Er ging een week voorbij
2euMelw
Nat. Verbond van gemeente-ambtenaren.
nder de
aanwezigen
Stad en Omjjevin g
33e Algemeene Vergadering te Alkmaar.
De 20-jarige afdeeling.
Het congres.
DERDE BLAD.
Een Vrouwenvereeniging uit Beverwijk
Is naar 't Gooi geweest en heeft het Mui-
derslot bezocht, waarbij de chauffeur de
dames langs vele mooie plekjes gereden
heeft. De presidente, die momenteel in
Baarn verblijft, heeft zich hier bij het ge
zelschap gevoegd.
„Nadat men dit historisch monument
had bezichtigd, werd de tocht voortgezet",
lezen wij in het verslag.
Misschien is de presidente al een dame
op leeftijd, maar men had wel een minder
onaangename beschrijving kunnen geven.
„Zoo juist ontvangen een moordsigaar
voor 3 centen," adverteert een sigaren
winkelier in de N. Hoornsche Crt.
Zou de politie of de keuringsdienst daar
niet eens aandacht aan kunnen schenken?
De ouden van dage) uit een kleine ge
meente in onze provincie zullen, naar ge
meld wordt, een passend uitstapje maken.
Zij gaan eerst naar de Ruïne van Brede-
rode en daarna r.aar Westerveld waar de
Begraafplaats en het Crematorium worden
bekeken.
Een bijzonder gelukkige keuze voor een
uitstapje van deze oudjes.
De Beverw. Crt. moet tot haar leed
wezen melden, dat het den Beverwijker
Zoontjes in den wedstrijd om het schaak
kampioenschap niet gelukt is de overwin
ning te behalen.
Laat men zich daar troosten met de ge
dachte, dat er dezen examentijd overal
zoontjes zijn, die niet aan de verwachtingen
voldaan hebben.
Volgens de Enkhuizer Crt. is Dirk V.
voor den Hoornschen kantonrechter ver
schenen omdat hij met den veldwachter
Boot in botsing was gekomen toen hij hem
aan de linkerzijde gepasseerd was.
Blijkbaar heeft deze Dirk zich uit het
Ibinnenaanvaringsreglement herinnerd, dat
men een boot niet altijd aan de rechterzijde
behoeft te passeeren.
Naar de Beverw. Crt. meldt hebben
negentien politieagenten uit Vlaardingen
een kwart lot van de honderdduizend ge
wonnen, waardoor ieder 1100 heeft ont
vangen.
Een nieuw bewijs voor de stelling, dat
alles wat in handen van de politie valt niet
slecht behoeft te wezen.
Volgens de N. Langend. Crt. heeft de
aardbeving in ons land opwinding ver
oorzaakt en bemerkte men, dat de klokken
bleven stilstaan.
Gewoonlijk blijkt dat men stilstaande
klokken juist door opwinding aan het
loopen kan krijgen.
Men dacht in Wieringen heel wat te
beleven, maar het had niet veel om het
lijf, vertelt een courant uit onze om
geving.
We veronderstellen, dat het een ver
dwaalde pensiongaste in een modern bad
pak geweest is.
De mannenclub Oosterstraat uit Noord
Scharwoude heeft een uitstapje gemaakt.
Op weg naar Utrecht zegt de N. L. Crt.
weigerde de motor, maar door de
medewerking van den chauffeur van een
vrachtauto werd de bus gesleept naar het
home van den Duitschen ex-keizer, waar
de motor gerepareerd kon worden.
Wij hebben altijd gemeend, dat de ex-
keizer alleen belangstelling had voor het
afzagen van Doornsche boomen.
Uit den wedstrijd van Vrone tegen de
Strandvogels wordt gemeld, dat het Hoog
land na vele vergeefsche pogingen gelukte
den keeper te laten vischen, waardoor de
wedstrijd gewonnen kon worden.
Had de scheidsrechter het vertrek van
den keeper tijdens het spel niet moeten
beletten?
De Noorderpost deelt mede, dat een
vijftigjarige man te Rotterdam bij het eten
een stuk vleesch in zijn keelgat heeft ge
kregen.
Wij hebben altijd gemeend, dat dit bij
het eten van vleesch een normaal ver
schijnsel was.
„Een onmiddellijk ontboden geneesheer
kon slechts den dood constateeren," voegt
het blad er aan toe.
Een onmiddellijk gekomen geneesheer
bad misschien een minder droevige ontdek
king gedaan.
„Men kan soms veel voor iemand zijn,
alleen door zwijgend naast hem te loopen",
zegt de N. Hoornsche Crt.
Een witkiel b.v., die op weg van het
station onzen koffer op zijrr schouders heeft
genomen.
Gemeld wordt, dat met de bestrating
van den Verbreeden Velserweg een aan
vang gemaakt is en dat men daarbij ge
bruik maakt van dikke steenen, zoodat er
minder klinkers gebruikt worden.
Waarschijnlijk heeft men hier de spel-
ling-Marchant in de practijk willen toe
passen.
Naar de N. H. Crt. meldt, heeft de
Tsjecho-Slowaaksche regeering er in toe
gestemd, dat het vliegtuig waarmee mi
nister Göbbels Zaterdag van Berlijn naar
Weenen zal gaan, over Tsjecho-Slowaaksch
gebied mag vliegen.
Vermoedelijk is dit de eerste Duitsche
minister, die over Tsjecho-Slowakije in de
wolken zal blijken.
„De behandeling van de zaak tegen
McCall heeft gisteren plaats gehad", zegt
de Heldersche Courant. „De rechter Atkin-
son bevond zich schuldig wegens kinder
roof."
Wat een sensatie zal dat geweest zijn
toen men tot de ontdekking kwam, dat de
rechter het zelf gedaan had.
Na wekenlange voorbereiding is dan
gister de 33e algemeene vergadering
van het Nationaal Verbond van ge
meente-ambtenaren hier ter stede aan
gevangen. De belangstelling was zeer
groot: de zaal van het gebouw De Unie
was geheel bezet met vertegenwoordi
gers van afdeelingen uit het heele land.
Nadat de in den voormiddag reeds aan
wezigen een bezoek hadden gebracht aan
de kaasmarkt, had om half één de ontvangst
door de afd. Alkmaar plaats, waarbij na
mens den voorzitter, den heer D. van
Barneveld,
een begroetingswoord
werd gesproken. De voorzitter toch heeft
onlangs een operatie ondergaan en moest
zich, op advies van zijn geneesheer, rustig
houden en hoewel hij zich uit den aard
der zaak stserk voor dit congres had geïn
teresseerd, moest hij van het uitspreken van
een welkomstrede afzien.
Dit deed nu in zijn plaats de tweede voor
zitter, de heer K. H u m a n, die er zijn
vreugde over uitsprak, dat het congres al
hier werd gehouden, waar de afdeeling
thans haar 20-jarig bestaan herdenkt.
Hij wenschte den voorzitter geluk met
zijn herstel en sprak de hoop dat deze
nog veel voor de afd. en dus in het belang
van den bond zal kunnen doen.
Spr. weidde uit over de centrale ligging
van Alkmaar en over de stad en hare omge
ving, waar zooveel schoons wordt geboden,
dat jaarlijks duizenden landgenooten en
vreemdelingen trekt. Hij deelde reeds mede,
dat na het diner een autotocht zou worden
gemaakt, waarbij veel van dat mooie stellig
de aandacht zou trekken en onder uitzicht
op de zee een thé zou worden aangeboden,
waarna in Bergen een gezellige avond zou
worden gegeven.
Spr. uitte den wensch, dat allen zouden
genieten van het aangename niet alleen,
maar ook een prettige vergadering zouden
meemaken, waarop de belangen van den
Bond terdege zouden worden besproken,
waarvan, naar hij hoopte, voor het Verbond
meerdere bloei en voor zijn leden lotsverbe
tering het gevolg moge zijn.
Ontvangst ten Stadhuize.
Alvorens de vergadering begon, werden
de deelnemers ten Stadhuize officiéél ont
vangen. Daartoe waren, naast B. en W. en
den loco-gemeentesecretaris mr. R. Veen-
dorp, in de raadszaal aanwezig de raads
leden de heeren mr. de Groot en Grondsma.
De burgemeester, jhr. van Kinschot,
heette allen welkom en wenschte de afd.,
waarbij zoovele ambtenaren dezer gemeente
zijn aangesloten, geluk met haar vierde lus
trum en hij wenschte haar toe, dat zij niet
alleen binnen haar eigen kring in de ko
mende jaren een grooten bloei moge tege
moet gaan, maar ook sterk moge bijdragen
tot meerdere ontwikkeling en groei van den
bond zelf.
Het mooi uitgevoerde programma voor dit
congres en het daarin opgenomen jaarver
slag van den secretaris hadden spr. een
kijk gegeven op de belangrijkheid van den
Bond. Spr. wijdde een waardeer end woord
aan de wijze, waarop belangrijke vraag
stukken, als salariëering, georganiseerd
overleg, ambtenaren-rechtspraak enz. in
den Bond worden behandeld en hij stelde
in het licht, dat bij de totstandkoming van
wetten en de uitvoering ervan meermalen
door de regeering de Bond wordt geraad
pleegd.
Tusschen den Bond en het gemeente
bestuur heeft steeds een aangename verhou
ding bestaan, zoo ging spr. voort, maar dat
de voorzitter hier op het stadhuis nu drie
dagen achtereen wordt gezien, eerst in het
G.O., daarna voor het scheidsgerecht, en
thans als officiéél persoon, geeft mij bijna
reden te denken aan een „kind in huis"!
Het is mij bekend, dat de afdeeling Alk
maar onder Uw Bond een vooraanstaande
plaats inneemt, en het houden van de alge
meene vergadering op haar lustrum is hier
van zeker een sprekend bewijs. De meer
dan 100 leden van deze afdeeling hebben in
den loop der jaren bij verschillende takken
van dienst medegewerkt, om den goeden
gang van zaken aldaar te bevorderen en ik
denk daarbij speciaal aan hun voorzitter, den
heer van Barneveld, van wiens trouwe werk
kracht en ijver ons college op het stadhuis
geregeld kan profiteeren.
Zeker past mij dan ook vanaf deze plaats
op den dag van de officieele ontvangst van
hun Bond een woord van erkentelijkheid
uit te spreken voor de aan deze gemeente
bewezen diensten. Uwe organisatie stelt zich
steeds ten doel, het peil van haar leden zoo
hoog mogelijk op te voeren en daardoor
goede arbeidsprestaties te bevorderen;
hierdoor zal ook onze gemeente wederom
op haar beurt de gunstige resultaten van
het werk der leden dagelijks ondervinden.
Spr. merkte op dat er in Alkmaar in de
laatste eeuw zeker veel is veranderd, maar
Hildebrand's beschrijving daarvan in zijn
Camera Obscura is nog steeds van toepas
sing, de „Noordhollandsche Metropolis"
roept nog altijd den vreemdeling een wel
kom toe en het „kleine, nette stadje" tracht
haar roemrijk verleden nog immer hoog te
houden.
Ten slotte eindigde spr. met den wensch,
dat deze vergadering zal mogen leiden tot
versterking van den band tusschen de
leden onderling en het zoo gewaardeerde
werk van den Bond ook in de toekomst
rijke vruchten moge afwerpen.
Antwoord van den voorzitter.
De voorzitter van het Verbond, de
heer A. Kooiman, begon met zijn erkente
lijkheid uit te spreken voor de officieele
ontvangst, omdat die bewijst, dat aan de
vakbeweging in Nederland ook door de
overheid een plaats wordt toegekend in het
maatschappelijk raderwerk, welke van groote
beteekenis is. Spr. bedoelde hiermee ook de
vrijheid van vergadering, en hij constateer
de, dat de aloude vrijheidsliefde der West
friezen ook doorstraalt in het gemeente
bestuur van Alkmaar. De wijze, waarop het
't Verbond tegemoet treedt, vindt hooge
waardeering bij ons, zei spr., en het legt een
verplichting op de ambtenaren. Aan de vele
ontmoetingen, die spr. ten stadhuize had met
B. en W. uit hoofde van zijn functie in den
Bond, hebben bij hem aangename herinne
ringen achtergelaten, ook als hij het niet
eens was met de opvattingen van het ge
meentebestuur. Ook met het Georganiseerd
Overleg was het contact steeds goed en spr.
herdacht met weemoed wijlen de heeren
Vogelaar en Govers, die steeds trouw en
openhartig op eerlijke wijze het Georgani
seerd Overleg hebben gediend.
Wat de Nederlandsche vrijheid betreft,
spr. hoopte dat die onder het zegenrijke
bewind van koningin Wilhelmina zal blijven
behouden.
Dankbaar was spr. voor de toezegging van
B. en W. om deel te nemen aan den ge-
zamenlijken maaltijd, omdat zij is een be
zegeling van de goede verhouding met het
Nat. Verbond van gemeente-ambtenaren.
Na deze toespraken werden ververschin-
gen aangeboden, waarop onder leiding van
den burgemeester het stadhuis werd be
zichtigd.
Openingsrede van den voorzitter.
De voorzitter van het hoofdbestuur sprak
bij de opening van het congres alle aan
wezigen de zaal van De Unie was geheel
gevuld een hartelijk welkom toe. Met een
woord van weemoedige herinnering her
dacht hij de overleden bondsleden, in de
eerste plaats den heer Hiehle te Leiden, die
het secretariaat langen tijd met groote
toewijding had vervuld.
Door een oogenblik op te staan herdacht
de vergadering de overledenen.
Zijn openingsrede vervolgende, herinnerde
de voorzitter aan de daling van den gulden,
waarna hij wees op de economische toe
standen en op de vooruitzichten in het al
gemeen. Ook de internationale spanningen
en de algemeene bewapening passeerden de
revue. Het gevolg van dit alles, zei spr., is,
dat ook ons land aan den bewapeningswed
loop moet meedoen, om een aanval op zijn
onafhankelijkheid te kunnen keeren. Spr.
wekte op om waakzaam te zijn tegenover
den binnenlandschen vijand zoowel als
tegen den buitenlandschen.
Spr. onderwierp vervolgens de oorzaken
van de werkloosheid aan een korte be
spreking: dumpingpolitiek van Japan, stop
zetting van emigratie, sluiting van eenige
landen voor onzen uitvoer, enz. Het na
tuurlijk streven van de vakorganisatie om
op te komen voor verbetering van de posi
tie der werknemers heeft met een en ander
zeer wel rekening te houden en moet het
geheele complex dezer vraagstukken over
zien. Maar toch is nog wel veel te verbete
ren, meende spr., met een verwijzing naar
vele kweekelingen met akte, die een volle
onderwijzersfunctie vervullen, naar het nog
steeds uitblijven van staatspensioen, een
afwijzing van salarisherziening door de re
geering, enz. Over de actie ter verkrijging
van het laatstgenoemde sprak de voorzitter
wat uitvoeriger, waarbij hij als vaststaand
aannam, dat de vrijheid der gemeenten in
dezen wel voorgoed als verloren mag wor
den beschouwd. Over het geheel meende
hij, dat het een geluk zal zijn, als de sala
rissen der gemeente-ambtenaren overal op
hetzelfde peil zullen zijn gekomen als voor
de collega's in dienst van het rijk. Afkeurend
sprak hij over het afwijzende standpunt der
regeering tegenover pogingen van sommige
gemeenten (b.v. Rotterdam en Amsterdam)
om de salarissen der ambtenaren op het ge-
wenschte peil te brengen.
Spr. concludeerde, dat de zucht naar cen
tralisatie bij de regeering wel zeer ernstig is.
Ook de provincie Noordholland maak»
te zich hieraan schuldig, bewijze de
actie ten aanzien van de electriciteits-
levering, waarvoor geen enkel steek
houdend argument is aan te voeren.
En zoo gaat het ook met andere be
drijven, ook in andere provinciën, over
al worden de gemeenten geknot in een
goede uitoefening van haar natuurlijke
taak. Met voorbeelden uit verschillende
gemeenten (ook Alkmaar) toonde spr.
dit aan: bevorderingen van ambtenaren
in haar dienst worden herhaaldelijk af
gewezen door de regeering.
Met waardeering sprak de voorzitter
over het werk van den heer de Boer in het
Georganiseerd Overleg, waarvan spr. ook
lid is.
Uitvoerige besprekingen werden gewijd
aan de noodzaak van organisatie en centra
lisatie van den strijd om te komen op het
salarispeil van de rijksambtenaren. Met
trotsch meende spr. te mogen zeggen, dat
het Nat. Verbond van Gemeenten-ambtena
ren nuttig werk deed en nog kan doen.
Een woord van de C. N. O. P.
De heer de Boer, vertegenwoordiger
van de Centrale van Ned. Overheidsperso
neel, sprak vervolgens namens die organi
satie, waarbij het Verbond is aangesloten,
een begroetingswoord, waarin hij er den
nadruk op legde, dat de ambtenaren zeker
behoefte hebben aan samenwerking, nu
meer en meer in alle opzichten Den Haag
regeert. Daarom dienen de ambtenaren in
alle mogelijke organisaties te beseffen, dat
centralisatie steeds meer eisch wordt. Ge
meenschappelijk ageeren voor behoud van
wat ze hebben en voor alles wat nog aan een
behoorlijke positie ontbreekt is dringend
noodzakelijk. Sterk maken van de organi
satie is noodig nu, om straks als een
maal de tijden weer beter zullen zijn, met
kracht te kunnen samenwerken voor het
verkrijgen van positie-verbetering.
Jaarverslag secretaris.
Ingevolge een besluit van het hoofdbe
stuur had de secretaris dezen keer in zijn
jaarverslag zich onthouden van beschou
wingen over den economischen toestand in
het land en over de beteekenis van een
aantal tot stand gekomen wetten of wets
wijzigingen. Na eenige zinsneden over de
waarde van den Nederlandschen vrijheids
zin en de Nederlandsche verdraagzaamheid
constateert het verslag met ingenomenheid,
dat millioenen Nederlanders één willen zijn
en blijven in den strijd vóór het behoud
van onze Nederlandsche tradities. Als een
tweede gebeurtenis van nationale beteeke
nis werd gememoreerd het huwelijk van
prinses Juliana met prins Bernhard.
Na deze inleiding spreekt het verslag over
de salarieering.
Het afgeloopen jaar stond nog steeds in
het teeken der bezuiniging, wat zich o.a.
uitte in een voortdurend toezicht der re
geering op de arbeidsvoorwaarden van de
gemeenten.
Ook al erkennen wij ten volle, dat de re
geering een voorzichtig financieel beleid
moest voeren, toch was het voor het over
heidspersoneel een teleurstelling, dat de
regeering de mogelijkheid van herziening
der salarissen zonder meer afwees.
De regeering is niet bereid geweest, haar
standpunt te herzien, zoodat ook met be
trekking tot de salarieering in de gemeen
ten geen algemeene verbetering kon wor
den verkregen.
In dezelfde richting als de toenemende
regeeringsinvloed werkt het Centraal
Overleg, dat door een aantal gemeenten
met meer dan 40.000 inwoners wordt ge
voerd. Een ontwerp algemeen ambtenaren
reglement is door dit overleg tot stand ge
bracht, waarmede de regeering een zekere
instemming heeft betuigd. Van invoering
is echter nog geen sprake geweest omdat
van de zijde van eenige gemeenten ernstige
critiek op dit ontwerp is geleverd.
Wat de rechtspraak in ambtenaarszaken
aangaat zegt het verslag o.a.:
Het spijt ons te moeten zeggen, dat onze
bewondering voor deze rechtspraak niet
stijgend is, meer in het bijzonder niet voor
de uitspraken van den Centralen Raad van
Beroep. Met verschillende mededeelingen
uit de statistiek van het Centraal Bureau
werd dit oordeel nader verduidelijkt.
Wat de pensioen wetgeving betreft, wordt
gememoreerd, dat de regeering het wets-
Uit het Engelsch Tan
ARTHUR SOM^RS ROCHE
Door Mr. P. D.
2)
Ik lachte hardop. Jeanne Seeley, die nie
mand zou kennen? Wel, de Seeley's hadden
niet alleen twee of drie milüoen voor
iedere letter in hun naam, maar zij hadden
dit al twee geslachten lang, en de drie
daaraan voorafgaande geslachten hadden
die honderdduizend-fortuinen bezeten, die
niet de millioenen van heden ten dage over
eenkomen. Zij kenden iedereen. Ik gaf dit
Jeanne discreet te kennen.
„Maar dat bedoel ik niet", zette zij uit
een. Zü ging wat dieper in haar dekstoel
zitten. Zij schudde neen, toen ik haar een
sigaret aanbood. „Neem ieder ander meis
je. Zij is opgevoed in New-York, is daar op
school gegaan, heeft haar zomervacanties
doorgebracht in Southampton of Newport.
Zij heeft alle jongelui ontmoet. Zij kent
hen. Zij wordt op partijen gevraagd. En
haar wordt gezegd een jongen mee te ne
men".
„Vraagt haar gastvrouw de jongelui dan
niet?", vroeg ik.
„Natuurlijk, maar u wil me plagen,
mijnheer Crandall. „Toen u jong was, moes
ten de meisjes dat toen niet doen?'
„Soms wel", gaf ik toe. „En ik ben nog
niet zoo erg oud net de dertig gepas
seerd
„Dat bedoelde ik natuurlijk niet", zei zij.
„Ik ben zelf negentien".
„Betrekkelijk oud voor een debutante",
merkte ik glimlachend op.
Zij knikte ernstig.
„Vader stierf het vorige jaar. Dus ging ik
niet naar Amerika terug. En wij stelden
mijn debuut in de uitgaande wereld uit. Ja,
soms wensch ik, dat dit heelemaal niet be
hoefde te gebeuren. Of dat ik anders in
Engeland zou kunnen worden gepresenteerd.
Het leven is daar niet zoo koortsachtig. En
ik ken er meer menschen".
„Zoodat u daar wél twee jongelui zoudt
kunnen krijgen", vroeg ik ondeugend.
„U begrijpt mij niet. Geen partij kan een
succes worden, heeft men mij verteld, in
dien er niet hoopen mannen zijn. Maar stel
nu, dat een jong meisje niemand van hen
kent. Dat maakt het nog meer in het oog
loopend, wanneer zij muurbloem is. Met
zooveel jongens niet ten dans te worden
gevraagd, bedoel ik. Maar als een meisje
twee jongens meebrengt, dan zal altijd de
een of ander op haar toekomen, en dat is
van belang. Ze moeten eenvoudig op haar
toekomen. Begrijpt u, andere jongens mer
ken dat op, en ontdekken, dat zij populair
is, en het is tegenwoordig het meisje, dat
populair is, dat den aanloop krijgt, den
jarettigsten tijd doormaakt, en als debutante
het grootste succes behaalt."
„Ik heb er al in toegestemd een van die
jongens te zijn", zei ik.
„Dat is lief van u", zei zij. „Ik weet, dat
u het niet meent, maar u zult op mij af
komen, heel wat keeren, nietwaar?"
„Iedere partij, waar ik ben", beloofde ik.
„En u geeft er niet om of ik een houding
heb of niet?"
„Een houding?" Ik voelde mij zonderling
antiek. De tijden waren wel veranderd in
die acht jaar sinds ik de academie had ver
laten.
„Ja. Ieder meisje moet er een aannemen.
Er zijn er, die preutsch zijn, anderen zijn
ruw, weer anderen gekunsteld, er zijn er
ook, die grappig zijn. Ik denk, dat ook ik
er een zal hebben aan te nemen. Ik weet een
meisje., waarvan gezegd wordt, dat zij ge
weldig met studenten opschiet, omdat zij
alles van voetbal, roeien en zulk soort
dingen afweet. Maar ik heb geen enkele
houding".
„Ik zal mij aan een voorspelling wagen",
zei ik. „Zonder eenige houding, zonder
claque of lijfwacht of hoe u de twee ver-
eischte jongens ook wilt noemen, zult u
de debutante van het seizoen zijn met het
meeste succes. Al wat u te doen heeft, is u
zelf te zijn, en dat bedoel ik, precies zooals
ik het zeg".
„Erg aardig van u", zei zij. „En u wilt mij
plechtig beloven, mijnheer Crandall, op mij
af te komen bij mijn debuutpartij?"
„Wanneer ik daar ben, en ik kan mij niet
voorstellen, dat iets ter wereld mij zal be
letten daar te zijn, jufrouw Seeley, dan zal
ik op u afkomen, totdat het hart van iederen
tweedejaars van ijverzuchtige woede ziedt".
Dit is een van de beide gesprekken, die
wij voerden. Haar moeder bekwam het
reizen tamelijk slecht; het grootste deel van
den tijd bracht zij in bed door, maar toe
vallig had mijn eigen moeder mevrouw
Seeley zeer goed gekend, en had ik zelf
Jeanne's moeder met onregelmatige tus-
schenpoozen in New-York of buitenslands
ontmoet.
Ik had niet geweten, dat mevrouw Seeley
een dochter bezat, en verwonderde mij over
de identiteit van het bekoorlijke meisje, dat
op 't dek van den tender, die ons buiten
den golfbreker van Cherbourg aan boord van
de Majestic bracht, naast de matrone met
het granietharde gezicht stond. Jk behoefde
mij echter niet lang te verwonderen, want
mevrouw Seeley boog niet alleen terug, maar
sprak zelfs ook, en stelde mij terstond aan
haar dochter voor.
„Prettig u te zien, mijnheer Crandall", zei
zij. „Ik heb de passagierslijst bekeken, en
er is geen sterveling aan boord". Ik mees
muilde over dit verrukkelijk snobisme. On
danks ettelijke honderden passagiers in de
eerste klasse, was er, omdat mevrouw Seeley
geen namen kende, geen sterveling aan
boord.
„Dit is Jeanne's eerste bezoek aan
Amerika in zeven jaar, en het blijkt, dat zij
goed tegen de zee kan", zei de moeder van
het jonge meisje. „Dus weet ik, dat zij niet
bij mij in de hut zal blijven. Het treft wel
erg gelukkig, dat wij u ontmoeten".
Ik wist natuurlijk, wat zij bedoelde, en
was, om de waarheid te zeggen, gevleid, dat
zij zulk een vertrouwen in mij stelde. Maar
zij had mijn moeder gekend, en dat was
voor mevrouw Seeley meer dan voldoende.
Conform de afspraak vergat ik Jimmy
Greco, Andy Hom en Pots Slavini, die nog
geen meter van mij af stonden en gretig het
gesprek opzogen.
„Als miss Seeley wat zou willen kuieren
als u soms de lunch met mij zoudt willen
gebruiken", zoo richtte ik mij nu tot het
meisje zelf.
„Dat zou ik graag doen", zei zij.
Mevrouw Seeley keek bedenkelijk, maar
het meisje pareerde haar gevat.
„Ik ben niet van plan eiken maaltijd met
Sophie te gebruiken", zei zij. „Zij zit mij tot
hier
„Best, best, liefste", sprak haar moeder,
toen zij met een beminnelijken glimlach
afscheid van mij nam.
Toen ik den volgenden morgen op het dek
wandelde, ontmoette ik Jeanne in gezelschap
van een vrouw met een rond gezicht, die ik
voor Sophie hield, haar kamermeisje. Zij
glimlachte; ik boog; zij weifelde, en ik bleef
staan. Sophie werd tamelijk vlug naar haar
werk gestuurd en op die wijze nam onze in
alle opzichten verrukkelijke vriendschap aan
boord een aanvang.
Ik had in deze moderne tijden nog nooit
een meisje van Jeanne's sociale positie ont
moet, dat zoo naief was. Zij was het type van
't hulpelooze, kleine, rijke meisje, dat een
sentimenteele verbeelding heeft uitgebroed.
Om te beginnen was haar geboorteland
haar zoo vreemd als Frankrijk is voor de
meeste jonge Amerikaansche meisjes. Zij
was in New-York geboren, maar sedert haar
derden verjaardag had zij voortdurend in
Europa gewoond, afgezien dan van enkele
haastige, door groote tusschenpoozen ge
scheiden bezoeken aan New-York.
(Wordt vervolgd).