Mevrouw Mary Musch-Smithuijzen Spoct Ivorol-tandpasta (oranje-verpakking met blauwe band( DERDE BLAD. Vrouwen van bekende Nederlanders. echtgenoote van Jan Musch. Een harde jeugd vol avontuur in Amerika. Schulte wintde derde étappe van de Ronde van Frankrijk. Wat en waar i6 Raboes? was onze eerste vraag, toen wij om één uur bij kennissen kv Hilversum binnen stoven. Is dat een poetsmiddel of een nieuwe dans? was de wedervraag. Ben poetsmiddelBen je wijs! Het is •en straèt in Laren. Hmwat moet jij daar? vroeg onze gastheer. De vrouw van Jan Musch interviewen O nouals je eerst naar het station «•at, dan kan je daar de tram nemen naar Laren, die gaat om het kwartier. En als je in Laren komt, dan vraag je.... Neem een taxi, ried de gastvrouw Dien raad hebben wij opgevolgd en wij ebben er geen spijt van gehad. Wij had- het loopende nóóit gevonden! Eerst een dorpsstraat, dan een zijweg, dan een zandweg en nog een zandweg, dan een landelijk zijweggetje en daarvan een dwarslaantjeen dan staan we voor het Musschennest. Met koeien van letters staat het op het rustieke houten hek: Het Musschennest. Dat klopt. We zijn dus terecht. Het Musschennest ligt als een echt nest heelemaal verscholen in dicht struweel, Ëen zandpaadje voert er heen. Het is wit, warm crème wit met een bruin rieten dak. Het heeft zware deuren met ijzerbeslag en die deuren zijn gelukkig ftiet geverfd, maar alleen gevernist. Een dame komt uit het huis. Mevrouw Musch? informeeren wij. Neen, ik ben mevrouw Smithuijzen, de moeder van mevrouw Musch. Komt U binnen. Wat een aardig huis! bewonderen wij. j I>e achterkant is veel mooier! En dan staan wij in een ruime lage kamer, een van die zeldzame kamers met sfeer. Een vleugel, een breede divan onder •en onverwacht smal zijraam met een heerlijk uitzicht over verre korenvelden omlijst door hoog opgaand geboomte. Rus tige lichte muren, rustige kleuren, veel boeken, een enkel fraai antiek meubel. Een glazen deur geeft toegang tot een diepe beschutte loggia met een rooden tegelvloer. De kamerdeur gaat open. Dit is mijn dochter, zegt mevrouw Smit huijzen en een jong elegant meisjesachtig ■lank figuurtje treedt op ons toe. Al pratend begeven wij ons naar het ierras. Hier is weer het mooie uitzicht. Hier is ook de tuin, een groot glooiend grasveld omzoomd door een fleurige, kleurige bloeiende border. Wij loopen over het gras en kijken van het einde van den tuin- op ttear het huis. De wind ritselt door het dorre blad. In een struik vlak voor het terrasje hipt •en winterkoninkje van tak naar tak. Kijk, zegt mevrouw Musch, ziet U dat winterkoninkje? Wij hadden een bloemenmand gekregen met een heeleboel mos er in en die hadden wij hier buiten gezet. Dat kreeg hij in de gaten en toen is hij die mand aan het plunderen gegaan en heeft er een heel groot nest van gebouwd hier onder de Veranda! Inderdaad hangt er een prachtig groot pest geheel van mos» Een wielewaal vliegt haastig het struik' gewas in, een merel fluit, een vink slaat. Hier is de zongestoofde rust, hier is de stilte, die alleen verbroken wordt door boschgeluiden, hier zijn bloemen en vogels en gonzende insecten. En, mevrouw Musch, vragen wij als wij gezeten zijn, vertelt U eens een beetje. Wat wilt U dat ik vertel? Heeft U een druk speelseizoen achter den rug? In welke rollen is U opgetreden? In.la's kijken in de Vrek en in Nathan de Wijze..en in Lodewyk XI. Hoofdrollen? Neen ik heb nog geen echt groot werk gedaan. Is U eigenlijk vroeger ook al actrice ge weest, of was U iets anders? Uw naam lijkt zoo bekend. Ik was danseres en ik gaf lessen voor ik trouwde. Hoe lang, eigenlijk bedoelen wij hoe kort, is U al getrouwd? Tien jaar, klinkt het verrassende ant woord. Maar dan moet U als schoolmeisje ge trouwd zijn! Mevrouw Musch lacht. En dan lijkt ze nog veel jonger. Bent U in Amsterdam geboren? Ja, op een van de oude Amsterdamsche grachten ben ik geboren. Als de jongste van drie kinderen. Ik heb nog een broer en een zuster. Was het een artistiek huishouden bij U thuis? Zijn er nog meerdere artist? Neen, o neen, heelemaal niet! Mijn Vader was in zaken, mijn broer is bij de Bataafsche en mijn zuster is in Indië, ge trouwd. TT TT En dan komt de gewone vraag: Hoe is U eigenlijk tot dansen gekomen? O, ik ben altijd do" op dansen geweest, van mijn zesde of zevende jaar af. Het was zoowat op mijn twaalfde, dat ik mij echt ernstig voornam om danseres te worden. Ondervond U geen tegenwerking van thuis? Neen, heelemaal niet. Ik danste zoo maar voor liefhebberij. En toen?, Bereid volgens nieuw recept. Elke poetsing is een ware mondwassching. Geeft een frissche mond en witte tanden. Tube 60, 40 en 25 ct. Mevr. Musch in Toen ik zestien was, was ik op een Duitsche kostschool. Toen verloor mjjn vader zijn fortuin en ja, toen was het uit met het kostschoolleventje. Toen was het thuiskomen en een baantje zoeken. Vond U het erg? N.neenik had van die jongensach tige flinke ideeën: de wijde wereld intrek ken en zoo. Daar zal wel niets van gekomen zijn! Toch wel! U moet denken: wat kon ik als kind van zestien jaar beginnen om geld te verdienen? En toen begonnen ze thuis te praten over Arbeid Adelt en Tesselscha de en ik zag mezelf al zitten handwerkjes maken! Ik ga nog net zoo lief ergens de stoep schrobben, verkondigde ik en toen vatte ik het plan op om naar Amerika te gaan. Wist U iets van Amerika af? Niets. Hoe kwam U daar dan toe? Tja, ik had er een neef wonen en Ame rika is ver en wat je daar doet, daar be moeien de menschen, die je hier kennen zich niet mee en in Amerika is immers al les mogelijk? Dat heette toen ook al zoo te zijn. En ging U heusch naar Amerika? Ja zeker. Mijn vader correspondeerde met dien neef. Hy was ongetrouwd en woonde in een hotel, maar die had vrienden, een advocaat, rechter was hij, en daar zou ik heen gaan. Die rechter schreef zulke beel dige roerende brieven naar huis, dat hij overgelukkig was een lief dochtertje in huis te krijgen. Mijn ouders vonden het toen goed en iedereen vond het natuurlijk idioot en onverantwoordelijk. Wat dacht U zelf wel? Ik? ik dacht, als ik maar eenmaal hier weg ben, word ik beroepsdanseres. Maar bezat U dan zooveel geld om Amerika binnen te kunnen komen? Neen heelemaal niet, maar de vesti gingswet was toen nog anders en het grap pige is, dat de nieuwe wet juist zou in gaan, toen ik aankwam. Het was gewoon een race van allerlei schepen met emi granten om nog juist precies voor een be paald uur op een bepaalden datum binnen te zijn. En lukte het? Ja, het lukte. Ik kwam toen bij dien rechter in de buurt van St. Louis en daar hoorde ik al na een paar dagen, dat het heelemaal niet de bedoeling was, dat ik daar zou blijven, maar dat ik naar de ge trouwde dochter moest, die ergens heele maal buitenaf op een ranch woonde. Die jonge vrouw lag in een kliniek en ver wachtte een baby en de jonge man deed zonder verdere hulp met zijn vader het werk. Wat moest U daar dan? Van alles: Koeien melken, melkemmers schrobben, dweilen, stoffen, eten koken, de auto afspuiten. Verdiende U daar veel? Niet bepaald veel, hoewel ik toen in mijn onwetendheid dacht, dat het heel wat was! Ik kreeg 12 dollar. In de week? Néén in de maand! Mijn vader en moe der hadden mij geld meegegeven, maar ik dacht ik was zoo heel erg „flink" ziezoo ik heb nu kost en inwoning en 30 per maand, dus dat geld heb ik niet noodig en toen stuurde ik het terug. Dat zal U wel heel gauw gespeten heb ben! En of! Maar terugvragen deed ik het natuurlijk niet. Twee maanden, toen begon het mij zoo zwaar te vallen, want ik zag wel, dat ik op deze manier nooit en te nimmer tot dansen zou komen. Ik schreef toen een brief aan Willem van Hoogstraaten, dien ik kende. U weet wel de man van Elly Ney en vroeg hem mij te helpen en te raden, wat ik zou beginnen. Door zijn toedoen kwam ik toen in Chicago bij een familie met een blinde moeder, waarvoor zij hulp moest hebben. Correspondeerde U eerst met die men schen of informeerde U naar hen? Wel neen, ik stapte op den trein, ging er heen en meldde mij aan. Zij namen mij direct en waren heel blij, dat er iemand was voor die oude dame. Maar zooals dat heel vaak gaat in het buitenland, opeens ging daar het perso neel weg: Eerst de waschvrouw en toen de meid en dat werd niet vervangen, zoodat ik langzamerhand alles alleen moest doen. Maar ik was nu tenminste in een groote stad en op mijn vrije avonden trok ik op informatie uit naar een dansinstituut. Zoo kwam ik bij den balletmeester van de groote opera terecht en liet mij in schrijven voor een les per week. Na een poosje zeide men my, dat als ik ooit iets wilde bereiken, dat ik dan iederen morgen een paar uren de oefeningen van de be roepsklasse mee moest maken. Toen ging ik ander werk zoeken en kwam bij de administratie van de Tele foóncentraie. Daar waren ongeregelde uren en zoodoende kon.ik de danslessen volgen. Wat verdiende U bij de telefooncentrale? Zestig dollar in de maand, maar na- tuuH-lijk zonder kost en inwoning, maar ik spaarde liet uit op het eten natuurlijk. Ik had lés van A-dokf Bolm, een Rus, een van de eerste partners van Pavlova. Hij was reuze aardig voor me en gaf mij iede ren dag les. Al gauw vertrouwde hij mij een klas-je met beginnelingen toe, omdat rf-ij zelf nooit aan begin nel inget-jes les gaf Woonde U toen alteen op kamers? J,a. Én toen? Tóen mocht ik eens met een dansgroep ipce op een heel klein tour-neetje, dat vond' ik natuurlijk geweldig. Bleef U lang by de telefooncentrale? Neen, want het dansen nam toch te veel tijd in beslag en toen kwam ik by een lunchroom, een soort cafetaria, waar je als bedienster per uur kwam en betaald werd. Dat was erg praktisch en gemakkelijk voor my. Vond U het werk prettig? Het was erg vermoeiend. Vooral in de spitsuren. En het lawaai was eigenlijk nog erger dan de lichamelijke inspanning. Daar in die lunchroom leerde ik een meisje kennen, waarmede ik bevriend ge raakte. Wij vatten het plan op om samen een wandeltocht door Amerika te ondernemen. We hadden achttien dollar. Elk? Nee samen en wy vonden ons schatrijk! Hoe lang duurde die wandeling? Van Mei tot October zoowat. maar hoe ver kwam U dan wel? Het plan was om naar Los Angeles te gaan en wy dachten heusch, dat het mo gelijk zou zijn. (Van Chicago naar Los Angelos is dwars de Ver. Satten door!) Ik was er zoo zeker van, dat ik mijn suitcase maar vast vooruit zond naar Los Angeles. Is U daar ooit aangekomen? Wel neen! Moet U hooren: wij liepen zoowat 35 km. per dag, 6 a 7 uur. Heel vaak liepen wy ook des nachts, omdat het overdag zoo gloeiend heet was. Wij sliepen in de Mission Houses, waar het goedkoop en goed was en soms sliepen wij onder den blooten hemel en verfrischten ons bij het eerstvolgende tankstation, waar wy langs kwamen. Toen wy nog maar enkele dollars over hadden, kampeerden wij op een nacht in een automobielkamp, waar rondtrekkende kampeerders met woonwagen-auto's stonden. Toen ik den volgenden morgen wakker werd, was mijn vriendin er van door. Zij had een briefje achtergelaten, dat zij met een jongen man was meegegaan. Dat bleek dus geen al tefatsoenlijke jonge dame te zijn! Neen allesbehalve, maar het ergste was, dat zij het laatste geld had meegenomen en mij zonder een cent in den steek had gelaten! Wat deed U toen wel? Wij waren in Cody Wyoming, dat is de laatste halte voor Yellow stone Park. In Cody zaten de menschen allergezelligst voor hun winkels op de stoep in de dorps straat. Ik ben er toen maar bij gaan zit ten. Een cowboy kwam een praatje met me maken en ik vertelde hem mijn weder varen en hoe ik absoluut zonder 'n cent hier was achtergebleven. Ga maar mee, zei hy, ik heb hier vlak by een kennis, die een hotel heeft. Mis schien kan je daar wel wat werken. Argeloos en goedgeloovig ben ik dade lijk meegegaan. Achteraf vind ik, dat ik overal zeldzaam gelukkig doorgerold ben, want het had net zoo goed anders en ver keerd kunnen afloopen. De eigenaressen van het hotel waren twee alleraardigste hartelijke vrouwen. Ik kon dadelijk als kamermeisje aan den gang voor 40 dollar in de maand. Bleef U daar lang? Wel neen! Toen ik mijn veertig dollar had, vond ik mezelf weer zoo rijk, dat ik er naar verlangde verder te wandelen naar Los Angeles. En lieten zij U gaan? Wel ja. Zij gaven mij allerlei goeden raad en ik kreeg ook een revolver! Dat vond ik reuze gewichtig! En daar ging ik alleen verder in mijn rijbroek met mijn revolver en mijn linnen tasch aan een riem om mijn schouder. Maar alleen is het toch lang zoo aardig niet. Het is net of je veel gauwer moe wordt. Een echtpaar in een auto, die my ach terop reed, vroeg of ik een „lift" wou heb ben. Ik zei dadelijk: ja graag! Toen zij hoorden, dat ik naar Los Ange les wou, lachten zij mij hartelijk uit. Ga nu maar eens eerst met ons naar huis, daar zullen wij verder praten, zei den zij. Ik stapte in en viel bijna onmiddellijk in slaap, zóó oververmoeid was ik. Midden in den nacht kwamen wij in Denver, in Colo- rado, aan. Gelukkig hadden ook die men schen het allerbeste met mij voor. Het waren allerliefste menschen en ik ben er een jaar gebleven als hulp van de huis vrouw. Zij hielpen mij aan adressen en intro ducties en zoo kreeg ik verschillende dans lessen, zoowel kinderen als volwassenen. Dank zij hun hulp kon ik ook een dans avond geven en al weer met hun hulp heb ik toen bij twee groote bioscopen gesolli citeerd om tusschen het programma een nummer te mogen geven. Ook dat lukte, maar toen ben ik leelijk gevallen en heb een been gebroken. Dat bracht heel wat kosten mee en toen moest ik wel naar huis schrijven om geld. Het geld kwam dadelijk, maar ook een brief van thuis, dat ik als ik weer loopen kon maar gauw naar huis moest komen. Nu daar had ik heelemaal geen zin in! Telkens verzon i-L weer een andere uit vlucht om maar in Amerika te kunnen blijven, maar toen kwam er een brief met bevel onmiddellijk terug te komenen m dien brief zat het passagebiljet! En bent U toen gegaan? Ik moest wel! maar ik vond het vreese- ■lijk. Hoe oud was U toen U terug kwam? Negentien. En wat deed U toen in Holland? Door relaties is het my mogelijk ge maakt een matine te geven in de Stads schouwburg en al vrij gauw kreeg ik leer- gen. Ik ben toen gaan adverteeren in Ëërlei bladen en toen heb ik een school or plastische dansen opgericht. Met iemand samen of alleen? Nee, alleen. En toen? Toen kreeg ik na een poosje een aan vraag van het Schouwtooneel om in Peer Gynt de Anitra-rol te spelen en bij die ge legenheid heb ik mijn man leeren kennen, daarna heb ik nog eens een klein rolletje gespeeld. Ik vond het zalig! maar..., moeilijk. Vindt U, zoo vroegen wij, tooneelspelen meer bevrediging geven dan dansen? Weet U, als tooneelspeelster kan je je in verschillende richtingen meer uiten. M.m.ja, peinzend kijkt de jonge vrouw voor zich uit. Heeft U wel eens voor de film gespeeld? Éénmaal in „De Familie van mijn Vrouw". Ik kan er eigenlijk dus niet over oordeelen. Een onbescheiden vraag mevrouw Musch: speelt U rustiger als Uw man regie geeft of als een vreemde het doet? Mevrouw Musch lacht. Eigenlijk het laatste. Zou dat komen, vragen wij, omdat de aanmerkingen die de actrice krijgt gevoeld worden doorde vrouw en echtgenoote? Misschien Woont U des winters ook hier? Neen, dat zou niet gaan. Des winters wonen wij op kamers in Amsterdam. En wat zy'n Uw plannen voor de naaste toekomst? Vacantie Heerlyk, zalig, verrukke lijke vacantie! Morgen gaan wij. Dól! Myn man is al naar Amsterdam. Straks ga ik ook. En morgen vertrekken we samen naar Frankrijk. Wij staan op. Mevrouw Muscheen heel prettige vacantie en goede reis! O ja nog gauw even een onbescheiden vraag: Vindt U het nooit moeilijk als vrouw van den directeur? Als men zooveel vóór heeftUw jeugdUw uiterlijk Weer die jolige schelmsche lach. Neen, klinkt het dan, ik heb het nooit moeilijk gevonden, ook nooit moeilijkheden gehad, maar, voegde de jonge vrouw er lief bescheiden aan toe, dat komt zeker omdat ik altyd met zulke prettige aardige menschen te maken heb gehad. Als wij in den stroomenden gietregen van een flinke onweersbui naar het station rijden, nemen wij de herinnering mee aan een goed verscholen idyllisch musschen nest, een haven van rust en ontspanning en aan een pittige jonge actrice, die met haar vroolijken lach en haar levensdurf zich ongetwijfeld onder de leiding van haar beroemden echtgenoot tot een voor aanstaande kunstenaresse zal weten te ontplooien. Schulte Wielrennen Middelkamp vijfde. Schulte, de grootste en zwaarste deel nemer aan de Ronde van Frankrijk, heeft revanche genomen voor de pech, welke hem Woensdag in de tweede etap pe vervolgde. Gisteren heeft hij de derde etappe, welke over een afstand van 238 K.M. van Saint Brieuc naar Nantes voerde, gewonnen. Met vijf seconden voorsprong ging onze landgenoot als eerste over de eind streep en was daarmede de tweede Ne derlander, wien het gelukt is een etappe van de Ronde van Frankrijk te winnen. Twee jaar geleden had Middelkamp de primeur gehad. Ook gisteren weer was Mid delkamp een der beste renners, hetgeen dui delijk tot uitdrukking komt in de vijfde plaats, welke hy veroverde. Er werd vroeger gestart gistermorgen te St. Brieuc, maar gedurende de geheele etap pe stond er zulk een felle tegenwind, dat Schulte toch nog een uur later dan verwacht werd de wielerbaan te Nantes opstoof om een fraaie zege te behalen. Na 19 K.M. kreeg Majerus, de Luxemburg- sche drager van de gele trui, een lekken band, maar zijn ploeggenooten wachtten hem op en gezamenlijk werd het peleton weer ingehaald. Een groep van acht renners trachtte toen den kop te nemen, maar ook dat mislukte. Nogmaals kreeg Majerus een lekken band, maar hij wist zijn achterstand weer geheel weg te werken. De Nederlamdsehe renners zaten voortdurend in de voorhoede en hiel den zich uitstekend. Een vijftigtal kilometers voor Nantes lie pen de Bretonsche rijders Yvon Marie en Goasmat uit, tezamen met den Duitscher Weckerling, aangevuurd door de Bretonsche bevolking wisten zy een flinken voorsprong te verkrijgen, maar de tegenwind was ooft hun te machtig en langzaam werden zij weer bijgetrokken. Gourlon en Galateau probeerden het nog eens, geruimen tijd hielden zij vol, totdat Magne het peleton in een achtervolging mee voerde en spoedig waren zij weer in de lange slang opgenomen. Toen zal een tiental kilometers voor Nantes Schulte zijn kans. Tezamen met Galateau sprong hij weg, de Franschman bleef even aan het wiel van den sterken Hollander hangen, maar Schulte haalde weer een van zijn krachttoeren uit en reed Galateau los en dat nog wel met een harden wind tegen. Schulte reed prachtig en gaf geen krimp, alhoewel een groote groep hem op de hielen zat, aangevoerd door den wereldkampioen op den weg, den Belg Eloi Meulenberg, In een hoog tempo kwamen de achter volgers nader, maar ook Schulte hield er een stevige vaart in. Onze landgenoot ging onder luide toejuichingen van de uitverkochte wielerbaan te Nantes als winnaar over de eindstreep. Meulenberg had nog kans gezien eenige tientallen meters uit te loopen en kwam als tweede over de eindstreep met een voor sprong van vier seconden op een groote groep renners. De Zwitser Egli werd derde met gering verschil op den Duitscher Wengler en on zen landgenoot Middelkamp, die eveneens een uitstekenden indruk maakte. Achter Middelkamp kwam een peleton van meer dan veertig renners, waarin ook de Neder landers Anton van Schendel en Hellemons reden. Dominicus kwam negen minuten na Schulte als 71ste binnen, terwijl ook van Nek, die in de beide voorgaande etappes zoo uitstekend had gereden, vandaag met pech te kampen had en met ruim drie kwartier achterstand als 88ste eindigde. Van Nek was gevallen en had last van een gewonden arm. In het algemeen klassement is er weinig veranderd. De Luxemburger Majerus behield de lei ding en kan dus ook heden weer de gele trui aantrekken. Middelkamp neemt thans van de Neder landers de beste plaats in, hij ging van de 68ste naar de 33ste plaats. Ook Anton van Schendel boekte een aan zienlijken vooruitgang, n.L van de 55ste naar de 39ste plaats. Ook Hellemons kroop acht plaatsen op en staat thans 68ste, evepals Schulte, die van de 79ste naar de 71ste plaats ging. Dominicus kwam slechts 1 plaats naar voren, terwijl alleen de positie van yan Nek aanmerkelijk verslechterde. Hij viel van de 15de naar de 64ste plaats. De uitslag. De uitslag van de 3e etappe (St. Brieuc Nantes, 238 K.M.) luidt: 1. Schulte (Nederland) 7 uur 38 min. 1 sec. (1 minuut tydsvergoeding inbegre pen); 2. Meulenberg (België) 7 uur 39 min. 6 sec.; 3. Egli (Zwitserland) 7 uur 39 min. 10 sec.; 4. Wengler (Duitschland); 5. Mid delkamp (Nederland); 6. Servadei (Ita lië); 7. Vissers (België); 8. Simonini (Italië); 9. ex aequo 38 renners, onder wie Anton van Schendel en Hellemons (Ne derland), allen in denzelfden tijd; 71. D o m i- n i c u s (Nederland) 7 uur 48 min. 15 sec.; 88. van Nek (Nederland) 7 uur 55 min. 51 sec. Algemeen klassement: 1. Majerus (Luxem burg) 21 uur Ï8 min. 20 sec.; 2. Weckerling (Duitschland) 21 uur 18 min. 52 sec.; 3. Le- ducq (Frankrijk) 21 uur 19 min. 12 sec.; 4. Goasmat (Frankrijk); 5. Magne (Frankrijk); 6. Matthias Clemens (Luxemburg) allen 21 uur 19 min. 20 sec.; 7. Wengler (Duitsch land); 8. Lowie (België); 9. Speicher (Frank rijk) allen 21 uur 19 min. 38 sec.; 33. Mid delkamp (Nederland) 21 uur 26 min. 24 sec.; 39. Anton van Schendel (Neder land) 21 uur 27 min. 42 sec.; 64. Van Nek (Nederland) 21 uur 39 min. 32 sec.; 68, Hel lemons (Nederland) 21 uur 43 min. 21 sec.; 71. Schulte (Nederland) 21 uur 45 min. 44 sec.; 83. Dominicus (Nederland) 22 uur 3 sec.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 9