GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR. Op het Kampereiland. Om 1 uur kwam de raad hedenmiddag, onder voorzitterschap van burgemeester van Kinschot bijeen. Afwezig met bericht van verhindering de heer Sietsma. De notulen werden onveranderd vast gesteld. Ingekomen waren: a. Een brief dd. 15 Juli 1938, nr. 8240H, afd. N.O. van den Minister van Onderwijs' Kunsten en Wetenschappen houdende goedkeuring tot Wederopzegging van het raadsbesluit van 30 Juni 1938, nr. 21A tot wijziging van de verordening voor de Ge meentelijke Avondschool voor lager nij verheidsonderwijs. Aangenomen voor kennisgeving. b. Een brief dd. 29 Juni j.L van Gede puteerde Staten dezer provincie, ten ge leide van een uittreksel uit het Koninklijk besluit van 15 Juni 1938, nr. 41 houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 19 Mei 1938, nr. 18 tot wijziging van de ver ordening op de heffing van leges. Als voren. c. Een brief dd. 29 Juni jl. nr. 203 van hetzelfde College, ten geleide van de door hen vastgestelde gemeenterekening als mede rekeningen der bedrijven over het dienstjaar 1936. Als voren. d. Een verslag van het Centraal Bureau voor verificatie en financieele adviezen der vereeniging der Nederlandsche Gemeenten, van de opneming van kas en boeken van het Gas-, het Electrciteits- en het Radio- bedrijf, op 20 Juni j.L Als voren. e. Een brief dd. 12 Juli 1938 van Cura toren van het Murmellius-gymnasium, ten geleide van het verslag van het gymnasium over 1937. Als voren. f. Een brief dd. 13 Juli 1938 van den heer Mr. J. Belonje, alhier, houdende dank betuiging voor zijne benoeming als leeraar aan de Handelsschool in de staatsinrichting en het recht van het maatschappelijk ver keer. Als voren. g Een .adres dd. 15 Juli 1938 van de heeren H. A. H. Oudt en C. Troost, bewo ners van „Huize Westerlicht", verzoeken de het pad langs den westelijken gevel van „Westerlicht" om te leggen en het hinder lijk geboomte op te ruimen. In handen gesteld van B. en W. ter af doening. h. Een verslag van het Centraal Bureau voor verificatie en financieele adviezen der Vereeniging van Nederlandsche Gemeen ten, van de opneming van kas en boeken op 1 Juli 19S8, van het slaohthuisbedrijf. i. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 117 van Gedeputeerde Staten dezer provincie, t?n geleide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 30 Juni 1938, nr. 13, tot verhuur van een perceel grond aan de Uitenboschstraat aan J. Sterk, alhier. j. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 148 van hetzelfde college, ten geleide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 30 Juni 1938, nr. 11, tot verhuur van grond aan de Nieuwpoortslaan. k. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151 van hetzelfde college, ten geleide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 30 Juni 1938, nr. 6, tot verkoop van grond aan de Rembrandtstraat aan J. Zijp, alhier, of zijn lastgevers. 1. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151 van hetzelfde college, ten geleide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 30 Juni 1938, nr. 7, tot verkoop van grond aan de Rembrandtstraat aan P. Dekker, alhier, of zijn lastgevers. m. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151 van hetzelfde college, ten geleide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 30 Juni 1938, nr. 8, tot verkoop van grond aan de Rembrandtstraat aan G. Liefhebber, alhier, >f zijn lastgevers. n. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151 van hetzelfde college, ten geleide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 30 Juni 1938, nr. 9, tot verkoop van grond aan de Rembrandtstraat, aan P. Dekker, alhier, of zjjn lastgevers. o. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151 van hetzelfde college, ten geleide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 30 Juni 1938, nr. 10, tot verkoop van grond aan de dr. Schaepmanstraat aan J. Glas te Heiloo of zijn lastgevers. p. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151 van hetzelfde college, ten geleide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 3 Juni 1938, nr. 12, tot verhuur van een VAN DER WILK EN BERKHOUWER IN ACTIE TE HAARLEM. Gisteravond hebben v. d. Wilk en Beik- houwer deelgenomen aan de athletiek- wedstrijden die het slot vormden van de Haarlemsche sportweek en die dank zy de geweldige publieke belangstelling een grandioos sportfestijn werden. v. d. Wilk kwam uit op de 100 meter invitatie. Zijn serie liep hij zeer goed. Hy kwam als eerste aan, mede door zijn sneue start waarbij hij z.g n in het schot viel. In de finale was hij minder gelukkig. Eemgs- zins van streek gebracht door een paar valsche starts had hij een slechte start waardoor hij een moeilijk in te halen ach terstand kreeg, zoodat hij zich met de e plaats tevreden moest stellen Berkhouwer kwam uit op de 1500 M. invi tatie. De Alkmaarder liep een verstandige race en bleef in het midden hangen, waarbij hij getrokken werd door zijn voormannen. Tenslotte gaf hij in de laatste ronde een goede eindspurt, waardoor hij zich als derde plaatste achter Kalkman en de Ruyter, een resultaat, waarmede hy tevreden kon zyn. Ongetwijfeld hebben v. d. Wilk en Berk- houwer dan ook het hunne bijgedragen to het slagen van dit athletiekfeest. strook grond aan de Dr. Schaepmankade r Woningbouwvereniging „Goed Wonen", alhier. q- Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151 van hetzelfde college, ten geleide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van Juni 1938, nr. 27, tot verkoop van twee strooken grond aan de Noordholland- sche levensverzekeringmaatschappij N.V. van 1891 te Alkmaar. r. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151 van hetzelfde college, te geleide van het Tr he^ goedgekeurd raadsbesluit van 30 Juni 1938, nr. 32, tot verkoop van grond aan de Rembrandtstraat, hoek Gerard Dou- straat, aan P. Dekker, alhier of zijn last gevers. s. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151 van hetzelfde college, ten geleide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 30 Juni 1938, nr. 33, tot verkoop van grond, gelegen ten oosten van de Emanuel de Wittestraat, aan de N.V. Bredero's Bouwbedrijf te Utrecht. De stukken h tot en met s werden voor kennisgeving aangenomen. t. Brieven .d.d. 18 Juli 1938 van het Bestuur der Vereeniging St. Joseph voor de R.K. Jongensscholen, alhier, verzoeken de de noodige gelden, ex artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920, beschikbaar te stellen voor de aanschaffing van leermid delen ten behoevó van de St. Joseph- school voor U.L.O., de St. Adelbertussehool en de St. Bavoschool. In handen gesteld van B. en W. om be richt en raad. u. Een adres ingekomen op 18 Juli 1938 van bewoners var de Dr. Schaepmanstraat, verzoekende deze straat door te trekken en daartoe de perceelen Korte Landstraat nrs. 23 en 25 te sloopen. Als voren. Gemeenterekening over 1937. Tot leden van de commissie van onder zoek der gemeenterekening 1937 werden benoemd mej. Nierop, en de heeren Sietsma, Venneker, Hoijtink en Mr. de Groot. Benoeming onderwijzeres. Voorgesteld werd met ingang van 1 Augustus mej, J. H. van Raalte, wacht geldster, voor vast te benoemen tot onder wijzeres aan de Vondelschool. Conform het voorstel werd besloten. Benoeming conrector Murmellius- gymnasium. Ter benoeming als conrector voor den cursus 1938/1939 werd aanbevolen de heer P. Brommer, doctorandus in de klas sieke letteren. De heer Brommer werd met algemeene stemmen benoemd. Huurinhouding. De Onderlinge Huurwaarborg Vereeni ging „Voor beider recht" verzoekt mede werking voor het inhouden van de huur van gesteunden. B. en W. wezen in 1934 een dergelijk ver zoek af, omdat de minister geen bezwaar heeft tegen huurinhouding van den steun als het betreft gesteunden die wonen in huizen van woningbouwvereenigingen, maar wel bezwaar maakt als dit geschiedt voor par ticuliere huiseigenaren. Een enkele maal komt het voor dat voor huiseigenaren van gesteunden krachtens de armenwet steun wordt verleend, huur wordt ingehouden, doch dit geschiedt dan om den arme aan een woning te heipen. B. en W. stelden voor adressanten te be richten, dat, met het oog op bestaande voor schriften, het verzoek niet voor inwilliging vatbaar is. De heer Raat achtte huurinhouding wel mogelijk. De heer v. d. V a 11 was in het algemeen er tegen, van de gemeente een incasso bureau te maken. Spr. en de zijnen hebben ernstige bezwaren tegen inwilliging van hetgeen gevraagd wordt. De heer v. d. Borden wees er op, dat eenige gemeenten, Oudorp en Egmond aan Zee, het wel doen. Mogelijk is het dus z. L wel. De huiseigenaar betaalt vaste lasten en zorgt voor werk. Hij is voor de gemeente van veel belang en waar voor woningbouw vereenigingen wel mag worden ingehouden, is het onbillijk om dit voor andere eige naren niet te doen. Huur is huur. Het is mogelijk met toestemming van den minister de huur in te houden, mits de huur redelijk is. Spr. verzocht het college nader te infor meer en en bij bevestiging van zijn betoog, het verzoek in te willigen. De heer Appel bestreed de heeren Raat en v. d. Borden. Men moet niet te veel in de individueele vrijheid ingrijpen. Particulieren kunnen voor hetgeen men voor woning bouwvereenigingen doet, die uit sociale overwegingen bouwen, niet het recht ont- leenen, dat dit ook voor hen gebeurt. Weth. Van Slingerland herinnerde er aan, dat in 1036 minister Slingenberg de huurbijslag afschafte en goed vond, dat bij redelijke verlaging van de huuren deze mag worden ingehouden. Moeilijk is te be palen, welke huur bij een inkomen van 12 redelijk is. Ook kruideniers en bakkers hebben vorderingen en zouden ook inhou ding kunnen verzoeken. De overheid moet zich niet belasten met wat particulieren kunnen doen. Maatschappelijk Hulpbetoon doet het voor menschen die uit hun woning moeten. Huiseigenaren hebben het aan zichzelve te wijten als zij stroppen krijgen, doordat zij behoeftigen van elders maar in vrijko mende woningen laten. Bij inwilliging van het verzoek zou weer een volle ambtenaar noodig zijn. De heer Raat bleef tegen de bylage, al wist spr. niet hoeveel werk het zou vorde ren. Spr. vroeg een onderzoek naar den om vang van het kwaad. De heer Keijsper steunde dit verzoek en betoogde, daarin gesteund door den heer v. d. Borden, dat de vergelijking met leve ranciers niet opgaat, omdat deze hun leve- ranciën kunnen stopzetten. De heer v. d. Borden betoogde nog met klem in het gemeentebelang hulp tegen de misstanden te verleenen. Met het betoog van wethouder van Slingerland stond reeds vast, dat de bijdrage in de argumenteering niet juist is. De heer v. d. V a 11 herinnerde aan het stuk van Shaw „de huizen van den weduw naar" waaruit wel bleek, dat huur nog geen huur is. Binnen Alkmaar vestigen zich kleine kolonies van menschen, die geen werk heb ben en wij kunnen voor de huur van die menschen geen garantie stellen. Uitvoerig stelde spr. het verschil tusschen particulieren en vereenigingsbouw. Spr. drong aan op aanneming van de bijlage. De hegr H o y t i n k oordeelde, dat de heer v. d. Borden zich niet bewust was, dat in houding van huren van bewoners in huizen van vereenigingen in het belang van het rijk geschiedde, omdat het rijk voor de te korten komt te staan. Spr. oordeelde, dat, waar dit mogelijk is, de overheid moet afblijven van wat des overheids niet is. De circulaire van minis ter Slingenberg heeft geen betee- kenis meer, omdat sinds de devaluatie de huren omhoog zijn gegaan. De heer v. d. Borden bleef het een misstand oordeelen, dat men den een toestaat wat men den ander weigert. Ook de parti culiere eigenaar betaalt zijn vaste lasten. Weth. van Slingerland bleef zijn bezwaar handhaven. Met aanteekening, dat de heer v. d. Bor den tegen was, werd conform de bijlage be sloten. Verordening Handelsavondschool. B. en W. stelden voor de verordening zoo te redigeeren, dat de cursusduur, ook voor de berekening van de salarissen, steeds 236 dagen is. Conform besloten. Het Stationsvoorplein. Tot nog toe betalen de eigenaren van de perceelen aan de zuidzijde van het Sta tionsvoorplein, ter erkenning van het eigen domsrecht van de Ned. Spoorwegen, een recognitierecht van f 2.50 per perceel, hoe wel de gemeente het plein onderhoud. De Ned. Spoorwegen zijn bereid met de gemeente een nieuwe overeenkomst aan te gaan, waarbij de gemeente eigenaresse wordt van een 2 M. breede strook en de recognitiebetaling vervalt. Als compensatie vragen de Spoorwegen een aandeel in de vergoedingen, die de ge meente voor het innemen van standplaatsen door taxi's enz. ontvangt. Als voren. R.K. school voor zwakzinnigen. Het bestuur der stichting O. L. Vrouwe van Loudesschool voor R. K. Buitengewoon leger onderwijs vraagt de beschikking over de ongebruikte gemeenteschool Oudegracht nr. 24. B. en W. stelden, onder mededeeling dat roet het oog op den financiëelen toestand der gemeente van geen hoogeren steun dan de wettelijke verplichte van f 15 per leer ling sprake kan zyn, voor, deze school voor 500 (buiten de waterleiding) te verhuren, onder de bepaling, dat het bovengenoemde schoolbestuur de kosten van inrichting, ge raamd op 3000, voor zijn rekening neemt. De heer Venneker had met gemengde gevoelens van de bijlage kennis genomen, al verheugde hij zich er over, dat de mogelijk heid thans bestaat het onderwijs, waaraan groote behoefte bestaan, aan te vangen. De behoefte aan dit onderwijs lichtte spr. nader toe. Oorspronkelijk zou de gemeente voor do eerste inrichting in de verbouwingskosten zorgen. De regeering verklaarde zich daar tegen op grond van de financiën. Nu moet de stichting f 7800 voor haar rekening nemen en de stichting verzocht daarom de huur op 100 per jaar te bepalen en bij gedwongen verlating een bedrag van de verbouwings kosten te institueeren. Voor de stichting is het teleurstellend, dat van inwilliging van beide verzoeken uit de bijlage niets blijkt. Om de zaak draaiende te houden, zal thans per jaar f 750 door de stichting moeten worden opgebracht en dit is nu moeilijk. Redelijk zou zyn de huur lager te stellen. Spr. verduidelijkte zijn zienswijze nader. De zaak moet doorgaan, maar spr. ver zocht het bedrag van 500 reduceeren. De heer v. D r u n e n wees er op, dat er een dergelijke school bestaat, waarover geen klachten bestaan van r.k. ouders. Het schoolhoofd is zelfs in het bezit van tevredenheidsverklaringen van r.-k. ouders. Waarom nu een r.-k. school voor dit soort leerlingen gesticht? Spr. ziet de noodzakelijkheid niet in. Het onderwijs, buiten het godsdienstonderwijs, zal het zelfde moetèn zijn. Vooral het Rijk zal weer groote offers voor de leerkrachten moeten brengen. Spr. vroeg ook wat er zal gebeuren met de organisaties die thans in het gebouw, dat B. en W. beschikbaar wil len stellen, zal gebeuren. De heer Stoutjesdijk betreurde het, dat men een dergelijke r.-k. school wil stichten. In Hilversum en Gouda bracht men voor dit onderwijs samenwerking tot stand. Spr. oordeelde de bijzondere school ook niet wenschelijk voor de leerlingen. De heer Appel vond als voorstander van openbaar onderwijs deze nieuwe poging tot verbrokkeling ongewenscht, omdat afbreuk van de bestaande school, waarop 17 leerlingen van r.-k. huize gaan, het gevolg zal zijn. Op een paar leerlingen na is men daar aan den 5en leerkracht toe. Gaan er af dan zal er één op wachtgeld moeten. In Hilversum bereikte men samen werking door ook r.-k. leerkrachten te be noemen. De heer H o y t i n k oordeelde, dat de raar hieraan weinig kan doen. Het gaat er alleen om of de gemeente tegen de ge stelde voorwaarden de school wil verhu ren. Spr. oordeelde een huur van 590 voor een complete school niet hoog. Het is moeilijk met het oog op de er aan verbon den consekwenties, het bedrag nog lager te stellen. 1 ii. Gratie kenmerkte daar op het Kamper eiland vooral de vlucht der bevallige zwarte sterntjes, die nog al zenuwachtig waren, want in het drietal dagen, dat wy in ons eenzaam vacantie-oord doorbrachten dagen, die gekenmerkt werden door bittere koude, die je energie wel eens verlamde, je initiatief soms doodde of remde en die wel eens een vroegtijdig einde maakte aan een tocht, zoodat je de moeite nam eten te gaan koken, wat onzen lichamelijken welstand natuurlijk ten goede kwam waren zij net begonnen hun mooie bruine, gevlekte eieren te leggen in uiterst onbenullige nesten, die dezen naam nauwelijks mochten dragen. Er was een goed bezette kolonie in 't Raas (aan weerszijden van het Noorddiep), maar in de onmiddellijke nabijheid van Kampen nestelden er nog wel meer: vele tientallen, die soms als een blauw-zwarte wolk boven je hoofd hingen. Die eitjes daar lagen op de krabbescheren van een paar plasjes, waar aan een drassig weiland grensde, waar niet alleen een enkel orchideetje bloeide, maar waar het behalve van ratelaars wemelde van enkele decimeters hooge, ryk vertakte exemplaren van het lichtpurperen moeras- kartelblad (Pedicularia palustris); wat is deze plant veel forscher en vitaler dan het bescheiden boschkartelblad (P. silvatica) van b.v. de vochtige heigedeelten in Soest. Prach tige kleurcontrasten zag je daar langs den slootkant: naast elkaar blonk daar het glanzende vernis der gele boterbloemen, het wit der meizoentjes en het rood der koe koeksbloemen, heel deze schoonheid weer spiegelde in het klare water met de sier lijke waterviolieren, toen de zon even door kwam en een dikken hommel tevreden deed zoemen. Om nog even op die zwarte sterntjes terug te komen: het was niet alleen aardig om te zien met welk een courage ze naar Jan's hoed pikten, toen deze bezig was de vogels te fotografeeren, maar leuk was het ook waar te nemen hoe de mannetjes aan de wijfjes op het nest voortdurend blinkende vischjes brachten. Die zwarte sterntjes waren nogal erg prikkelbaar, want toen een troepje huismusschen tusschen de krabbescheren argeloos nestmateriaal ging zoeken, werden zij door de felle venkraaitjes met een nijdig kjier-kjier weggejaagd. Ik noem met opzet dezen gewestelijken naam, die tegelijkertijd de localiteit van den vogel aanduidt en op het blauw-zwarte van zijn veerenkleed wijst. Nu stond er indertijd eens in een groot dagblad, dat er in Noord- Brabant een speciale kraaiensoort zou voor komen: de venkraai. Dat was natuurlijk een vergissing: de venkraai is niemand anders dan onze vriend Chlidonias niger niger. Ondanks Pluvius In den loop dezer notities spraken wij over het ongunstige weer, dat wij troffen. Dit nam echter niet weg, dat, al waren bitse buien, koude en wind, die tot op onze huid wist door te dringen, ons deel, wy niettemin voortdurend genoten, niet alleen van de fantastische tegenlicht-landschappen, de grillige wolken en dreigende loodluchten, waartegen wonderlijk blij en blond het door de zon beschenen oude riet met zijn fijne pluimen oplichtte, maar ook van de vogels, die wy met onze oogen, kijker en camera vervolgden. Daar in de wildernissen vonden wij de nesten van de kiekendieven, die wij telkens op strooptocht zagen gaan en van de roer dompen, welker geluid wij dag en nacht door de verre stilte hoorden boemen. In hun ge bied zakte je soms tot de knieën of dieper in het water; het was er een wirwar en door- eengroeiïng van de meest uiteenloopende planten: forsche lischdodden en harige wil genroosjes wisselden af met waterweegbree en Engelsche alant. Mattenbiezen, waarover een bruine bloeigloed lag, namen met riet soms heele velden in beslag; elders weer bitterzoet en gele waterkers, blaartrekkende boterbloem en dotters. Heerlijk geurde het, wanneer je laarzen de munt kneusden. Het was in dit tamelyk ontoegankelijke rijk, dat je de vleugels van de overrompelde vogels ook wilde eenden joegen wij van hun nesten soms plots hoorde opfloepen. Wanneer je je door deze prachtwildernis heenworstelde de inspanning deed je alle kou vergeten hoorde je herhaaldelijk de ratelgeluiden van de zomertalingen, die op het Kampereiland, evenals de wintertalingen met den naam „krikken" worden aangeduid. Kleingoed was er ook in overvloed: den kleinen karakiet, die zich de dagen tevoren meermalen vertoonde, merkten wij niet of nauwelijks op. doch de groote karakiet gaf des te vaker blijken van zijn presentie: zijn luidruchtig lied schalde heel den dag en. wanneer zoo'n vogel, tegen een dooden riet stengel of een wilgentak geklemd, zat te concerteeren, maar vooral wanneer hij laag over het water vloog, school er in zyn habi tus iets onmisbaar zanglysterachtigs, al droeg hij dan een kaneelkleurig pakje net als de zeldzame baardmannetjes, die in het riet proeven van een uiterst vaardige klim- acrobatiek te aanschouwen gaven. Uitbun dig waren vooral de rietzangers, die zich tijdens hun melodieuse voordracht in de lucht wierpen, een vreugdebetoon, even blijmoedig en aanstekelijk als de onbloedige duels, die op een slikterreintje tusschen bont uitgedoste kemphanen werden gehouden. Onderwijl kon je boven de weiden ook nog getuige zijn van de zingende zeilvluchten der graspiepers, doch de spreeuwen hadden over het algemeen geen tijd om zich vocaal te uiten: druk repten zich hun vleugels, want hun hongerige jongen waren veeleischend. Melodieuse roep. Boven de grassteppen en de rietvelden klonk van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat de melodieuse roep van den koekoek, tapuiten met hun bewegelijken zwart-witten staart waren bij de boerderij op insecten- jacht en dagelijks konden wij zien hoe een paartje torenvalken, waarvan wy het nest in één der wegpopulieren hadden ontdekt, boven de weiden stond te bidden: scherp speurden de vogels van hun verheven en doorluchtig punt af, of er zich in het groene gras ook een muis bewoog. Ook ging er geen dag voorbij, of wij konden de mooie breede nekkraag van de rietgorzen bewonderen. Kokmeeuwen en zilvermeeuwen, die nog niet broedden en een onbezorgd vrijgezel- lenleven leidden, zwierden als witte linten op den veelal straffen wind. Ook gebeurde het af en toe, dat een flinke troep regen wulpen met bibberende stemmen over onze hoofden trokken. Telkens, wanneer wij op het Kamper eiland vertoefden, hadden wy hoop er den velduil te ontmoeten, doch deze buitenkans werd ons onthouden. Toch ontmoetten wij daar een sinjeur, dien'wij er in het minst niet hadden verwacht: een ransuil, die by de woning van den jager Gerrit Kanis er liepen op den dijk vlak bij zijn huis prach tige tamme rietganzen, die als lokvogels worden gebruikt huisde in een wildernisje van wilgen en riet. Al eenige weken vertoefde hy daar in een voor hem niet passend milieu. Hy was een vrij tam heer, dien je tamelijk dicht kon na deren, maar inmiddels bleef hij tegenover de nieuwsgierige menschen een verstandige mate van waakzaamheid betrachten. Eén stap te ver en zyn fluweelen vleugels gleden door de lucht. Uit zyn vlucht bleek reeds, dat hy gezond van lijf en leden was en een verder bewijs voor zijn fit-zijn waren de tientallen braakballen, welke te vinden waren onder den boom, dien hy tot rust plaats had uitverkoren: restanten van over vloedige maaltijden... 's Avonds kropen wy diep in onzen slaap zak en de dekens sloten wij zoo nauw om ons heen, dat wij als poppen in een cocon zaten opgesloten. Wild flapperde het tent zeil, maar in onze linnen woning drong geen zuchtje door. En zoo vielen wy in slaap en als wy droomden, dan was het van horden Kampereilandsche vogels. Den dag, dat wy vertrokken herstelde zich het weer eenigszins. Er dartelden wat witjes en hooibeestjes boven de weiden. Een Argus- vlinder koesterde zich tegen een warme hooimijt en toen wij de tent afbraken, schichtten zwart gebandeerde en vierband- meters weg, die tijdens den nacht hadden gerust tegen de buitenwanden van onze witte slaapzaal. Voor wij op 21 Mei van erf 14 afscheid namen, keken wij nog even om. Schokland lag langgerekt, scherp en duidelijk: het leek of het uit zee was opgetild. En de reis der aalscholvertroepen volgend, dezen tocht van vele zwarte figuren door het luchtruim, ontwaarden onze blikken in de verte, waar het IJselmeer oplichtte, donkere fantas tische gevaarten: baggermachines en zand zuigers. Wordt er bovendien eerlang ook nog een weg aangelegd van Kampen, dwars over het „eiland", naar Friesland? Zullen de vogels aan de claxons wennen? RINKE TOLMAN. Spr. gaf het college in overweging voor de bestaande buitengewone school de gevolgen spoedig onder de oogen te zien. De heer G r o nd s m a was het met den heer Hoytink eens, doch met den heer Van Drunen vroeg ook hy, welke voornemens het college koesterde met de huisvestiging van de thans in het gebouw ondergebrachte cultureele vereenigingen. Deze vraag werd ook onderstreept door mr. de Groot, die bovendien voor de ge meente een dubbele uitgave vreesde voor boventallige leerkrachten. Mr. Leesberg had van den raad een zekere breedheid verwacht en bovendien begrip voor de wenschen van de ouders ten aanzien van het onderwijs voor deze groep kinderen. Wat gedaan wordt, geschiedt uit overtuiging de stumpers,, wat wij het hoog ste achten „den godsdienst" bij te brengen. Dit moet men waardeeren. Spr. kent het gebouw. Het is een uitgewoonde kast, waar voor men slechts een bescheiden bedrag mag vragen en dit te meer als men de huurder verplicht het gebouw in orde te brengen. De heer v. d. Borden kon zich met de bylage vereenigen. Zyn inziens was de huur redelijk tegenover de andere huren. De voorzitter: B. en W. hebben zich op het standpunt van de wet gesteld, al zien zij ongewenschte gevolgen voor de thans be staande bloeiende school, waarvan de leer krachten alle lof verdienen. Niettegenstaande er een 17 leerlingen af zullen gaan, kan ver wacht worden, dat het bestaande aantal leer krachten behouden kan blijven. Het college wil in de eerste plaats kijken naar de bestemming van het gebouw en wij moeten dus de gehuisveste vereenigingen laten wijken voor een school, al weten B. en W. nog niet hoe het mogelijk is andere lokaliteiten te vinden, voordat het nieuwe gymnasium in gebruik wordt genomen. Even werd gepauzeerd voor een kleine af wijking van de agenda. Er werd n.L thee en cake geserveerd. De burgemeester sprak den zilveren bruidegom mr. Leesberg, onder ap- laus van den raad waardeerend toe en uitte de beste wenschen voor mr. Leesberg en diens gezin, waarvoor mr. Leesberg in war me bewoordingen dank bracht, serveerd. De burgemeester sprak den zilve ren bruidegom mr. Leesberg, onder applaus van den raad waardeerend toe en uitte de beste wenschen voor mr. Leesberg en diens gezin, waarvoor mr. Leesberg in warme be woordingen dank bracht. De voorzitter, zyn betoog na dit in termezzo vervolgende, zeide dat het college een normale huur vroeg in verhouding tot de huur die de Fröbelschool betaalt. Er was rekening gehouden met het bedrag, dat de stichting voor het opknappen uitgeeft. De kosten van inrichting staan er buiten. Als er onvoorziene moeilijkheden i binnen 10 jaar komen, dan is spr. niet tegen een gedeeltelijke restitutie van de huur aan de stichting, wanneer die onvoorziene om standigheden by de gemeente liggen. (De zitting duurt voort.) Weest voorzichtig met vuur In bosch en heide.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 9