Verloofd: John Buil en Marianne. Eenige kalmeering tusschenTokio en Moskou. Materieele en sentimenteele grondslagen van de Entente Cordiale. LONDEN PARIJS! De algemeene toestand. Japansche leger laat de regeling aan de diplomatie. Het onderhoud tusschen Litwinow en Sjigemitsoe. Britsche koningspaar weer thuis. Het vertrek uit Frankrijk. TWEEDE BLAD. (Van onzen correspondent)". LONDEN, 21 Juli. Als twee jongelieden zich geënga geerd verklaren is alles nog niet ver loren. Zonder de sanctie van de Pa en Ma en zonder officieele aankondiging in de kranten is het nog best mogelijk dat de zaak weer afgaat. De deur naar een gelukkiger toekomst staat nog open. Maar gaan de respectieve lijke ouderparen bij elkaar op bezoek, en wordt de verloving wereldkundig gemaakt dan helpt er geen lieve moe der of vade rmeer aan. Het jong geluk is in de flesch gedaan en komt er in negen van de tien gevallen niet meer uit. Met het bezoek van het Engelsche ko ningspaar aan Parijs heeft nu ook de ver keering van John Buil en Marianne dit be nauwend stadium bereikt. Het was hoog tijd, want de twee gelieven gingen al zoo lang met elkaar in een soort lps-vaste ver keering dat de buren er schande van be gonnen te spreken. Of het een, of het ander zeiden zij. Of het moet nu eindelijk eens tot een fatsoenlijk huwelijk komen, of het is maar een losse vrijage. Verschillende van die buren hoopten natuurlijk dat het laatste het geval zou blijken te zijn. John Buil is een goede partij, en er waren min stens twee kapers op de kust die niets lie ver zouden doen dan hem Marianne te ontstelen. Het heeft niet mogen zijn. De trage John heeft lang geaarzeld, de los- vaste verkeering beviel hem best en hij voelde weinig voor een hechtere verbin tenis, maar op het eind heeft hij toch maar besloten de groote stap te nemen. Marian- tje mocht haar bezwaren hebben, maar alles bij elkaar genomen paste zij toch beter by hem dan bij een van de andere candidaten. Zoo zijn dan eindelijk de vader en moe der van het Engelsche volk het Kanaal overgestoken om het officieele verlovings feest luister bij te zetten. De heele wereld is daarmee gedemonstreerd, dat John en Marianne voortaan hand in hand zullen gaan. Al is het dan in naam nog slechts een verloving, of, zooals men dat in de politiek noemt, een entente, in wezen is het toch niet veel minder dan een alliantie, een huwelijk „for better or for worse, for richer or for poorer". Het jonge paar aan den overkant van de straat zal daarover niet in twijfel worden gelaten. In hoeverre het een hechte verbintenis zal blijken te zijn valt van tevoren even moeilijk te zeg gen als bij een particulier huwelijk. Mag men de kranten gelooven, dan zullen de twee elkander trouw blijven tot in den dood. Zij overtreffen elkaar in feestrede nen en overstelpen de bruid met bloem rijke complimenten en betuiging van eeuwige trouw. Een beetje overdrijving en gevlei hoort nu eenmaal bij dit soort ge legenheden. Niettemin is er goede reden te hopen dat de verbintenis werkelijk van duurzamen aard zal zyn. Want als John Buil en Marianne elkaar „Liefje, ik kan je niet missen" toezingen, spreekt niet alleen hun hart maar hun eigen belang. Zij kun nen elkaar inderdaad niet missen, meer dan dat, zij hebben elkaar om zui"er egoïs tische redenen 'brood noodig en daarin ligt de beste garantie voor hun huwelijks trouw. Eigenbelang en politiek. Eigenbelang mag de beslissende factor voor een politieke verhouding zijn, zij is echter niet de eenige factor. Ook in de politiek spreekt het hart een woordje mee, d. w. z. ook de gevoelens van het eene volk voor het andere spelen een rol. Zou het Engelsche volk om de een of andere reden morgen aan den dag vreeselijk het land aan zijn Fransche vrienden krijgen dan zal dat op zichzelf niet genoeg zijn om de op eigenbelang gebaseerde entente te verbre ken. Het zou echter het goed functioneeren van die entente ongetwijfeld zeer bemoei lijken. De Engelschen gevoelens tegenover Frankrijk mogen dus bij een beoordeeling van de grondslagen van de Entente aller minst buiten beschouwing worden gelaten. Wat vindt de Engelschman van den Franschman? Gezien „de Engelschman", het creatuur, niet bestaat, is de vraag in dezen vorm niet te beantwoorden. Er zijn Engelschen en Engelschen en Engelschen en Engelschen. Voor de beoordeeling van de vraag hoe zy tegenover den Fransch man staan, mogen al deze verschillende soorten Engelschen echter in twee groepen worden ondergebracht. De eerste groep 'bestaat uit het soort menschen, die wij in Nederland met een mooi woord „ontwik kelde" lieden noemen. Deze lieden zyn vrijwel allen zonder uitzondering vervuld van een oprechte liefde en bewondering voor het Fransche volk. Door hun ontwik keling zijn- zij in staat van den Fransch man te houden en hem te waardeeren, niet alleen ondanks zijn neel ander karakter, opvattingen en levenswijze, maar juist omdat hij zoo heel anders is. Zy bewonde ren zonder eenig zuur of smalend voorbe houd zijn cultuur, zijn geestrijkheid, zijn conversationeel talent, zijn scherpheid, zijn cynisme, zijn emotioneele bewegelijkheid, zijn levenskunst, grootendee's dingen die zij zelf niet bezitten. Het is de uitverkorene klasse die, door haar aanvaarding van de natuurlijke en eindeloozs verscheidenheid dezer wereld, het leven in zijn volle rijk- don weet te proeven. Het is een kleine klasse maar zij telt onder haar leden vele van Engelands illustere namen. De groote massa echter voelt zich over het algemeen niet tot den Franschman aangetrokken. Geen grooter vergissing dan te denken dat het Engelsche volk, omdat het in de jaren 1914-1918 zij aan zij met de Franschen vocht, sindsdien immer een warme gelegenheid jegens het volk aan den overkant van het Kanaal heeft ge voeld. De groote massa begrijpt den Franschman niet, en wat de mensch niet begrijpt is hij maar al te gauw geneigd te wantrouwen. De massa weet het anders zijn van den Franschman niet te waardee ren, en als zij het al doet dan is het toch met een soort oegcefelijke minachting die een werkelijk oprechte appreciatie uit sluit. De Franschman blijft voor haar een opgewonden gesticuleerer^de, onbetrouw bare, immoreele „frog". Instinctief voelt zij zich veel dichter by den Duitscher staan. Ook alle afschuw van de methoden en opvattingen van het hui dige Duitsche régime heeft de instinctieve voorkeur voor den Duitscher nog niet kun nen onderdrukken. De Engelschman mag al inzien dat de politieke belangentegen stellingen een verbond met Frankrijk noo dig maken dat in wezen tegen Duitschland gericht is, maar in zijn hart zal hy dit als onnatuurlijk blijven gevoelen. In zijn hart voelt hij zich veel meer thuis in gezelschap van den Duitscher dan van den Fransch man. Den Duitscher begrijpt hij, voorzoo ver het hem gegeven is een „foreigner" te begrijpen, In den Duitscher vindt hij veel van zichzelf terug: ernst, sentimentaliteit kalmte, betrekkelijke geslotenheid, naïf idealisme, eerbied voor geaccepteerde levenswaarden en standaarden. Typeerende verschillen Maar hoe zit het dan met die gemeen schappelijke liefde voor de vrijheid en voor individualisme, die immers gezegd wordt de sterkste band tusschen het Engelsche en het Fransche volk te zijn? Zeker, de En gelschman is hartstochtelijk gehecht aan zijn vrijheid en is een groot individualist De bedreiging van die vrijheid en dat in dividualisme in een groot deel van Europa zal hem ongetwijfeld dichter tot de andere groote individualistische natie brengen Maar men denke niet dat men door 't verklaren dat beide volken individualis tisch zijn, een gelijk gezindheid heeft vast' gesteld. Er is slechts een uiterlijke over eenkomst en die overeenkomst ligt in den staatsvorm die beide volken hebben aan genomen om hun politiek individualisme tot recht te laten komen. De gevoelsinhoud van dit individualisme is echter voor de twee volken geheel verschillend. Men zou het als volgt kunnen uitdrukken: de Fran sche individualist wenscht zooveel mogelijk vrijheid om zijn persoonlijkheid uit te leven. De Engelschman wenscht die vrij heid om zijn persoonlijkheid uit eigen vrijen wil zooveel mogelijk in het kader van het nationale type te dwingen. De Franschman stelt er een eer in verschil lend te zijn van zijn medemenschen; de Engelschman wil niets liever dan „to be like everybody else", „to be a regular fel low". Kortom, de Franschman is een non conformist, de Engelschman 'een confor mist. Zoo gezien staat de Engelschman on danks zijn befaamd individualisme dus ook in dit opzicht dichter bij den Duitscher dan bij den Franschman. De terreur in Palestina. - Bij ver schillende aanslagen zijn in de laatste 48 uur zeventien joden gedood. Verscheidene andere werden gewond. Ëen Britsch soldaat is aan de bekomen verwondingen over leden. Nieuwe antisemietische agitatie in Weenen. - Er doet zich op het oogenblik te Weenen een .nieuwe antisemietische agitatie gevoelen. In het tweede arrondissement werden alle joodsche winkels met beleedi- gende en dreigende opschriften besmeurd Volgens sommige geruchten zou binnen kort een verordening uitgevaardigd worden, waarin iedere „Arische" huurder gemach tigd zou worden onmiddellijke uitzetting te eischen van joodsche huurders in hetzelfde huis. ALKMAAR, 23 Juli. Vlak voor dat het Engelsche koningspaar naar Parijs vertrok, arriveerde in Londen de heer Wiedemann, een afgezant van Hit- Ier. Diens komst was vrij onverwacht en men vroeg zich in Londen en zeker niet daar alleen! af, welke boodschap "Wiedemann had. Zou zijn bezoek soms verband houden met het op handen zijnde bezoek van koning George aan Parij-; zou misschien Wiedemann een zeer speciale boodschap hebben, die de Engelsche regee ring moest kennen, voordat het hooge Britsche gezelschap zich op reis begaf naar de Fransche hoofdstad; zou.hij mis schien moeten probeeren, om de al te har telijke samenwerking tusschen Londen en Parijs eenigszins te remmen? Want en men dient dat niet te vergeten het koninklijke bezoek beteekende meer, veel meer dan een gewoon vriendschappelijk bezoek. Er waren ook Britsche diplomaten naar Parijs en zij zouden praten over Tsjecho-Slowakije! Men ziet, er waren vragen genoeg te stellen. En natuurlijk werden er vragen gesteld in het Engelsche Lagerhuis. Welnu, Chamberlain heeft Donderdagavond op die vragen geantwoord, dat Wiedemann niet naar Londen was gekomen, om een speciaal onderdeel van de Europeesche politiek te toespreken, maar om opnieuw uiting te geven aan den wensch der Duitsche regee ring, om alle uitslaande kwesties langs vreedzamen weg op te lossen. Het was daar een vredesboodschap, welke Wiedemann moest brengen, al doet het natuurlijk eventjes eigenaardig aan, dat die boodschap net moest komen vlak voor het vertrek der koninklijke familie naar Parijs. Kapitein Wiedemann is intusschen weer terug in zijn vaderland en bereids te Berchtesgaden aangekomen waar hij on middellijk aan Hitier verslag heeft uitge bracht over zijn besprekingen in Londen. En al is men in Berchtesgaden zeer zuinig geweest met mededeelingen, in weerwil van die terughoudendheid is in welinge lichte Duitsche politieke kringen bekend geworden, dat kapitein Wiedemann zonder een memorandum te hebben overhandigd of aan de leiders der Britsche politiek voorstellen te hebben gedaan, van zijn verblijf in Londen gebruik heeft gemaakt, hen op de hoogte te brengen van de gees- tesgesteldhdeid en gevoelens der Duitsche leiders ten aanzien van de groote vraag stukken der internationale politiek, die op het oogenblik hangende zijn. De weer klank, die dit bezoek in Frankrijk en En geland heeft gevonden, wordt door Duit sche politieke kringen met voldoening ge zien. Inmiddels meldt een telegram uit Ber lijn aan het Agence Economique et Finan- cière te Parijs, dat de missie van kapitein Wiedemann te Londen, volgens mededee lingen, die in weerwil van het officieele stilzwijgen beginnen uit te lekken, veel meer zou omvatten dan tot dusver van Engelsche zijde was gemeld. Hitier zou den wensch te kennen hebben gegeven, het Tsjecho-Slowaaksche vraag stuk te regelen door een neutraliseering van dit land. Het zou daarbij zyn gecentra liseerde bestuur behouden. Duitschland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Italië, in een pact van vier vereen igd, zouden de integriteit van den nieuwen neutralen staat moeten waarborgen. Het telegram voegt hieraan toe, dat deze oplossing moeilijk door de vier lan den alleen zou zijn te verwezenlijken, wegens de verdragen die Tsjecho-Slowa kije niet alleen met Frankrijk, maar ook met Rusland heeft gesloten. Het conflict, dat tusschen Rusland en Japan gerezen is, blijkt moeilijk op te lossen te zijn. Een bespreking tusschen Litwinow en Sjigemitsjoe mislukte vol komen, omdat beide heeren zich op verschillende kaarten beriepen (men weet, dat het hier gaat om de vaststelling van een grens bij Mantsjoerije). Het is in dit verband wel interessant, het verslag van het onderhoud tusschen beide afgevaar digden hier weer te geven, waarbij we echter de opmerking moeten maken, dat dit verslag van Russische zijde afkomstig is en niet in alle opzichten gelijkwaardig is aan de lezing van Japansche zijde. (Japan ontkent o. a., dat het met geweld zou hebben gedreigd). Het (Russische) verslag dan luidt als volgt: Op 20 Juli bezocht de Japansche am bassadeur den volkscommissaris van bui- tenlandsche zaken en deelde hem het vol gende mede: Op grond van het accoord van Choent sjoen en daarbij behoorende kaarten heeft de Sowjetregeering op 15 Juli het verzoek der Japansche ambassade om evacuatie door de Sowjettroepen van een heuvel ten Westen van het meer van Chassan (Tsjansji) verworpen. Na deze kwestie opnieuw te hebben bestudeerd met behulp van de gegevens, waarover de regeering van Mantsjoekwo beschikt, is de Japansche regeering tot de slotsom geko men, dat dit gebied aan Mantsjoekwo be hoort. De Japansche regeering eischt geen onmiddellijke nauwkeurige vaststelling der grens, doch wel onmiddellijke terug trekking der Sowjettroepen uit het be wuste gebied, hetgeen tot kalmeering leiden zou. Litwinow, zoo vervolgt het verslag, herinnerde den ambassadeur er aan, dat de Sowjetregeering aan den Japanschen zaakgelastigde reeds kaarten heeft over gelegd, behoorepde bij het accoord van Choentsjoen, waaruit' ten duidelijkste blijkt, dat de grens loopt ten Westen van den bewusten heuvel. Deze grens was erkend door de voormalige Chineesche regeering. Volgens het standpunt van Moskou behoorde de kwestie hiermede opgelost te zijn. Sjigemitsoe sprak de veronderstelling uit, dat zijn regeering met dit antwoord geen genoegen zou nemen. Volgens hem beroept Litwinow zich op „willekeurige kaarten, die nergens zijn gepubliceerd". Het is noodig een maatregel te nemen tot herstel van de rust aan de grens en ontla ding van de geschapen atmosfeer. Als de rust aan de grens niet wordt hersteld, zoo zeide de ambassadeur, zal Japan tot aan wending van kracht moeten besluiten. Litwinow zeide er verbaasd over te zijn, dat een zoo ervaren diplomaat als Sjigemitsoe zich met zulk een minachting kan uitlaten over officieele grenskaarten. Wat de aanwending van kracht betreft, zeide Litwinow: als de ambassadeur in een zoodanige bedreiging of intimidatiepoging, waar bepaalde staten voor wijken, een goede diplomatieke methode ziet, dan moet hij er zich tevens rekenschap van geven, dat dit middel in Moskou zijn uit werking zal missen. Zooals gezegd, ontkent men van Japan sche zijde de dreiging met geweld, terwijl men daar tenslotte hoopt op een vreed zame oplossing, waarvoor de mogelijkheid nog altijd is blijven bestaan. In den „Algemeene Toestand" hebben wij o.m. de Russische lezing van het onderhoud tusschen Litwinow en Sjige mitsoe weergegeven en daarbij de op merking gemaakt, dat deze lezing niet gelijkluidend is aan die der Japansche. Van Japansche zijde wordt thans een uiteenzetting gegeven van het onder houd tusschen beide staatslieden. Het is duidelijk, zoo heeft Sjigemitsoe aan Litwinow verklaard, dat de Tsjangkoefeng- heuvel zich op Mantsjoekwosch grondgebied bevindt. De Mantsjoekwosche bevolking houdt reeds gedurende lange tijden ieder jaar religieuze plechtigheden op den top van den heuvel en wel in Juni en September. Aangezien het vaststaat, dat het gebied bij Mantsjoekwo behoort is het natuurlijk, dat de Japansche regeering stappen onderneemt in verband met de Japansche verplichtingen inzake de verdediging van Mantsjoekwo. De plotselinge inval van gewapende Sovjet krachten moet beschouwd worden als een schending van den status quo en is in tegen spraak met het Japansche streven om de rust in het grensgebied zoo veel mogelijk te verzekeren. De actie van de Sovjet-Unie moet beschouwd worden als een soort pro vocatie van Japan. Dit is zooveel te ernsti ger wanneer men bedenkt, dat de betrekkin gen tusschen Japan en de Sovjet-Unie alles behalve vriendelijk zijn. Niettemin bewaren de regeeringen van Mantsjoekwo en Japan hun geduld en zij verwachten dat de regee ring van de Sovjet-Unie haar houding op nieuw zal bestudeeren, maar de Japansche regeering moet er de Sovjet-Russische toch van in kennis stellen, dat zij van plan en voorbereid is ten snelste maatregelen te nemen, wanneer de omstandigheden hierom zouden vragen. De Japansche regeering vraagt onmiddel lijke terugtrekking van de Russische troepen en herstel van den status quo, alsmede de betuiging van de diepe spijt van de Sovjet- Russische regeering. Sjigemitsoe protesteer de vervolgens tegen het schieten op Japan sche gendarmen op 15 Juli door Sovjet sol daten in de buurt van Tsjangkoefeng en deed tevens een protest hooren tegen de verdwijning van den Japanschen korporaal. Matsoehima. De Sovjet-Russische volkscommissaris voor buitenlandsche zaken antwooordde vol gens Domei, dat het gebied in kwestie tot de Sovjet-Unie behoorde en dat iedere ver storing yan de rust in dit gebied aan Japan geweten moest worden. Sjigemitsoe merkte vervolgens op, dat hy de kaarten welke Litwinow produceerde en op welke de Tsjangkoefeng heuvel zich op Russisch grondgebied bevindt, niet kende en dat niemand ze kende en dat zy nimmer ge publiceerd zijn. Het zou de zaak alleen ern stiger en gecompliceerder maken, wanneer men over dergelijke kaarten ging discus sieeren. Het geval waar het om ging, was. dat Sovjet troepen een gebied waren bin nengedrongen dat duidelijk tot Mantsjoe kwo behoort volgens gegevens in het bezit van de regeeringen van Mantsjoekwo en japan en dat ook de actie van de Sovjet- TTHe met betrekking tot den aanleg van militaire werken een schending vormde van dë tot dusverre door de Sovjet-Unie se.d- viseerde en «.volgde politiek ven h.nd- having van den status quo en daarom moet het Keizerlijke Japansche leger tegen dezen nlotselingen inval protesteeren in overeen- iïmmïg met zyn verplichtingen ten aan- zien van de verdediging van Mantsjoekwo. Litwinow merkte hier weer tegenover op, dat de Sovjet-Unie tegen een dergelijke be schuldiging moest protesteeren. Bewegingen van Sovjet troepen op hun eigen gebied konden volgens den Russischen volkscom missaris moeilijk een provocatie vormen; eerder was de eisch dat deze troepen terug- getrokken moesten worden een zoodanige H'sjigem'it'soe merkte vervolgens nog op, dat zün voorstellen herstel van den status quo inhielden alsmede handhaving van de rust in het grensgebied en dat in verband hier mede de Sovjet-Unie wel de zware verent- woordelijkheid moet overwegen welke zij op zich neemt, wanneer zij niet in deze voor stellen treedt. Doch Litwinow, aldus eindigt het Domei-bericht, weigerde aandacht te de voorstellen van Sjige- schenken mitsoe. aan Naar een kalmer toeotand. De woordvoerder van het Japansche departement van oorlog heeft gistermiddag tegenover een vertegenwoordiger \an Havas te Tokio verklaringen afgelegd, waarin hy o.m. zeide: „Het Japansche leger laat het op het oogenblik aan de diplomatie over, de kwestie van Tsjangkoefeng te regelen Voorts zeide hy, dat de kansen op een minnelijke regeling langs diplomatieken weg niet uitgeput lijken. Wanneer echter de onderhandelingen mochten mislukken, zou het ministerie van oorlog de mogelijkheid overwegen van het uitzenden naar de plaats van het incident van een militair persoon uit Tokio, om den toestand te bestudeeren. De woordvoerder ging vervolgens voort: „Wy wenschen geen oorlog met Rusland op dit oogenblik, nu wy met China bezig zijn, maar wij beschikken toch aan de Mantsjoe kwosche grenzen over de noodige middelen, om het hoofd te bieden aan iedere even tualiteit". Op een vraag naar het gerucht, volgens hetwelk de vice-minister van oorlog, Tojo, de vroegere chef van den generalen staf van het Kwantoeng-leger, uit Tokio zou vertrek ken, om zich naar de plaats van het incident te_ begeven, verklaarde de woordvoerder», dat dit slecnts een gerucht was. Hij voegde' hieraan toe, dat het incident van Tsjang koefeng düTdelyk opgeblazen ls door de bul-"* tenlandsche en ook de Japansche pers zelf, op grond van al te alarmeerende berichten uit Mantsjoekwo en Korea. Deze verklaringen bevestigen duidelijk den indruk, dat de toestand sinds 24 uur zich ontwikkelt in de richting van kalmee ring of ten minste in de richting van een voortzetting der besprekingen. De Japansche pers, die gistermorgen nog een alarmeerenden toon volhield, zwijgt thans bijna geheel en beperkt zich tot het weergeven van de gematigde verklaringen, die zijn afgelegd door den woordvoerder van het ministerie van buitenlandsche zaken. Frankrijk kan weer „normaal" wor den. Gisteravond zijn de Britsche hooge gasten weer naar Engeland vertrekken en daarmee kwam een einde aan de groote feestelijkheden, welke Parijs en met de hoofdstad een groot deel van het land had georganiseerd. Het laatste punt van het officieele programma was de onthulling ven een monument voor de gevallen Australische soldaten in den wereldoorlog. Daartoe was het groote gezelschap gister middag naar Villers Bertonneux vertrok ken, waar een groote menigte getuige is ge weest van deze plechtigheid. Bij die onthul ling werden door koning George en Lebrun redevoeringen gehouden en werden door beiden kransen aan den voet van het monu ment neergelegd. Het vertrek. Na de onthulling van het monument te Villers Bertonneux bleven nog slechts en kele minuten tijd voor het afscheid. Koningin Elizabeth verklaarde Lebrun diep te zijn ge troffen door de ontvangst die haar in Frank rijk bereid is. Koning George drukte Lebrun hartelijk de hand en gaf eveneens uitdruk king aan gevoelens van dankbaarheid voor de schitterende ontvangsten, die een onver- getelijken indruk by hem zullen achterlaten. Lebrun zeide den souverein dank en ver klaarde, dat het bezoek hem en de geheele bevolking groote vreugde bereid heeft. Ver volgens namen de koning en koningin af scheid van Jeanneney, Herriot, Daladier, de leden der Fransche regeering en de. civiele en militaire autoriteiten. Tegenover Albert Sarraut verklaarde de koning nog zeer vol daan te zijn geweest over de ordemaatrege len die genomen waren tijdens zyn verblijf in Frankrijk. De trein van president Lebrun is van Vil lers Bretonneux naar Parijs teruggekeerd eenige minuten voor den koninklijken trein naar Calais vertrok. Te Calais. In Calais bevond zich Georges Bonnet, die den koning en de koningin uitgeleide deed. De koning en de koningin zijn om 17 uur 30 aa boord van. het admiraliteitsjacht En- chantress uit Calais vertrokken naar Dover. De Enchantress werd geëscorteerd door een aantal Fransche oorlogsschepen. De Enchantress kwam tien minuten over zeven te Dover aan. De koning en de konin gin gingen onmiddellijk van boord en namen plaats in den gereedstaanden trein. Deze vertrok om vijf minuten over half acht en om ruim kwart over negen kwam hij op hat Victoriastation aan. De aankomst te Londen. Groote menigten belangstellenden ver drongen zich buiten het Victoriastation, toen de koning en de koningin van hun bezoek aan Parijs in Londen terugkeerden. Langs den geheelen weg van het station naar het Buckingham paleis deden zich geestdriftige tooneelen voor, welke herinneringen wekten aan de kroningsfeesten. Op sommige plaatsen .by het station stonden de menschen vijftien ryen breed en naar schatting hebben 250.000 personen het vorstelijk paar by zyn terug keer verwelkomd. Bij het station verbrak de geestdriftige menigte op een gegeven oogenblik de afzet ting en rende juichend naar den «oninkly- ken auto, die een moment tot stilstand kwam. Bereden politie baande ten «lotte ean weg voor den koning en de koningin. Lord Halifax, die met het vorstelijk gezel- namPnfnT-a geland was teruggekeerd, nam afscheid van den koning en de konin gin op het station. üjd nadat de koning en de konin- wan Buekinghampaleis waren binnenge- fe« nno enen zy met de beide Prinses- de vnnrT?6" ,gees,driftig toegejuicht door to nn v, f v,Pi 18 samen&estroomde menig- Jamitoe eL JC°n"„Hier nam de koninklijke geweldige ovatie in ontvangst. De geestdriftige verwelkoming. in C'Ln|,adat n6, koning en de koningin stroomt' 8 j ace waren aangekomen men duizendkoppige menigte sa- KinV werÏ P CiS" Het »God save the S„ gezongen. De koning, de ko on SS de beide prinsesjes kwamen daar- boog versoh \4°n V8n het Paleis" De koning wuifde H« ne malen en de koningin liik ki i "lemgte t°e, waarna zij herhaalde- ohenï" den in de richting van de jui- ,,'n men'8te wierp. Twee minuten bte- de vorstelyke personen op het balkon.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6