DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Toenemende spanning op Hainan
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE AD VERTE NTIEN:
Van I5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 141 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Zaterdag 18 Juni 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Japansche berichten over Fransche maatregelen.
OEGAKI OVER DEN OORLOG.
Het proces tegen de weduwe
Becker.
Voortzetting van het getuigen
verhoor.
De algemeene toestand.
Oostenrijksch leger bij het
Duitsche ingelijfd.
De strijd om Castellon.
Villareal door de republikeinen
heroverd.
I
ALKMAARSCHE COURANT.
De Japansche minister van buiten-
landsche zaken, generaal Oegaki, heeft
tegenover vertegenwoordigers der bui-
tenlandsche pers medegedeeld, dat Ja
pan vastbesloten is den strijd tot het
einde te voeren, nu Tsjang Kai Sjek,
door zijn weigering zijn anti-Japansche
houding op te geven, zich eigenlijk
heeft uitgesproken voor verlenging van
den oorlog. Japan verzamelt thans al
zijn krachten om den oorlog tot een
goed einde te brengen.
Oegaki zeide verder, dat eenige buiten-
landsche mogendheden door het verbod van
uitvoer van oorlogsmateriaal en door het
beschikbaar stellen van raadslieden voor
China een tegenover Japan vijandige hou
ding hebben aangenomen. Andere staten
schijnen, aldus Oegaki, van plan te zijn,
China in zijn verzet te blijven sterken en
daardoor een onnoodige verlenging van den
strijd te veroorzaken met een onnoemelijk
verlies aan menschenlevens en eigendom.
Deze mogendheden moeten er aan denken,
dat zij daardoor de vriendschappelijke be
trekkingen met Japan benadeelen.
De Britsch-Japansche betrekkingen achtte
Oegaki niet zeer bevredigend, hij hoopte
echter op een verbetering.
Japan heeft geen territoriale verlangens
in China. Het Chineesche volk moet zelf
beslissen over de reorganisatie van het land,
over de vorming eener nieuwe regeering of
de vereen iging van bestaande regeeringen
Op een vraag van een Fransch journalist
verklaarde Oegaki, dat de berichten over
Fransche steun aen China, het Fransche
dementi ten spijt, hardnekkig aanhouden.
Het ligt niet in de bedoeling van Japan, bij
een schending van het FranschJapar he
verdrag van 1907 Haina te bezetten. Overi
gens heeft Hainan met dat verdrag
van doen.
Het anti-komintern-pact is, met het oog
op China en op di toekomstige ontwikke
ling, nuttig en noodig. Japan zal naar ver
sterking van dat verdrag streven.
Een bemiddelmg door derde staten in het
JapanschChineesche conflict is doelloos op
dit oogenblik, en zelfs bij een verandering
in de omstandigheden zou de achtergrond
van iedere bemiddelingsactie nauwkeurig
onderzocht moeten worden. Op 16 Januari
heeft de Japansche regeering verklaard elke
onderhandeling met Tsjang Kai Sjek af te
wijzen. Een herziening van dit standpunt
zou overwogen kunnen worden, indien de
toestand zich grondig wyzigt. Het negen-
mogendhedenverdrag is zestien jaar geleden
gesloten en voldoet daarom niet meer aan
de behoeften van de tegen woord i gen toe
stand. Deelneming van derde mogendheden
aan beraadslagingen over een nieuw ver
drag zou Japan niet van de hand wijzen,
doch een dergelijk verdrag zou dan in over
eenstemming moeten zijn met de omstan
digheden.
Spanning op het eiland Hainan.
Volgens een bericht van de Tokio
Nitsji Nitsji zou Frankrijk in de
Kwangtsjoubocht, ten noorden van het
eiland Hainan, groote hoeveelheden
oorlogsmateriaal aan land hebben ge
bracht. Frankrijk, aldus het blad, houdt
een bezetting van Kanton door de Ja
panners voor onvermijdelijk en voert
derhalve ter verdediging van Kwangt-
sou schijnwerpers en luchtafweerkanon-
nen in en versterkt de straten.
Kwangtsjou ontwikkelt zich derhalve
tot een tweede Hongkong.
Twee Japansche oorlogsschepen zijn,
naar de correspondent van de
Hongkong meldt, voor de haven
hou, op het eiland Hainan,
niets
met de bezetting van het Chineesche eiland
Hainan, dat de kust van Fransch Indo-
China beheerscht, als een middel om pressie
uit te oefenen op Frankrijk, dat beschuldigd
wordt van hulpverleening aan China.
Toen een journalist den Japanschen mi
nister Oegaki tijdens de gisteren gemelde
persconferentie vroeg of de beschuldigingen
der Japansche pers aan 't adres van Frank
rijk als gerechtvaardigd beschouwd werden
antwoordde de minister: Het staat aan de
Fransche autoriteiten te besluiten of de
persberichten al of niet juist zijn. Maar ik
kan niet nalaten te herinneren aan het
spreakwoord: er is geen rook zonder vuur.
Ik heb vooral met veel leedwezen kennis
genomen van de Fransch—Chineesche over
eenkomst betreffende den aanleg van spoor
wegen in Zuid-China.
Overstrooming breidt zich uit.
Japansche militaire autoriteiten hebben
medegedeeld, dat in de afgeloopen 24 uur
de overstrooming in Honan zich heeft uit
gebreid over 400 vierkante mijL Op het
oogenblik staan duizend vierkante mijl on
der water. Tweeduizend dorpen zijn geheel
overstroomd, vijftienhonderd gedeeltelijk.
Zevenhonderdduizend personen worden be
dreigd, honderdduizend zijn niet meer te
redden, velen in het overstroomde gebied
klemmen zich vast aan de daken van hun
huizen.
Havas meldt uit Parijs dat aldaar spe
cialisten in kwesties het Verre Oosten be
treffende slechts een zeer betrekkelijke
waarde hechten aan de verklaringen van
generaal Oegaki inzake Frankrijk's houding
ten aanzien van het Chineesch-Japansche
conflict. Men meent dat redenen van bin-
nenlandsche politiek hier achter staan,
de spanning op het eiland is sterk toegeno-
Times te
van Hoe-
verschenen en
DE OVERSTROOMINGEN IN CHINA
men. Zooals indertijd gemeld, dreigde Japan
Frankrijk heeft Tokio nadere inlichtingen
gevraagd over de feiten, welke de campag
ne in de Japansche pers kunnen verklaren.
Eenig antwoord is echter niet gegeven. De
Japansche autoriteiten kunnen geen enkel
voorbeeld noemen van een inbreuk op het
verbod tot wapenvervoer door I ndochina.
Zonder de beschuldigingen van bepaalde
kranten te ontkennen, wil de minister ze
ook niet formeel bevestigen.
De Fransche autoriteiten herinneren er
aan dat Frankrijk de eenige mogendheid is,
die speciale maatregelen heeft genomen ter
verhindering van doorvoer van oorlogsma
teriaal door zijn bezittingen in het Verre
Oosten e» dat alleen het materiaal dat door
de Chineesche regeering voor het uitbre
ken der vijandelijkheden was besteld, door
Indochina wordt vervoerd. Men wijst ver
der op de uitlating van Oegaki, volgens
welke Japan geen bezetting van Hainan
beoogt, in verband met die van admiraal
Noda, volgens welke Japan gereed is de
overwining in China te behalen door alle
middelen en dat dientengevolge vijande
lijkheden zouden kunnen uitbreken in on
verschillig welke deel van China.
Moeilijke legerleiding.
Japansche officiëele instanties bewaren
het stilzwijgen over den toestand in ver
band met de overstroom ingen van de Gele
rivier. De Japansche militaire woordvoerder
heeft tegenover vertegenwoordigers van de
pers toegegeven, d?' het hoofdkwartier het
contact heeft verloren met de voorhoeden.
Na echer door een anderen Japanschen
functionaris te zijn gesouffleerd, haastte de
woordvoerder zich uiteen te zetten, dat hij
bedoeld had te zeggen, dat de Japanneezen
geen inlichtingen voor de pers beschikbaar
hadden.
Vernomen wordt, dat een half millioen
Chineezen in paniek naar het zuiden vluch
ten uit het overstroomingsgebied, waarbij
zij gebruik maken van kruiwagens, boeren
karren, jonken en sampans. De overstroo-
mingswateren hebban thans een punt be
reikt op bijna 80 mijl ten zuiden van Kai-
ferg.
Voor de zitting van gistermorgen in
het proces tegen de weduwe Becker
waren een dertigtal getuigen opgeroe
pen. Het hooren van eenige hunner
werd tot de middagzitting uitgesteld.
Inspecteur Schmitz beëindigde zijn rap
port en deed eenige mededeeling^i over
zijn onderzoek naar mevr. Daumens en
Louis.
Noch in België noch te Maastricht hebben
deze onderzoekingen resultaten opgeleverd.
Een getuige, de weduwe Vallee, deelde
mede, dat zy de beklaagde, hoewel die het
tegendeel beweert, nooit in gezelschap van
mevr. Daumens gezien heeft. De beklaagde
verklaarde hierop, dat zij het betreurt, dat
menschen, die zoo slecht gezichten herken
nen en die haar zoo slecht gezind zijn, als
getuigen gehoord worden. De verdediging
lokte vervolgens uit, dat de rechter van in
structie opnieuw gehoord werd, en langer
dan een uur sprak men over het bestaan van
mevr. Daumens. Noch de beklaagde noch de
getuigen konden eenig bewijs leveren.
Het hof hoorde daarna den heer Castadot,
echtgenoot van het eerste slachtoffer, die
uiteenzette, hoe zijn vrouw en vervolgens
ook hij met de beklaagde bevriend raakten.
Hij zeide, dat de weduwe Becker gebukt
scheen te gaan onder het overlijden van
haar echtgenoot. Hij vertelde op sobere
wijze van de laatste uren van zijn vrouw en
verdedigde zich tegen de beschuldigingen
van beklaagde, volgens welke aanmerking
kon worden gemaakt op zijn zedelijk leven.
De weduwe Becker handhaafde haar be
schuldiging doch zeide die niet door getui
gen te kunnen staven. Het werd wat rumoe
rig in de zaal en de zitting werd geschorst.
Gistermiddag is als getuige gehoord de
zuster van mevr. Castadot, die bezwarende
verklaringen aflegt omtrent de door den
dood gevolgde ongesteldheid van mevrouw
ALKMAAR, 18 Juni.
Men weet, dat er op het oogenblik in
Duitschland een nieuwe vlaag van anti
semitisme heerscht. Verschillende berich
ten daarover zijn in de laatste dagen ge
publiceerd. Zoo meldde Havas gisteren, dat
in Berlijn betoogingen gehouden werden
tegen de Joodsche elementen. Het gerucht
had zich n.1. verspreid, dat de venster
ruiten van tal van Joodsche winkels ver
nield zouden zijn, vooral aan de Frank
furter Allee in het N.O. deel der stad. Zes
Joden zouden naar een ziekenhuis zijn
overgebracht. In de kringen der politie
zijn geen mededeeiingen vernomen over
den aard en den omvang dezer betoogin
gen.
Na de betoogingen op de Frankfurter
Allee waren alle Joodsche winkels in deze
buurt gesloten, waarschijnlijk uit voor-
org. Groote witte aanplakbiljetten zijn
op de winkelruiten aangebracht. Er staat
op te lezen: Dit is een Joodsche zaak.
Van semi-officieele zijde wordt nu t. a. v.
de anti-Joodsche razzia's te Berlijn het
volgende medegedeeld:
Bij de uitvoering van verscheidene poli-
tie-acties is in de laatste dagen een vrij
groot aantal sociale en crimineele ele
menten gearresteerd. Gelijk indertijd ge
meld is, konden reeds op 31 Mei bij een
razzia in twee lokalen aan den Kurfür-
stendamm 339 personen, onder wie 317
Joden, als verdacht in criminieel opzicht
gearresteerd worden. Bij het eerste nadere
onderzoek reeds bleken 76 van hen iets op
hun kerfstok te hebben. Het nadere onder
zoek leverde punten op voor verdere
politie-acties. Zoo werden op 16 Juni
wederom talrijke personen gearresteerd,
onder wie 143 Joden. 62 hunner waren
staatloos, 51 waren vreemdelingen, die
niet in het bezit waren van behoorlijke
papieren, en 66 waren „inlanders".
Bij alle arrestanten betreft het uitslui
tend personen, die in crimineel opzicht ver
dacht waren, alle ondernomen acties wa
ren, in strijd met hetgeen in de buiten
landsche pers gemeld is, uitgevoerd uit
sluitend in het kader van den normalen
recherchedienst der politie en hadden
geen politieke of andere niet onmiddellijk
met de taak der politie verband houdende
bedoelingen. Arrestaties om politieke rede
nen zijn niet geschied onder Berlynsche
persoonlijke veiligheidsredenen in be-
Joden. Wel moesten eenige Joden om
schermingsarrest gesteld worden, aange
zien aldus deze semi-officieele mede-
deeling de onder de Berlynsche bevol
king over den grooten stroom van asociale
Joodsche elementen naar de rijkshoofdstad
heerschende opwinding hier en daar tot
demonstraties had geleid. De stroom van
deze Joodsche elementen naar Berlijn vindt
zijn oorzaak daarin, dat deze elementen op
grond van de ervaring hopen, dat zij in een
wereldstad gemakkelijker kunnen onder
duiken dan in kleinere plaatsen.
Van Duitschland naar Tsjecho-Slowakije,
dat is tegenwoordig heel normaal. Want
als men het over het eene land heeft,
denkt men aan het andere.
Zoo ook nu! Er wordt n.1. weer melding
gemaakt van grensschendingen.
Het Duitsche nieuwsbureau meldt uit
Bayreuth, dat gistermorgen om 8 uur 53
een Tsjechoslowaaksch gevechtstoestel, een
tweedekker, bij Lambach in het Bohemer
Woud, de Duitsche grr-ns gepasseerd heeft.
Het toestel verscheen om negen uur boven
het grensplaatsje Lam, dat ongeveer 7
K.M. van de grens ligt. Het vliegtuig daal
de tot ongeveer 80 meter en kruiste eenige
minuten lang boven het station. De voorin
zittende waarnemer, aldus gaat het Duit
sche nieuwsbureau verder, boog zich ver
naar rechts uit het toestel en fotografeerde
het station.
Vervolgens vloog het eenige honderden
meters in Westelijke richting, klaarblijke
lijk om den naar Lam leidenden straatweg
te observeeren en te fotografeeren. Na een
lus te hebben gemaakt keerde het vlieg
tuig in zuidelijke richting naar den Grossen
Arber, vanwaar het vliegtuig over Anach
en Hohenwarth vloog om vervolgens naar
het Zuid-Oosten, in de richting van Eisen-
stein, te gaan, waar het om 9 uur 23 min.
de grens weer passeerde.
Het doel der grensschending, aldus het
Duitsche nieuwsbureau, was vermoedelijk
de technische installatie van het door de
Tsjechen voor militair belangrijk gehouden
grensstation van Lam na te gaan en
eveneens den naar de grens leidenden
straatweg waar te nemen. Het vliegtuig
bevond zich 30 min. boven Duitsch gebied.
Nog iets over 'lidden-Europa! In een te
Koningsberg gehouden redevoering heeft
minister Göbbels in verband met de vaak
in het buitenland verkondigde meening,
dat de openhartige taal van de Duitsche
staatslieden een element van verontrusting
vormt, verklaard, dat er in Europa ook
problemen zijn, waarover men zeker niet
rustig spreken kan en dat zijn juist de pro
blemen, waaronder Europa gebukt gaat.
Het is, aldus Göbbels, beter, hier tijdig
zijn stem te laten hooren dan te zwijgen
en de crisis te laten uitbreken.
Sprekende over de Sudeten-Duitsche
kwestie waarschuwde de minister bepaal
de buitenlandsche kringen ervoor, het
geduld van het Duitsche volk, dat de
laatste weken opnieuw zijn liefde voor den
vrede getoond heeft, verder te misbruiken
en Praag op te hitsen in plaats van het
tot de orde te roepen.
Ten aanzien van de Oostenryksche
schulden wees Göbbels er op, dat Oosten
rijk geen buitenlandsche leeningen noodig
gehad zou hebben, wanneer in 1918 gevolg
ware gegeven aan zijn wensch, zich by
Duitschland aan te sluiten. Wij willen niet
meer, zoo riep spr. uit, de pakezel van
Europa zijn en de lasten dragen, die ande
ren te zwaar zijn. Wij moeten de liquidatie
van de vreeselijke gevolgen van Versailles
eischen. Dan zal aan de vredeloosheid in
Europa eindelijk een einde komen,
tl
Tenslotte Frankrijk. Daar is de Fransche
Kamer gisteren op reces gegaan.
Vóór de sluiting hebben Kamer en
Senaat gisteren nog met algemeene stem
men het wetsontwerp tot organisatie van
het land in tijd van oorlog aangenomen
Toen Daladier in de Kamer het sluitings
decreet had voorgelezen werd in het voor
stel tot aanneming van het verslag der
zitting nog gelegenheid gevonden voor een
kort debat. Felix Gouin, de voorzitter der
socialistische kamergroepen verklaarde,
dat hij en de zijnen tegen zouden stemmen
om te protesteeren tegen uitstel van de
beslissing omtrent verschillende belang
rijke kwesties, welke de socialisten aan de
regeering hadden voorgelegd. Gouin
wenschte dat de regeering de Kamers tegen
15 Juli opnieuw zou bijeen roepen, opdat
gestemd kon worden over de dringende
hervormingen.
Ramette legde namens de communisti
sche fractie een soortgelijke verklaring af,
Chichery herinnerde uit naam van de
socialistische-radicale fractie aan de
hervormingen, die de regeering-Daladier
op alle gebieden had tot stand gebracht,
Hij wees op het gelukkige feit van de
Fransch-Engelsche samenwerking, die
nog bevestigd zou worden door het a.s
bezoek van het Britsche koninklijke paar
aan Parijs. Spr. stelde ten slotte vast, dat
er hoop was dat de verbetering van den
financieelen toestand het mogelijk zou
maken de hervormingen ten gunste van
oude arbeiders en ambtenaren in te voe
ren. De soc. radicale partij heeft vertrou
wen in het hoofd van de regeering in de
volbrenging van zijn taak van financieel
herstel en nationale verdediging.
Tenslotte werd het verslag aangenomen
met 357 tegen 241 stemmen, de socialisten
en communisten waren de tegenstemmers.
In een gehouden vergadering van de
delegatie van linksche partijen wezen de
socialistische vertegenwoordigers erop, dat
deze stemming niet moest worden uitge
lcgd als een breuk van de socialisten met
de andere formaties van de meerderheid
van het volksfront.
Het was slechts een protest geweest
tegen het uiteengaan van de Kamers voor
dat de diverse socialistische hervormingen,
die als noodzakelijk werden beschouwd,
onder het oog waren gezien.
Castadot na het nuttigen van een door de be
klaagde bereide kop thee. Mevr. Guichner
bevestigt van de beklaagde de reeds veelbe
sproken vertrouwelijke mededeeling: „Ik
heb een poeder, dat geen sporen nalaat" ge
kregen te hebben. Zij vertelt vervolgens, dat
zy den indruk heeft gekregen haar man ge
red te hebben door een glas limonade. De
beklaagde onthoudt zich er van vragen te
stellen. De heer Guichner bevestigt vervol
gens de verklaringen van zyn vrouw, in het
by zonder de vertrouwelijke mededeeling
over het doodelyke poeder. Later zal blyken,
dat deze getuigenverklaringen niet geheel
betrouwbaar zyn. Andere getuigen leveren
dan eenige nadere bijzonderheden die min
der gunstig zijn voor de beklaagde. De broe
der van den heer Lambert Beyer, een der
slachtoffers, vertelt, dat de ongesteldheid
van den heer Lambert plotseling begonnen
is en dat de door hem geraadpleegde dokters
hem geen enkele opheldering hebben gege
ven. Beyer was niet ziek, zooals de beklaag
de beweerde. Hy was volkomen helder en
gezond van geest.
De beklaagde blijft de getuigenverklarin
gen loochenen. Tot het einde der ondervra
gingen doet zich verder geen enkel incident
van belang voor.
Opkomst lichting 1938 in Augustus
en September.
Het „Reichsgesetzblatt' publiceert
een verordening van den chef van het
opperbevel der Duitsche weermacht,
generaal Keitel, op grond waarvan de
voor Duitschland geldende legerwet
van 1935 ook voor Oostenrijk van
kracht wordt verklaard.
Een der eerste uitvloeisels hiervan
is naar het D.N.E. verder meldt, een
eveneens in het „Reichsgesetzblatt'
geplaatste verordening van Keitel
inzake de oproeping voor den actieven
dienst van de lichting 1938 in Oosten
rijk, inhoudende dat de daartoe be-
hoorende miliciens in den tijd tusschen
16 Augustus en 10 September onder
de wapenen moeten komen.
De militaire mcdewerkerking van de
„Daily Telegraph" schrijft: Het Duitsche
leger absorbeert het Oostenrijksche met
methodische grondigheid. Het zal worden
uitgebreid met zeven divisies infanterie en
een divisie pantserwagens tot niet minder
dan 43 divisies en vier divisies pantser
auto's. Het Oostenrijksche bondsleger be
stond vóór den Anschluss uit 60.000 man
geregelde troepen, 50.000 reservisten en
20.000 man militie van het Vader landsche
Front. Men meent, dat het in twee leger
corpsen is ingedeeld, het 17e en het 18e, en
dat een nieuw corps, het 19e, zal worden
gevormd, bestaande uit een lichte en een
gepantserde divisie, alles tezamen vormen
de de vijfde legergroep.
De eenige Oostenrijksche generaal, die
het opperbevel over een legereenheid
krijgt, is generaal Beyer, thans bevelheb
ber van het 18e corps. Enkele Oostenrij
kers zijn bij den staf benoemd, maar voor
den Oostenrijkschen generalen staf in zijn
geheel heeft men weinig consideratie ge
had: van de ca. 1200 officieren blijft nau
welijks een derde gedeelte in actieven
dienst.
Te Weenen heeft een commissie van
onderzoek het politieke verleden yan alle
officieren nagegaan en haar beslissingen
zijn finaal. Zij, die bekend staan als aan
hangers van het vorige regiem of van het
huis Habsburg, hebben geen kans op een
functie.
Wat de bewapening betreft, deze zal in
hoofdzaak door de Duitsche worden ver
vangen.
De winst voor Duitschland op militair
gebied is aanzienlijk: zijn leger wordt uit
gebreid met een vijfde. Daarby komen nog
de fabrieken van oorlogsmaterieel.
Reuter meldt uit Madrid dat de regee-
ringstroepen, volgens een door welinge
lichte kringen ontvangen bericht, Vil
lareal, ten Zuiden van Castellon gelegen,
heroverd hebben. Verklaard wordt, dat
nog hevig wordt gevochten in deze zóne.
Teneinde Castellon in te nemen, nadat de
frontaanval was mislukt, zijn de rechtschen
via Almazora en Villareal naar de Mijares
getrokken op zeven kilometer van Castellon.
Gemotoriseerde eenheden zijn zelfs voorbij
Villareal in de richting van Nules getrokken.
De regeeringstroepen hebben Donderdag
avond de rechtschen over de Myares terug
geworpen en zijn toen de buitenwijken van
Villareal binnengerukt.