.pl. 5 KRO-orkest. 5.45 Gelukwenschen. 6.05 KRO-melodis- ten en solist. 7.Ber. 7.15 Liturgi sche causerie. 7.35 Sportpr. 8. ANP-ber., mededeelingen. 8.15 Sted. Orkest van Maastricht en soliste. 9.15 Gr.pl. 9.30 Leert zwem men, causerie. 9.40 KRO-orkest. 10.30 ANP-ber.. 10.40 Lajos Veres en zijn Hongaarsch orkest. 11.05 12.— Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 12.05 Orgel spel. 12.35 Nieuws uit het Impe rium. 1.05 Gr.pl. 1.35 Sportrep. 1.50 2.20 Frank Rea en zijn orkest. 4.30 Gr.pl. 4.50 De Radio Roman- cers en solisten. 5.20 The Alphas. 6.05 Sportrep. 6.20 Ber. 6.45 BBC- Northern-orkest. 7.20 BBC-Variété- orkest en solist. 7.55 Lit. causerie. 8.20 Radiotooneel met muziek. 9.20 Ber. 9.40 Mij best news story, cau serie. 10.Concert. 10.30 Kamer muziek. 11.30 De Grosvenor House Dance-band. 11.5012.20 Dansmu ziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 8.10, 8.55— 9.05, 10.10 en 11.20 Gr.pl. 12.40 Giardino-orkest. (1.50 Zang). 3.05 Pianovoordr. 3.20 en 4.20 Zang. 4.35 Vioolvoordr. 5.20 Locatelli-orkest. 8.35 Pasquier-Trio. 9.05 Radiotoo neel. KEULEN, 456 M. 6.50 Gr.pl. 7.30 en 8.50 Omroep-Amusementsorkest. 12.20 Omroepkleinorkest en piano duo. 2.30 Vroolyk concert. 3.35 Gr.pl. 4.20 Omroeporkest en soliste. 7.35 Gr.pl. 8.50 Orkest van de Ryks- arbeidsdienst en Omroepdans- orkest. 12.203.20 Gev. concert. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroep- salonorkest en gr.pl. 1.502.20 Gr.pl. 3.20 Ysaye-concours 1938. 5.20 Omroeporkest en gr.pl. 6.50 Jazzmuziek (gr.pl.) 8.20 Cabaret- progr. 9.20 Omroeporkest en solist. 10.30—11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroepdans- orkest. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20 Cello en piano. 6.35 Gr.pl. 6.50 Omroep- dansorkest. 8.20 Gr.pl. 8.50—10.50 en 11.11.20 Vsaye-concours 1938. DEUTSCHLANDSENDER. 1571 M. 7.30 A. Lutter's orkest en soliste. 8.20 Omroeporkest en solist. 9.20 Politiek dagbladoverzicht. 9.35 Om roeporkest. 10.20 Ber. 10.50 Trio concert. 11.05 Ber. 11.20 Zie Keulen om 8.50 12.202.20 Zie Keulen. (1.15—1.26 Tijdsein). GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.10.20, Parijs R. 10.20—10.50, Keulen 10.50—11.20, Parijs R. 11.20—12.05, Radio PTT Nord 12.05—12.20, Parijs R. 12.20 13.20, Brussel VI. 13.20—14.20, Keu len 14.20—15.20, Brussel VI. 15.20— 19.05, Brussel Fr. 19.0519.20, Radio PTT Nord 19.20—19.50, Keu len 19.5020.20, Brussel Fr. 20.20 20.50, Keulen 20.5022.20, Brussel VI. 22.20—23.20, Keulen 23.20— 24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35—13.20, Droitwich 13.20—14.20, Lond. Reg. 14.2016.20, Parys R. 16.20—16.30, Droitwich 16.30—18.40 Lond. Reg. 18.4019.20, Droitwich 19.20—19.55, Lond. Reg. 19.55 20.20, Droitwich 20.2021.40, Lond. Reg. 21.4022.Droitwich 22.— 24.—. Lijn 5: Diversen. Op zijn gemompel (in gebukte houding) om bier heeft Konovalec de bestelling doorgegeven aan den kellner. W. heeft zijn bier schielijk opgedronken en is verdwe nen. Direct daarop rekende Konovalec af en ging ook heen. De kellner heeft echter op het moment, dat W. wegging, hem op genomen en later bleek, dat hij volkomen aan het signalement van de politie beant woordde. Het is evenwel heel jammer, dat de be treffende kellner den eersten keer, dat een inspecteur van politie de diverse hotels aan den Coolsingel bezocht om eventueele inlichtingen in te winnen, blijkbaar net vrij was en deze van zoo groote importantie zijnde inlichting pas een dag later binnen kwam dan noodig was geweest. Indien het inderdaad zoo is, dat W. pas Dinsdag is vertrokken, dan had hy waarschijnlijk nog kunnen worden aangehouden. Een tragische bijzonderheid is wel, dat de echtgenoote van Konovalec den moorde naar steeds heeft gewantrouwd, evenals Baranoff dit deed. Beiden hebben Kono valec telkens weer gewaarschuwd. Baranoff blijft voorloopig nog in arrest. Hoewel de politie zulks niet aannemelijk acht, wordt nog rekening gehouden met 't feit, dat Baranoff toch nog iets met de ontploffing heeft te maken. Men is voor 99 pet. zeker, dat deze man volkomen de waar heid heeft gesproken en geheel te goeder trouw naar Rotterdam is gekomen, maar de justitie acht zich door het ééne procent van onzekerheid nog niet gerechtvaardigd hem thans reeds op vrije voeten te stellen. Als vreemdeling zonder middelen van bestaan wordt hij dan ook voorloopig nog vastgehouden. Konovalec ter aarde besteld. In allen eenvoud is het stoffelijk ovêf- schot van Konovalec op de algemeene be graafplaats op Crooswijk te Rotterdam be graven, zulks in tegenwoordigheid van mevrouw Konovalec, de beide oorlogs vrienden en eenige autoriteiten. NEDERLAND OP DE PARIJSCHE JAARBEURS. Zaterdagochtend heeft de Fransche president Lebrun een bezoek gebracht aan de Parijsche Jaarbeurs. Hij heeft op zyn rondgang geruimen tijd vertoefd in de Nederlandsche sectie. De president werd daar ontvangen door den heer Jules den Tex die hem namens de Koninklijke Nederlandsche Jaarbeurs welkom heette en bij de verschillende in zendingen aanwijzingen gaf. Een schilderij van den kunstschilder Eland, betrekking hebbende op een koffie-plantage in Ne- derlandsch-Indië, trok zeer de aandacht. Bij zijn vertrek sprak de president zijn groote voldoening uit voor de wijze, waar op Nederland op de Parijsche Jaarbeurs voor den dag was gekomen. Vrijdag j.1. is de Nederlanddsche afdee- ling bezocht door den heer Max, burge meester van Brussel, die zich eveneens voor de collectieve deelneming van Neder land interesseerde. Door MARK CHANNING jNed. bewerking Moor MARIE [DE BELMONTE 65, Afgetrokken haalde hij uit zijn ransel een brood van ongerezen deeg en een mais- koek. Hy had een voorraad voor tien dagen bij zich. Op zijn hurken gezeten at hy ter zijde van de anderen, terwijl zijn blik strak gericht was op de vijandelijke toppen. Daar ergens aan den anderen kant van die drei gende rotsen bevond zich zijn „Gri-Sahib", terwijl een kleine, dikke Gurkka, Limba geheeten hier aan dezen kant was; dat kwam niet te pas! Aan dien stand van za ken diende zoo gauw mogelijk een einde te komen Na zijn maaltijd bleef hy zitten droo- men met neergeslagen oogleden, half in den dut. Hij had aan Mohammed Shah te dan ken dat de merrie Leïla had mogen mee gaan. De Sirdar, hoewel doodop van ver moeienis, was expres zijn bed uitgekomen, om voor hem, Limbu een goed woordje te doen bij majoor Mercer. Hij zou Moham med Shah zijn dankbaarheid weten te too- iien. Mogelijk kon hij hem het volgend jaar bij een expeditie aan de grens van Nepal als gids dienen? ,,'t Zal een heele toer zijn, Gurkha, dien sahib van je te vinden", zei een stem naast hem. Limbu, met één oog open en één toe, wierp een onverschilligen blik naar den- gene, die hem aansprak. „Er wordt verteld", antwoordde Limbu slaperig, dat een kikker, die op een pol gras zat, zich verbeeldde, dat deze het dal van Cachemir was. Maak dat je weg komt bergbewoner, hoe dikwijls moet ik herha len me met rust te laten?" Er klonk een onderdrukt lachen. „Ik ben geen bergbewoner, Gurkha, doch ik belijd denzelfden godsdienst, als gij!" Limbu opende nu zijn beide oogen en verwachtte één der beide bergbewoners te zien, die hem hun vriendschap opdrongen. Hij zag een Sadhu met ernstig gelaat; op wiens voorhoofd het witte en roode teeken van de caste der Vichnou stond. Een snoer van gewijde rudruksha kralen hing om zijn hals en op zijn linker schouder droeg hij het driedraadschgaren insigne van de pries- ter-caste der Brahmanen. De Gurkha sprong verschrikt op, met ontzag beschouwde hij de swastika, die vlamde midden op de borst van den sadhu. „Vergeef uw dienaar, Gouron-dji, stamel de hij; daarop zich buigend, raakte hij even den grond aan voor de zittende gestalte, en vervolgens bracht hy zyn saamgevou- wen handen tegen zijn voorhoofd. „Ik wist niet, dat gij een driemaal gereïncarneerde waart, Oh Hooge Heilige!" mompelde hij vol eerbied. „Misschien honderdmaal gereïncarneerd", antwoordde de Sadhu, met een flauw glim lachje. „Luister goed. Je loopt gevaar het spoor van je sahib bijster te raken". „Bijster te raken?" Deze mogelijkheid deed Limbu hevig ontstellen. „Ja, morgen zal de kolonel-sahib een valsch spoor volgen. De sporen welke men gevonden heeft zijn die van een troep, die opdracht had de Britten met opzet den verkeerden kant uit te brengen. Wat eet je daar?" „Een chupattu", antwoordde Limbu ver legen. Hij durfde een Brahmaan niet aan bieden zijn maaltijd te deelen en eigenlijk vond hij de vraag vreemd. „En daarbij graankorrels?" vroeg weer de jïadhu. „Ja, waarom, heilige man?" „Je hebt scherpe oogen, Gurkha; gebruik ze ter dege en dan zul je, dank zij graan korrels, den weg, dien je sahib gevolgd heeft, vinden". „Een valsch spoor, zegt ge, Drie maal ge reïncarneerde?" riep de Gurkha uit, die plotseling een ingeving kreeg. „Ik zal gauw de officieren waarschuwen. Wacht u hier even op me?" Ik zou graag meer over die graankorrels willen weten". En hij liep hard naar het vuur toe, waar omheen de officieren van het half-batail- lon van het 90ste Gurkha zaten te eten, want hij wist, dat de sahibs dikwijls aan tafel hun plan-de-campagne voor den vol genden dag maakten. Met hangende pootjes kwam Limbu te rug op de plek, waar hij den Sadhu verla ten had. De adjudant-sahib had hem ver klaard, dat de kolonel zyn route niet ver anderen zou en hem den pols gevoeld, of hy soms koorts had, want het was niet mo gelijk, dat een sadhu, die het teeken van zijn caste droeg, deel uitmaakte van hun kolonne. Kon Limbu zijn aanwezigheid be wijzen door hem mee te brengen? Maar de Brahmaan was verdwenen. ..Ik zal wachten tot het licht wordt, oh moeder Kali", mopperde Limbu, die het gevoel had, dat het hem opluchten zou, in dien hy iemand een pak slaag kon geven. En als ge me dan die graankorrels niet aanwijst, die me op het spoor van mijn sahib zullen brengen, sla ik, zoodra we te rug zyn, je steenen hoofd aan gruizelemen ten". Zoodra de dag begon te gloren, was hij op. Na Leïli gevoerd en water gegeven en haar gebandageerd te hebben, wachtte hij met ongeduld tot de opkomst van de zon; doch vóór het licht genoeg was, om tus- schen steenen en leemgrond iets te onder scheiden wat leek op een spoor van kor reltjes, zette .de kolonne zich weer in be weging. Diep teleurgesteld bracht de Gurkha de merrie naar den oppasser van den kolonel. Hij vond, dat het niet meer dan behoorlijk was de proef te nemen met de bewering van den Sadhu. Een heilige man spreekt geen onwaarheid, redeneerde hij tegen zich zelf. „Je vindt mijn merrie mooi, oh Gobind Ram? begon hij, „leidt haar dan een poosje in mijn plaats. En mocht ik niet terugko men, zorg dan goed voor haar, anders zal ik, wanneer ik je weer zie, zoo'n afzichte lijke bry van je maken, dat zelfs een uit gehongerd varken er den neus voor zou ophalen! Pas op het halster, stommerd", be sloot hij ruw. Met de eerste zonnestralen herkreeg hij zijn vertrouwen: na een marsch van een Uur ontdekte hij het spoor van de gierst, welke Firoz Khan uit den zak, die vastge maakt was aan het zadel van Diana, en waarin hij met opzet een gat gemaakt had, had laten vallen. Met zijn neus op den grond liep hij bij na op een drafje, tot een onverwacht schot en een stofwolk op enkele passen van hem af, hem tot het besef brachten dat hij in ge vaar was. Leven en bezittingen van een Hindoe, die zich alleen in de bergen waagt, zyn volgens de wet der bergbewoners een geoorloofde buit. Iemand, en een goed schutter, naar het hem toescheen, nam hem voor schijf! Hy kroop achter een rots, maakte den riem van zijn geweer los, laadde dit en wierp tersluiks een onderzoekenden blik om zich heen. Er was niemand te zien. Heel ver boven zijn hoofd bromde een escadrille bombarde- mentsvliegtuigen. Na zyn ronde vilten muts afgezet te heb ben, plaatste hij deze boven op den loop van zijn geweer, dat hy langzaam zoo hoog ophief, tot zijn hoofddeksel boven den rotsrand uitstak een gewoon foefje van de grens. Twee kogels kwamen het begroeten; de eerste deed rotsgruis in het rond stuiven, de ander liet door den luchtdruk de muts tollen. „Seri Gouron Nanak!" vloekte Limbu! woedend. „Als jullie maar met je tweeën bent, zul je eens zien, hoe een Gurkha zoo'n paar bergbewoners naar de andere wereld helpt!" Hij ging zitten met zijn geweer op zijn knieën en wachtte geduldig. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6