N.S.B. vreest voor te veel joden. ^Binnenland Seuil/ptwi Bij examens Mijnhardt's Zenuw» I 8 rider de aanwezigen PARLEMENT Weer 377 nieuwe Nederlanders. Joden bevorderden Nederlands bloei Verkeer s ongelukhen De motor sloeg juist of op den overweg. Auto door locaaltrein gegrepen. TWEEDE BLAD. 2 (Van onzen parlementairen medewerker.) In de Eerste Kamer, die gisteravond in openbare vergadering bijeen is geweest, heeft men weer eens over naturalisaties ge- debateerd. Sedert de N.S.B. haar intrede in dit college heeft gedaan, kon er geen natu ralisatie-ontwerp of groep van zulke ont werpen aan de orde zijn of mr. v. Vessem vraagt het woord om de bezwaren van zijn partij daartegen te luchten. Ook gisteravond weer, toen er 18, omvattend 377 aanvragers een restant van de groote groep, die door de Tweede Kamer onlangs is afgedaan moesten worden behandeld. Mr. van Vessem herhaalde daartegen zijn bekende bezwaren, welke minister Goseling ook ditmaal niet tot een uitvoerig antwoord konden nopen. Ze zijn gegrond op de vrees dat de Nederlandsche arbeidsmarkt wordt benadeeld en dat de ethnologische samen stelling van Nederland door het toevloeien van vreemdelingen in nadeeligen zin zal veranderen. En in 't bijzonder door de vestiging van. joden, die, volgens den nationaal-socialisti- schen spreker, 10 20 pet. van het aantal aanvragers deel zouden uitmaken. Mr. v. Vessem legde gisteravond op 't joodsche per centage der Nederlandsche bevolking al bij zonder den nadruk, betuigend dat dit op het oogenblik het grootste is van geheel West- Europa, n.1. 170 per duizendtal inwoners. Hij wenschte daarom, dat duizenden joodsche vreemdelingen ons land zouden verlaten en dat de nationalisatie van joden zou worden stopgezet. Anders zouden hier te lande de zelfde spanningen ontstaan als in andere landen. Waarop de heer Vorrink (s.d.) interrum peerde: „Dat zal dnn uw schuld zijn"! De heer de Zeeuw (s.d.) nam het, evenals den vorigen keer, voor het joodsche deel der Nederlandsche bevolking op, het in den heer van Vessem wrakend, dat deze de ge legenheid van deze naturalisatie-ontwerpen aangegrepen had om een anti-joodsche rede te houden. Wij aanvaarden nu eenmaal de joodsche leden van onze bevolking. Eeuwen lang zijn ze hier gevestigd en zij hebben veel tot den bloei van ons land, in 't bijzon der van Amsterdam welks naar Verhou ding groote joodsche percentage op den heer van Vessem bijzonderen indruk had ge maakt bijgedragen. Minister Goseling verklaarde, dat deze woorden van den heer de Zeeuw hem, als geboren Amsterdammer, bijzonder goed hadden gedaan. Verder bestreed hij nog eens, met enkele opmerkingen slechts, de bezwaren van mr. van Vessem, zoowel de economische als de ethnologische. Daarmede had hij 't gewone naturalisatie- debat kunnen beëindigen, ware 't niet, dat de heer van Citters (a.r.) bezwaren van an deren, van juridischen aard, had gemaakt tegen twee der achttien ontwerpen. Bij deze twee waren een paar Belgen betrokken, 'wier naturalisatie volgens de Belgische wet is gebonden aan toestemming van den ko ning. En deze toestemming geldt slechts voor een bepaalden termijn, welke in dit geval reeds zou zijn afgeloopen. Minister Goseling, die verklaarde, dat dit buiten de schuld der betrokkenen lag en dat er werk van werd ge maakt om zoo spoedig mogelijk bedoeld ver lof verlengd te krijgen, waarop z.i. vrijwel 100 pet. kans bestond, wilde deze bijna ge wezen Belgen toch maar mee-naturaliseeren en de afkondiging in 't staatsblad van deze twee wetsontwerpen nog even ophouden. Maar daarmede kon de heer van Citters, op staatsrechtelijke gronden, geen genoegen nemen, weshalve hij voorstelde de behande ling van deze twee ontwerpen op te schor ten. Met 19 tegen 9 stemmen verwierp de Kamer echter dit voorstel. De c.h. (behalve prof. de Savornin Lob man, die echter bij vergissing vóór stemde!) en de a.r. waren vóór. De n.s.b. was by deze stemming niet meer in de zaal aanwezig. Zij had te voren ge vraagd aanteekening van geacht te willen worden te hebben tegengestemd, indien over de naturalisatie-ontwerpen stemming zou worden gevraagd. Dit gebeurde echter niet, zoodat zij onder den hamer doorgingen, evenals een aantal kleine wetsontwerpen (wo. contingenteeringen) en de wetjes, die wijziging brengen in het inkomen van de leden van het Koninklijk Huis, e.a. in ver band met de (gewijzigde) grondwettelijke bepalingen. Tot 10 uur duurde deze vergadering nog. Vandaag is er afdeelingsonderzoek geweest. i Gisteren is te Ommen een auto, bestuurd door jhr. Suchtelen van der Haere uit Odoorn en waarin mede gezeten was mevr. baronesse Bentinck tot Buckhorst uit Beer- ze, bij het passeere 'i van den onbewaakten spoorwegovergang, welke zich op het land goed van baron Bentinck bevindt, gegrepen door den locaaltrein, welke om 15.17 uur uit Ommen naar Coevorden was vertrokken. De trein was reeds op vollen gang en kwam tweehonderd meter verder tot stilstand. De wagen werd ongeveer vijftien meter mee gesleurd en totaal vernield. De bestuurder kwam, behoudens enkele lichte ontvellin gen, met den schrik vrij. De dame werd evenwel ernstig gewond en brak beide bee- nen. Nadat dokter Wildervanck de Blecourt uit Ommen de eerste hulp had verleend, is zij in ernstigen toestand naar het zieken huis te Zwolle vervoerd. De locomotief de railleerde bij de botsing, waardoor het trein verkeer op deze lijn, welke enkel spoor heeft, eenige uren volkomen was gestremd. Een opruimingsploeg slaagde er tegen vijf uur in de machine weer in de rails te bren gen. De reizigers moesten in den trein blij ven, aangezien er geen andere communi catie was. De auto schijnt op den overweg, die ge vormd wordt door een gewoon zandpad, zyn te blijven steken door het afslaan van den motor. DE MACHT OVER HET STEUR VERLOREN. Bestuurder wilde rijdend het portier sluiten. Gistermiddag is op den Deventerstraat-, weg te Apeldoorn ter hoogte van het buiten „Laag Buurlo" een ernstig auto-ongeluk voorgevallen. De bestuurder van een personenauto, de heer B. P. uit Apeldoorn, wilde onder het rijden het portier van zyn wagen, dat niet goed sloot, dicht doen. Bij deze poging raakte de heer P. de macht over het stuur kwijt, waardoor de auto begon te slingeren. Op dat oogenblik kwam juist een met zand geladen vrachtauto voorbij, waarmee de personenauto in botsing kwam. De heer P. werd uit den wagen geslingerd en bleef zwaar gewond op den weg liggen en is later in levensgevaarlijken toestand naar 'i Julianaziekenhuis te Apeldoorn over gebracht. DE „KARIMATA" TROTSEERT DEN STORM. De aflossing van den dagploeg was nog niet mogelijk. Nadat de „Karimata" Maandagmiddag het baggeren had moeten staken in ver band met het stormachtige weer en aflos sing van den zich aan boord bevindenden dagploeg niet mogelijk bleek, heeft de tabletten. Niet zenuwachtig en helder in denken. Koker 75 ct. met den naam Mijnhardt erop. „Stortemelk" in den loop van gisteren opnieuw een poging gedaan den bagger molen te naderen, doch het vaartuig moest onverrichterzake terug keeren. Dinsdagavond werd het weer steeds on stuimiger. Er woei een zuidwester storm, die tegen middernacht een kracht van zeven tot acht ontwikkelde. Spoedig daar op nam de vliegende storm nog aanzienlijk in kracht toe en om één uur vanochtend werd een windsterkste van tien gere gistreerd. De „Karimata" hield zich, voor zoover men van de kust kon waarnemen, uitstekend. Aangezien -de windrichting in hoofdzaak zuidelijk was, had de molen nog een zekere mate van beschutting. De be manningen der sleepbooten houden voort durend een oog in het zeil, om zoo noodig onmiddellijk assistentie te verleenen. Later in den nacht verflauwden de contouren van het gevaarte door de voorbijtrekkende regenbuien vrijwel geheel. NEDERLAVDSCH—DUITSCH BETALINGSVERKEER. Nieuwe overeenkomst tot stand gekomen. Het ministerie van buitenlandsche zaken maakt bekend, dat op 27 Juni 1938 te 's-Gravenhage de uitwisseling heeft plaats gehad van de akten van bekrachtiging van het op 18 December 1937 te Berlyn tusschen het Koninklijk der Nederlanden en Duitsch- land gesloten verdrag nopens het Neder- landsch-Duitsche betalingsverkeer. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 17 zal het verdrag op 12 Juli a.s. voor Ne derland, Nederlandsch-Indië, Suriname en Curacao in werking treden. Het verdrag is van 1 Januari 1938 af voorloopig toegepast. RIJKSMINISTER VON RIBBENTROP EN DE JOODSCHE ARTSEN. Zijn dochter wederom onder controle van joodsch geneesheer. Terwijl de joodsche artsen in Duitschland steeds meer worden uitgeschakeld, wordt thans de eenige dochter van den Duitschen Rijksminister van Buitenlandsche Zaken, den heer von Ribbentrop, ten tweeden male behandeld door een joodsch hersenspecialist in Nederland. In de kliniek van dr. pjjenick, waar mej. von Ribbentrop is opgenomen zoo bericht het Joodsche Tel.Agentschap is de doch ter van den Duitschen Rijksminister bekend onder den naam van mej. Schmidt. Ook het vorige jaar werd zy reeds door den jood- schen geneesheer behandeld wegens de ge volgen van een auto-ongeluk, by welke ge legenheid zyn onder den naam van mej. Hen kei werd opgenomen. Thans ondergaat mej. von Ribbentrop na een nieuwe naamsveran dering een voortgezette behandeling. Duidelijk blijkt uit diL geval, dat in de kringen der hoogere staatslieden bij ernstige gevallen het onderzoek" pas r de afkomst van den geraadpleegden arts-niet zoo angstvallig en nauwkeurig wordt verricht als dit voor lagere instanties is voorgeschreven. Na het geen by de vorige opname hieromtrent in de Nederlandsche pers bekend werd, kon minister von Ribbentrop overigens op de hoogte zyn van de niet-arische afstamming van den behandelden geneesheer-specialist. Bij dreigend levensgevaar blijkt men zelfs in Duitsche regeeringskringen van de goede hulp van niet-arische artsen dus niet afkee- rig te zijn NIEUWE REGELING VOOR TAND- TECHNICI. Wetsontwerp tot regeling der bevoegdheden ingediend. De minister van sociale zaken heeft ingediend een wetsontwerp tot nadere voorzieningen inzake de tandheelkunde. Aan de memorie van toelichting wordt ontleend: De wetgever heeft in 1929 aan degenen, die vóór 10 Juni 1913 de volledige tandpro these als beroep toepasten zonder de be voegdheid tot uitoefening der tandheelkunde te hebben verkregen, en die niet later be voegd waren verklaard tot het uitoefenen der prothese, een kans willen geven om als nog van hun bekwaamheid hiertoe te doen blijken. Te dien einde is toen een practisch examen ingesteld en afgenomen. Donderdag 30 Juni. HILVERSUM, 301,5 M. (AVRO- uitz.) 8.— Gr.pl. (8.30 Ber.) 10.— Morgenwijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Het Omroeporkest. 11.— Modepr. 11.25 Het Omroeporkest en soliste. (12.15 Ber.) 12.30 All-Round Sex tet. In de pauze gr.pl 2.— DecL 2.30 Kovacs Lajos' orkest en de Hollandia Three". 4.— Voor zie- k»n en 1hufr;ittenden. 4'0Piano- voordracht. 4 50 Voor de kinderen. 5.30 Aeolian-orkest en solist. 6.30 Sporlpr. 7.— Vaudeville Radio orkest. 7.40 Interview. 8.— ANP- ber., mededeelingen. 8.10 Omroep orkest en solist. 9.15 Rep. 9.45 Ko vacs Lajos' orkest en Bram Kwist's Tokkelorkest. 11.— ANP-bei. Hier na tot 12.— Renova-kwintet. HILVERSUM, 1875 en 415,5 M. (8.—9.15 en 11.—2.— KRO, de NCRV van 10.—11.— en 2.—12.— 8—9.15 Gr.pl. (8.20 Ber.) 10.— Gr. pl. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gr.pl. 11.30 Godsdienstige causerie. 12. Ber. 12.15 KRO-orkest en gr.pl. 2. Gr.pl. 2.15 Hobo en piano en gr.pl. 3.Voor de vrouw. 3.30 Gr.pl. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gr.pl. 5.Cur sus handenarbeid voor de jeugd. 5.30 Gr.pl. 6.Orgelspel. 7.Ber. 7.15 Journalistiek weekoverzicht. 7.458.Rep. 8.05 ANP- en herh. SOS-ber. 8.15 Wognum's zangkoor en gr.pl. 9.Brengt de machine werkloosheid?, causerie. 9.30 Ka mermandoline-ensemble. (9.55 10.— ANP-ber.) 10.30 Gr.pl. 10.45 Gymnastiekles. 11.Gr.pl. 11.50 12.Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.2511.45 Pianovoordr. 12.05 Orgelspel. 12.50 Voordr. 1.20 Sopraan en bas-bari ton. 1.50—.220 Gr.pl. 3.10—3.30 Off duty, causerie. 3.35 Sted. orkest van Bournemouth. 5.05 Thea-time talk, causerie. 5.20 Sportrep. 5.30 Gr.pl. 6.20 Ber. 6.40 Forgotten anniversa- ries, causerie. 7.Pianovoordr. 7.20 BBC-Harmonie-orkest. 8.05 E. Carroll en zyn orkest en solisten. 8.50 Transport, causerie. 9.20 Ber. 9.40 Variété-progr. 10.20 Korte kerkdienst. 10.40 Sportrep. 11. Het Kutcher-strykkwartet. 11.40 J. Loss en zyn Band. 11.5012.20 Dansmuziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 8.10, 8.55— 9.05, 10.10 en 11.20 Gr.pl. 11.35 Piano-voordr. 11.50 Zang. 12.40 Het Bailly-orkest. (1.50 Zang). 3.05 Zang. 3.20 Concert. 4.20 Zang. 5.20 Radiotooneel. 8.35 Pianovoordr. 8.50 Symph.-orkest, het Raugelkoor en soliste. 10.5011.05 Gr.pl. KEULEN, 456 M. 6.50—7.15 en 7.30 Gr.pl. 8.50 E. Börschel's orkest en koor. 10.20 Volksliederen. 12.20 Kurhessisch Landesorkest. 2.30 Po pulaire muziek. 4.20 Het Omroep orkest en solist. 6.50 Cembalo- voordr. 7.30 Het Omroeporkest, pianotrio en solisten. 8.50 Sted. orkest Munster en soliste. 10.35 Gr. pl. 10.50 Nedersaksen-orkest. 12.20 —3.20 Omroepkleinorkest. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.202.20 Gr.pl. 5.20 Omroepsalon- orkest en gr.pl. 6.50 Gr.pL 8.20 Omroeporkest. 10.10 en 10.3011.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 1.30 Om- roepdansorkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Gr.pl. 6.35 Omroepdansorkest. 7.35 Gr.pl. 8.20 Ein Walzertraum, operette. 10.30—11.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Gev. concert. 8.20 Deel. 8.30 Die lustige Witwe, operette. 10.20 Ber. 10.50 Cembalo-voordr. 11.05 Ber. 11.20 Augsburger dansorkest en soliste. 12.20—2.20 Omroepklein orkest. (1.15—1.26 Tijdsein). GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8—10.50, Parijs R. 10.50—12.05, Radio PTT Nord 12.05—12.20, Parijs R. 12.20—13.20, Brussel VI. 13.20—14.20, Keulen 14.20—15.20, Parijs R. 15.20—16.05, Lond. Reg. 16.05—16.20, Keulen 16.20—17.20, Brussel: VI. 17.20 19.05, Fr. 19.05—19.20, VI. 19.20 19.50. Lond. Reg. 19.50—20.50, Pa rijs Radio 20.5022.50, Keulen 22.50 —24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.3512.05, Droitwich 12.05—12.50, Lond. Reg. 12.5015.35, Droitwich 15.35—18.40, D.sender 18.40—19.—, Droitwich 19.20.50, Lond. Reg. 20.50—21.20, Droitwich 21.20—24.—. Lijn 5: Diversen. Tegen de wijze, waarop is geëxamineerd, zyn naar het oordeel van den minister zeker niet zoodanige bedenkingen aan te voeren, dat men op dien grond zou kunnen of mo gen besluiten tot een revisie. De opzet van het examen schijnt hem évenwei niet zoo deugdelijk te zijn ge weest als uit een oogpunt van ie door den wetgever beoogde doeltreffend heid noodig ware geweest. Voortaan vooronderzoek Het deelnemen aan een vooronderzoek wordt gesteld als voorwaarde voor het afleg gen van het examen, opdat de betrokkenen in de gelegenheid zijn zich daarvoor behoor lijk voor te bereiden. De organisatie van dat vooronderzoek is aldus gedacht, dat in enkele plaatsen des lands eenige malen aan de examinandi gele genheid wordt gegeven om werkzaam te zijn onder leiding en toezicht van één of meer, door den minister aan te wijzen tandartsen, die zich omtrent de practische bekwaamheid dan reeds ees yoorloopig oordeel kunnen vormen. Daardoor zal het tevens mogelijk worden gemaakt, dat de beslissing niet al leen afhankelijk is van de prestaties op het examen. Met een regeling in den aangegeven geest zyn volgens den minister de belangrijkste voorwaarden vervuld om met vermijding van de factoren, welke in 1929 en 1930 een doel matige en billijke verwerkelijking van de bedoelipg des wetgevers hebben tegenge werkt, een spoedige bevredigende oplossing te waarborgen. De bevoegdheid der tandheelkundigen. De minister heeft van deze gelegenheid tevens gebruik gemaakt om de bevoegdheid van de tandheelkundigen nader te regelen. Thans wordt voorgesteld om aan de tand heelkundigen, behalve de bevoegdheid tot het toepassen van de tandprothese, de be voegdheid te geven tot het doen van extrac ties in a 11 e gevallen, De minister hééft echter gemeend aan deze wettelijk verruimde bevoegdheid een beper king te moeten toevoegen. Het komt hem niet wenschelyk voor, dat op dit gebied de tandheelkundigen hun praktijk ook uitstrek ken tot het nog niet geheel gevormde gebit. Daarom wordt voorgesteld hun bevoegdheid te limiteeren tot de behandeling van perso- sonen van zestien jaar en ouder. Van belang voor de volksgezondheid. Volledigheidshalve zij nog opgemerkt, dat de categorie der tandheelkundigen binnen afzienbaren tijd niet meer zal bestaan. Alsdan zal er geen uitzondering meer zyn op hetgeen voor den minister in beginsel de eenig juiste toestand is. Namelijk, dat de uitoefening der tand- heelkunst het uitsluitend domein is van artsen en tandartsen. Indien dit ontwerp tot wet wordt verhe ven, zal een betrekkelijk kleine groep van personen, die zich niet ten onrechte in hun levensbestaan ernstig gedupeerd gevoelen, in de gelegenheid worden gesteld dit op re gelmatige wijze te herkrijgen. Voorts kan dan tevens met kracht strafrechtelijk wor den opgetreden tegen de zeer vele zich noe mende tandtechnici, die ongeoorloofde prak tijken bedrijven, en die by de thans bestaan de onzekerheid veelal ongestoord hun gang gaan. Pit het Engelsch v»n ARTHUR SOMERS ROCHE DoorMr. P.v.D. 11) „Je gaf voor, dat het dat wel was. Je stemde erin toe nog voor zes maanden by ons te blijven". „Natuurlijk deed ik dat. Wat kon ik an ders doen?" „En wat zouden we zonder jou kunnen uitvoeren?" vroeg hij. „Lacy, Jimmy en Andy en ik we waren maar een zoodje banale struikroovers, toen we joy tegen het lijf liepen. We hadden ideeën, maar dat was alles. Daarna gingen we eerst grof geld verdienen. Wel, hoe zijn we er nu aan toe? We hebben bijna al onze duiten opge soupeerd, en we zijn niet van plan het met inbreken terug te krijgen. Wij hadden jou, de natuurlijkste juweelendief ter wereld. We willen je terug". „Ik ben niet van plan terug te gaan zei ik. Zijn omfloerste oogen schitterden. „Wij waarschuwden je, voordat we een keel zouden gaan opzetten". „Zet een keel op en stik", schreeuwde ik. „Ik ben niet van plan terug te komen". „Liever in de gevangenis?" „Ik kom niet in de gevangenis", zei ik. „Ja, ik vermoed, dat je je van kant wilt maken", zei hij langzaam. „En ik kan me niet meer den last op den hals halen op nieuw het heele land door te jagen achter jou aan". „Wat bedoel je?" vroeg ik. „O, je zou met gemak kunnen zeggen, dat je terug zoudt komen, en er dan op nieuw tusschen uitknijpen nee, ik heb dat voor mezelf uitgeknobbeld. Ik heb er een afkeer van haar hierin te betrekken, Lacy, maar je lieve meisje zit nu midden in deze aangelegenheid". „Vertel me nu eens precies, wat je hier mee meent, Pots", vroeg ik. „Meisjes krijgen tegenwoordig volop vrijheid, kerel. Dat weet je, Lacy". Ik wachtte tot hij door ging. „Lacy", zei hij, „ik vind het naar om hiermee door te gaan. Lag het aan mij, dan wilde ik niet". Ik lachte hoonend. „Ik veronderstel, dat Andy Hom en Jimmy Greco je hiertoe dwingen", zei ik. Hij schudde van neen. „Zij mogen je", zei hij eenvoudig. „En ik ook. Wij zouden er allen vóór zyn ge weest je vrijuit te laten gaan, maar heb je je nooit afgevraagd, waarom je aan deel in hetgeen we kregen, zoo klein was, Lacy?" „Ik dacht, dat jullie me kort hielden", zei ik. „En dat was natuurlijk, Lacy. Alleen kwam het nooit in je op, dat misschien iemand anders nog een aandeel kreeg? Vroeg je je nooit af, hoe het kwam, dat drie vagebonden als Jimmy, Andy en ik de mogelijkheid zagen om met een mooien meneer als jij één lyn te trekken? Waar zouden we het verstand voor de dingen die we deden, vandaan hebben gehaald" „Schiet op. Waar wil je heen? Voor den dag ermee", zei ik. „Wij drieën en jij ook, al wist je het niet hebben altijd voor iemand anders gewerkt". „Voor iemand anders", riep ik uit. „Ja, en probeer niet uit me te krijgen, wie het is. Ik zou het je kunnen zeggen, en dan zou ik moeten sterven, en ik ben voor het oogenblik nog niet van plan dood te gaan, indien ik er iets aan doen kan". Ik staarde hem aan. Hy loog niet, dat wist ik wel. En nu kwamen een heeleboel voorvallen, die indertijd verdenking bij mij hadden moeten opwekken, mij weer in het geheugen. Hoe hadden mijn drie metgezellen bijvoorbeeld kunnen weten, dat de hertogin van Grammont, ver weg in Frankrijk, haar parels zou dragen „En hij is het, de chef van ons allen", vervolgde Pots, „die de jongedame in het geding brengt. Lacy, zy bezoekt af en toe nachtgelegenheden, zooals alle jonge meis jes. Makkelijk genoeg iets in de drankjes van haar begeleiders te doen die jonge lui vermoeden niet, in welk soort dieven- holen ze hun liefjes brengen". „Hij zou het hart niet moeten hebben", riep ik uit. „Niet? Denk nog eens na, Lacy", zei Slavini. „Allereerst toch zal hy haar een wenk geven, die duidelijk genoeg is om haar te doen aannemen, dat je een schelm bent. Verder zal, louter om zich op jou te wreken, haar iets overkomen, dat voor jou niet zoo heel prettig zal zijn om te lezen, Lacy". Waartoe zou net dienen om op hem af te stormen, hem te vermoorden? Ik geloofde hem. Hy zou den naam van zijn onbekenden chef niet noemen. En ik wist genoeg van de onderwereld om te we ten, dat de dreigementen, die hy door den mond van Slavini uitte, zouden worden ten uitvoer gebracht. En wanneer een man van mijn type of stand by een volgende gelegenheid weerbarstigheid zou toonen, zou men hem vertellen van Lacy Crandall en Jeanne Seeley. „Och, waarom ook al dit gehaspel?" riep ik uit. „Ik heb er genoeg van in armoede te leven, en als een hond te werken. Voor uit, Pots, help me m'n koffers pakken. Ik ga terug". „Terugkeeren!"' Het valsche enthousias me, dat ik in dat woord legde, misleidde zelfs mij. Behoorlijk leven, huizen bezoe ken, waar ik oude kennissen kon ontmoe ten, de praatjes hooren over menschen, die ik kende ja, ik geloof wel, dat het zwaarste, dat ballingschap oplegt, de ont stentenis van praatjes is. Ik meen niet eens kwaadsprekerij, maar juist de dagelijksche sleur om zoo te zeggen „Ken je dien Engelschman, die Johanna Landry achterna loopt? Wel, beste kerel, haar broer is met een meisje uit de Gaité getrouwd en „Er wordt beweerd, dat Tim Recklor drie millioen met General Motors verdiende en nu wil zyn vrouw niet van hem schei den „Polly Fentor vertelde haar vader, dal, wanneer zij den jongen Curtis niet kon trouwen, zij naar de film zou gaan en hij zou haar dan hebben te financieren, en hij zei, dat een echtgenoot goedkooper zou zyn". Beuzelarijen en banaliteiten, zeker. Maar wy leven door deze dingen. Waarom be studeert de jonge klerk, die in New-Vork werkt, vlijtig de brieven van thuis, en zuigt hy begeerig de bijzonderheden over het nieuwe postkantoor op? Niet omdat hy heimwee heeft naar een bepaalde plaats; omdat hy het gevoel mist, dat hv deel uitmaakt van het gebeuren, zoosl* hij dat deed in zyn dorp. Terugkeeren! Ik zou de sociëteit binnen* komen, mijn post halen, kijken, welke uit" noodigingen op my wachten. O, er zouden er genoeg zyn. Welbeschouwd was ik een vrijgezel. een vrijgezel, die avondgarderobe heeft> een introductie en de vormen in zooverre kent, dat hy zijn gastvrouw vaarwel ze^[ voordat hy weggaat, wordt niet zoo maar genegeerd, omdat men een paar maanden niets van hem gehoord heeft. Alleen de hoedanigheid van vrijgezel maakt ïemana al begeerenswaard. Een extra man is voor een gastvrouw een geschenk uit den heme Mannen zouden van hun kaarten opxy- ken, vriendelijk knikken en mij een aan wijzing geven, waar ik de whisky kon vin den. Misschien ja, haast zeker zou er vanavond een groote partij zijn. De °al" zaal van de Ritz binnen te gaan, te kyken naar troepen aardige meisjes, my met een glas champagne te versterken, indien e lot zoo gedisponeerd was en eens ee vriendelijk voor mij was, Jeanne... (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6