DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Spoedig 50 millioen Chineezen dakloos?
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
No. 142 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
PRIJS PER GEWONE AD VERTE NTIEN:
Van 1—5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Maandag 20 Juni 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Het water heeft den mensch overwonnen.
3500 DORPEN ONDER WATER.
Spaansche steden
gebombardeerd.
Weer nieuwe slachtoffers.
De algemeene toestand.
De schrijver verklaart verder, dat niet
Sneltrein in de rivier gereden.
Vermoedelijk 70 dooden.
De Belgische moordenares.
Getuigenverhoor brengt niet
veel nieuws.
Nieuws in 't kort.
ALKMAARSCHE COURANT.
De overstroomingen van de Gele Ri
vier kan een der ernstigste rampen wor
den, die in de Chineesche geschiedenis
zijn voorgekomen.
Wij hebben de vorige week boven
staande opmerking reeds gemaakt, maar
thans werd ze bevestigd door den
woordvoerder van de commissie van
toezicht op de Gele Rivier.
Deze deskundige gaf voorts tegenover een
verslaggever van Reuter uitdrukking aan de
vrees, dat de wateren der Gele Rivier de
drie provincies, Noordoost-Honan, Noord-
Kiangsoe en Noord-Anhwei zouden kunnen
overstroomen. Er bestaat ook een stellige
mogelijkheid, dat de Hwai en ook de bene
den Jangtse buiten hun oevers zullen tre
den, ten gevolge van het in deze rivieren
stroomen van overstroomingswater.
De Gele Rivier is de laatste dagen vier
voet gewassen en men verklaart, dat de
stroom niet meer onder menschelijke con
trole staat.
Intusschen bestaat de vrees, dat ook de
Jangtse door zijn dijken zal breken, aange
zien deze rivier nog steeds wast en reeds
een recordniveau heeft bereikt, dat aan
zienlijk hooger is dan de laag gelegen dis
tricten. De Chineesche autoriteiten zijn
druk bezig met het versterken der dijken.
De strijd tegen het water verloren.
Ingenieurs van het Japansche leger geven
thans practisch toe, dat de strijd tegen de
wateren van de Gele Rivier in Noord Honan
verloren is.
De toestand in Noord-Honan, waar het
water ruim 1000 vierkante mijlen heeft over
stroomd en 2000 dorpen volkomen en 1500
gedeeltelijk onder water heeft gezet, is
wanhopig.
Zevenhonderdduizend Chineezen, zonder
eenige haver of goed, vluchten in alle rich
tingen. Sommigen drijven rond op ijlings
aaneengebonden vlotten. Duizenden geïso
leerde dorpelingen, zoo wordt gemeld, heb
ben hun laatste levensmiddelen verteerd:
zy eten thans het schors van de boomen.
50 millioen Chineezen weldra dakloos.
In buitenlandsche kringen is men van
meening dat door de ontzettende overstroo
mingen van de Gele Rivier millioenen van
hun haardsteden verdreven zullen worden,
dat een reusachtige hoeveelheid eigendom
men vernield zal worden en de geheele Ja
pansche campagne in Noord-China in ern
stige mate belemmerd zal worden.
De internationale commissie ter bestrij
ding van hongersnood vreest, dat over een
maand 50.000.000 menschen dakloos zullen
zijn, indien men niet tot handelen overgaat.
De Japanneezen hebben verklaard, dat da
gelijks een gebied van meer dan 380 vier
kante mijl overstroomd wordt.
Men gelooft, dat Hankau weldra geïso
leerd zal zijn door het water van de was
sende Jangtse-Kiang. Daardoor zullen,
zegt men in kringen van buitenlanders, de
Japanneezen wellicht gedwongen worden,
hun actie in het noorden op te geven en
over te gaan tot een kostbaar offenisef in
Zuid-China.
Kioekiang gedeeltelijk onder water.
Volgens een bericht van Japansche zijde
is een derde gedeelte van de stad Kioekiang
overstroomd door het water van de Jangtse,
die nog gestadig wast.
Belemmering der krijgsverrichtingen.
Van Chineesche zijde wordt medegedeeld,
dat door het feit, dat beide partijen aan
weerszijden van den Yangtse staan in de
laatste paar dagen slechts weinig wordt
gevochten.
Aangezien het overstroomde gebied een
terugtocht der Japansche troepen in den
weg staat, heerscht er eenige bezorgdheid
bij de Japansche troepen in Oost-Honan.
Intusschen doen de Chineesche autori
teiten hun best de slachtoffers der over
stroomingen in Honan hulp te bieden. Reeds
zijn meer dan honderdduizend slachtoffers
opgenomen in vluchtelingenkampen, die ten
westen van den spoorweg van Peiping naar
Hankau zijn ingericht. Door den verbeter
den toestand kon het spoorwegverkeer op
de lijnen van Ping Han naar Loeng Hai ge
deeltelijk worden hersteld. De reizigers
moeten nu wel te Tsjengtsjau overstappen.
Ook kon het postverkeer in verscheidene
steden van Zuid Sjansi, dat eenige maan
den geleden moest worden gestaakt, wor
den hervat.
Japansche troepen geland.
Japansche troepen waren op den zuide
lijken oever van den Yangtse tusschen Ta-
toeng en Tatoekau op twaalf plaatsen aan
land gegaan. Naar officiëel wordt medege
deeld, hebben de Chineezen hun daar ern
stige verliezen toegebracht.
De Chineesche bevelhebber in Noord-Ho
nan verzekert, dat de Japansche troepen het
in de door hen bezette streek in West-Sjan-
toeng en Noord-Honan zwaar te verduren
hebben.
Chineesche verliezen.
In neutrale kringen maakt men melding
van het lijden der Chineesche bevolking in
de door de Japanneezen bezette, gebieden,
die thans zes provincies omvatten: Soey
Yoean, Tsjabar, Ho Pei, Sjantoeng en
Iangsoe. Voorts 's nog een derde deel van
Anh Wei en Honan en de helft van Tsje-
kiang door de Japanneezen bezet.
In dit gebied wonen 150 millioen zielen,
d.L een derde der geheele bevolking. Hier
van zijn dertig millioen gevlucht. De overige
120 millioen hebben ernstig te lijden. Be
halve, dat hun eigendommen vernield wor
den, staan zij ook verder aan groote geva
ren bloot. Het engste ;s evenwel de hongers
nood. Bedoelde kringen verzekeren, aldus
deze door het Chineesche officiëele pers
agentschap verspreide mededeeling, dat de
hongersnood in hoofdzaak het gevolg is van
het vernietigen van den oogst, het requiree-
ren van vee en levensmiddelen voor de
Japansche troepen.
Er is dit week-end bizonder weinig
nieuws uit Spanje te melden. Tenmin
ste, belangrijk nieuws! Want uit de bin
nengekomen berichten blijkt duidelijk,
dat de frontgevechten van geen beteeke-
nis zijn geweest.
Slechts aan het front van Estramadura
hebben de troepen van Franco den aanval
hervat, welken zij op 15 Juni tegen de stel
lingen der regeeringstroepen in den sector
Puente de La Arobispo, op de grens der
provincies Toledo en Caceres, hadden on
dernomen. De druk der tegenstanders is
voornamelijk gericht op Carrascalejo Villar
del Pedroso. De rechtschen hebben op één
dag negen aanvallen ondernomen. Ten
slotte moesten de regeeringstroepen de wijk
nemen.
In de provincie Cordova hebben de recht
schen de stellingen van Siërra Penarroyaop
60 K.M. ten noordwesten van Cordova aan
gevallen. De regeeringstroepen sloegen drie
aanvallen af ten noorden van Penarroya,
maar desondanks slaagden de rechtschen
er in een doelwit te bezetten.
Zie daar de feitelijke „legerberichten".
Helaas is er ook nu weer ander nieuws te
melden.
Luchtbombardementen.
De luchtmacht van Franco heeft nl. Zon
dagochtend twee uur lang Barcelona ge
bombardeerd. Omstreeks 12 uur des mid
dags had men reeds 25 dooden en 60 ge
wonden geborgen. Op verscheidene plaatsen
in de stad waren branden uitgebroken.
Verschillende dorpen in de provincie
Valencia waren eveneens het doelwit der
rechtsche vliegtuigen. Het hevigste bombar
dement had plaats op Masamagrell, waar
zes inwoners den dood vonden en vijftien
gewond werden.
Verder werd de haven van Candia ge
bombardeerd, waarin zich evenwel geen
enkel schip bevond. Niettemin werden acht
personen gedood en 24 gewond.
Tenslotte hebben vliegtuigen van Franco
de havenwijken gebombardeerd van Ali-
cante. Hierbij zijn 11 menschen omgekomen
en 27 gewond.
Radiorede van Negrin.
De eerste minister en minister van lands
verdediging, Negrin, heeft Zaterdagavond
een radiorede uitgesproken, waarin hij zich
richtte tot het regeeringsgebied en tot de
ALKMAAR, 20 Juni.
De Duitsche rijksminister Frank heeft
Zaterdag ter gelegenheid van den vijfden
verjaardag van de Duitsche academie voor
het recht een uiteenzetting gegeven van de
rechtskundige opvattingen van het Derde
Rijk. Het spreekt vanzelf, dat deze uiteen
zetting zeer belangwekkend is en als men
de grondwettige beginselen leest, ziet men,
hoe enorm groot de macht van Hitier is.
De wezenlijke waarden, die door Hitier
zijn afgekondigd, zijn ras, bodem en na
tionale arbeid. Deze drie eenheden vormen
de rechtsbasis, waarvan de volgende be
ginselen de grondslagen zijn:
1. Aan het hoofd van het rijk staat voor
zijn leven de Führer van de N.S.D.A.P.
2. Hij is Führer van het lijk krachtens
zijn kwaliteit van Führer der partij. Hij is
hoofd van den Staat en hoofd der regee
ring in één persoon.
3. De Führer en rijkskanselier is ge
volmachtigd afgevaardigde van het Duit
sche volk, dat hem zijn constitutioneele
bevoegdheden heeft overgedragen. Hij
beslist over iedere politiek en over den
tiiterlijken vorm van het rijk, zonder ge
bonden te zijn aan formeele bepalingen.
De partij, aldus Frank, staat boven den
Staat ten opzichte van de gedachte, de
leer en de hoogste beginselen der regee-
ring.
De partij, met haar eigen hiërarchieke
organisatie, is volkomen gescheiden van
den Staat.
Het Rijk is thans het instrument tot
uitvoering van de door de partijleiding
aangegeven doelstellingen.
Het begrip Führer kan nooit onpersoon
lijk zijn. Het publieke recht van het Derde
Rijk is de juridische formuleering van den
historischen wil van den Führer, maar
deze historische wil vormt niet de vervul
ling van zijn aan de bepalingen van het
publieke recht gebonden activiteit.
Voortgaande keerde Frank zich tegen
de poging om het Derde Rijk te beschou
wen als de verwerkelijking van een theo
rie, die ergens voor 30 Januari 1933 is
uitgesproken. Hij verklaarde dat de rech
ter niet gebonden is door formules en dat
de Führer de laatste juridische instantie
vormt in het Rijk.
„Boven de waarden: ras, bodem, arbeid
en rijk, straalt aldus spr., de vijfde groote
waarde, die den uiteindelijken inhoud
vormt van het bestaan der gemeenschap
van ons volk, de eer van onze natie."
Het strafrecht zal een regeling zijn, die
straffen stelt op schending van den plicht
tot trouw jegens volk, Rijk, Führer en
party.
Het schijnt in Oostenrijk nog lang niet
in orde te zijn, als men tenminste de be
richten, welke zoo nu en dan uit dit voor
malige keizerrijk komen, mag gelooven.
Zoo schrijft de Fransche „Figaro", dat
naar schatting meer dan 50.000 Oosten
rijkers sedert 12 Maart naar concentratie
kampen zijn gezonden, de meesten moesten
hier dwangarbeid verrichten. In het ge
heele land heerscht terreur en de Gestapo,
een evenbeeld van de Gpoe, trekt rond de
bevolking een net van waakzaamheid.
De kosten van het levensonderhoud
stijgen zonder ophouden, eensdeels omdat
het geld met den dag aan waarde verliest,
anderzijds omdat de Duitschers in beslag
nemen, wat het meest bruikbaar voor hen
is. Men heeft zich niet tevreden gesteld de
deviezen bij de banken te blokkeeren, men
heeft ook reeds de kostbare steenen en
metalen in beslag genomen.
Seyss Inquart regeert, doch gouwleider
Bürckel en Himmler en hij wijst de
Sudeten-Duitschers op hetgeen zij kunnen
verwachten, wanneer zij „vrijheid" eischen
uit naam van de nationaal-socialistische
beginselen.
De „Republique" schrijft, dat Weenen
met geweld werd genomen. Het blad weet
niet, of dit den Italianen, Polen en Hon
garen bekend is: het blad kan niet begrij
pen, dat in de wereld van verbondenen
en vrienden van het rassen-Duitschland
het verhaal van de daden, welke in Oos
tenrijk zijn begaan, geen afgrijzen wekt.
En tenslotte vraagt het blad, wat de
reactie van het Duitsche geweten is, want
het kan niet aannemen, dat de geest van
Goethe, Kant, Leibnitz en Beethoven
geheel dood is.
Geheel anders klinkt natuurlijk de
Duitsche stem. Zoo zei minister Göbbels,
die gisteren te Weenen een rede hield, o.a.
dat het eerst niet zijn bedoeling was ge
weest te spreken, doch aangezien in de
buitenlandsche pers geschreven was, dat
onder de bevolking van Weenen en in de
partij-organisaties een ernstige crisis was
uitgebroken, wilde hij toch iets zeggen.
Hij keerde zich fel tegen de berichtgeving
van sommige Londensche en Parijsche
journalisten, „die tot eigen geruststelling
voortdurend schreven, dat het in de
autoritaire staten steeds slechter en in de
democratische staten steeds beter ging."
Vervolgens behandelde de minister de
beteekenis van het volksfeest, betweters
zeggen, dat in deze moeilijke tijden eigen
lijk geen feest mog worden gevierd. Dat is
onjuist, des te moeilijker de tijd is, des te
meer reden is er voor de regeering het
volk vreugde te verschaffen, daarom heeft
de regeering ook de organisatie „Kracht
door vreugde" ingesteld.
strijders aan de verschillende fronten. Na
de heldhaftigheid van de regeeringstroepen
in het licht te hebben gesteld, verklaarde
Negrin, dat het regeeringsleger voorzien is
van al het materiaal, dat het noodig heeft,
maar dat de productie van wapenen en mu-
nities geïntensiveerd moet worden tot aan
de overwinning. Het moreel der troepen en
van het land achter het front is uitstekend.
Als voorbeeld haalde spr. de hardnekkig
heid aan, waarmede de drie-en-veertigste
divisie zich verdedigd heeft, welke divisie
weer in het regeeringsleger is ingelijfd. „Dit
bewijst de wereld, achter wie het Spaansche
volk staat".
Negrin noemde vervolgens de redenen
voor den verbeten weerstand der regee
ringstroepen op: „wij stryden voor de onaf
hankelijkheid van Spanje, voor zijn onaan
tastbaarheid, voor een democratische volks
republiek, opdat de grond aan hem zij, die
hem bewerkt, voor de ontwikkeling van een
nationale industrie, voor den wederopbouw
van een vrij en welvarend Spanje".
De radiotoespraak, die 35 minuten duur
de, werd door verschillende zenderposten
gestoord.
Bij Sangers in Amerika, ten Oosten
van Miles City (Montana) is de „Olym-
pian Express" in de rivier gereden. Het
ongeluk werd veroorzaakt, doordat het
water van de sterk gezwollen rivier
Custer een peiler van de metalen spoor
brug heeft ondermijnd, tengevolge
waarvan het middenstuk der brug is
ingestort. De spoorlijn passeert de rivier
na een lange bocht, hetgeen verklaart,
dat de machinist de vernielde brug niet
heeft kunnen zien.
De trein had Vrijdagavond Chicago
verlaten en zon Zondagochtend te Ta-
coma hebben moeten aankomen.
De ramp heeft tal van slachtoffers
geëischt. Terwijl eerst het aantal dooden
op ongeveer 20 werd geschat, bleek, dat
minstens 70 dooden te betreuren zijn.
Bovendien zijn er minstens 50 ernstig
gewond.
De trein bestond uit twaalf rijtuigen,
waarvan de locomotief, de bagagewagen,
het postrijtuig en twee slaapwagens in
de rivier stortten.
In de gerechtszitting van Zaterdagmorgen
zyn verscheidene getuigen gehoord over
den dood van Lambert Beyer, den „verloof
de" van de verdachte. De kamerverhuur
ster bij wie deze Beyer zijn maaltijden ge
bruikte, verklaarde, dat hij goed gezond
was en flink kon eten. Toen hij ziek werd,
dacht zij dat hij griep had. Zij bezocht hem
en hij sprak geen woord kwaad van mevr.
Becker. Zij acht het echter niet mogelijk, dat
hij de verdachte 12.000 francs geleend heeft,
want daarvoor was hij te zuinig van aard.
De volgende getuige, een vriend van Beyer,
verklaart, dat Beyer hem verteld heeft, dat
mevr. Becker hem met zorg verpleegde en
dat hij uit erkentelijkheid een streep had
gehaald door de schuld van 12.000 francs,
welke hy haar geleend had. Beyer scheert
de verdachte lief te hebben en hij had ge
zegd het kwaad dat men van haar vertelde
niet te kunnen gelooven. Vervolgens spre
ken de getuigen a charge en decharge el
kaar tegen en het verhoor brengt geen ver
dere opheldering.
Het blijkt echter, dat de verdachte voor
Beyer tijdens zijn ziekte thee heeft gezet,
dat zy vaak aan zijn ziekbed is geweest en
dat hij dezelfde ziekteverschijnselen heeft
vertoond als de andere slechtoffers.
Portugeesch stoomschip door piraten
geplunderd. - De Britsche mijnlegger „Ad-
venture, welke opdracht had nasporingen te
doen naar het Portugeesche stoomschip
„Don Pedro", is onverwacht te Ningpo,
op 160 K.M. ten Zuiden van Sjanghai, aan
gekomen.
De commandant van de „Adventure" heeft
bevestigd, dat de „Don Pedro" geplun
derd is.
Het terrorisme in Palestina. - De onrust
in Palestina duurt voort. In de laatste 48 uur
zijn in geheel Palestina 5 personen gedood
en 2 gewond. Op zeven verschillende plaat
sen kwam het tot schietpartijen, terwijl 16
deels ernstige daden van sabotage gepleegd
werden. Vier personen zijn gearresteerd.
Treinontsporing in Mexico. - De trein
Mexico-Guanajuato is by het station Taran»
dacuan ontspoord. Drie wagens liepen uit de
rails. Twintig menschen werden gewond.
Zes menschen verdronken. - Op de
Widnes in Lancashire is een bootje omge
slagen, tengevolge waarvan alle achttien in
zittenden te water geraakten. Zes hunner,
waaronder vijf kinderen, verdronken.
Overleden na het eten van vergiftigd
vleeseh. - In het Roemeensche dorp Recea
in het departement Balzië zijn veertig per
sonen ziek geworden na het eten van het
vleeseh van een dollen stier. Vijf personen
zyn overleden.
Reservisten naar huis gestuurd. - Naar
wordt medegedeeld, zijn de reservetroepen
van Tsjecho-Slowakije, die eind Mei waren
opgeroepen voor het verrichten van buiten
gewone oefeningen, dezer dagen weer naar
huis gezonden. De opleiding der reserves ge
schiedt thans wéér onder normale om
standigheden.
Duitscher ontvoerd. - Het Tsjecho-Slo-
waaksche persbureau Ceteka deelt in een
officieel communiqué mede, dat in het nabij
de Beiersche grens gelegen plaatsje Horni
Svetle Hory een 33-jarige Duitscher, Joseph
Schmidt genaamd, op 17 Juni tegen midder
nacht met geweld uit het huis, waar hy
sliep, is weggevoerd en medegenomen naar
Beieren. Schmidt, die uit Schnelzipf in
Beieren afkomstig is, had by zijn ouders in
Bohemen zyn intrek genomen, omdat hy in
Beieren met arrestatie werd bedreigd. Uit
de sporen, die men heeft gevonden, blijkt,
dat Schmidt door zyn belagers is gewond.
Men heeft kunnen vaststellen, dat hy door
vier personen is weggevoerd.
Vier personen terechtgesteld. - Vier
personen, drie mannen en een vrouw, zijn
hedenochtend te Berlijn terechtgesteld. Zy
waren ter dood veroordeeld wegens land- en
hoogverraad. Zy hebben gepoogd in Zuid-
Duitschland een communistische organisatie
op te bouwen en hebben hiertoe in verbin
ding gestaan met communistische function-
narissen in het buitenland en hebben tevens
militaire geheimen aan het buitenland ver
raden.
Alkmaar, Maandag.
EEN EERVOLLE BENOEMING.
Onze correspondent uit Egmond aan Zee
schrijft ons:
Het Metropolitaan Kapittel van Utrecht
heeft tot president van het oud-katholiek
seminaire te Amersfoort gekozen pastoor
B. A. van Kleef, pastoor te Egmond aan Zee,
als opvolger van professor C. Wyker, die als
zoodanig ontslag heeft gevraagd. Pastoor
van Kleef heeft deze eervolle benoeming
aangenomen.
De nieuwbenoemde hoogleeraar werd in
1889 te Culemborg geboren. Hy bezocht het
Stedelijk Gymnasium te Amersfoort en ont
ving zijn theologische opleiding aan het
oud-katholiek seminarium aldaar. Na in
1916 tot priester te zyn gewijd, werd hy als
kapelaan te Haarlem werkzaam gesteld by
den toenmaligen bisschop van Haarlem,
mgr. N. Prins.
Pastoor van Kleef werd, na achtereen
volgens nog als pastoor werkzaam geweest
te zijn te Messkirch (Duitschland), Zaandam
en Amsterdam, met ingang van 1 October
1926 benoemd tot pastoor der oud-katholieke
gemeente te Egmond aan Zee, waar hij pas
toor van der Oord opvolgde.
Na diens overlijden was pastoor van Kleef
pastoor te Messkirclc (Baden) tot 1922, in
welk jaar het coelibart by de oud-kath. kerk
in Nederland werd opgeheven, waarna hy
tot pastoor te Zaandam werd benoemd. In
1923 volgde zyn benoeming tot pastoor der
gemeente aan de Brouwersgracht te Am
sterdam, welke hij in 1926 met die van Eg
mond aan Zee verwisselde, waar hy tot
heden werkzaam is.
Pastoor van Kleef heeft zich op velerlei
kerkelijk terrein bewogen. Hij is de op
richter van den Bond van Vereenigingen
van Jonge Oud-Katholieken, stichter van
het Jeugdblad „Geloof en Leven", waarvan
hij eenige jaren de redactie waarnam, ter
wijl hij in Egmond een eigen gemeenteblad
verzorgt.
Tijdens zyn verblijf te Egmond aan Zee
richtte hij het oud-katholieke vakverbond
op, waarvan hij thans geestelijk adviseur is.
Voorts is hy lid van den bisschoppelijken
raad, voorzitter van de Vereeniging van