fVÖfcÖL
NEDERLAND
IKONINGIN WILHELMINA
„40 jaren Koningin
der Nederlanden"
De beperking van het recht van vereeniging.
rider de
aanwezigen
Regeering en Parlement,
t>
Binnenland
Velen van de noodzakelijkheid der wet niet overtuigd.
Formuleering maakt willekeur
mogelijk.
■ió venftukkeiy
Jteuilletau
1898 ONDER IQ^R
Vervolg.
Toen Koningin Wilhelmina uit handen van
Haie Moeder, die gedurende een achttal
jaren het Regentschap met eene toewijding,
die Nederland nu nog dankbaar erkent, had
gevoerd, de Regeering overnam, was het
ministerie Pierson-Goeman Borgesius aan
het bewind. Het was uit de stembus van
1897 voortgekomen; stembus, die een ietwat
twijfelachtige overwinning aan de gezamen
lijke liberale groepen schonk. Feitelijk kan
dit ministerie het laatste in de tevoren bij
kans onafgebroken rij der liberale mi
nisteries slechts een paar jaar onderbro
ken door dat onder leiding van Mackay
worden genoemd. Het heeft zich onderschei
den, dank zij Goeman Borgesius" persoonlijk
heid, door een krachtige werkzaamheid op
sociaal gebied; het voldeed niet alleen aan
gestelde eischen van indirect sociaal aard
als de totstandkoming van de Leerplichtwet,
maar het bracht directe sociaale regelingen
van beteekenis, als de aanvankelijk door de
Eerste Kamer verworpen en daarna gewij
zigde Ongevallenwet, als de Woning- en Ge
zondheidswetten en enkele andere regelin
gen, neergelegd in algemeene maatregelen
van bestuur of koninklijke besluiten. Even
wel, de eigenaardige transigente politiek
van Borgesius; het ondermijnen van het ge
zag van dit ministerie door degenen, die
het op grond van het verleden van een
zijner voornaamste leden het naast hadden
moeten staan, bereidde de liberale débacle
van 1901 voor. In dat jaar kwam de reeds
tevoren aanwezige splitsing in de Liberale
Unie tot uiting; de Vrijzinnig-Democrati
sche partij werd opgericht. De rechtsehe
partijen, aaneengesloten in een hechte
coalitie onder leiding van dr. A. Kuyper,
verkregen een overwinning, zoodanig betee-
kenend, dat de leider der anti-revolution-
naire party ditmaal niet aarzelde om zelf het
bewind in handen te nemen. Het ministerie-
Kuyper, dat ons in strijd met vroegere
gebruiken een werkelijken premier
bracht, is een ministerie geweest van stérk
persoonlijk regime. De medewerkers van
den premier, hoe bekwaam en ervaren som
migen ook op eigen gebied, waren minder
beteekenend naast zyn kolossale figuur. Hij
heeft de binnenlandsche politiek in dit
viertal jaren absoluut gedomineerd; de aan
vallen, die men zoowel op zijn persoonlijk
beleid als op de algemeene wetgeving onder
zyn ministerie deed, sluitten af op zijn in
het Parlement niet te overtreffen weder
woord. Zoo werden ook de aanvallen, die
van linksche zijde op de regeering werden
gedaan ter gelegenheid van de in omvang
ongekend groote spoorwegstaking, welke in
1903 zooveel beroering bracht, op hem ge
concentreerd.
Toen tenslotte dit ministerie door zyn
katholieken Minister van Financiën het voor
Nederland beproefde stelsel van vrijhandel
wilde doen aantasten, teekende de tegen
stand zich steeds duidelijker af. De verkie
zingen van 1905 waren verkiezingen vöor
of tegen Dr. Kuyper; de meerderheid der
kiezers bleek hem niet trouw te blijven.
Het was intusschen voor het zeer heterogene
links een twijfelachtige overwinning, die ten
hoogste 52 zetels aan de zijde der nieuwe
Regeering stelde. Terecht zag toen Goeman
Borgesius, die in den verkiezingsstrijd de
leidende rol had gespeeld, in, dat op dezen
zwakken grondslag een sterk uitgesproken
partij-ministerie onder zijn eigen aanvoering
geen kans van slagen zou hebben. De for
matie van het Kabinet werd opgedragen
aan den hier te lande met verlof vertoeven-
den vice-president* van den Raad van Indië,
den heer de Meester, die zich parlementaire
en niet-parlementaire figuren tot mede
werkers koos. Een krachtiger persoonlijk
heid dan deze Kabinetsformateur die het
vroeger gebruik van een tijdelijken voor
zitter van den Ministerraad onmiddellijk in
eere herstelde zou wellicht geslaagd zijn
in de moeilijke taak om leiding te geven in
de nieuwe parlementaire periode; de Meester
kon het niet en zijn gebrek aan parlemen
tair tact en ervaring bleek herhaalde malen
op voor het prestige van het Kabinet on
houdbare wijze. In den Minister van Oorlog
Generaal Staal had zyn Kabinet een knap,
maar ietwat grillig medewerker; deze ging
ter'bezuiniging op de militaire uitgaven
over tot de afschaffing van het zgn. „blij
vend gedeelte". Dezè hervorming, door des
kundigen fel aangevochten, lokte heftige
critiek uit; de betreffende begrooting van
Oorlog kon in de Tweede Kamer slechts
eene meerderheid verwerven dank zy het
bezadigd bemiddelend optreden van Tijde-
man in den bekenden „nacht van Staal".
Toen de Eerste Kamer de begrooting ver
wierp, moest de Minister aftreden en werd
hy vervangen door Minister van Rappard.
Diens ministerschap opende de periode van
hopeloos weifelen op militair gebied; is er
mede schuld aan, dat voorgoed de politiek
zich, althans voor een lange reeks van jaren,
van het militaire vraagstuk en zyn oplossing
kon meester maken. Van Rappard werd, nog
voor het einde van 1907, ten val gebracht
door een toevallige combinatie van oppositie
en vrijzinnig-democraten.
De oppositie van 1907, staande onder lei
ding van Heemskerk, kon zich aan de ver
antwoordelijkheid om een nieuw Kabinet te
vormen, moeilijk onttrekken. In het begin
van 1908 trad dit nieuwe Kabinet, met een
uitgesproken rechts politiek karakter, op,
een Kabinet dus, steunend op een minder
heid in de Kamer. Heemskerk was gelukkig
in de keuze zijner medewerkers; onder zijn
ministers telde hy De Marees van Swin-
deren voor Buitenlandsche Zaken, Nelissen,
later Regout voor Justitie, een anderen
Regout voor Waterstaat, Idenburg, althans
aanvankelijk, voor Koloniën, en Talma,
wiens maidenspeech in 1901 reeds dadelijk
de aandacht op deze strijdbare figuur uit
de kringen van „Patrimonium" had geves
tigd, voor het in 1905 nieuw gecreëerde
departement van Landbouw, Handel en Nij
verheid. De politiek van dit ministerie was
gematigd, en mede daaraan is zeker toe te
schrijven, dat de verkiezingen van 1909,
onder vrijwel algemeene onverschilligheid
gevoerd, het een ongekend groote meerder
heid: 60 tegen 40 hebben verschaft. Echter,
het dient erkend, ook in de latere vier jaren
werd deze politiek niet agressief, wanneer
men de Zedelijkheidswetten van Minister
Regout buiten spel laat. Op sociaal gebied
echter kwamen de tegenstellingen duidelijk
naar voren. De linksche partijen voerden
het denkbeeld van staatspensioen in haar
banier; van de zijde der rechtsehe partijen
werd daartegen aangevoerd, dat een derge
lijk pensioen op moreel-ethischen grondslag
niet te verdedigen viel en werd in de ach
tereenvolgens totstandgekomen Invalicii-
teits-, Ziekte- en Radenwetten van Minister
Talma het beginsel der verzekering met
deelneming van de arbeiders en onder lei
ding van vrij ingewikkelde staatsorganen
neergelegd. De behandeling dezer Verzeke
ringswetten, waaraan een vrij ingrijpende
wijziging van de Arbeidswet was voorafge
gaan, blijJt daarom ook thans nog in herin
nering, wijl toen voor het eerst in het Ne-
derlandsche Parlement van min of meer uit
gesproken obstructie kan worden gewaagd.
Hebt u reeds, als abonné van de
Alkmaarsche Courant, ingeteekend op
onze premie-uitgave
een prachtig boekwerk, met ongeveer
400 foto's uit het leven van onze
koningin?
Het boek verschijnt in Augustus.
Verzekert u van zoo'n boek door nog
heden te bestellen. Dealbumszyn
uitsluitend bij vooruitbetaling,
zoodat ge door inzending van het be
drag na verschijnen het album kunt
ontvangen. De prijs bedraagt 0.75
afgehaald aan ons bureau, fr. p. post
0.95. Postgiro 37960 N.V. Boek- en
Handelsdrukkerij v/h. Herms. Coster
en Zoon, Alkmaarsche Courant.
Bij de afdeelingsonderzoek van het
wetsontwerp tot wijziging en aanvulling
van de wet van 22 April 1855, tot rege
ling en beperking der uitoefening van
het recht van vereeniging en vergade
ring, en van eenige daarmede verband
houdende artikelen van de wetboeken
van strafrecht en strafvordering ver
klaarden verscheidene leden, dat zij van
de noodzakelijkheid van elk der daarin
voorgestelde wijzigingen nog geenszins
overtuigd waren.
Op welke gronden?
Gaarne zouden zij nader worden inge
licht over de gronden, waarop de regeering
tot de indiening van het ontwerp gekomen
is. In het bijzonder zouden zy het op prijs
stellen te mogen vernemen of bepaalde toe
standen of gevallen de regeering tot het in
zicht gebracht hebben, dat in de wet van
1855 de voorgestelde wijzigingen moeten
worden aangebracht, en zoo ja, welke toe
standen of gevallen dat geweest zijn.
Voor een zoo ingrijpende wijziging als
deze moeten toch, zoo meenden deze
leden, wel zeer klemmende redenen
kunnen worden aangevoerd, wil de re
geering de Staten-Generaal van de nood
zakelijkheid daarvan kunnen overtuigen.
Een andere motiveering zagen zij dan
ook met belangstelling tegemoet.
Het repressief toezicht.
Met name meenden deze leden te moeten
twijfelen, of een verscherping van het re
pressief toezicht in den vorm van den om
vang als thans wordt voorgesteld door de
feiten gewettigd wordt.
Tegen twee van de verdere grondgedach
ten van het ontwerp, n.1. dat deelneming van
vreemdelingen aan Nederlandsche staatkun
dige vereenigingen niet wenschelijk is, en
dat Nederlandsche staatkundige vereenigin
gen haar werkzaamheden niet tot het bui
tenland behooren uit te breiden, hadden zij
in beginsel geen bezwaar, integendeel. Zy
konden deze gedachten wel als juist aan
vaarden.
Vage terminologie.
Reeds dadelijk wilden zij er echter op
wijzen, dat de wijze, waarop die gedach
ten zijn uitgewerkt en in het bijzonder
de vage en rekbare terminologie van
het ontwerp, aanleiding moet geven tot
zoo groote moeilijkheden, dat het ont
werp op deze punten huns inziens zeker
Vrijdag 22 Juli.
HILVERSUM, 1875 en 415,5 M.
(8.12.4.—7.30 en 9.—12.— VA
RA, de AVRO van 12.4.en de
VPRO van 7.30—9.— uur). 8 Gr.
pl. (8.16 Ber.) 10.VPRO-morgen-
wijding). 10.20 Gr.pl. 11.Deel.
11.20 Orgelspel. 12.De Palla-
dians. (Ca. 12.15 Ber.) 1.Gr.pl.
1.45 Pianovoordr. 2.10 Deel. 2.30
Variété-progr. 4.Gr.pl. 5.Voor
de kinderen. 5.30 Orgelspel. 6.
Fantasia. 6.30 Politiek Radiojour
naal. 6.50 De Ramblers. 7.20 ANP-
ber. 7.30 Ber. 7.35 Langs steden en
dorpen, cyclus. 8.Zang en piano.
8.30 Frieslands oude geschiedenis
en cultuur, cursus. 9.VARA-
orkest. (In de pauze's gr.pl.) 10.
Gr.pl. 10.30 ANP-ber. 10.40 VPRO-
avondwijding. 11.Esmeralda-
septet (gr.opn.) 11.30 Jazz-progr.
(gr.pl.) 11.55—12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 301,5 M. (Alg. progr.
KRO). 8.—9.15 Gr.pl. (Ca. 8.15 Ber.)
10.Gr.pl. 11.30 Bijbelsche cause
rie. 12.Ber. 12.15 Gr.pl. 2.Or
gelspel (In de pauze gr.pl.) 3.
Gr.pl., hierna ber. 4.KRO-Ka-
merorkest. 4.45 Tenor en piano. 5.
KRO-orkest. 5.45 Gr.pl. 6.Land
en tuinbouwcauserie. 6.20 KRO-
melodisten en solist. 7.Ber. 7.15
Het vraagstuk der geschoolde
werkkrachten, causerie. 7.35 Musica
Catholica. 8.— ANP-ber. 8.15
KRO-boys en solist. 8.45 Gr.pl. 9.
Wat doet U met Uw oude rijwiel
plaatjes?", causerie. 9.10 KRO-
orkest. 10.KRO-melodisten en
solist. 11.05—12— Gr.pl
DROITWICH, 1500 M. 11.20 Viool-
voordr. 11.45 Het Norbert Wethmar
Trio. 12.10 Orgelspel. 12.40 H. Hall
en zijn dansorkest. 1.15 Deel. 1.35
Gr.pl. 1.50 Rep. 3.05 De West Cal-
der Brass Band. 3.35 Gr.pl. 4.05
BBC-Midland-orkest. 5.20 Sportrep.
6.20 Ber. 6.45 Sportrep. 7.Ber.
7.05 Parlementair overzicht. 7.20
Sopraan en tenor. 7.50 BBC-
Variété-orkest en solisten. 8.20 Lew
Stone en zyn Band. 9.10 Causerie
over luchtbescherming. 9.20 Viool
en piano. 10.05 Up against it, cau
serie. 10.20 Ber. 10.50 Lit.-muz. pro-
giamma. 11.15 Jack Harris en zyn
Band. 11.50x2 20 Dansmuziek
gramofoonplaten
RADIO PARIS. 1648 M. 8.10, 8.55,
9.50 en 12.35 Gr.pl. 1.50 Zang. 2.05
Gr.pl. 3.05 Zang. 3.20 Gr.pl. 4.35
Pianovoordr. 5.20 Viool en piano.
7.20 Gr.pl. 8.35 Zang. 8.50 Concert
uit Vichy. 10.50 Gr.pl. 11.20—12.50
Nachtconcert.
KEULEN, 456 M. 6.50 Gr.pl. 7.30
Trompetterkorps. 8.50 Het Omroep-
kleinorkest. 12.20 H. Hagestedt's
amusementsorkest. 1.35 Omroep-
Amusementsorkest. 2.30 Populair
concert. 4.20 Danziger Landesorkest
en Schupo-orkest. 6.40 Zang, viool
en piano. 7.20 Gr.pl. 8.30 Rep. 8.55
HJ-koor en instr. solisten. 9.20
Jahn-herdenking. 10.35 Gr.pl. 11.20
Duisburg's Sted. orkest en koren.
12.203.20 Nachtconcert.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M
12.20, 1.30—2.20, 5.20, 6.50 en 7.20
Gr.pl. 8.20, 9.20 en 10.30—11.20
Vlaamsch Nat. progr. 484 M.: 12.20
Gr.pl. 12.50 en 1.30 E. Loiseau's
orkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Piano
voordr. 5.35 Deel. en grpl. 5.55 Zang.
6.05 en 6.35 Gr.pl. 6.50 Cabaret-
progr. 7.35 Wedstryd. 8.20 Viool
voordracht. 8.40 Gr.pl. 9.20 Verkorte
opera „Louise". 10.5011.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.35 Het Lutz-kwartet, kinderkoor
en solisten. 8.20 Kernspreuk, ber.
8.30 Weensch Symph.-orkest. 9.20
Jahn-herd. 10.20 Bei. 10.50 Viool
en piano. 11.05 Ber. 11.20 Omroep-
kleinorkest en solist. 12.202.20
Omroeporkest. (1.151.26 Tydsein).
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.10.20, Parijs R.
10.20—12.05, Radio PTT Nord 12.05
—12.20, Brussel VI. 12.20—14.20,
Keulen 14.2015.20, Danmarks
Radio 15.2016.20, Keulen 16.20
17.20, Parijs R. 17.20—18.50. Brus
sel VI. 18.5019.05, Brussel Fr.
19.05—19.20, Keulen 19.20—20.20,
Brussel Fr. 20.20—20.50, Parys R.
20.50—22.50, Keulen 22.50—24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8—9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Lond. Reg.
10.3511.45, Droitwich 11.45—13.15,
Lond. Reg. 13.1513.35, Droitwich
13.3517.20, Brussel VI. 17.20—
18.05, Brussel Fr. 18.05—18.20,
Droitwich 18.2018.45, Lond. Reg.
18.4519.40, Droitwich 19.4021.10,
Lond. Reg. 21.1021.20, Droitwich
21.20—22.50, Lond. Reg. 22.50—
23.15, Droitwich 23.15—24.—.
Lijn 5: Diversen.
TANDPASTA
O
Uit het Engelsch van
ARTHURSOMERS ROCHE
Door Mr. P. v. D.
30)
„Natuurlijk niet", zei ik.
„Dus dan maar haar hart breken, hè?
Dan maar op haar los trappen, enkel en al
leen om dingen, die je hebt uitgevoerd,
voordat je haar ooit ontmoet had. Een mooie
flater, die je daar tegenover een behoorlijk
meisje begaat! Hoe zit het met dat ver
haal, waarover je haar sprak? Van plan
schoone lei met haar te maken? Of ga je
haar opnieuw afvallen, verdwijnen, en haar
dan maar zich af laten vragen".
„Ik ben van plan haar alles te vertel
len", zei ik.
„En gesteld nu eens, dat zy zegt, dat
het haar niet kan schelen? Neem eens aan,
dat ze je nog net zoo lief heeft?"
„Niet mogelijk, dat ze dat zou kunnen",
zei ik.
„Hoe weet je dat? Wie weet er wat van
af, hoe welke vrouw ook maar iets zal op
nemen?"
„Je stelt een hoop belang in dat alles,
hè?" vroeg ik.
„Ik heb me het recht verworven hierin
belang te stellen. Ik betaalde 'n heele hoop
voor mijn belangstelling. Ik betaal die met
het collier, sukkel. Nu moet je luisteren,
als je een Jan Sul was, dan zou je alles,
wat je in de laatste jaren hebt gedaan,
nooit hebben klaar gespeeld. Maar je bent
gewiekst. En je behoorde nu gewiekst ge
noeg te zyn om een uitweg uit dit alles te
verzinnen".
„Zet een streep onder alles wat achter
je ligt. Het komt zelfs heelemaal niet ter
sprake. Nergens voor noodig het meiske te
vertellen, hoe je aan je broodje kwam. Zy
verwacht nu een verhaal. Wel, zing haar
wat voor. Je dacht, dat er „verstandsver
bijstering in je oude stamboom" voorkwam,
hè? En nu hebben de dokters je verzekerd,
dat de oude stamvader zacht als zijde is.
Je had vriendeneen heele hoop. Je
kunt zelf een heerebaap krijgen en dat
komt uitstekend overeen met hetgeen,
waarmee je de laatste maanden in gedach
ten mee bezig was. Het lijkt me een puike
oplossing. Niets ter wereld legt je wat in
den weg".
„Neen", zei ik bitter", nietmet uit
zondering van Pots Slavini, Andy Horn
en Jimmy Greco. En de man, die achter
hen staat".
„En ik ook, hè?" lachte hy. „Wel, ik zal
je laten zien, aan welken kant ik sta. Vang.
Crandall!"
Van het eene naar het andere einde vloog
daar myn eigen wapen door de lucht. Met
één hand ving ik het op.
,3ekyk het maar eens goed; kijk maar,
of het puik werkt, en of ik er iets mee heb
uitgevoerd. In orde?"
„Het lijkt me wel", zei ik verbaasd. „Wat
wil je, dat ik er mee doe?"
„Het gebruiken", zei hij. „Indien je wer-
kélijk lef hebt, gebruik het dan zoo, als
ik je meteen zal zeggen. Ben je een laffe
kerel, die den gemakkelijksten weg wil,
steek het dan recht in je mond en haal den
haan over. Een smerige, maar ongetwijfeld
veilige manier".
„En wat wou je me dan over het ge
bruik er van vertellen?" vroeg ik.
„We hebben dus Slavini, Horn, Greco
en de man, die achter hen staat, hè? Dat
zijn er precies vier. En zij zouden Kern
Peters graag ontmoeten, niet? Zy1 zouden
het wel allemachtig fijn vinden nog zoo'n
goeien sul te hebben om van allerhande uit
te halen, hè? Wel, die kleine Kernan met
zijn goeie hart wil de menschen zoo graag
een pleizier doen. Hy en z'n nieuwe kame
raad, Lacy Crandall, zoo'n aardig stelletje
samen, zijn er werkelijk fel op om die goe
de Andy, en die brave Pots, en die beste
Jimmy, en dien knappen man, op wiens pij
pen zij dansen, een groot pleizier te doen.
Begint er nu eindelijk iets in je dikken kop
door te dringen, jonge man?"
„Ik ben er nog niet heelemaal achter",
zei ik langzaam.
„En jij bent die heldere jongen, die de
klabakken jarenlang te grazen hebt ge
nomen? Ik begin te gelooven, dat het niet
zoo moeilijk is om in dit vak nummer één
te zyn als ik tot dusverre had gedacht. Wel,
luister eens, Lacy. Je verroert geen vin
meer, totdat je den kei hebt ontmoet. Kun
je me volgen? Pots en de anderen mogen
je dan overbluffen en probeeren je angst
aan te jagen en dreigen met chantage, maar
zouden ze heusch hun visitekaartje aan de
riet ongewijzigd tot wet mag worden
verheven.
Zou dit toch geschieden, dan zullen
bona-fide vereenigingen ten zeerste in
haar werk worden gehinderd, terwijl
niettemin ernstige misbruiken als sub-
sidieering van extremistische groepen
door buitenlandsche organisaties nau
welijks zullen worden belemmerd.
Voorts verklaarden zy ernstig bezwaar te
hebben tegen de voorgestelde uithieiding
van de bevoegdheden der politie en tegen
het in het ontwerp opgenomen volstrekte
verbod voor vreemdelingen om het woord te
voeren in vergaderingen, waarin jitsluitend
of mede de Nederlandsche staatkunde wordt
behandeld.
Instemming.
Vele andere leden hadden de indiening
van dit wetsontwerp met instemm;ng be
groet. Zy waren van oordeel, dat de vrijheid
van vereeniging en vergadering, welke zij
op zich zelf als een groot goed beschouw
den, beschermd moet worden door misbruik
van die vrijheid beter te keeren dan onder
de werking van de thans geldende wet mo
gelijk gebleken is.
Misbruik van de vrijheid van vereeniging
en vergadering kan thans ernstiger gevolgen
hebben dan den wetgever van 1855 voor
oogen stonden.
politie gaan afgeven? Ik denk wel van
niet.
Dus ze brengen je dan naar den baas
van het zaakje. En dan heb je ze alle vier
in een kamer bij elkaar. En je revolver
heeft zes schoten. Er blijven er dus twee
over voor vreemden, die ongevraagd de ka
mer zouden kunnen binnenkomen".
„Moord?" zei ik.
„Zou je dat zóó noemen? Tja, aan zulke
plannetjes zyn risico's verbonden, Cran
dall, en dat zou jy moeten weten. Wel, die
vier kerels loopen tegen hun risico op en
daarmee uit. En zy gaan dood. Tenzij ie
vindt, dat vier tegen twee een te groote
overmacht uitmaakt".
„Twee?" vroeg ik.
„Zeker, zei ik dat niet? Heb ik je niet
verteld van je nieuwen kameraad. Kern
Peters, die er meer dan verzot op is met
al je vriendjes kennis te maken? Wel, voor
het geval, dat één van je vier schoten
mocht missen, dan staat die beste oude
Kern pal naast je, en, weet je, Crandall, ik
heb tot nu toe nog nooit gemist".
Even opgeruimd alsof hij zich een aller-
vroolijkst feestje voorstelde, luchtte hij zijn
plan tegen my.
Ik weet eerlijk niet, wat ik op zijn voor
stel, dat in deze dagen van georganiseer-
den bende-moord nog niet eens zoo onge
looflijk fantastisch was, zou hebben geant
woord. Maar voor ik nog kon ontwoorden,
ging de telefoon. Het was Slavini.
„Hoor eens, Lacy", zei hij, „de chef wil
je zien".
„Wil me zien?" zei ik. Mijn hart bonsde
van snellen triomf. Toch sputterde ik, om
dat Slavini zyn argwaan altijd gauw bij de
Andere leden zeiden deze wyziging als een
„nieuwe stap naar het staatsabsolutisme van
de r.k. party" te beschouwen, een zienswij
ze, waartegen zeer vele leden met kracht op
kwamen.
Zy wezen er voorts op, dat gesteld,
dat deze bewering juist ware juist
deze leden eenenmale het recht missen
zich te beklagen over willekeur en stre
ven naar staatsabsolutisme.
Zy zyn immers juist voorstanders van
een staatkundig stelsel, dat slechts dc
macht als richtsnoer kent en dat de on
derdanen zou brengen in een toestand
van vrijwel volkomen rechteloosheid.
Organisaties van buitenlanders.
Van verschillende zijden betreurde men
bet standpunt der regeering, dat dit wets
ontwerp niet de plaats is tot het treffen van
een regeling omtrent staatkundige organisa
ties van vreemdelingen hier te lande, welke
geen betrekking hebben op de staatkunde
van Nederland, doch op die van het eigen
land. Zulke organisaties van buitenlanders,
zoo meende men, kunnen bezwaarlyk langer
ongemoeid worden gelaten.
Mogelijkheid tot willekeur.
Van verschillende zyden werd er de
aandacht op gevestigd, dat, al moge de
regeering by de behandeling van dit
hand tegen. „Heb je hem dan niet gezegd,
dat ik het bed moest houden?"
„Hij wil je toch zien. Hy wil je eens op
nemen. Het heeft geen zin hierover ruzie
te maken, Lacy; hy wil je hebben".
„Waarvoor wil hy me opnemen?" vroeg
ik.
„Dat zijn zijn zaken", zei Slavini. „Nou,
wat moet ik hem zeggen? Het is beter je
niet te drukken, Lacy".
„Waar moet ik hem dan zien?" vroeg
ik stuursch.
„Ken je de „Blotter?" vroeg ik.
Die kende ik, een befaamde nachtkroeg,
die klandizie trok vanwege de ijverig ge
adverteerde omstandigheid, dat de be
ruchtste bandieten van de stad daar
's avonds met hun vrouwen pronkten.
„Nu?" zei ik.
„Je hebt daar te zynen wel om tien
uur. Er zal een tafel voor je worden gere
serveerd. De gérant zal je er naar toe
brengen".
„En de chef zal me daar ontmoeten?"
vroeg ik begeerig.
„Dat zei ik niet. Jij moet daar zijn
klokke tienin de „Blotter". Begrepen?"
„Dus om tien uur in de Blotter", herhaal
de ik.
„Juist. En zeg, Lacy, wanneer er mis
schien het een of ander niet heelemaal
waar mocht zijn van je verhaal over het
gevecht van gisteravond of over dat col
lier dan kon je me dat beter nu ver
tellen, Lacy".
„Waar wil je in hemelsnaam heen?
schreeuwde ik. „Heb je dan niet gezien,
hoe ik er uitzag?"
(Wordt vervolgd.)
Maar datzötl ]C nt«