1898 - 1938 Vraag en aanbod Nederland onder Koningin Wilhelmina ®@©©oe©© JUdiapcoqmmtc, «®®o©©© 8 SeiülfptaH nder de aanwezigen Onze koningin in het openbare leven. Denkt U er aan Uw voor Zaterdag op te geven? Rijksmuseum Kröller-Müller geopend. Mr. Marchant en mevr. Kröller-Müller onderscheiden. Verheer 8 ongelukken Auto door trein verpletterd. Meerijder op slag gedood. brussel, 322 en 484 M. 322 M.; 12 20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroep, orkest. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20 Trio Ebbecke. 6.20, 6.50 en 8.20 Gr.pl, gemeentelijke radio distributie. Zomersproeten SPRUTOL GEMENGD NIEUWS. TWEEDE BLAD. Het Koninkrijk Nederland, gelijk het in den aanvang der negentiende eeuw is ont staan, kan in het algemeen gezegd worden gewoon te zijn aan lange regeeringen zijner Vorsten. Willem I regeerde meer dan een kwarteeuw en zou ongetwijfeld nog een aantal jaren den scepter" hebben gevoerd, indien niet de politieke omstandigheden hem tot aftreden hadden genoopt. Koning Willem II vormde in deze rij een uitzonde ring met zijn zegenrijke, maar nog geen tienjarige regeering. En onder Koning Wil lem III herdacht Nederland niet alleen in 1874 een zilveren, doch tevens in 1889 een veertigjarig jubileum. Evenwel, dit is dan ook het eenige wat de regeering van Koningin Wilhelmina bindt aan die Harer voorgangers uit de laatste eeuw. Weliswaar zou ten aanzien van Hare regeering met die van Koning Willem I een vergelijking zijn te maken in dezen zin, dat beider bewind in twee kenmerkend onder scheiden perioden valt te verdeelen. T.w. voor die van Koningin Wilhelmina: de periode van 1898 tot 1914, die bijkans onge stoord rustig, in opgaande lijn van welvaart en voorspoed voortging, en die van 1918 tot heden, welke zoowel wat den innerlijken welstand als wat de internationale rust be treft, geheel tegenovergesteld is aan de voorgaande. Beide worden dan ook geschei den door de ruim vier sombere, zware oorlogsjaren, die gedrukt hebben met een druk dien wij nog gevoelen, op het leven ook van ons onzijdig gebleven volk. Maar voor het overige, hoe zijn deze thans ver- loopen vier decennia niet te beschouwen als één geheel van verandering en grootendeels verbetering. Als een periode van strijd op bijna elk gebied; als een van geweldige evo lutie, vooruitgang en krachtsinspanning; als eene ook, waarin het koninklijk gezag zelf de gevolgen van deze evolutie heeft onder vonden. En hoeveel meer afwisseling, om het aldus te betitelen, valt er niet in deze veertig jaren op te merken boven de perio den, welke voorafging. Het moge zijn, dat wij, tijdgenooten, nog te dicht staan bij de geschiedenis van onze dagen om deze ge heel juist te beoordeelen, maar niet ontkend kan worden, dat wij in deze 40 jaren uiter mate snel hebben geleefd in bijna elk op zicht, en veel reeds hebben zien afbreken van wat in diezelfde periode met gropte krachtsinspanning opgebouwd werd. Gedurende de .regeering van Koning Wil lem III is er wel eens geklaagd overeen (Bjèenzaming om den troon. Er waren ge- flMten, waar men den souverein in lange jaren niet had gezien; zelfs in het centrum van het land werd de Koning, ook door langdurige verblijven in het buitenland, een onbekende. Het is de groote, niet genoeg op den voorgrond te stellen verdienste van de Koningin-Regentes Emma, dat zij in het korte tijdperk, hetwelk aan haar regent schap was voorbehouden, een kenmerkende verandering heeft weten te verkrijgen. Het eenigszins verbroken contact tusschen Sou verein en volk is tusschen 1890 en 1898 vol komen hersteld: Koningin Wilhelmina dankt het aan Hare Moeder, dat Zij bij Haar troonsbestijging een volk vond, haar toege negen als al Haren voorgangers en door tal van persoonlijke herinneringen met Haar verbonden. De Koningin-Regentes heeft van den aan vang af een hooge opvatting van Haar taak gehad; Zij is begonnen met op staatkundig gebied zich in geregelde verbinding te stel len met de regeering; meer dan eens heeft Zij politieke moeilijkheden weten te voor komen of te verhelpen. En vooral is het Haar gelukt in breede kringen van ons volksleven nieuwe toenadering te kweeken tot het Koninklijk Huis, een toenadering, die weldra weer tot sympathie en liefde werd. Met de jonge Koningin ondernam Zij tochten naar bijna elk deel van ons land; het traditioneele jaarlijksch bezoek van onge veer een week aan de hoofdstad werd her steld, ondanks moeilijkheden, die zich aan vankelijk deden gevoelen; alle provinciën werden bezocht, en vooral daar, waar het aankwam op uitingen van nationalen aard, was de Koningin met Haar dochter aan wezig. Koningin Emma is niet alleen een wijze en liefdevolle Moeder geweest, maar een Regentes met groote gaven; wellicht mocht .het Haar bij intuïtie gelukken om vele malen den juisten toon te treffen, het juiste gebaar te maken; dit neemt echter niets weg van het feit, dat Zij slaagde in een taak, te moeilijker voor Haar, waar Zij een vreemdelinge was in ons land, bovendien behoorde tot een vorstenhuis van Duit- schen stam, waar zoo geheel andere opvat tingen heerschen! Reeds vroeg is Koningin Wilhelmina op geroepen voor het openbare leven, zulks op 28 Mei 1891 voor het leggen van den eersten steen van het Wilhelmina-gasthuis te Am sterdam. Zij zeide bij die gelegenheid: „Ik hoop, dat dit gebouw tot zegen moge strek ken van Amsterdam". Die woorden, uitge sproken op een oogenblik, dat de elementen zich niet stoorden aan eenig koninklijk be zoek, te midden van regen en onweer, zijn door vele andere gevolgd, maar geene heb ben wellicht een dergelijken indruk gemaakt als deze enkele zin, komende weliswaar uit een kindermond, maar toch van een kind, dat reeds de eigenaardige karaktereigen schappen der Oranjes, met vele deugden en gebreken, in zich toonde. Op 6 September 1898 aanvaardde Konin gin Wilhelmina volgens de bepalingen der Grondwet de regeering. In de Nieuwe Kerk te Amsterdam werd Zij plechtig gehuldigd. „Thans" zoo sprak zij „is de ure ge komen, waarop ik mij te midden van mijn trouwe Staten-Generaal, onder aanroeping van Gods heiligen Naam, zal verbinden aan het Nederlandsche volk, tot instandhouding van zijn dierbaarste rechten en vrijheden. Zoo bevestig ik heden den hechten band, dié tusschen mij en mijn volk bestaat en het aloud verbond tusschen Nederland en Oranje opnieuw bezegelt. Hoog is de roeping, schoon de taak, die God op mijn schouders gelegd heeft. Ik ben gelukkig en dankbaar het volk van Neder land te mogen regeeren, een volk klein in zielental, doch groot in deugden, krachtig door aard en karakter. Ik acht het één groot voorrecht, dat het mijn levenstaak étt plicht is al mijn krachten te wijden aan het welzijn en den bloei van mijn dierbaar vaderland. -De woorden van mijn beminden Vader maak ik tot de mijrfe: „Oranje kan nooit, nóóit genoeg voor Nederland-doen!" Hierna legde Koningin Wilhelmina den eed af: Ik zweer, dat ik de onafhankelijkheid en dat ilj de Grondwet steeds zal onderhouden en handhaven. „Ik zweer, dat ik de onafhankelijkheid en het grondgebied des Rijks met al mijn ver mogen zal verdedigen en bewaren; dat ik de algemeene en bijzondere vrijheid en de rechten van al mijn onderdanen zal be schermen en tot inrtar.dhouding en bevorde ring van de algemeene en bijzondere wel vaart alle middelen zal aanwenden, welke de wetten te mijner beschikking stellen, ge lijk een goed koning schuldig is te doen. Zoo waarlijk helpe mij God!" (Wordt vervolgd.) Alléén 2de handsch goederen. 35 et. p. 5 regels, uitsluitend 6 contant. In het nationale park „De Hooge Ve- luwe" is gistermiddag het rijksmuseum Kröller—Müller door minister prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruïne geopend. Deze plechtigheid werd door ongeveer vierhonderd genoodigden bijgewoond, waaronder mevr. KröllerMüller en de ministers Slotemaker de Bruïne. Rede mr. H. P. Marchant. De oud-minister mr. H. P. Marchant, heette als voorzitter van de stichting het nationale park De Hooge Veluwe de aan wezigen welkom en gaf vervolgens "n over zicht van het totstandkomen van het semi- permanent museum. Spr. hoopte dat binnen niet te langen tijd de semi-permanentie vervangen kon wor den door de zoozeer begeerde permanentie. Hier ter plaatse aldus spr. is het bewijs geleverd, dat de werkverruiming en de werkverschaffing op dit uitgebreide veld een prachtig doel vindt. Mr. Marchant sprak tenslotte de overtui ging uit, dat de regeering een open oog heeft voor de volksbelangen, die op deze Hooge Veluwe worden gediend. Prof. Slotemaker spreekt. Vervolgens sprak prof. Slotemaker de Bruïne, die meedeelde, dat het H- M. de Koningin behaagd heeft, mr. Marchant te benoemen tot commandeur in de Orde van Oranje Nassau en mevr. KröllerMüller tot ridder in de orde van den Nederland- schen Leeuw. Nadat de minister zijn hartelijke geluk- wenschen met de hooge onderscheidingen had aangeboden, reikte hij de beide deco raties uit. Met den Wensch, dat velen zullen komen genieten van de hier bijeengebrachte kunst schatten, opdat de kunst moge bijdragen tot verheffing en verdieping van ons volk, besloot minister Slotemaker de Bruïne zijn rede en verklaarde het museum voor ge opend. Mede namens zijn eehtgenoote sprak de heer A. E. G. Kröller een woord van dank. ONGELUK OP HOUTZAGERIJ. Arbeidsongeval met doodelijken afloop. Gistermiddag,is op de houtzagerij van Groot-Bramel te Vordqn een ernstig onge luk gebeurd. De ongeveer veertigjarige H. Sessink was bezig met.h,et smeren van een zaagmachine. Eenige arbeiders hoorden hem plotseling gillen en toeii zij te hulp snelden, vonden zij S. in stervenden toestand onder het zaagraam liggen. Vermoedelijk is het zaagraam met de zich daarin bevindende za gen in den nek.van het slachtoffer gevallen. Een onmiddellijk ontboden geneesheer kon slechts den dood constateer en. S. laat een vrouw en drie kinderen achter. i - Op den onbewaakten overweg tusschen Haarsteeg en Nieuwkuyk in het gehucht Onsenoort, is gistermiddag de vracht auto van den heer T, van S. uit Drunen door een trein uit 's-Hertogenbosch ge grepen en 150 meter meegesleurd. De naast den heer van S. gezeten 38- jarige groentenhandelaar M. van B. werd uit den wagen geslingerd en op slag gedood. De bestuurder van de auto kon zich aan de locomotief vastklemmen. Later oleek hij een rib te hebben gebroken. De man is naar zijn woning vervoerd. Het stoffelijk overschot van van B. is naar het ziekenhuis te Vlijmen overgebracht. De man laat een vrouw en vier kinderen achter. Vrijdag 15 Juli. HILVERSUM, 1875 en 415.5 M. (8.12.4.7.30 en 9.13. VARA, de AVRO van 13.—4.— en de VPRO van 7.30—9.— uur). 8 Gr.pl. (8.16 Ber.) 10.- VPRO-mor- gen wijding. 10.20 Gr.pl. 11. 11.20 Orgelspel. 12.Gr.pl. 12-30 Het Kovacs Lajos-orkest en gr.pl. 2.— Muz. causerie met gr.pl. 2.45 Lyra-Trio, solist en gr.pl. 4.Or gelspel en gr.pl. 5.Voor de kin deren. 5.30 Gr.pl. 6.— Esmeralda- Septet. 6.30 Politiek radiojournaal. 6.50 Gr.pl. 7.— Econ. overzicht. 7.20 ANP-ber. 7.30 Ber. 7.35 Zeeuwsch- Vlaanderen, een landbouwstreek, causerie. 8.Cello en piano. 8.30 De schoone verbondenheid, cause rie. 9— VARA-orkest. 9.45 Deel. 10.— De Ramblers. 10.30 ANP-ber., 10.40 VPRO-avondwyding. li- Fantasia. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.) 11.55—12.— Gr.pl. HILVERSUM, 301,5 M. (Alg. progr. NCRV). 8.— Schriftlezing, medita tie. 8.15 Ber., gr.pl. (9.30 Gelukwen- schen). 10.30 Morgendienst. 11.— Gr.pl. 11.15 Zang en pianobegelei ding en gr.pl. 12.Ber. 12.15 Gr.pl. 12.45 Ensemble v. d. Horst en gr.pl. 2.30 Christ. lectuur. 3.Gr.pl. 3.30 Haagsche Trio en gr.pl. 5.Gr.pl. 5.30 Orgelspel. 6.30 Voor tuinlief- hebbers. 7.Ber. 7.15 Lit. causerie. 7.458.Rep. 8.05 ANP- en herh. SOS-ber. 8.15 Arnh Orkestvereen. 9.De Javaan, zijn dorp en zijn huis, causerie. 9.30 Vervolg concert. (10.— ANP-ber.) 10.30 Gr.pl. 10.45 Causerie over het redden van dren kelingen. 11.Gr.pl. Ca. 11.50 12.Schriftlezing. RADIO PARIS, 1648 M. 8.10, 8.55— 9.05, 10.10 en 12.35 Gr.pl. 1.50 Zang. 2.05 Gr.pl. 3.05 en 4.35 Gr.pL 5.20 Pianovoordracht. 7.20 Zang. 8.35 Gr.pl. 8.50 Radiotooneel. 10.50 Gr. pl. 11.2012.50 Nachtconcert. DROITWICH, 1500 M. 11.4011.50 Pianosoli. 12.10 Orgelspel. 12.40 H. Hall en zijn orkest. 1.15 Deel. 1.35 Het Quinton-strijkkwartet. 2.20 Troise's Banjo-orkest. 3.05 Piano- voordr. 3.35 Mil. orkest en doedel zakensemble. 4.35 Sportrep. 5.05 Animal snap, causerie. 5.20 Wyn- ford Reynolds' Octet. 6.05 Sportrep, 6.20 Ber. 6.50 ParL overzicht. 7.05 Gr.pl. 7.40 Het Alfredo Campoli- Trio. 8.05 Orgelspel. 8.35 Radiotoo neel. 9 20 Radiotooneel met muziok. 10 05 Up against it, causerie. 10.20 Ber. 10.45 M. Brearley's orkest. 11,25 Michael Flome en zijn Band. j i 5012.20 Dansmuziek (gr.pl.) KEULEN, 456 m. 6.50 Gr.pl. 7.30 en 8.50 Tentoonstellingsorkest. 12.20 Robert Gaden's orkest. 2.30 Popu- lair concert. 3.50 Gr.pl. 4.20 Zoppo- ter Kurorkest en Schupo-orkest. 6.20 Solistenconcert. 7.20 Zangver. Oberhausen en soliste. 8Gr.pl. 8.30 Sted. Orkest Osnabrück. 0.35 Rijksuitz. „Voor Duitschers In den vreemde". 10.35 Cabaretprogr. 11.20 Sted. orkest Gelsenkirchen. 12.20 3.20 Mil- orkesten. 8 35 Radiotooneel. 9.20 H. Diels' orkest. 11.-11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. L— en 1.30 J. Schn(j. ders' orkest. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20 Harmonicavoordracht. 5.50 Zang. 6.05 en 6.35 Gr.pl. 6.50 Pianovoordr. 7 10 en 7.35 Gr.pl. 8.20 Luc Darcy's 9.35 Gr.pl. 10.30—11.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Stepani-orkest en solisten. 8.20 Ber. 8.30 Radiotooneel. 0.20 Gr.pl. 9 35 Zie Keulen. 10.20 Ber. 10.40 Sportrep. 11-05 Ber. 11.20 Gr.pL 12.20—2.20 Zie Keulen. (1.15—1.26 Tijdsein). Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.—10.20, Parus r. 10.20—12.05, Radio PTT Nord 12.05 —12.20, Keulen 12.20—13.20, Brus sel VI. 13.20—13.35, Keulen 13.35— 14.20, Droitwich 14.20—18.35, Keu len 16.35—17.20, Parijs R. 17.20— 18.50, Brussel VI. 18.5019.20, D.« sender 19.20—20.20, Brussel Fr. 20.20—21.20, Lond. Reg. 21.20 21.35. Brussel Fr. 21.35—22.20, Keu len 22.20-23.20, Leipzig 23.20-24.—. Lijn 4: Brussel VL 8.—9.20, Lu- xemburg 9.20—10.35. Lond. Reg. 10 35—12.50, Droitwich 12.50—13.15, Lond. Reg. 13.15—1720, Droitwich 17.20—18.45, Lond. Reg. 18.45— 19.40, Droitwich 19.40—2120. Nor- mandië 21.20—2220, Droitwich 22.20-24.-. Lijn 5: Diversen. verdwijnen spoedig door een pot Bij qlle Drogisten DOOR AUTO GEGREPEN. Ernstig gewond. Gisteravond is de postbode J. Mulder uit Nieuw-Amsterdam, op den weg van Nieuw- Amsterdam naar Schoonebeek door een per sonenauto uit Coevorden gegrepen. De man werd ernstig gewond. Hij is in levensgevaar lijken toestand naar het diaconessenhuis te Emmen vervoerd. PLOTSELING DEN WEG OVERGESTOKEN Landbouwer gedood. Gisteravond is de landbouwer Tien te Staphorst, die op zijn rijwiel gezeten, zon der richting aan te geven, plotseling naar links den weg overstak, door een hem ach terop rijdende personenauto van den heer C. A. W. uit Deventer aangereden. De landbouwer werd tegen den grond ge smakt en was op slag dood. DE AANRIJDING TE NIEUW- AMSTERDAM. Het slachtoffer overleden. De postbode J. Mulder, die gisteravond te Nieuw-Amsterdam door een auto werd aan gereden en ernstig gewond, is enkele uren na het ongeluk in het ziekenhuis te Emmen overleden. ONGELUK MET DOODELUKEN AFLOOP. Tegen den grond geslagen. De 52-jarige veehouder G. Eemstra uit de Kallencotcrallée (e Steenwijk klom gister* avond op een langzaam rijdende vrachtauto, geladen met turf. Hij stapte mis en kwaa met een zijner voeten onder het voorwiel van de treiler. Tengevolge hiervan sloeg hü achterover met het hoofd op den (rond. Hat slachtoffer is kort daarop aan inwendig» verbloeding overleden. Het stoffelijk over schot is naar de woning overgebracht. De ingevolge de invaliditeitswet en de ouderdomswet 1919 toegestane renten. - Op 1 Juni 1938 werden 39.430 weduwen renten en 14.223 weezenrenten krachtens de invali diteitswet genoten, terwijl op genoemden datum krachtens artikel 373 dier wet 121.705 personen in het genot waren van een als vrucht hunner verzekering verkregen ouder* domsrente van drie gulden per weck. Voorts genoten 56.939 personen een invsll- diteitsrente, als bedoeld in artikel 71 dier wet. Krachtens artikel 24 der ouderdomswet 1919 waren op voren genoemd en datum 113.058 personen in het genot van een als vrucht hunner verzekering verkregen ouder* domsrente van drie gulden per week. Meest voorzichtig met vuur In bosch en heide. Pit het Engelsch van ARTHUR SOMERS ROCHE Door Mr. P.v.D. 24) „Hij hield daarmee zijn beide handen vrij voor 't klimmen", zei Dick. Overigens had hij het in een zak gedaan en was die zak bij het klimmen gescheurd, dan zou hij het col lier kunnen verliezen. Maar wanneer het in zijn mond is of om zijn hals, dan kan hij het iedere seconde zien en voelen." Billy haalde zijn schouders op. „Hoe het ook zij, ik begrijp het niet. Jü wel, Lacy?" Ik meende van wel. „Vingerafdrukken", gaf ik ten antwoord. Ik had daaraan tot op deze minuut niet ge dacht, maar ik kon wel begrijpen, dat een bedreven inbreker wel zou trachten zijn duimafdrukken niet achter te laten op een kleinood, totdat hij het veilig en wel uit het huis had gebracht. Ik vroeg mij af, of hij, toen hij het van de kleedtafel graaide, er „enige sporen op had achtergelaten. Waar schijnlijk waren zij echter door mijn eigen sporen uitgewischt. „Ik wil er om wedden, dat je gelijk hebt", zei Dick. „Maar zag je het collier, toen je hem te lijf ging?" Ik schudde van neen. „Hij moest het toen al in zijn zak hebben gedaan", zei ik. „Je bent erg dapper geweest", zei Jeanne kalm. „Onzin", zei ik. „Heelemaal geen onzin", zei Jeanne. „Een tot wanhoop gebrachten man aan te vallen „Je hebt zelf ook zoo iets gedaan", zei ik. „Dat was een natuurlijke impuls", zei Jeanne. „Maar jij alleen had de tegenwoordigheid van geest, toen allen naar boven liepen", zei Dick, „om naar buiten te rennen en je hem in den weg te stellen „Ja, Billy en jij waren boven. Toen ik Jeanne hoorde gillen, stelde ik mij voor den geest, welken weg hij moest nemen om het huis te verlaten „Een beroepsinbreker zou het niet beter hebben kunnen uitdenken", riep Billy uit. Ik draaide eventjes op mijn kussen heen en weer, opdat de kleur, die ik kreeg, maar niet zou worden opgemerkt. Alice, van meening, dat dit een beweging van pijn was, gaf een kreet van mede lijden. „Wij maken den armen stumpert nog dood", zei zij. „Lacy, neem dit dranje in." Zij hield een kalmeerend middel, dat de dokter had achtergelaten, aan mijn lippen. Ik dronk gehoorzaam. „Iedereen moet direct hier vandaan", be val Alice, ze de hall induwend. „Buiten de deur zal er iemand den geheelen nacht wa ken, Lacy", voegde zij er aan toe. „Indien je iéts nóodig mocht hebben „Heelemaal niets", verzekerde ik opge wekt. Zij knipte het electrische licht uit; ik hoorde een onderdrukt gemurmel, en daar na, haast niet waar te nemen, een gefluister. „Lacy!" „Jeanne", zuchtte ik. „Ik kon niet weg gaan...." „Je moet", verzette ik mij „Alicede anderenzullen er achter komen." „Dwaasheid", en haar stem klonk teeder. „Natuurlijk weten zij het. Alice stuurde mij terug. O, Lacy, moet ik je nu heusch alles vertellen?" Maar hoe kon ik, met haar collier in den zak van mijn pyama, haar opwinding en de betoovering van het oogenblik plotseling verstoren? „Jeanneje moet niet Haar hand raakte mijn gezicht aan, vluchtig, licht, en daarna was zij weg. En ik viel onmiddellijk in slaap. De dokter was niet iemand van halve maatregelen. Zijn kalmeerend middel was geen slap watertje. Den volgenden morgen gingen de gasten van de partij uiteen. Om te beginnen, belde mevrouw Seeley, door de reporters uitge vraagd over de nauwkeurige waarde van de smaragden, Jeanne in de grootste opwinding op, om onmiddellijk naar huis te komen. En het huis van de Wetheralls werd letterlijk overstroomd door mannen met camera's en reporters, die, niet tevreden met Dick's be knopte verslag van het gebeurde, afzonder lijke verhaaltjes van ieder deelnemer van de partij verlangden, en in het bijzonder mijn eigen verslag van mijn worsteling met den inbreker. Van de Zondagochtendbladen waren extra-edities gedrukt, en zij waren versierd met foto's van het huis met verklarende stippellijnen en geteekende figuurtjes, die Jeanne en den inbreker voorstelden, en mij zelf en den inbreker, en verder foto's van iederen deelgenoot van de partij. Zelfs ik, die gedurende vele jaren camera's had ver meden, bevond mij daaronder, een oude mo mentopname van mij in maskerade-costuum, in mijn studententijd genomen, die dienst deed bij gebrek aan beter. En ik was, zooals ik uit de koppen vernam, een man van de wereld en millionnair, die 'n strijd op leven en dood gevoerd had met een nachtelijken bandiet. Alice en Dick hadden mij na het vertrek van de andere gasten laten slapen. Zij deelden mij mede, dat Jeanne een bood schap voor mij had achtergelaten, en alleen was weggegaan, met de Aldines op het angstig aanhouden van haar moeder. Zij verzochten mij om tenminste tot den volgenden dag te blijven, maar ik bracht hun aan het verstand, dat, zoolang ik in hun huis zou blijven, de verslaggevers niet zou den weggaan, daar het nu eenmaal, journa listiek gezien, was uitgemaakt, dat ik de held van de historie was. Het hoofd van de plaatselijke politie en het hoofd van het agentschap van particu liere detectives spraken beiden met mij maar behoudens een paar ambtelijke vra gen en hun overeenstemming met mij dat de inbreker het collier niet met zijn handen had meegenomen uit angst voor vingeraf drukken en evenmin In zijn zak uit vrees voor kwijt raken, - dit in overeenstemming met Dick, hadden wij weinig met elkaar te praten gehad. Ik stond de reporters kort te woord, on derwierp mij eraan, omdat er nu eenmaal geen uitweg mogelijk bleek, dat er van mi) te zamen met den commissaris van politia een foto werd genomen, en stapte toen in mijn wagen om naar New-York terug te rij* den Want ik wist, dat Slavini met mi) wenschen te spreken, en er op zou aandrin* gen, dat ik hem weer vanuit de drogisterij te Tarrytown zou opbellen, en dat was e*" nsico dat ik niet begeerde te loopen. Ik had gelijk. Ik had mijn koffers nog niet uitgepakt, toen de telefoon op mijn slaap* kamer in het Plandome-hotel ging. "^M^ta"' ze' de eigenaar van de stem. ..Ja?" zei ik. „Hoe staan de zaken?" vroeg hij. „Heb je de couranten niet gelezen?" ik vinnig ten antwoord. „Ik belde de Wetheralls op en kwam te eLeVat «Jui,t naar de stad terug reed." ,.En? zei ik. ..Ik wou even bij je aanloopen", zei hU- hWnn.rtnï"" Want een element van onze samenwer* ditZ0?a^ ik reedi heb uiteengezet, ken dat kT .i u 1 Publ,ek 2011 Uten blU' «en, dat hij mij kende Ikt*kr*" zel ik boos, „ik ben dood op. niet uitgaam"Verm0°rd lk kan w-rk#W* „Enfin, dan kom ik by je aan. Alleen maar even overwippen naar je kamer ik wW» het nummer." mw' 1K we" -Ga je gang", zej (Wordt vervolgd'-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6