Er ging een week voorbij 2euMelw Nat. Verbond van gemeente-ambtenaren. nder de aanwezigen Stad en Omjjevin g 33e Algemeene Vergadering te Alkmaar. De 20-jarige afdeeling. Het congres. DERDE BLAD. Een Vrouwenvereeniging uit Beverwijk Is naar 't Gooi geweest en heeft het Mui- derslot bezocht, waarbij de chauffeur de dames langs vele mooie plekjes gereden heeft. De presidente, die momenteel in Baarn verblijft, heeft zich hier bij het ge zelschap gevoegd. „Nadat men dit historisch monument had bezichtigd, werd de tocht voortgezet", lezen wij in het verslag. Misschien is de presidente al een dame op leeftijd, maar men had wel een minder onaangename beschrijving kunnen geven. „Zoo juist ontvangen een moordsigaar voor 3 centen," adverteert een sigaren winkelier in de N. Hoornsche Crt. Zou de politie of de keuringsdienst daar niet eens aandacht aan kunnen schenken? De ouden van dage) uit een kleine ge meente in onze provincie zullen, naar ge meld wordt, een passend uitstapje maken. Zij gaan eerst naar de Ruïne van Brede- rode en daarna r.aar Westerveld waar de Begraafplaats en het Crematorium worden bekeken. Een bijzonder gelukkige keuze voor een uitstapje van deze oudjes. De Beverw. Crt. moet tot haar leed wezen melden, dat het den Beverwijker Zoontjes in den wedstrijd om het schaak kampioenschap niet gelukt is de overwin ning te behalen. Laat men zich daar troosten met de ge dachte, dat er dezen examentijd overal zoontjes zijn, die niet aan de verwachtingen voldaan hebben. Volgens de Enkhuizer Crt. is Dirk V. voor den Hoornschen kantonrechter ver schenen omdat hij met den veldwachter Boot in botsing was gekomen toen hij hem aan de linkerzijde gepasseerd was. Blijkbaar heeft deze Dirk zich uit het Ibinnenaanvaringsreglement herinnerd, dat men een boot niet altijd aan de rechterzijde behoeft te passeeren. Naar de Beverw. Crt. meldt hebben negentien politieagenten uit Vlaardingen een kwart lot van de honderdduizend ge wonnen, waardoor ieder 1100 heeft ont vangen. Een nieuw bewijs voor de stelling, dat alles wat in handen van de politie valt niet slecht behoeft te wezen. Volgens de N. Langend. Crt. heeft de aardbeving in ons land opwinding ver oorzaakt en bemerkte men, dat de klokken bleven stilstaan. Gewoonlijk blijkt dat men stilstaande klokken juist door opwinding aan het loopen kan krijgen. Men dacht in Wieringen heel wat te beleven, maar het had niet veel om het lijf, vertelt een courant uit onze om geving. We veronderstellen, dat het een ver dwaalde pensiongaste in een modern bad pak geweest is. De mannenclub Oosterstraat uit Noord Scharwoude heeft een uitstapje gemaakt. Op weg naar Utrecht zegt de N. L. Crt. weigerde de motor, maar door de medewerking van den chauffeur van een vrachtauto werd de bus gesleept naar het home van den Duitschen ex-keizer, waar de motor gerepareerd kon worden. Wij hebben altijd gemeend, dat de ex- keizer alleen belangstelling had voor het afzagen van Doornsche boomen. Uit den wedstrijd van Vrone tegen de Strandvogels wordt gemeld, dat het Hoog land na vele vergeefsche pogingen gelukte den keeper te laten vischen, waardoor de wedstrijd gewonnen kon worden. Had de scheidsrechter het vertrek van den keeper tijdens het spel niet moeten beletten? De Noorderpost deelt mede, dat een vijftigjarige man te Rotterdam bij het eten een stuk vleesch in zijn keelgat heeft ge kregen. Wij hebben altijd gemeend, dat dit bij het eten van vleesch een normaal ver schijnsel was. „Een onmiddellijk ontboden geneesheer kon slechts den dood constateeren," voegt het blad er aan toe. Een onmiddellijk gekomen geneesheer bad misschien een minder droevige ontdek king gedaan. „Men kan soms veel voor iemand zijn, alleen door zwijgend naast hem te loopen", zegt de N. Hoornsche Crt. Een witkiel b.v., die op weg van het station onzen koffer op zijrr schouders heeft genomen. Gemeld wordt, dat met de bestrating van den Verbreeden Velserweg een aan vang gemaakt is en dat men daarbij ge bruik maakt van dikke steenen, zoodat er minder klinkers gebruikt worden. Waarschijnlijk heeft men hier de spel- ling-Marchant in de practijk willen toe passen. Naar de N. H. Crt. meldt, heeft de Tsjecho-Slowaaksche regeering er in toe gestemd, dat het vliegtuig waarmee mi nister Göbbels Zaterdag van Berlijn naar Weenen zal gaan, over Tsjecho-Slowaaksch gebied mag vliegen. Vermoedelijk is dit de eerste Duitsche minister, die over Tsjecho-Slowakije in de wolken zal blijken. „De behandeling van de zaak tegen McCall heeft gisteren plaats gehad", zegt de Heldersche Courant. „De rechter Atkin- son bevond zich schuldig wegens kinder roof." Wat een sensatie zal dat geweest zijn toen men tot de ontdekking kwam, dat de rechter het zelf gedaan had. Na wekenlange voorbereiding is dan gister de 33e algemeene vergadering van het Nationaal Verbond van ge meente-ambtenaren hier ter stede aan gevangen. De belangstelling was zeer groot: de zaal van het gebouw De Unie was geheel bezet met vertegenwoordi gers van afdeelingen uit het heele land. Nadat de in den voormiddag reeds aan wezigen een bezoek hadden gebracht aan de kaasmarkt, had om half één de ontvangst door de afd. Alkmaar plaats, waarbij na mens den voorzitter, den heer D. van Barneveld, een begroetingswoord werd gesproken. De voorzitter toch heeft onlangs een operatie ondergaan en moest zich, op advies van zijn geneesheer, rustig houden en hoewel hij zich uit den aard der zaak stserk voor dit congres had geïn teresseerd, moest hij van het uitspreken van een welkomstrede afzien. Dit deed nu in zijn plaats de tweede voor zitter, de heer K. H u m a n, die er zijn vreugde over uitsprak, dat het congres al hier werd gehouden, waar de afdeeling thans haar 20-jarig bestaan herdenkt. Hij wenschte den voorzitter geluk met zijn herstel en sprak de hoop dat deze nog veel voor de afd. en dus in het belang van den bond zal kunnen doen. Spr. weidde uit over de centrale ligging van Alkmaar en over de stad en hare omge ving, waar zooveel schoons wordt geboden, dat jaarlijks duizenden landgenooten en vreemdelingen trekt. Hij deelde reeds mede, dat na het diner een autotocht zou worden gemaakt, waarbij veel van dat mooie stellig de aandacht zou trekken en onder uitzicht op de zee een thé zou worden aangeboden, waarna in Bergen een gezellige avond zou worden gegeven. Spr. uitte den wensch, dat allen zouden genieten van het aangename niet alleen, maar ook een prettige vergadering zouden meemaken, waarop de belangen van den Bond terdege zouden worden besproken, waarvan, naar hij hoopte, voor het Verbond meerdere bloei en voor zijn leden lotsverbe tering het gevolg moge zijn. Ontvangst ten Stadhuize. Alvorens de vergadering begon, werden de deelnemers ten Stadhuize officiéél ont vangen. Daartoe waren, naast B. en W. en den loco-gemeentesecretaris mr. R. Veen- dorp, in de raadszaal aanwezig de raads leden de heeren mr. de Groot en Grondsma. De burgemeester, jhr. van Kinschot, heette allen welkom en wenschte de afd., waarbij zoovele ambtenaren dezer gemeente zijn aangesloten, geluk met haar vierde lus trum en hij wenschte haar toe, dat zij niet alleen binnen haar eigen kring in de ko mende jaren een grooten bloei moge tege moet gaan, maar ook sterk moge bijdragen tot meerdere ontwikkeling en groei van den bond zelf. Het mooi uitgevoerde programma voor dit congres en het daarin opgenomen jaarver slag van den secretaris hadden spr. een kijk gegeven op de belangrijkheid van den Bond. Spr. wijdde een waardeer end woord aan de wijze, waarop belangrijke vraag stukken, als salariëering, georganiseerd overleg, ambtenaren-rechtspraak enz. in den Bond worden behandeld en hij stelde in het licht, dat bij de totstandkoming van wetten en de uitvoering ervan meermalen door de regeering de Bond wordt geraad pleegd. Tusschen den Bond en het gemeente bestuur heeft steeds een aangename verhou ding bestaan, zoo ging spr. voort, maar dat de voorzitter hier op het stadhuis nu drie dagen achtereen wordt gezien, eerst in het G.O., daarna voor het scheidsgerecht, en thans als officiéél persoon, geeft mij bijna reden te denken aan een „kind in huis"! Het is mij bekend, dat de afdeeling Alk maar onder Uw Bond een vooraanstaande plaats inneemt, en het houden van de alge meene vergadering op haar lustrum is hier van zeker een sprekend bewijs. De meer dan 100 leden van deze afdeeling hebben in den loop der jaren bij verschillende takken van dienst medegewerkt, om den goeden gang van zaken aldaar te bevorderen en ik denk daarbij speciaal aan hun voorzitter, den heer van Barneveld, van wiens trouwe werk kracht en ijver ons college op het stadhuis geregeld kan profiteeren. Zeker past mij dan ook vanaf deze plaats op den dag van de officieele ontvangst van hun Bond een woord van erkentelijkheid uit te spreken voor de aan deze gemeente bewezen diensten. Uwe organisatie stelt zich steeds ten doel, het peil van haar leden zoo hoog mogelijk op te voeren en daardoor goede arbeidsprestaties te bevorderen; hierdoor zal ook onze gemeente wederom op haar beurt de gunstige resultaten van het werk der leden dagelijks ondervinden. Spr. merkte op dat er in Alkmaar in de laatste eeuw zeker veel is veranderd, maar Hildebrand's beschrijving daarvan in zijn Camera Obscura is nog steeds van toepas sing, de „Noordhollandsche Metropolis" roept nog altijd den vreemdeling een wel kom toe en het „kleine, nette stadje" tracht haar roemrijk verleden nog immer hoog te houden. Ten slotte eindigde spr. met den wensch, dat deze vergadering zal mogen leiden tot versterking van den band tusschen de leden onderling en het zoo gewaardeerde werk van den Bond ook in de toekomst rijke vruchten moge afwerpen. Antwoord van den voorzitter. De voorzitter van het Verbond, de heer A. Kooiman, begon met zijn erkente lijkheid uit te spreken voor de officieele ontvangst, omdat die bewijst, dat aan de vakbeweging in Nederland ook door de overheid een plaats wordt toegekend in het maatschappelijk raderwerk, welke van groote beteekenis is. Spr. bedoelde hiermee ook de vrijheid van vergadering, en hij constateer de, dat de aloude vrijheidsliefde der West friezen ook doorstraalt in het gemeente bestuur van Alkmaar. De wijze, waarop het 't Verbond tegemoet treedt, vindt hooge waardeering bij ons, zei spr., en het legt een verplichting op de ambtenaren. Aan de vele ontmoetingen, die spr. ten stadhuize had met B. en W. uit hoofde van zijn functie in den Bond, hebben bij hem aangename herinne ringen achtergelaten, ook als hij het niet eens was met de opvattingen van het ge meentebestuur. Ook met het Georganiseerd Overleg was het contact steeds goed en spr. herdacht met weemoed wijlen de heeren Vogelaar en Govers, die steeds trouw en openhartig op eerlijke wijze het Georgani seerd Overleg hebben gediend. Wat de Nederlandsche vrijheid betreft, spr. hoopte dat die onder het zegenrijke bewind van koningin Wilhelmina zal blijven behouden. Dankbaar was spr. voor de toezegging van B. en W. om deel te nemen aan den ge- zamenlijken maaltijd, omdat zij is een be zegeling van de goede verhouding met het Nat. Verbond van gemeente-ambtenaren. Na deze toespraken werden ververschin- gen aangeboden, waarop onder leiding van den burgemeester het stadhuis werd be zichtigd. Openingsrede van den voorzitter. De voorzitter van het hoofdbestuur sprak bij de opening van het congres alle aan wezigen de zaal van De Unie was geheel gevuld een hartelijk welkom toe. Met een woord van weemoedige herinnering her dacht hij de overleden bondsleden, in de eerste plaats den heer Hiehle te Leiden, die het secretariaat langen tijd met groote toewijding had vervuld. Door een oogenblik op te staan herdacht de vergadering de overledenen. Zijn openingsrede vervolgende, herinnerde de voorzitter aan de daling van den gulden, waarna hij wees op de economische toe standen en op de vooruitzichten in het al gemeen. Ook de internationale spanningen en de algemeene bewapening passeerden de revue. Het gevolg van dit alles, zei spr., is, dat ook ons land aan den bewapeningswed loop moet meedoen, om een aanval op zijn onafhankelijkheid te kunnen keeren. Spr. wekte op om waakzaam te zijn tegenover den binnenlandschen vijand zoowel als tegen den buitenlandschen. Spr. onderwierp vervolgens de oorzaken van de werkloosheid aan een korte be spreking: dumpingpolitiek van Japan, stop zetting van emigratie, sluiting van eenige landen voor onzen uitvoer, enz. Het na tuurlijk streven van de vakorganisatie om op te komen voor verbetering van de posi tie der werknemers heeft met een en ander zeer wel rekening te houden en moet het geheele complex dezer vraagstukken over zien. Maar toch is nog wel veel te verbete ren, meende spr., met een verwijzing naar vele kweekelingen met akte, die een volle onderwijzersfunctie vervullen, naar het nog steeds uitblijven van staatspensioen, een afwijzing van salarisherziening door de re geering, enz. Over de actie ter verkrijging van het laatstgenoemde sprak de voorzitter wat uitvoeriger, waarbij hij als vaststaand aannam, dat de vrijheid der gemeenten in dezen wel voorgoed als verloren mag wor den beschouwd. Over het geheel meende hij, dat het een geluk zal zijn, als de sala rissen der gemeente-ambtenaren overal op hetzelfde peil zullen zijn gekomen als voor de collega's in dienst van het rijk. Afkeurend sprak hij over het afwijzende standpunt der regeering tegenover pogingen van sommige gemeenten (b.v. Rotterdam en Amsterdam) om de salarissen der ambtenaren op het ge- wenschte peil te brengen. Spr. concludeerde, dat de zucht naar cen tralisatie bij de regeering wel zeer ernstig is. Ook de provincie Noordholland maak» te zich hieraan schuldig, bewijze de actie ten aanzien van de electriciteits- levering, waarvoor geen enkel steek houdend argument is aan te voeren. En zoo gaat het ook met andere be drijven, ook in andere provinciën, over al worden de gemeenten geknot in een goede uitoefening van haar natuurlijke taak. Met voorbeelden uit verschillende gemeenten (ook Alkmaar) toonde spr. dit aan: bevorderingen van ambtenaren in haar dienst worden herhaaldelijk af gewezen door de regeering. Met waardeering sprak de voorzitter over het werk van den heer de Boer in het Georganiseerd Overleg, waarvan spr. ook lid is. Uitvoerige besprekingen werden gewijd aan de noodzaak van organisatie en centra lisatie van den strijd om te komen op het salarispeil van de rijksambtenaren. Met trotsch meende spr. te mogen zeggen, dat het Nat. Verbond van Gemeenten-ambtena ren nuttig werk deed en nog kan doen. Een woord van de C. N. O. P. De heer de Boer, vertegenwoordiger van de Centrale van Ned. Overheidsperso neel, sprak vervolgens namens die organi satie, waarbij het Verbond is aangesloten, een begroetingswoord, waarin hij er den nadruk op legde, dat de ambtenaren zeker behoefte hebben aan samenwerking, nu meer en meer in alle opzichten Den Haag regeert. Daarom dienen de ambtenaren in alle mogelijke organisaties te beseffen, dat centralisatie steeds meer eisch wordt. Ge meenschappelijk ageeren voor behoud van wat ze hebben en voor alles wat nog aan een behoorlijke positie ontbreekt is dringend noodzakelijk. Sterk maken van de organi satie is noodig nu, om straks als een maal de tijden weer beter zullen zijn, met kracht te kunnen samenwerken voor het verkrijgen van positie-verbetering. Jaarverslag secretaris. Ingevolge een besluit van het hoofdbe stuur had de secretaris dezen keer in zijn jaarverslag zich onthouden van beschou wingen over den economischen toestand in het land en over de beteekenis van een aantal tot stand gekomen wetten of wets wijzigingen. Na eenige zinsneden over de waarde van den Nederlandschen vrijheids zin en de Nederlandsche verdraagzaamheid constateert het verslag met ingenomenheid, dat millioenen Nederlanders één willen zijn en blijven in den strijd vóór het behoud van onze Nederlandsche tradities. Als een tweede gebeurtenis van nationale beteeke nis werd gememoreerd het huwelijk van prinses Juliana met prins Bernhard. Na deze inleiding spreekt het verslag over de salarieering. Het afgeloopen jaar stond nog steeds in het teeken der bezuiniging, wat zich o.a. uitte in een voortdurend toezicht der re geering op de arbeidsvoorwaarden van de gemeenten. Ook al erkennen wij ten volle, dat de re geering een voorzichtig financieel beleid moest voeren, toch was het voor het over heidspersoneel een teleurstelling, dat de regeering de mogelijkheid van herziening der salarissen zonder meer afwees. De regeering is niet bereid geweest, haar standpunt te herzien, zoodat ook met be trekking tot de salarieering in de gemeen ten geen algemeene verbetering kon wor den verkregen. In dezelfde richting als de toenemende regeeringsinvloed werkt het Centraal Overleg, dat door een aantal gemeenten met meer dan 40.000 inwoners wordt ge voerd. Een ontwerp algemeen ambtenaren reglement is door dit overleg tot stand ge bracht, waarmede de regeering een zekere instemming heeft betuigd. Van invoering is echter nog geen sprake geweest omdat van de zijde van eenige gemeenten ernstige critiek op dit ontwerp is geleverd. Wat de rechtspraak in ambtenaarszaken aangaat zegt het verslag o.a.: Het spijt ons te moeten zeggen, dat onze bewondering voor deze rechtspraak niet stijgend is, meer in het bijzonder niet voor de uitspraken van den Centralen Raad van Beroep. Met verschillende mededeelingen uit de statistiek van het Centraal Bureau werd dit oordeel nader verduidelijkt. Wat de pensioen wetgeving betreft, wordt gememoreerd, dat de regeering het wets- Uit het Engelsch Tan ARTHUR SOM^RS ROCHE Door Mr. P. D. 2) Ik lachte hardop. Jeanne Seeley, die nie mand zou kennen? Wel, de Seeley's hadden niet alleen twee of drie milüoen voor iedere letter in hun naam, maar zij hadden dit al twee geslachten lang, en de drie daaraan voorafgaande geslachten hadden die honderdduizend-fortuinen bezeten, die niet de millioenen van heden ten dage over eenkomen. Zij kenden iedereen. Ik gaf dit Jeanne discreet te kennen. „Maar dat bedoel ik niet", zette zij uit een. Zü ging wat dieper in haar dekstoel zitten. Zij schudde neen, toen ik haar een sigaret aanbood. „Neem ieder ander meis je. Zij is opgevoed in New-York, is daar op school gegaan, heeft haar zomervacanties doorgebracht in Southampton of Newport. Zij heeft alle jongelui ontmoet. Zij kent hen. Zij wordt op partijen gevraagd. En haar wordt gezegd een jongen mee te ne men". „Vraagt haar gastvrouw de jongelui dan niet?", vroeg ik. „Natuurlijk, maar u wil me plagen, mijnheer Crandall. „Toen u jong was, moes ten de meisjes dat toen niet doen?' „Soms wel", gaf ik toe. „En ik ben nog niet zoo erg oud net de dertig gepas seerd „Dat bedoelde ik natuurlijk niet", zei zij. „Ik ben zelf negentien". „Betrekkelijk oud voor een debutante", merkte ik glimlachend op. Zij knikte ernstig. „Vader stierf het vorige jaar. Dus ging ik niet naar Amerika terug. En wij stelden mijn debuut in de uitgaande wereld uit. Ja, soms wensch ik, dat dit heelemaal niet be hoefde te gebeuren. Of dat ik anders in Engeland zou kunnen worden gepresenteerd. Het leven is daar niet zoo koortsachtig. En ik ken er meer menschen". „Zoodat u daar wél twee jongelui zoudt kunnen krijgen", vroeg ik ondeugend. „U begrijpt mij niet. Geen partij kan een succes worden, heeft men mij verteld, in dien er niet hoopen mannen zijn. Maar stel nu, dat een jong meisje niemand van hen kent. Dat maakt het nog meer in het oog loopend, wanneer zij muurbloem is. Met zooveel jongens niet ten dans te worden gevraagd, bedoel ik. Maar als een meisje twee jongens meebrengt, dan zal altijd de een of ander op haar toekomen, en dat is van belang. Ze moeten eenvoudig op haar toekomen. Begrijpt u, andere jongens mer ken dat op, en ontdekken, dat zij populair is, en het is tegenwoordig het meisje, dat populair is, dat den aanloop krijgt, den jarettigsten tijd doormaakt, en als debutante het grootste succes behaalt." „Ik heb er al in toegestemd een van die jongens te zijn", zei ik. „Dat is lief van u", zei zij. „Ik weet, dat u het niet meent, maar u zult op mij af komen, heel wat keeren, nietwaar?" „Iedere partij, waar ik ben", beloofde ik. „En u geeft er niet om of ik een houding heb of niet?" „Een houding?" Ik voelde mij zonderling antiek. De tijden waren wel veranderd in die acht jaar sinds ik de academie had ver laten. „Ja. Ieder meisje moet er een aannemen. Er zijn er, die preutsch zijn, anderen zijn ruw, weer anderen gekunsteld, er zijn er ook, die grappig zijn. Ik denk, dat ook ik er een zal hebben aan te nemen. Ik weet een meisje., waarvan gezegd wordt, dat zij ge weldig met studenten opschiet, omdat zij alles van voetbal, roeien en zulk soort dingen afweet. Maar ik heb geen enkele houding". „Ik zal mij aan een voorspelling wagen", zei ik. „Zonder eenige houding, zonder claque of lijfwacht of hoe u de twee ver- eischte jongens ook wilt noemen, zult u de debutante van het seizoen zijn met het meeste succes. Al wat u te doen heeft, is u zelf te zijn, en dat bedoel ik, precies zooals ik het zeg". „Erg aardig van u", zei zij. „En u wilt mij plechtig beloven, mijnheer Crandall, op mij af te komen bij mijn debuutpartij?" „Wanneer ik daar ben, en ik kan mij niet voorstellen, dat iets ter wereld mij zal be letten daar te zijn, jufrouw Seeley, dan zal ik op u afkomen, totdat het hart van iederen tweedejaars van ijverzuchtige woede ziedt". Dit is een van de beide gesprekken, die wij voerden. Haar moeder bekwam het reizen tamelijk slecht; het grootste deel van den tijd bracht zij in bed door, maar toe vallig had mijn eigen moeder mevrouw Seeley zeer goed gekend, en had ik zelf Jeanne's moeder met onregelmatige tus- schenpoozen in New-York of buitenslands ontmoet. Ik had niet geweten, dat mevrouw Seeley een dochter bezat, en verwonderde mij over de identiteit van het bekoorlijke meisje, dat op 't dek van den tender, die ons buiten den golfbreker van Cherbourg aan boord van de Majestic bracht, naast de matrone met het granietharde gezicht stond. Jk behoefde mij echter niet lang te verwonderen, want mevrouw Seeley boog niet alleen terug, maar sprak zelfs ook, en stelde mij terstond aan haar dochter voor. „Prettig u te zien, mijnheer Crandall", zei zij. „Ik heb de passagierslijst bekeken, en er is geen sterveling aan boord". Ik mees muilde over dit verrukkelijk snobisme. On danks ettelijke honderden passagiers in de eerste klasse, was er, omdat mevrouw Seeley geen namen kende, geen sterveling aan boord. „Dit is Jeanne's eerste bezoek aan Amerika in zeven jaar, en het blijkt, dat zij goed tegen de zee kan", zei de moeder van het jonge meisje. „Dus weet ik, dat zij niet bij mij in de hut zal blijven. Het treft wel erg gelukkig, dat wij u ontmoeten". Ik wist natuurlijk, wat zij bedoelde, en was, om de waarheid te zeggen, gevleid, dat zij zulk een vertrouwen in mij stelde. Maar zij had mijn moeder gekend, en dat was voor mevrouw Seeley meer dan voldoende. Conform de afspraak vergat ik Jimmy Greco, Andy Hom en Pots Slavini, die nog geen meter van mij af stonden en gretig het gesprek opzogen. „Als miss Seeley wat zou willen kuieren als u soms de lunch met mij zoudt willen gebruiken", zoo richtte ik mij nu tot het meisje zelf. „Dat zou ik graag doen", zei zij. Mevrouw Seeley keek bedenkelijk, maar het meisje pareerde haar gevat. „Ik ben niet van plan eiken maaltijd met Sophie te gebruiken", zei zij. „Zij zit mij tot hier „Best, best, liefste", sprak haar moeder, toen zij met een beminnelijken glimlach afscheid van mij nam. Toen ik den volgenden morgen op het dek wandelde, ontmoette ik Jeanne in gezelschap van een vrouw met een rond gezicht, die ik voor Sophie hield, haar kamermeisje. Zij glimlachte; ik boog; zij weifelde, en ik bleef staan. Sophie werd tamelijk vlug naar haar werk gestuurd en op die wijze nam onze in alle opzichten verrukkelijke vriendschap aan boord een aanvang. Ik had in deze moderne tijden nog nooit een meisje van Jeanne's sociale positie ont moet, dat zoo naief was. Zij was het type van 't hulpelooze, kleine, rijke meisje, dat een sentimenteele verbeelding heeft uitgebroed. Om te beginnen was haar geboorteland haar zoo vreemd als Frankrijk is voor de meeste jonge Amerikaansche meisjes. Zij was in New-York geboren, maar sedert haar derden verjaardag had zij voortdurend in Europa gewoond, afgezien dan van enkele haastige, door groote tusschenpoozen ge scheiden bezoeken aan New-York. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 9