FLITSEN VAN HET WITTE POBftL De Jubileumfilm „VEERTIG JAREN". Ali Baba en zijn veertig roovers. Het vlot goed met de opnamen. Onderwerp van een nieuwe, gekleurde teekenfilm van Max Fleischer. POPEYE ONTMOET ALI BABA. Roovers en Spinazie. 4 TWEEDE BLAD. Ik ben blij, zei Ostwalt met een glim lach, dat ik tot nu toe zeer tevreden mag zijn. Filmproductie is en blijft nu eenmaal een bedrijf met groote kansen op onvoorziene tegenslagen, maar we hebben bij de opnamen van „Veertig Jaren even afkloppen niet over pech te klagen gehad. Het ging de eerste dagen natuurlijk nog niet zoo vlot als nu, omdat de artisten en technici in het begin nog moesten wennen, maar dit aanpassings-proces is snel verloopen en voor zoover ik de resultaten kan beoor- deelen naar de dagelij ksche „rushesin den showroom voldoet de kwaliteit ar tistiek en technisch volkomen aan mijn verwachtingen. Gelukkig echter niet alleen aan de mijne, maar ook aan die van Gréville, de Meester, Heller en Leenhardt, den geluids-man, welk viertal toch in hoofdzaak verantwoordelijk is voor het resultaat. We hebben alleen de opnamen van den eersten ochtend gedeelte lijk moeten overmaken, omdat die niet zoo bijster goed gelukt waren als gevolg van verschillende kleinigheden, die toch tezamen van importantie bleken te zijn en verder hebben we nog één groote opname van enkele meters opnieuw „geschoten", maar dat zijn dan ook onze eenige tegenslagen geweest. Tijd hebben we daarmee niet verloren we hebben alleen een paar dagen moeten overwerken. Maar jadat is in een film studio niets vreemds." Op onze vraag, of het zeer ingewikkelde zorgvuldig overwogen theoretische werk plan tot nu toe in de practijk te realiseeren viel, kwam een gedecideerd „Ja" als ant woord. Als we precies gaan tellen zijn we misschien een halven dag achter, omdat er altijd enkele onberekenbare factoren zijn, maar we hebben ook nog een paar „reserve- dagen", die opzettelijk van te voren al zóó zijn ingedeeld, dat zij ruimte laten voor een inlasch. In ieder geval ben ik er, als er geen groote onvoorziene dingen gebeuren, van overtuigd, dat we op tijd klaar zijn met ons studiowerk. De samenwerking in de studio laat niets te wenschen over, alle menschen, die een taak hebben bij de productie, zijn min of meer vrienden geworden en dat bevordert natuurlijk een vlotte afwerking der „disposities" in niet geringe mate. In een studio te staan met booze gezichten om je heen het is mij éénmaal gebeurd is iets verschrikkelijks en funest voor het tempo. Aan booze gezichten en onvriende lijke blikken buiten de studio heb ik geen gebrek. Tal van actrices, acteurs en figu ranten schijnen in hun wiek geschoten te zijn over het feit, dat zij geen rol gekregen hebben in onze film en dat wij hen geen lange brieven met excuses daarvoor hebben geschreven. U zult begrijpen, dat ik me om dergelijke onredelijke verwijten geen zorgen maak. „Overdoen" in drie talen. In de „set" waar de opnamen plaats vinden, klinkt nu Gréville's stem: „Encore une foisnoch einmalonce again", want de regisseur heeft zich wijs ge- Een onderhoud met productie leider Ostwald. worden door internationale ervaring aangewend om sommige mededeelingen in drie talen te doen. Wij wager. een opmer king: „Dat hoort men nogal eens. Gréville is niet gauw tevreden". „Gelukkig niet", repliceert Ostwalt, „dat is één van zijn beste kwaliteiten. Of laat ik liever zeggen: een onmisbare kwaliteit voor iemand, die iets goeds wil maken. Een regis seur, die compromissen met zichzelf sluit en redeneert: „Het kan er wel mee door, al is het niet zooals ik het wilde", maakt nooit goede hoogstens goedkoope films. Want een consequentie van het stellen van hooge eischen beteekent vaak, dat er nogal eens wat materiaal ik bedoel dus celluloid verloren gaat. Wij draaien misschien méér dan men in Holland als „normaal" be schouwt, maar dit verschil is tenslotte in geld uitgedrukt niet zoo vreeselijk veel en juist dit verschil komt vaak de kwaliteit ten goede. Ik heb zoowel met Gréville als met andere regisseurs in het buitenland ge werkt en ik weet zeker, dat wij wat mate- riaalverbruik betreft zeker niet aan den hoogen kant zijn, als ik eens ga vergelijken. Bovendien overdrijft Gréville het niet.'Hij weet, dat de zuinigheid de wijsheid kan be driegen, maar ook, dat het wijs is om zuinig te zijn. Zoo hebben we verleden week een heelen middag „stil gelegen", omdat bleek, dat wij deze beter konden benutten door een paar décors om te bouwen en de lampen te ver plaatsen. Dat leek een halven dag verlies, maar in werkelijkheid was het toch winst, want hierdoor konden de volgende dagen in veel sneller tempo verwerkt worden. Het feit, dat onze film, tusschen 1898 en 1938 speelt, brengt ons natuurlijk extra-moeilijk heden, omdat we de opnamen steeds zoo veel mogelijk moeten concentreeren op een bepaald jaar. We kunnen niet 's morgens beginnen met Laseur in 1938 en dan over springen naar Laseur in 1901. Het om- schminken kost zeer veel tijd. Bovendien zijn er diverse décors, die tweemaal ge bruikt moeten worden. Men ziet eenzelfde kamer eerst in 1898, dan in 1938 en dat er in die veertig jaar wel iets veranderd is, spreekt vanzelf. Het draaiboek. Ostwalt vertelt, dat de décors in de Wil- helmina-hall nu allen „afgewerkt" zijn. Thans gaat men verder in de Juliana-hall, waar het heele Brabantsche complex, in casu, het huis van de familie Maasdonk, staat opgebouwd en in den tusschentijd bouwt men ten tweeden male de Wilhelmina- studio weer vol. Een draaiboek met dikke roode strepen wordt voor den dag gehaald en wij aarzelen niet om over dit boek, waar inderdaad alles om draait, nog iets te vragen, omdat het ons is opgevallen, dat daarin tal van Fransche zinnetjes te vinden zijn. Max Fleischer heeft een gekleurde teekenfilm gemaakt: „Ali Baba en de 40 roovers". Dit onderwerp „an sich" beteekende reeds: een echte teekenfilm met veel prachtige avonturen en dolzinnige gebeurtenissen rond de hoofdpersonen; maar het feit, dat we hier bovendien ons aller vriend Popeye in zijn nieuwste glansrol zien, verhoogt zoo mogelijk nog de aantrekkelijkheid. Over de eindelooze zandvlakten van de eindelooze woestijn draven Ali Baba en zijn veertig roovers. Ali Baba zingt zijn lijflied en zwaait met zijn kromsabel. De veertig roovers zingen de begeleiding en zwaaien nog woester met hun sabels. De woestijn dreunt onder de kameelenhoeven. Ali Baba en zijn mannen zijn in aantocht! Zoo begint deze nieuwe Popeye-teeken- film, die Paramount binnenkort in ons land zal uitbrengen en het formaat letterlijk en figuurlijk! van deze short rechtvaar digen de aandacht, die wij eraan besteden. Deze film, „Ali Baba en de 40 roovers", van dubbele lengte, zij werd in kleuren opgenomen en men zag er voor het eerst het drie-demensionale systeem in toegepast, dat de beelden een grootere diepte geeft. Oorspronkelijk bestonden teekenfilms in derdaad uit twee-dimensionale teekeningen. Fleischer ging over tot het bouwen van kleine, maar échte décors. De figuren, op doorzichtig celluloid geteekend, worden vóór deze décors gezet en aldus gefilmd. Bovendien heeft men bij dit systeem het voordeel, dat men het geheele décor kan laten voorbijschuiven. De op celluloid ge- teekende figuren behouden ten opzichte van de camera hun plaats, de achtergrond beweegt, en aldus krijgen de toeschouwers de illusie van bewegende figuren tegen een stilstaanden achtergrond. Maar geheimen uit de teekenfilm-keuken willen we niet verklappen; ieder, die „Ali Baba" ziet, zal zich van de groote mogelijk heden van Fleischer's systeem kunnen over tuigen. Om bij onze inleiding te blijven: aldus werd de scène van de door de woestijn By arrongemtnt wHh Ring F*atur«s Syndicat*. Ine, and S dravende rooversbende opgenomen. De zand vlakte werd uit echt zand gemaakt, de roo- versfiguren werden op celluloid geteekend. Als U de film ziet, zult U de technische bij zonderheden vergeten, zoo perfect hebben Fleischer en zijn menschen hun werk gedaan. Het bekertde verhaal van de Veertig Roovèrs was een dankbaar object om voor de teekenfilm bewerkt te worden! En het leverde weinig moeite op, er de wereld beroemde spinazie-man in te verwerken. Popeye doet in deze geschiedenis dienst bij de kustwacht. Hij krijgt op zijn post het bericht, dat Ali Baba en zijn handlangers in aantocht zijn en oogenblikkelijk beginnen Popeye, zijn broodjes-etende kameraad Wimpy en de schoone Olive Oyl in een vlieg tuig de achtervolging. Edoch, het noodlot achterhaalt hen boven een dorre zandwoestijn; het vliegtuig moet landen en de drie dapperen beginnen een triesten tocht door de eenzame oneindigheid, waar slechts lugubere geraamten en fata morgana's te zien zijn. Eindelijk bereikt het drietal een stad, waar de eerste ontmoeting met de roovers plaats heeft en waar na veel avonturen tenslotte Popeye doordringt in de geheimzinnige grot van de roovers en terwijl iets anders kan men van Popeye ook moeilijk verwachten de kracht van de spinazie grooter blijkt te zijn dan die van alle een-en-veertig roovers bij elkaar Deze film verdient speciale aandacht, niet alleen van de jeugd, doch ook van den meer serieuzen filmliefhebber, dien de technische kant van deze, bijna twintig minuten du rende, teekenfilm zeker zal interesseeren. Fleischer en zijn staf maakten er ongeveer acht-en-twintig-duizend teekeningen voor! Enkele scènes uit de nieuwe ge kleurde Fleischer-film „Ali Baba en de veertig roovers". Geheel rechts ziet men de eene hoofdper soon uit het drama: Popeye de Zeeman. Nadere bijzonderheden behoeven niet gegeven te worden! Links krijgt de andere hoofdper soon, ook welbekend uit de Popeye- films, een geduchte kaakslag van zijn spinazie-opponent. Midden boven ziet men het treu rige tafereel van de drie dapperen, die zich voortsleepen door de ein delooze woestijn. En tenslotte midden onder; het glorieuze slot van de historie: Popeye en Olive dansen na de overwinning om de met schatten gevulde kisten van Ali Baba! „Dat hebben we voor Gréville gedaan. Alles wat Fransch is in dit draaiboek heeft voornamelijk betrekking op de camera instellingen en op zuivere regie-aanwijzin gen. Gréville heeft daarnaast natuurlijk ook een volkomen Fransch draaiboek, met Fransche dialoog zelfs maar dat gebruikt hij alleen bij zijn voorbereidingen". „Hoe is dat draaiboek eigenlijk ontstaan?" „Niet zonder veel moeite", zegt Ostwalt, terwijl een glimlach aan een voorbije her innering te voorschijn komt. „Het was nogal ingewikkeld, maar in het kort komt het hierop neer, dat Ben van Eysselstein zijn eigen scenario in draaiboekvorm heeft uit gewerkt. Dit is in het Fransch vertaald en Gréville heeft toen speciaal het technische gedeelte veranderd en aangevuld. Dit is toen door Van Eysselstein weer opnieuw bewerkt en over alle veranderingen is ge- gecorrespondeerd en gediscussieerd. Daarna heeft het tweetal gedurende zes weken samen gewerkt. Het is toen aangevuld en gewijzigd, totdat alles was, zooals het, tech nisch en artistiek, moest zijn en tenslotte is daaruit „het" draaiboek ontstaan". „En houdt iedereen zich daar nu precies aan?" „Dit draaiboek deelt het lot van alle draai boeken. Men tracht er zich zooveel mogelijk aan te houden, maar het blijkt weieens, dat een camera-instelling niet meevalt, dat een dialoogzin een acteur niet ligt of dat een bepaald effect op een andere manier beter te verkrijgen is. Dan volg een verandering, die meestal onbelangrijk is voor de groote lijn, maar die voor de betreffende scène een verbetering beteekent". Men is gereed met een opname en we moeten dit praatje met Guus Ostwalt be ëindigen, omdat onze zitplaats een camera-lorrie voor de volgende instelling noodig blijkt te zijn. Niet echter alleen de lorrie ook Ostwalt zelf. En als het blauwe lichtje boven de studio-deuren uit is het geen niet zoo erg vaak voorkomt profi- teeren we maar snel van deze gunstige eclipseer-kans. Want in een filmstudio mag niemand vergeten, dat daar inderdaad time money is. ANK VAN DER MOER en CEES LASEUR, ADOLPHE ENGERS MATTIIIEU VAN EYSDEN en LILY BOUWMEESTER twee der belangrijkste figuren uit de film, als oppasser Jan de Oude tijdens als de Brabantsche fabrikant Maasdonk en zijn vrouw Annetje, als Prof. Van Meerle en zijn vrouw, tijdens een de Kroningsfeesten' van 1898 in verslagen, als zij vernemen, dat hun zoon Dick met zijn vliegmachine ontroerende scène in hun Amsterdamsche huis. de poffertjeskraam. verongelukt is. ANK VAN DER MOER en LILY BOUWMEESTER PAUL STEENBERGEN en MYRA WARD als Wim Maasdonk en Lily tijdens het groote bal, ten huize der Van Burger, twee artistieke jonge Mecrle's in 1898, waar de „Quadrille" in menschen van onzen tijd. al haar glorie en elegance gedanst wordt. DE SCHRIK VAN BRIMSTONE. Victoria-theater. Dit is weer één van die films, waarin de bekende acteur Wallace Beery op zijn best is. Men weet algemeen wel dat het er in het Verre Westen omstreeks 1880 nog heel primitief toeging. Het recht van den sterkste en den brutaalsten gold nog bijna overal, en vooral in kleine plaatsjes als b.v. Brimstone werd het menschelijke recht met voeten getreden. Bill met zijn stel revolvers, waar hij zeer handig mee was, stond aan 't hoofd van een troep „jongens", die voor geen kleintje vervaard waren. De bokser Jeffrey Burton komt met zijn manager toevallig in Brimstone terecht en speelt al dadelijk een heel gevaarlijk spel. Zeker zou Bill hem gedood hebben, als Bur- ton's horloge niet een vrouwenportret had bevat, dat voor Bill werd bestemd en dat hem meteen de zekerheid gaf, dat Jeffrey zijn zoon was. Nu veranderde er heel wat in Brimstone. Burton, die er de dochter van rechter Douglas had ontmoet hoe kwam deze roos terecht te midden van zooveel distels? wildq niet meer weg en koesteide groote plannen ten opzichte van het plaatsje wat betreft het herstellen van orde en gezag Hoe hij dit bereikte, moet gij eens in deze actievolle film gaan zien. Het eene levendige tafreel vol sensatie en spanning volgt op het andere en daartusschen be weegt zich Wallace Beery als de groote ac teur in dit genre. Sterk expressief spel. Maar ook Deunis O' Keefe als Jeffrey is uitstekend op zijn plaats en voor de lieftallige Loretta Douglas had men Virginia Bruce gekozen. Voorwaar geen slechte keuze. De goede acteur Lewis Stone speelde de rol van haar vader op uitnemende wijze. Zooals men ziet 'n keur van acteurs in 'n aantrekkelijke film. Het programma opende met een paar mooie journaals, een gekleurde teekenfilm en een film over hondendressuur met aller aardigste opnamen vooral voor hondenlief hebbers. MEVROUW BLIJFT ONTBIJTEN. City-Theater. In het City-Theater blijft mevrouw ont bijten en die mevrouw is een alleraardigst jong meisje Barbara Stanwijck. Zij blijft ontbijten bij een jongen en rijken boemelaar Herbert Marshall met wien zij den avond te voren in de een of andere nachtclub kennis gemaakt heeft en dien zij thuis gebracht heeft, omdat hij er alleen niet toe in staat was. Zij is reeds onder de douche als de butt- ler zijn meester nog slapend op de een of andere divan ontdekt en een half uurtje later zitten de beide jonge menschen aan een gezellige ontbijttafel en voeren allér- geanimeerdste gesprekken, die een geluk kig slot zouden gekregen hebben als er niet plotseling een jonge actrice was ver schenen, die precies deed alsof zij in dit mooie gebouw thuis hoorde. Twee vrou wen is te veel voor een man en het meis je uit de nachtclub ruimt voorloopig het veld. Voorloopig, want zij is verliefd gewor den op den jongen nietsnut, die de reede- rij, door zijn familie groot gebracht, door zijn boemelleven laat verloopen. Het meisje is rijk, zij blijkt de een of andere erfdochter en koopt alle aandeelen in de reederij op, zoodat de jonge man geen keus overblijft dan onder haar leiding opnieuw te beginnen. Natuurlijk weigert hij van een vrouw afhankelijk te zijn en tweemaal tracht hij de actrice te trouwen, wat beide malen een hoogst komisch tooneeltje oplevert. Zonder verder in bijzonderheden af te da len, kunnen wij het slot van deze aller aardigste film wel samenvatten in de woorden „eind goed, al goed". „Ze" krij gen elkaar, maar voor het zoover is, moest er nog heel wat gebeuren. Deze film is vol vermakelijke typen, waaronder de buttler en de kleine kantoorbediende allerkoddigste figuren zijn. Wie een vroolijken middag of avond wil hebben moet eens gaan zien, dat mevrouw in het City-Theater blijft ontbijten. Vooraf gaat veel wereldnieuws en bin- nenlandsche reportage, enkele sportfilms, een komische éénacter waarin een paard de hoofdrol vervult, een goede screen- song en een film met zeer fraaie en inte- i essante opnamen van moerassen en de dieren, welke zich daarin ophouden. DE ONWEERSTAANBARE. Harmonie. „Der Unwiederstehliche" is een char mante film. En Annie Ondra en Hans Söhnker hebben aan het verhaal een be wonderenswaardige uitwerking gegeven. Er zijn al tientallen van dergelijke films geproduceerd, vele van hen zelfs zeer ver dienstelijk, maar slechts weinige hebben het tot een vlotheid, een gang en vaart kunnen brengen als we die in deze film vinden. Een verhaal, vol humoristische en komische situaties, origineele invallen en plotselinge wendingen in het verloop er van. Een kostelijke amusementsfilm vol romantiek. Inderdaad: romantiek in de allereerste plaats. En degene, die naar een dergelijk filmwerk gaat kijken zal als hij zich ten minste wil amuseeren goed doen zijn nuchtere, alledaagsche kijk op het leven voor een uurtje te vervangen door een voor filmromantiek ontvankelijk ge moed. En dan zullen Annie Ondra en Hans Söhnker zeker een volledig succes hebben. Een succes dat hen volkomen toekomt: ze hebben van „Der Unwiederstehliche" een genoegelijke film weten te maken. Annie Ondra vervult de rol van eigenares van een groote schoenfabriek, dilletant-man- nequin, koningin van het bal der Midi- nettes, nicht van een tyrannieke tante, huwelijkscandidate voor een man mét een titel en uitverkorene van een man zónder een titel, enz. enz. Hans Söhnker is die man zonder dien titel en, haast onnoo- dig te zeggen: die wint 't. Maar niet zon der nog een aantal veldslagen tegen de tante geleverd te hebben. Der Unwieder stehliche weet echter ook die met eenige moeite in te palmen zóó zelfs, dat daar nog weer moeilijkheden uit voort schijnen te komen. Dat valt echter mee enal is 't op een eenigszins ongewone manier de twee komen ten slotte weer in hetzelf de schuitje. Of c.q. liever in dezelfde auto, waarin ze de lichtende toekomst tegemoet rijden Het voorprogramma geeft o. m. Para- mount-nieuws en een paar teekenfilmpjes.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 8