1898 - 1938
Vraag en aanbod
Nederland onder Koningin Wilhelmina
®@©©oe©© JUdiapcoqmmtc, «®®o©©©
8
SeiülfptaH
nder de
aanwezigen
Onze koningin in het openbare leven.
Denkt U er aan Uw
voor Zaterdag op te geven?
Rijksmuseum
Kröller-Müller geopend.
Mr. Marchant
en mevr. Kröller-Müller
onderscheiden.
Verheer 8 ongelukken
Auto door trein verpletterd.
Meerijder op slag gedood.
brussel, 322 en 484 M. 322 M.;
12 20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroep,
orkest. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20 Trio
Ebbecke. 6.20, 6.50 en 8.20 Gr.pl,
gemeentelijke radio
distributie.
Zomersproeten
SPRUTOL
GEMENGD NIEUWS.
TWEEDE BLAD.
Het Koninkrijk Nederland, gelijk het in
den aanvang der negentiende eeuw is ont
staan, kan in het algemeen gezegd worden
gewoon te zijn aan lange regeeringen zijner
Vorsten. Willem I regeerde meer dan een
kwarteeuw en zou ongetwijfeld nog een
aantal jaren den scepter" hebben gevoerd,
indien niet de politieke omstandigheden
hem tot aftreden hadden genoopt. Koning
Willem II vormde in deze rij een uitzonde
ring met zijn zegenrijke, maar nog geen
tienjarige regeering. En onder Koning Wil
lem III herdacht Nederland niet alleen in
1874 een zilveren, doch tevens in 1889 een
veertigjarig jubileum.
Evenwel, dit is dan ook het eenige wat
de regeering van Koningin Wilhelmina bindt
aan die Harer voorgangers uit de laatste
eeuw. Weliswaar zou ten aanzien van Hare
regeering met die van Koning Willem I een
vergelijking zijn te maken in dezen zin, dat
beider bewind in twee kenmerkend onder
scheiden perioden valt te verdeelen. T.w.
voor die van Koningin Wilhelmina: de
periode van 1898 tot 1914, die bijkans onge
stoord rustig, in opgaande lijn van welvaart
en voorspoed voortging, en die van 1918 tot
heden, welke zoowel wat den innerlijken
welstand als wat de internationale rust be
treft, geheel tegenovergesteld is aan de
voorgaande. Beide worden dan ook geschei
den door de ruim vier sombere, zware
oorlogsjaren, die gedrukt hebben met een
druk dien wij nog gevoelen, op het leven
ook van ons onzijdig gebleven volk. Maar
voor het overige, hoe zijn deze thans ver-
loopen vier decennia niet te beschouwen als
één geheel van verandering en grootendeels
verbetering. Als een periode van strijd op
bijna elk gebied; als een van geweldige evo
lutie, vooruitgang en krachtsinspanning; als
eene ook, waarin het koninklijk gezag zelf
de gevolgen van deze evolutie heeft onder
vonden. En hoeveel meer afwisseling, om
het aldus te betitelen, valt er niet in deze
veertig jaren op te merken boven de perio
den, welke voorafging. Het moge zijn, dat
wij, tijdgenooten, nog te dicht staan bij de
geschiedenis van onze dagen om deze ge
heel juist te beoordeelen, maar niet ontkend
kan worden, dat wij in deze 40 jaren uiter
mate snel hebben geleefd in bijna elk op
zicht, en veel reeds hebben zien afbreken
van wat in diezelfde periode met gropte
krachtsinspanning opgebouwd werd.
Gedurende de .regeering van Koning Wil
lem III is er wel eens geklaagd overeen
(Bjèenzaming om den troon. Er waren ge-
flMten, waar men den souverein in lange
jaren niet had gezien; zelfs in het centrum
van het land werd de Koning, ook door
langdurige verblijven in het buitenland, een
onbekende. Het is de groote, niet genoeg op
den voorgrond te stellen verdienste van de
Koningin-Regentes Emma, dat zij in het
korte tijdperk, hetwelk aan haar regent
schap was voorbehouden, een kenmerkende
verandering heeft weten te verkrijgen. Het
eenigszins verbroken contact tusschen Sou
verein en volk is tusschen 1890 en 1898 vol
komen hersteld: Koningin Wilhelmina dankt
het aan Hare Moeder, dat Zij bij Haar
troonsbestijging een volk vond, haar toege
negen als al Haren voorgangers en door tal
van persoonlijke herinneringen met Haar
verbonden.
De Koningin-Regentes heeft van den aan
vang af een hooge opvatting van Haar taak
gehad; Zij is begonnen met op staatkundig
gebied zich in geregelde verbinding te stel
len met de regeering; meer dan eens heeft
Zij politieke moeilijkheden weten te voor
komen of te verhelpen. En vooral is het
Haar gelukt in breede kringen van ons
volksleven nieuwe toenadering te kweeken
tot het Koninklijk Huis, een toenadering,
die weldra weer tot sympathie en liefde
werd. Met de jonge Koningin ondernam Zij
tochten naar bijna elk deel van ons land; het
traditioneele jaarlijksch bezoek van onge
veer een week aan de hoofdstad werd her
steld, ondanks moeilijkheden, die zich aan
vankelijk deden gevoelen; alle provinciën
werden bezocht, en vooral daar, waar het
aankwam op uitingen van nationalen aard,
was de Koningin met Haar dochter aan
wezig. Koningin Emma is niet alleen een
wijze en liefdevolle Moeder geweest, maar
een Regentes met groote gaven; wellicht
mocht .het Haar bij intuïtie gelukken om
vele malen den juisten toon te treffen, het
juiste gebaar te maken; dit neemt echter
niets weg van het feit, dat Zij slaagde in een
taak, te moeilijker voor Haar, waar Zij een
vreemdelinge was in ons land, bovendien
behoorde tot een vorstenhuis van Duit-
schen stam, waar zoo geheel andere opvat
tingen heerschen!
Reeds vroeg is Koningin Wilhelmina op
geroepen voor het openbare leven, zulks op
28 Mei 1891 voor het leggen van den eersten
steen van het Wilhelmina-gasthuis te Am
sterdam. Zij zeide bij die gelegenheid: „Ik
hoop, dat dit gebouw tot zegen moge strek
ken van Amsterdam". Die woorden, uitge
sproken op een oogenblik, dat de elementen
zich niet stoorden aan eenig koninklijk be
zoek, te midden van regen en onweer, zijn
door vele andere gevolgd, maar geene heb
ben wellicht een dergelijken indruk gemaakt
als deze enkele zin, komende weliswaar uit
een kindermond, maar toch van een kind,
dat reeds de eigenaardige karaktereigen
schappen der Oranjes, met vele deugden en
gebreken, in zich toonde.
Op 6 September 1898 aanvaardde Konin
gin Wilhelmina volgens de bepalingen der
Grondwet de regeering. In de Nieuwe Kerk
te Amsterdam werd Zij plechtig gehuldigd.
„Thans" zoo sprak zij „is de ure ge
komen, waarop ik mij te midden van mijn
trouwe Staten-Generaal, onder aanroeping
van Gods heiligen Naam, zal verbinden aan
het Nederlandsche volk, tot instandhouding
van zijn dierbaarste rechten en vrijheden.
Zoo bevestig ik heden den hechten band,
dié tusschen mij en mijn volk bestaat en het
aloud verbond tusschen Nederland en
Oranje opnieuw bezegelt.
Hoog is de roeping, schoon de taak, die
God op mijn schouders gelegd heeft. Ik ben
gelukkig en dankbaar het volk van Neder
land te mogen regeeren, een volk klein in
zielental, doch groot in deugden, krachtig
door aard en karakter.
Ik acht het één groot voorrecht, dat het
mijn levenstaak étt plicht is al mijn krachten
te wijden aan het welzijn en den bloei van
mijn dierbaar vaderland.
-De woorden van mijn beminden Vader
maak ik tot de mijrfe: „Oranje kan nooit,
nóóit genoeg voor Nederland-doen!"
Hierna legde Koningin Wilhelmina den
eed af:
Ik zweer, dat ik de onafhankelijkheid en
dat ilj de Grondwet steeds zal onderhouden
en handhaven.
„Ik zweer, dat ik de onafhankelijkheid en
het grondgebied des Rijks met al mijn ver
mogen zal verdedigen en bewaren; dat ik
de algemeene en bijzondere vrijheid en
de rechten van al mijn onderdanen zal be
schermen en tot inrtar.dhouding en bevorde
ring van de algemeene en bijzondere wel
vaart alle middelen zal aanwenden, welke
de wetten te mijner beschikking stellen, ge
lijk een goed koning schuldig is te doen.
Zoo waarlijk helpe mij God!"
(Wordt vervolgd.)
Alléén 2de handsch goederen.
35 et. p. 5 regels, uitsluitend 6 contant.
In het nationale park „De Hooge Ve-
luwe" is gistermiddag het rijksmuseum
Kröller—Müller door minister prof. dr.
J. R. Slotemaker de Bruïne geopend.
Deze plechtigheid werd door ongeveer
vierhonderd genoodigden bijgewoond,
waaronder mevr. KröllerMüller en
de ministers Slotemaker de Bruïne.
Rede mr. H. P. Marchant.
De oud-minister mr. H. P. Marchant,
heette als voorzitter van de stichting het
nationale park De Hooge Veluwe de aan
wezigen welkom en gaf vervolgens "n over
zicht van het totstandkomen van het semi-
permanent museum.
Spr. hoopte dat binnen niet te langen tijd
de semi-permanentie vervangen kon wor
den door de zoozeer begeerde permanentie.
Hier ter plaatse aldus spr. is het
bewijs geleverd, dat de werkverruiming en
de werkverschaffing op dit uitgebreide veld
een prachtig doel vindt.
Mr. Marchant sprak tenslotte de overtui
ging uit, dat de regeering een open oog
heeft voor de volksbelangen, die op deze
Hooge Veluwe worden gediend.
Prof. Slotemaker spreekt.
Vervolgens sprak prof. Slotemaker de
Bruïne, die meedeelde, dat het H- M. de
Koningin behaagd heeft, mr. Marchant te
benoemen tot commandeur in de Orde van
Oranje Nassau en mevr. KröllerMüller
tot ridder in de orde van den Nederland-
schen Leeuw.
Nadat de minister zijn hartelijke geluk-
wenschen met de hooge onderscheidingen
had aangeboden, reikte hij de beide deco
raties uit.
Met den Wensch, dat velen zullen komen
genieten van de hier bijeengebrachte kunst
schatten, opdat de kunst moge bijdragen
tot verheffing en verdieping van ons volk,
besloot minister Slotemaker de Bruïne zijn
rede en verklaarde het museum voor ge
opend.
Mede namens zijn eehtgenoote sprak de
heer A. E. G. Kröller een woord van dank.
ONGELUK OP HOUTZAGERIJ.
Arbeidsongeval met doodelijken
afloop.
Gistermiddag,is op de houtzagerij van
Groot-Bramel te Vordqn een ernstig onge
luk gebeurd. De ongeveer veertigjarige H.
Sessink was bezig met.h,et smeren van een
zaagmachine. Eenige arbeiders hoorden hem
plotseling gillen en toeii zij te hulp snelden,
vonden zij S. in stervenden toestand onder
het zaagraam liggen. Vermoedelijk is het
zaagraam met de zich daarin bevindende za
gen in den nek.van het slachtoffer gevallen.
Een onmiddellijk ontboden geneesheer kon
slechts den dood constateer en. S. laat een
vrouw en drie kinderen achter.
i -
Op den onbewaakten overweg tusschen
Haarsteeg en Nieuwkuyk in het gehucht
Onsenoort, is gistermiddag de vracht
auto van den heer T, van S. uit Drunen
door een trein uit 's-Hertogenbosch ge
grepen en 150 meter meegesleurd.
De naast den heer van S. gezeten 38-
jarige groentenhandelaar M. van B. werd uit
den wagen geslingerd en op slag gedood.
De bestuurder van de auto kon zich aan
de locomotief vastklemmen. Later oleek hij
een rib te hebben gebroken. De man is naar
zijn woning vervoerd.
Het stoffelijk overschot van van B. is naar
het ziekenhuis te Vlijmen overgebracht.
De man laat een vrouw en vier kinderen
achter.
Vrijdag 15 Juli.
HILVERSUM, 1875 en 415.5 M.
(8.12.4.7.30 en 9.13.
VARA, de AVRO van 13.—4.— en
de VPRO van 7.30—9.— uur). 8
Gr.pl. (8.16 Ber.) 10.- VPRO-mor-
gen wijding. 10.20 Gr.pl. 11.
11.20 Orgelspel. 12.Gr.pl. 12-30
Het Kovacs Lajos-orkest en gr.pl.
2.— Muz. causerie met gr.pl. 2.45
Lyra-Trio, solist en gr.pl. 4.Or
gelspel en gr.pl. 5.Voor de kin
deren. 5.30 Gr.pl. 6.— Esmeralda-
Septet. 6.30 Politiek radiojournaal.
6.50 Gr.pl. 7.— Econ. overzicht. 7.20
ANP-ber. 7.30 Ber. 7.35 Zeeuwsch-
Vlaanderen, een landbouwstreek,
causerie. 8.Cello en piano. 8.30
De schoone verbondenheid, cause
rie. 9— VARA-orkest. 9.45 Deel.
10.— De Ramblers. 10.30 ANP-ber.,
10.40 VPRO-avondwyding. li-
Fantasia. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.)
11.55—12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 301,5 M. (Alg. progr.
NCRV). 8.— Schriftlezing, medita
tie. 8.15 Ber., gr.pl. (9.30 Gelukwen-
schen). 10.30 Morgendienst. 11.—
Gr.pl. 11.15 Zang en pianobegelei
ding en gr.pl. 12.Ber. 12.15 Gr.pl.
12.45 Ensemble v. d. Horst en gr.pl.
2.30 Christ. lectuur. 3.Gr.pl. 3.30
Haagsche Trio en gr.pl. 5.Gr.pl.
5.30 Orgelspel. 6.30 Voor tuinlief-
hebbers. 7.Ber. 7.15 Lit. causerie.
7.458.Rep. 8.05 ANP- en herh.
SOS-ber. 8.15 Arnh Orkestvereen.
9.De Javaan, zijn dorp en zijn
huis, causerie. 9.30 Vervolg concert.
(10.— ANP-ber.) 10.30 Gr.pl. 10.45
Causerie over het redden van dren
kelingen. 11.Gr.pl. Ca. 11.50
12.Schriftlezing.
RADIO PARIS, 1648 M. 8.10, 8.55—
9.05, 10.10 en 12.35 Gr.pl. 1.50 Zang.
2.05 Gr.pl. 3.05 en 4.35 Gr.pL 5.20
Pianovoordracht. 7.20 Zang. 8.35
Gr.pl. 8.50 Radiotooneel. 10.50 Gr.
pl. 11.2012.50 Nachtconcert.
DROITWICH, 1500 M. 11.4011.50
Pianosoli. 12.10 Orgelspel. 12.40 H.
Hall en zijn orkest. 1.15 Deel. 1.35
Het Quinton-strijkkwartet. 2.20
Troise's Banjo-orkest. 3.05 Piano-
voordr. 3.35 Mil. orkest en doedel
zakensemble. 4.35 Sportrep. 5.05
Animal snap, causerie. 5.20 Wyn-
ford Reynolds' Octet. 6.05 Sportrep,
6.20 Ber. 6.50 ParL overzicht. 7.05
Gr.pl. 7.40 Het Alfredo Campoli-
Trio. 8.05 Orgelspel. 8.35 Radiotoo
neel. 9 20 Radiotooneel met muziok.
10 05 Up against it, causerie. 10.20
Ber. 10.45 M. Brearley's orkest.
11,25 Michael Flome en zijn Band.
j i 5012.20 Dansmuziek (gr.pl.)
KEULEN, 456 m. 6.50 Gr.pl. 7.30 en
8.50 Tentoonstellingsorkest. 12.20
Robert Gaden's orkest. 2.30 Popu-
lair concert. 3.50 Gr.pl. 4.20 Zoppo-
ter Kurorkest en Schupo-orkest.
6.20 Solistenconcert. 7.20 Zangver.
Oberhausen en soliste. 8Gr.pl.
8.30 Sted. Orkest Osnabrück. 0.35
Rijksuitz. „Voor Duitschers In den
vreemde". 10.35 Cabaretprogr. 11.20
Sted. orkest Gelsenkirchen. 12.20
3.20 Mil- orkesten.
8 35 Radiotooneel. 9.20 H. Diels'
orkest. 11.-11.20 Gr.pl. 484 M.:
12.20 Gr.pl. L— en 1.30 J. Schn(j.
ders' orkest. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20
Harmonicavoordracht. 5.50 Zang.
6.05 en 6.35 Gr.pl. 6.50 Pianovoordr.
7 10 en 7.35 Gr.pl. 8.20 Luc Darcy's
9.35 Gr.pl. 10.30—11.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.20 Stepani-orkest en solisten. 8.20
Ber. 8.30 Radiotooneel. 0.20 Gr.pl.
9 35 Zie Keulen. 10.20 Ber. 10.40
Sportrep. 11-05 Ber. 11.20 Gr.pL
12.20—2.20 Zie Keulen. (1.15—1.26
Tijdsein).
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.—10.20, Parus r.
10.20—12.05, Radio PTT Nord 12.05
—12.20, Keulen 12.20—13.20, Brus
sel VI. 13.20—13.35, Keulen 13.35—
14.20, Droitwich 14.20—18.35, Keu
len 16.35—17.20, Parijs R. 17.20—
18.50, Brussel VI. 18.5019.20, D.«
sender 19.20—20.20, Brussel Fr.
20.20—21.20, Lond. Reg. 21.20
21.35. Brussel Fr. 21.35—22.20, Keu
len 22.20-23.20, Leipzig 23.20-24.—.
Lijn 4: Brussel VL 8.—9.20, Lu-
xemburg 9.20—10.35. Lond. Reg.
10 35—12.50, Droitwich 12.50—13.15,
Lond. Reg. 13.15—1720, Droitwich
17.20—18.45, Lond. Reg. 18.45—
19.40, Droitwich 19.40—2120. Nor-
mandië 21.20—2220, Droitwich
22.20-24.-.
Lijn 5: Diversen.
verdwijnen spoedig door een pot
Bij qlle Drogisten
DOOR AUTO GEGREPEN.
Ernstig gewond.
Gisteravond is de postbode J. Mulder uit
Nieuw-Amsterdam, op den weg van Nieuw-
Amsterdam naar Schoonebeek door een per
sonenauto uit Coevorden gegrepen. De man
werd ernstig gewond. Hij is in levensgevaar
lijken toestand naar het diaconessenhuis te
Emmen vervoerd.
PLOTSELING DEN WEG OVERGESTOKEN
Landbouwer gedood.
Gisteravond is de landbouwer Tien te
Staphorst, die op zijn rijwiel gezeten, zon
der richting aan te geven, plotseling naar
links den weg overstak, door een hem ach
terop rijdende personenauto van den heer
C. A. W. uit Deventer aangereden.
De landbouwer werd tegen den grond ge
smakt en was op slag dood.
DE AANRIJDING TE NIEUW-
AMSTERDAM.
Het slachtoffer overleden.
De postbode J. Mulder, die gisteravond te
Nieuw-Amsterdam door een auto werd aan
gereden en ernstig gewond, is enkele uren na
het ongeluk in het ziekenhuis te Emmen
overleden.
ONGELUK MET DOODELUKEN AFLOOP.
Tegen den grond geslagen.
De 52-jarige veehouder G. Eemstra uit de
Kallencotcrallée (e Steenwijk klom gister*
avond op een langzaam rijdende vrachtauto,
geladen met turf. Hij stapte mis en kwaa
met een zijner voeten onder het voorwiel
van de treiler. Tengevolge hiervan sloeg hü
achterover met het hoofd op den (rond. Hat
slachtoffer is kort daarop aan inwendig»
verbloeding overleden. Het stoffelijk over
schot is naar de woning overgebracht.
De ingevolge de invaliditeitswet en de
ouderdomswet 1919 toegestane renten. - Op
1 Juni 1938 werden 39.430 weduwen renten
en 14.223 weezenrenten krachtens de invali
diteitswet genoten, terwijl op genoemden
datum krachtens artikel 373 dier wet 121.705
personen in het genot waren van een als
vrucht hunner verzekering verkregen ouder*
domsrente van drie gulden per weck.
Voorts genoten 56.939 personen een invsll-
diteitsrente, als bedoeld in artikel 71 dier
wet.
Krachtens artikel 24 der ouderdomswet
1919 waren op voren genoemd en datum
113.058 personen in het genot van een als
vrucht hunner verzekering verkregen ouder*
domsrente van drie gulden per week.
Meest voorzichtig met vuur
In bosch en heide.
Pit het Engelsch van
ARTHUR SOMERS ROCHE
Door Mr. P.v.D.
24)
„Hij hield daarmee zijn beide handen vrij
voor 't klimmen", zei Dick. Overigens had
hij het in een zak gedaan en was die zak bij
het klimmen gescheurd, dan zou hij het col
lier kunnen verliezen. Maar wanneer het in
zijn mond is of om zijn hals, dan kan hij het
iedere seconde zien en voelen."
Billy haalde zijn schouders op.
„Hoe het ook zij, ik begrijp het niet. Jü
wel, Lacy?"
Ik meende van wel.
„Vingerafdrukken", gaf ik ten antwoord.
Ik had daaraan tot op deze minuut niet ge
dacht, maar ik kon wel begrijpen, dat een
bedreven inbreker wel zou trachten zijn
duimafdrukken niet achter te laten op een
kleinood, totdat hij het veilig en wel uit het
huis had gebracht. Ik vroeg mij af, of hij,
toen hij het van de kleedtafel graaide, er
„enige sporen op had achtergelaten. Waar
schijnlijk waren zij echter door mijn eigen
sporen uitgewischt.
„Ik wil er om wedden, dat je gelijk hebt",
zei Dick. „Maar zag je het collier, toen je
hem te lijf ging?"
Ik schudde van neen.
„Hij moest het toen al in zijn zak hebben
gedaan", zei ik.
„Je bent erg dapper geweest", zei Jeanne
kalm.
„Onzin", zei ik.
„Heelemaal geen onzin", zei Jeanne. „Een
tot wanhoop gebrachten man aan te
vallen
„Je hebt zelf ook zoo iets gedaan", zei ik.
„Dat was een natuurlijke impuls", zei
Jeanne.
„Maar jij alleen had de tegenwoordigheid
van geest, toen allen naar boven liepen", zei
Dick, „om naar buiten te rennen en je hem
in den weg te stellen
„Ja, Billy en jij waren boven. Toen ik
Jeanne hoorde gillen, stelde ik mij voor den
geest, welken weg hij moest nemen om het
huis te verlaten
„Een beroepsinbreker zou het niet beter
hebben kunnen uitdenken", riep Billy uit.
Ik draaide eventjes op mijn kussen heen
en weer, opdat de kleur, die ik kreeg, maar
niet zou worden opgemerkt.
Alice, van meening, dat dit een beweging
van pijn was, gaf een kreet van mede
lijden.
„Wij maken den armen stumpert nog
dood", zei zij. „Lacy, neem dit dranje in."
Zij hield een kalmeerend middel, dat de
dokter had achtergelaten, aan mijn lippen.
Ik dronk gehoorzaam.
„Iedereen moet direct hier vandaan", be
val Alice, ze de hall induwend. „Buiten de
deur zal er iemand den geheelen nacht wa
ken, Lacy", voegde zij er aan toe. „Indien
je iéts nóodig mocht hebben
„Heelemaal niets", verzekerde ik opge
wekt.
Zij knipte het electrische licht uit; ik
hoorde een onderdrukt gemurmel, en daar
na, haast niet waar te nemen, een gefluister.
„Lacy!"
„Jeanne", zuchtte ik.
„Ik kon niet weg gaan...."
„Je moet", verzette ik mij „Alicede
anderenzullen er achter komen."
„Dwaasheid", en haar stem klonk teeder.
„Natuurlijk weten zij het. Alice stuurde mij
terug. O, Lacy, moet ik je nu heusch alles
vertellen?"
Maar hoe kon ik, met haar collier in den
zak van mijn pyama, haar opwinding en de
betoovering van het oogenblik plotseling
verstoren?
„Jeanneje moet niet
Haar hand raakte mijn gezicht aan,
vluchtig, licht, en daarna was zij weg. En
ik viel onmiddellijk in slaap. De dokter was
niet iemand van halve maatregelen. Zijn
kalmeerend middel was geen slap watertje.
Den volgenden morgen gingen de gasten
van de partij uiteen. Om te beginnen, belde
mevrouw Seeley, door de reporters uitge
vraagd over de nauwkeurige waarde van de
smaragden, Jeanne in de grootste opwinding
op, om onmiddellijk naar huis te komen. En
het huis van de Wetheralls werd letterlijk
overstroomd door mannen met camera's en
reporters, die, niet tevreden met Dick's be
knopte verslag van het gebeurde, afzonder
lijke verhaaltjes van ieder deelnemer van
de partij verlangden, en in het bijzonder
mijn eigen verslag van mijn worsteling met
den inbreker.
Van de Zondagochtendbladen waren
extra-edities gedrukt, en zij waren versierd
met foto's van het huis met verklarende
stippellijnen en geteekende figuurtjes, die
Jeanne en den inbreker voorstelden, en mij
zelf en den inbreker, en verder foto's van
iederen deelgenoot van de partij. Zelfs ik,
die gedurende vele jaren camera's had ver
meden, bevond mij daaronder, een oude mo
mentopname van mij in maskerade-costuum,
in mijn studententijd genomen, die dienst
deed bij gebrek aan beter. En ik was, zooals
ik uit de koppen vernam, een man van de
wereld en millionnair, die 'n strijd op leven
en dood gevoerd had met een nachtelijken
bandiet. Alice en Dick hadden mij na het
vertrek van de andere gasten laten slapen.
Zij deelden mij mede, dat Jeanne een bood
schap voor mij had achtergelaten, en alleen
was weggegaan, met de Aldines op het
angstig aanhouden van haar moeder.
Zij verzochten mij om tenminste tot den
volgenden dag te blijven, maar ik bracht
hun aan het verstand, dat, zoolang ik in hun
huis zou blijven, de verslaggevers niet zou
den weggaan, daar het nu eenmaal, journa
listiek gezien, was uitgemaakt, dat ik de held
van de historie was.
Het hoofd van de plaatselijke politie en
het hoofd van het agentschap van particu
liere detectives spraken beiden met mij
maar behoudens een paar ambtelijke vra
gen en hun overeenstemming met mij dat
de inbreker het collier niet met zijn handen
had meegenomen uit angst voor vingeraf
drukken en evenmin In zijn zak uit vrees
voor kwijt raken, - dit in overeenstemming
met Dick, hadden wij weinig met elkaar
te praten gehad.
Ik stond de reporters kort te woord, on
derwierp mij eraan, omdat er nu eenmaal
geen uitweg mogelijk bleek, dat er van mi)
te zamen met den commissaris van politia
een foto werd genomen, en stapte toen in
mijn wagen om naar New-York terug te rij*
den Want ik wist, dat Slavini met mi)
wenschen te spreken, en er op zou aandrin*
gen, dat ik hem weer vanuit de drogisterij
te Tarrytown zou opbellen, en dat was e*"
nsico dat ik niet begeerde te loopen.
Ik had gelijk. Ik had mijn koffers nog niet
uitgepakt, toen de telefoon op mijn slaap*
kamer in het Plandome-hotel ging.
"^M^ta"' ze' de eigenaar van de stem.
..Ja?" zei ik.
„Hoe staan de zaken?" vroeg hij.
„Heb je de couranten niet gelezen?"
ik vinnig ten antwoord.
„Ik belde de Wetheralls op en kwam te
eLeVat «Jui,t naar de stad terug reed."
,.En? zei ik.
..Ik wou even bij je aanloopen", zei hU-
hWnn.rtnï""
Want een element van onze samenwer*
ditZ0?a^ ik reedi heb uiteengezet,
ken dat kT .i u 1 Publ,ek 2011 Uten blU'
«en, dat hij mij kende
Ikt*kr*" zel ik boos, „ik ben dood op.
niet uitgaam"Verm0°rd lk kan w-rk#W*
„Enfin, dan kom ik by je aan. Alleen maar
even overwippen naar je kamer ik wW» het
nummer." mw' 1K we"
-Ga je gang", zej
(Wordt vervolgd'-