Verloofd: John Buil en Marianne.
Eenige kalmeering tusschenTokio en Moskou.
Materieele en sentimenteele grondslagen
van de Entente Cordiale.
LONDEN PARIJS!
De algemeene toestand.
Japansche leger laat de regeling
aan de diplomatie.
Het onderhoud tusschen
Litwinow en Sjigemitsoe.
Britsche koningspaar
weer thuis.
Het vertrek uit Frankrijk.
TWEEDE BLAD.
(Van onzen correspondent)".
LONDEN, 21 Juli.
Als twee jongelieden zich geënga
geerd verklaren is alles nog niet ver
loren. Zonder de sanctie van de Pa en
Ma en zonder officieele aankondiging
in de kranten is het nog best mogelijk
dat de zaak weer afgaat. De deur
naar een gelukkiger toekomst staat
nog open. Maar gaan de respectieve
lijke ouderparen bij elkaar op bezoek,
en wordt de verloving wereldkundig
gemaakt dan helpt er geen lieve moe
der of vade rmeer aan. Het jong geluk
is in de flesch gedaan en komt er in
negen van de tien gevallen niet meer
uit.
Met het bezoek van het Engelsche ko
ningspaar aan Parijs heeft nu ook de ver
keering van John Buil en Marianne dit be
nauwend stadium bereikt. Het was hoog
tijd, want de twee gelieven gingen al zoo
lang met elkaar in een soort lps-vaste ver
keering dat de buren er schande van be
gonnen te spreken. Of het een, of het ander
zeiden zij. Of het moet nu eindelijk eens
tot een fatsoenlijk huwelijk komen, of het
is maar een losse vrijage. Verschillende
van die buren hoopten natuurlijk dat het
laatste het geval zou blijken te zijn. John
Buil is een goede partij, en er waren min
stens twee kapers op de kust die niets lie
ver zouden doen dan hem Marianne te
ontstelen. Het heeft niet mogen zijn. De
trage John heeft lang geaarzeld, de los-
vaste verkeering beviel hem best en hij
voelde weinig voor een hechtere verbin
tenis, maar op het eind heeft hij toch maar
besloten de groote stap te nemen. Marian-
tje mocht haar bezwaren hebben, maar
alles bij elkaar genomen paste zij toch
beter by hem dan bij een van de andere
candidaten.
Zoo zijn dan eindelijk de vader en moe
der van het Engelsche volk het Kanaal
overgestoken om het officieele verlovings
feest luister bij te zetten. De heele wereld
is daarmee gedemonstreerd, dat John en
Marianne voortaan hand in hand zullen
gaan. Al is het dan in naam nog slechts een
verloving, of, zooals men dat in de politiek
noemt, een entente, in wezen is het toch
niet veel minder dan een alliantie, een
huwelijk „for better or for worse, for
richer or for poorer". Het jonge paar aan
den overkant van de straat zal daarover
niet in twijfel worden gelaten. In hoeverre
het een hechte verbintenis zal blijken te
zijn valt van tevoren even moeilijk te zeg
gen als bij een particulier huwelijk. Mag
men de kranten gelooven, dan zullen de
twee elkander trouw blijven tot in den
dood. Zij overtreffen elkaar in feestrede
nen en overstelpen de bruid met bloem
rijke complimenten en betuiging van
eeuwige trouw. Een beetje overdrijving en
gevlei hoort nu eenmaal bij dit soort ge
legenheden. Niettemin is er goede reden te
hopen dat de verbintenis werkelijk van
duurzamen aard zal zyn. Want als John
Buil en Marianne elkaar „Liefje, ik kan je
niet missen" toezingen, spreekt niet alleen
hun hart maar hun eigen belang. Zij kun
nen elkaar inderdaad niet missen, meer
dan dat, zij hebben elkaar om zui"er egoïs
tische redenen 'brood noodig en daarin ligt
de beste garantie voor hun huwelijks
trouw.
Eigenbelang en politiek.
Eigenbelang mag de beslissende factor
voor een politieke verhouding zijn, zij is
echter niet de eenige factor. Ook in de
politiek spreekt het hart een woordje mee,
d. w. z. ook de gevoelens van het eene volk
voor het andere spelen een rol. Zou het
Engelsche volk om de een of andere reden
morgen aan den dag vreeselijk het land
aan zijn Fransche vrienden krijgen dan zal
dat op zichzelf niet genoeg zijn om de op
eigenbelang gebaseerde entente te verbre
ken. Het zou echter het goed functioneeren
van die entente ongetwijfeld zeer bemoei
lijken. De Engelschen gevoelens tegenover
Frankrijk mogen dus bij een beoordeeling
van de grondslagen van de Entente aller
minst buiten beschouwing worden gelaten.
Wat vindt de Engelschman van den
Franschman? Gezien „de Engelschman",
het creatuur, niet bestaat, is de vraag in
dezen vorm niet te beantwoorden. Er zijn
Engelschen en Engelschen en Engelschen
en Engelschen. Voor de beoordeeling van
de vraag hoe zy tegenover den Fransch
man staan, mogen al deze verschillende
soorten Engelschen echter in twee groepen
worden ondergebracht. De eerste groep
'bestaat uit het soort menschen, die wij in
Nederland met een mooi woord „ontwik
kelde" lieden noemen. Deze lieden zyn
vrijwel allen zonder uitzondering vervuld
van een oprechte liefde en bewondering
voor het Fransche volk. Door hun ontwik
keling zijn- zij in staat van den Fransch
man te houden en hem te waardeeren, niet
alleen ondanks zijn neel ander karakter,
opvattingen en levenswijze, maar juist
omdat hij zoo heel anders is. Zy bewonde
ren zonder eenig zuur of smalend voorbe
houd zijn cultuur, zijn geestrijkheid, zijn
conversationeel talent, zijn scherpheid, zijn
cynisme, zijn emotioneele bewegelijkheid,
zijn levenskunst, grootendee's dingen die
zij zelf niet bezitten. Het is de uitverkorene
klasse die, door haar aanvaarding van de
natuurlijke en eindeloozs verscheidenheid
dezer wereld, het leven in zijn volle rijk-
don weet te proeven. Het is een kleine
klasse maar zij telt onder haar leden vele
van Engelands illustere namen.
De groote massa echter voelt zich over
het algemeen niet tot den Franschman
aangetrokken. Geen grooter vergissing dan
te denken dat het Engelsche volk, omdat
het in de jaren 1914-1918 zij aan zij met de
Franschen vocht, sindsdien immer een
warme gelegenheid jegens het volk aan
den overkant van het Kanaal heeft ge
voeld. De groote massa begrijpt den
Franschman niet, en wat de mensch niet
begrijpt is hij maar al te gauw geneigd te
wantrouwen. De massa weet het anders
zijn van den Franschman niet te waardee
ren, en als zij het al doet dan is het toch
met een soort oegcefelijke minachting die
een werkelijk oprechte appreciatie uit
sluit. De Franschman blijft voor haar een
opgewonden gesticuleerer^de, onbetrouw
bare, immoreele „frog".
Instinctief voelt zij zich veel dichter by
den Duitscher staan. Ook alle afschuw van
de methoden en opvattingen van het hui
dige Duitsche régime heeft de instinctieve
voorkeur voor den Duitscher nog niet kun
nen onderdrukken. De Engelschman mag
al inzien dat de politieke belangentegen
stellingen een verbond met Frankrijk noo
dig maken dat in wezen tegen Duitschland
gericht is, maar in zijn hart zal hy dit als
onnatuurlijk blijven gevoelen. In zijn hart
voelt hij zich veel meer thuis in gezelschap
van den Duitscher dan van den Fransch
man. Den Duitscher begrijpt hij, voorzoo
ver het hem gegeven is een „foreigner" te
begrijpen, In den Duitscher vindt hij veel
van zichzelf terug: ernst, sentimentaliteit
kalmte, betrekkelijke geslotenheid, naïf
idealisme, eerbied voor geaccepteerde
levenswaarden en standaarden.
Typeerende verschillen
Maar hoe zit het dan met die gemeen
schappelijke liefde voor de vrijheid en voor
individualisme, die immers gezegd wordt de
sterkste band tusschen het Engelsche en
het Fransche volk te zijn? Zeker, de En
gelschman is hartstochtelijk gehecht aan
zijn vrijheid en is een groot individualist
De bedreiging van die vrijheid en dat in
dividualisme in een groot deel van Europa
zal hem ongetwijfeld dichter tot de andere
groote individualistische natie brengen
Maar men denke niet dat men door 't
verklaren dat beide volken individualis
tisch zijn, een gelijk gezindheid heeft vast'
gesteld. Er is slechts een uiterlijke over
eenkomst en die overeenkomst ligt in den
staatsvorm die beide volken hebben aan
genomen om hun politiek individualisme
tot recht te laten komen. De gevoelsinhoud
van dit individualisme is echter voor de
twee volken geheel verschillend. Men zou
het als volgt kunnen uitdrukken: de Fran
sche individualist wenscht zooveel mogelijk
vrijheid om zijn persoonlijkheid uit te
leven. De Engelschman wenscht die vrij
heid om zijn persoonlijkheid uit eigen
vrijen wil zooveel mogelijk in het kader
van het nationale type te dwingen. De
Franschman stelt er een eer in verschil
lend te zijn van zijn medemenschen; de
Engelschman wil niets liever dan „to be
like everybody else", „to be a regular fel
low". Kortom, de Franschman is een non
conformist, de Engelschman 'een confor
mist. Zoo gezien staat de Engelschman on
danks zijn befaamd individualisme dus ook
in dit opzicht dichter bij den Duitscher dan
bij den Franschman.
De terreur in Palestina. - Bij ver
schillende aanslagen zijn in de laatste 48
uur zeventien joden gedood. Verscheidene
andere werden gewond. Ëen Britsch soldaat
is aan de bekomen verwondingen over
leden.
Nieuwe antisemietische agitatie in
Weenen. - Er doet zich op het oogenblik te
Weenen een .nieuwe antisemietische agitatie
gevoelen. In het tweede arrondissement
werden alle joodsche winkels met beleedi-
gende en dreigende opschriften besmeurd
Volgens sommige geruchten zou binnen
kort een verordening uitgevaardigd worden,
waarin iedere „Arische" huurder gemach
tigd zou worden onmiddellijke uitzetting te
eischen van joodsche huurders in hetzelfde
huis.
ALKMAAR, 23 Juli.
Vlak voor dat het Engelsche koningspaar
naar Parijs vertrok, arriveerde in Londen
de heer Wiedemann, een afgezant van Hit-
Ier. Diens komst was vrij onverwacht en
men vroeg zich in Londen en zeker niet
daar alleen! af, welke boodschap
"Wiedemann had. Zou zijn bezoek soms
verband houden met het op handen zijnde
bezoek van koning George aan Parij-; zou
misschien Wiedemann een zeer speciale
boodschap hebben, die de Engelsche regee
ring moest kennen, voordat het hooge
Britsche gezelschap zich op reis begaf naar
de Fransche hoofdstad; zou.hij mis
schien moeten probeeren, om de al te har
telijke samenwerking tusschen Londen en
Parijs eenigszins te remmen? Want en
men dient dat niet te vergeten het
koninklijke bezoek beteekende meer, veel
meer dan een gewoon vriendschappelijk
bezoek. Er waren ook Britsche diplomaten
naar Parijs en zij zouden praten over
Tsjecho-Slowakije!
Men ziet, er waren vragen genoeg te
stellen. En natuurlijk werden er vragen
gesteld in het Engelsche Lagerhuis. Welnu,
Chamberlain heeft Donderdagavond op die
vragen geantwoord, dat Wiedemann niet
naar Londen was gekomen, om een speciaal
onderdeel van de Europeesche politiek te
toespreken, maar om opnieuw uiting te
geven aan den wensch der Duitsche regee
ring, om alle uitslaande kwesties langs
vreedzamen weg op te lossen.
Het was daar een vredesboodschap,
welke Wiedemann moest brengen, al doet
het natuurlijk eventjes eigenaardig aan, dat
die boodschap net moest komen vlak voor
het vertrek der koninklijke familie naar
Parijs.
Kapitein Wiedemann is intusschen weer
terug in zijn vaderland en bereids te
Berchtesgaden aangekomen waar hij on
middellijk aan Hitier verslag heeft uitge
bracht over zijn besprekingen in Londen.
En al is men in Berchtesgaden zeer zuinig
geweest met mededeelingen, in weerwil
van die terughoudendheid is in welinge
lichte Duitsche politieke kringen bekend
geworden, dat kapitein Wiedemann zonder
een memorandum te hebben overhandigd
of aan de leiders der Britsche politiek
voorstellen te hebben gedaan, van zijn
verblijf in Londen gebruik heeft gemaakt,
hen op de hoogte te brengen van de gees-
tesgesteldhdeid en gevoelens der Duitsche
leiders ten aanzien van de groote vraag
stukken der internationale politiek, die op
het oogenblik hangende zijn. De weer
klank, die dit bezoek in Frankrijk en En
geland heeft gevonden, wordt door Duit
sche politieke kringen met voldoening ge
zien.
Inmiddels meldt een telegram uit Ber
lijn aan het Agence Economique et Finan-
cière te Parijs, dat de missie van kapitein
Wiedemann te Londen, volgens mededee
lingen, die in weerwil van het officieele
stilzwijgen beginnen uit te lekken, veel
meer zou omvatten dan tot dusver van
Engelsche zijde was gemeld.
Hitier zou den wensch te kennen hebben
gegeven, het Tsjecho-Slowaaksche vraag
stuk te regelen door een neutraliseering
van dit land. Het zou daarbij zyn gecentra
liseerde bestuur behouden. Duitschland,
Groot-Brittannië, Frankrijk en Italië, in
een pact van vier vereen igd, zouden de
integriteit van den nieuwen neutralen staat
moeten waarborgen.
Het telegram voegt hieraan toe, dat
deze oplossing moeilijk door de vier lan
den alleen zou zijn te verwezenlijken,
wegens de verdragen die Tsjecho-Slowa
kije niet alleen met Frankrijk, maar ook
met Rusland heeft gesloten.
Het conflict, dat tusschen Rusland en
Japan gerezen is, blijkt moeilijk op te
lossen te zijn. Een bespreking tusschen
Litwinow en Sjigemitsjoe mislukte vol
komen, omdat beide heeren zich op
verschillende kaarten beriepen (men weet,
dat het hier gaat om de vaststelling van
een grens bij Mantsjoerije). Het is in dit
verband wel interessant, het verslag van
het onderhoud tusschen beide afgevaar
digden hier weer te geven, waarbij we
echter de opmerking moeten maken, dat
dit verslag van Russische zijde afkomstig
is en niet in alle opzichten gelijkwaardig
is aan de lezing van Japansche zijde.
(Japan ontkent o. a., dat het met geweld
zou hebben gedreigd).
Het (Russische) verslag dan luidt als
volgt:
Op 20 Juli bezocht de Japansche am
bassadeur den volkscommissaris van bui-
tenlandsche zaken en deelde hem het vol
gende mede:
Op grond van het accoord van Choent
sjoen en daarbij behoorende kaarten
heeft de Sowjetregeering op 15 Juli het
verzoek der Japansche ambassade om
evacuatie door de Sowjettroepen van een
heuvel ten Westen van het meer van
Chassan (Tsjansji) verworpen. Na deze
kwestie opnieuw te hebben bestudeerd met
behulp van de gegevens, waarover de
regeering van Mantsjoekwo beschikt, is de
Japansche regeering tot de slotsom geko
men, dat dit gebied aan Mantsjoekwo be
hoort. De Japansche regeering eischt geen
onmiddellijke nauwkeurige vaststelling
der grens, doch wel onmiddellijke terug
trekking der Sowjettroepen uit het be
wuste gebied, hetgeen tot kalmeering
leiden zou.
Litwinow, zoo vervolgt het verslag,
herinnerde den ambassadeur er aan, dat
de Sowjetregeering aan den Japanschen
zaakgelastigde reeds kaarten heeft over
gelegd, behoorepde bij het accoord van
Choentsjoen, waaruit' ten duidelijkste
blijkt, dat de grens loopt ten Westen van
den bewusten heuvel. Deze grens was
erkend door de voormalige Chineesche
regeering. Volgens het standpunt van
Moskou behoorde de kwestie hiermede
opgelost te zijn.
Sjigemitsoe sprak de veronderstelling
uit, dat zijn regeering met dit antwoord
geen genoegen zou nemen. Volgens hem
beroept Litwinow zich op „willekeurige
kaarten, die nergens zijn gepubliceerd".
Het is noodig een maatregel te nemen tot
herstel van de rust aan de grens en ontla
ding van de geschapen atmosfeer. Als de
rust aan de grens niet wordt hersteld, zoo
zeide de ambassadeur, zal Japan tot aan
wending van kracht moeten besluiten.
Litwinow zeide er verbaasd over te
zijn, dat een zoo ervaren diplomaat als
Sjigemitsoe zich met zulk een minachting
kan uitlaten over officieele grenskaarten.
Wat de aanwending van kracht betreft,
zeide Litwinow: als de ambassadeur in een
zoodanige bedreiging of intimidatiepoging,
waar bepaalde staten voor wijken, een
goede diplomatieke methode ziet, dan
moet hij er zich tevens rekenschap van
geven, dat dit middel in Moskou zijn uit
werking zal missen.
Zooals gezegd, ontkent men van Japan
sche zijde de dreiging met geweld, terwijl
men daar tenslotte hoopt op een vreed
zame oplossing, waarvoor de mogelijkheid
nog altijd is blijven bestaan.
In den „Algemeene Toestand" hebben
wij o.m. de Russische lezing van het
onderhoud tusschen Litwinow en Sjige
mitsoe weergegeven en daarbij de op
merking gemaakt, dat deze lezing niet
gelijkluidend is aan die der Japansche.
Van Japansche zijde wordt thans een
uiteenzetting gegeven van het onder
houd tusschen beide staatslieden.
Het is duidelijk, zoo heeft Sjigemitsoe aan
Litwinow verklaard, dat de Tsjangkoefeng-
heuvel zich op Mantsjoekwosch grondgebied
bevindt. De Mantsjoekwosche bevolking
houdt reeds gedurende lange tijden ieder
jaar religieuze plechtigheden op den top van
den heuvel en wel in Juni en September.
Aangezien het vaststaat, dat het gebied bij
Mantsjoekwo behoort is het natuurlijk, dat
de Japansche regeering stappen onderneemt
in verband met de Japansche verplichtingen
inzake de verdediging van Mantsjoekwo. De
plotselinge inval van gewapende Sovjet
krachten moet beschouwd worden als een
schending van den status quo en is in tegen
spraak met het Japansche streven om de
rust in het grensgebied zoo veel mogelijk te
verzekeren. De actie van de Sovjet-Unie
moet beschouwd worden als een soort pro
vocatie van Japan. Dit is zooveel te ernsti
ger wanneer men bedenkt, dat de betrekkin
gen tusschen Japan en de Sovjet-Unie alles
behalve vriendelijk zijn. Niettemin bewaren
de regeeringen van Mantsjoekwo en Japan
hun geduld en zij verwachten dat de regee
ring van de Sovjet-Unie haar houding op
nieuw zal bestudeeren, maar de Japansche
regeering moet er de Sovjet-Russische toch
van in kennis stellen, dat zij van plan en
voorbereid is ten snelste maatregelen te
nemen, wanneer de omstandigheden hierom
zouden vragen.
De Japansche regeering vraagt onmiddel
lijke terugtrekking van de Russische troepen
en herstel van den status quo, alsmede de
betuiging van de diepe spijt van de Sovjet-
Russische regeering. Sjigemitsoe protesteer
de vervolgens tegen het schieten op Japan
sche gendarmen op 15 Juli door Sovjet sol
daten in de buurt van Tsjangkoefeng en
deed tevens een protest hooren tegen de
verdwijning van den Japanschen korporaal.
Matsoehima.
De Sovjet-Russische volkscommissaris
voor buitenlandsche zaken antwooordde vol
gens Domei, dat het gebied in kwestie tot
de Sovjet-Unie behoorde en dat iedere ver
storing yan de rust in dit gebied aan Japan
geweten moest worden.
Sjigemitsoe merkte vervolgens op, dat hy
de kaarten welke Litwinow produceerde en
op welke de Tsjangkoefeng heuvel zich op
Russisch grondgebied bevindt, niet kende en
dat niemand ze kende en dat zy nimmer ge
publiceerd zijn. Het zou de zaak alleen ern
stiger en gecompliceerder maken, wanneer
men over dergelijke kaarten ging discus
sieeren. Het geval waar het om ging, was.
dat Sovjet troepen een gebied waren bin
nengedrongen dat duidelijk tot Mantsjoe
kwo behoort volgens gegevens in het bezit
van de regeeringen van Mantsjoekwo en
japan en dat ook de actie van de Sovjet-
TTHe met betrekking tot den aanleg van
militaire werken een schending vormde van
dë tot dusverre door de Sovjet-Unie se.d-
viseerde en «.volgde politiek ven h.nd-
having van den status quo en daarom moet
het Keizerlijke Japansche leger tegen dezen
nlotselingen inval protesteeren in overeen-
iïmmïg met zyn verplichtingen ten aan-
zien van de verdediging van Mantsjoekwo.
Litwinow merkte hier weer tegenover op,
dat de Sovjet-Unie tegen een dergelijke be
schuldiging moest protesteeren. Bewegingen
van Sovjet troepen op hun eigen gebied
konden volgens den Russischen volkscom
missaris moeilijk een provocatie vormen;
eerder was de eisch dat deze troepen terug-
getrokken moesten worden een zoodanige
H'sjigem'it'soe merkte vervolgens nog op, dat
zün voorstellen herstel van den status quo
inhielden alsmede handhaving van de rust
in het grensgebied en dat in verband hier
mede de Sovjet-Unie wel de zware verent-
woordelijkheid moet overwegen welke zij
op zich neemt, wanneer zij niet in deze voor
stellen treedt. Doch Litwinow, aldus eindigt
het Domei-bericht, weigerde aandacht te
de voorstellen van Sjige-
schenken
mitsoe.
aan
Naar een kalmer toeotand.
De woordvoerder van het Japansche
departement van oorlog heeft gistermiddag
tegenover een vertegenwoordiger \an Havas
te Tokio verklaringen afgelegd, waarin hy
o.m. zeide: „Het Japansche leger laat het op
het oogenblik aan de diplomatie over, de
kwestie van Tsjangkoefeng te regelen
Voorts zeide hy, dat de kansen op een
minnelijke regeling langs diplomatieken
weg niet uitgeput lijken. Wanneer echter de
onderhandelingen mochten mislukken, zou
het ministerie van oorlog de mogelijkheid
overwegen van het uitzenden naar de plaats
van het incident van een militair persoon
uit Tokio, om den toestand te bestudeeren.
De woordvoerder ging vervolgens voort:
„Wy wenschen geen oorlog met Rusland op
dit oogenblik, nu wy met China bezig zijn,
maar wij beschikken toch aan de Mantsjoe
kwosche grenzen over de noodige middelen,
om het hoofd te bieden aan iedere even
tualiteit".
Op een vraag naar het gerucht, volgens
hetwelk de vice-minister van oorlog, Tojo,
de vroegere chef van den generalen staf van
het Kwantoeng-leger, uit Tokio zou vertrek
ken, om zich naar de plaats van het incident
te_ begeven, verklaarde de woordvoerder»,
dat dit slecnts een gerucht was. Hij voegde'
hieraan toe, dat het incident van Tsjang
koefeng düTdelyk opgeblazen ls door de bul-"*
tenlandsche en ook de Japansche pers zelf,
op grond van al te alarmeerende berichten
uit Mantsjoekwo en Korea.
Deze verklaringen bevestigen duidelijk
den indruk, dat de toestand sinds 24 uur
zich ontwikkelt in de richting van kalmee
ring of ten minste in de richting van een
voortzetting der besprekingen.
De Japansche pers, die gistermorgen nog
een alarmeerenden toon volhield, zwijgt
thans bijna geheel en beperkt zich tot het
weergeven van de gematigde verklaringen,
die zijn afgelegd door den woordvoerder van
het ministerie van buitenlandsche zaken.
Frankrijk kan weer „normaal" wor
den. Gisteravond zijn de Britsche hooge
gasten weer naar Engeland vertrekken
en daarmee kwam een einde aan de
groote feestelijkheden, welke Parijs en
met de hoofdstad een groot deel van het
land had georganiseerd.
Het laatste punt van het officieele
programma was de onthulling ven een
monument voor de gevallen Australische
soldaten in den wereldoorlog.
Daartoe was het groote gezelschap gister
middag naar Villers Bertonneux vertrok
ken, waar een groote menigte getuige is ge
weest van deze plechtigheid. Bij die onthul
ling werden door koning George en Lebrun
redevoeringen gehouden en werden door
beiden kransen aan den voet van het monu
ment neergelegd.
Het vertrek.
Na de onthulling van het monument te
Villers Bertonneux bleven nog slechts en
kele minuten tijd voor het afscheid. Koningin
Elizabeth verklaarde Lebrun diep te zijn ge
troffen door de ontvangst die haar in Frank
rijk bereid is. Koning George drukte Lebrun
hartelijk de hand en gaf eveneens uitdruk
king aan gevoelens van dankbaarheid voor
de schitterende ontvangsten, die een onver-
getelijken indruk by hem zullen achterlaten.
Lebrun zeide den souverein dank en ver
klaarde, dat het bezoek hem en de geheele
bevolking groote vreugde bereid heeft. Ver
volgens namen de koning en koningin af
scheid van Jeanneney, Herriot, Daladier, de
leden der Fransche regeering en de. civiele
en militaire autoriteiten. Tegenover Albert
Sarraut verklaarde de koning nog zeer vol
daan te zijn geweest over de ordemaatrege
len die genomen waren tijdens zyn verblijf
in Frankrijk.
De trein van president Lebrun is van Vil
lers Bretonneux naar Parijs teruggekeerd
eenige minuten voor den koninklijken trein
naar Calais vertrok.
Te Calais.
In Calais bevond zich Georges Bonnet, die
den koning en de koningin uitgeleide deed.
De koning en de koningin zijn om 17 uur
30 aa boord van. het admiraliteitsjacht En-
chantress uit Calais vertrokken naar Dover.
De Enchantress werd geëscorteerd door
een aantal Fransche oorlogsschepen.
De Enchantress kwam tien minuten over
zeven te Dover aan. De koning en de konin
gin gingen onmiddellijk van boord en namen
plaats in den gereedstaanden trein. Deze
vertrok om vijf minuten over half acht en om
ruim kwart over negen kwam hij op hat
Victoriastation aan.
De aankomst te Londen.
Groote menigten belangstellenden ver
drongen zich buiten het Victoriastation, toen
de koning en de koningin van hun bezoek
aan Parijs in Londen terugkeerden. Langs
den geheelen weg van het station naar het
Buckingham paleis deden zich geestdriftige
tooneelen voor, welke herinneringen wekten
aan de kroningsfeesten. Op sommige plaatsen
.by het station stonden de menschen vijftien
ryen breed en naar schatting hebben 250.000
personen het vorstelijk paar by zyn terug
keer verwelkomd.
Bij het station verbrak de geestdriftige
menigte op een gegeven oogenblik de afzet
ting en rende juichend naar den «oninkly-
ken auto, die een moment tot stilstand
kwam. Bereden politie baande ten «lotte ean
weg voor den koning en de koningin.
Lord Halifax, die met het vorstelijk gezel-
namPnfnT-a geland was teruggekeerd,
nam afscheid van den koning en de konin
gin op het station.
üjd nadat de koning en de konin-
wan Buekinghampaleis waren binnenge-
fe« nno enen zy met de beide Prinses-
de vnnrT?6" ,gees,driftig toegejuicht door
to nn v, f v,Pi 18 samen&estroomde menig-
Jamitoe eL JC°n"„Hier nam de koninklijke
geweldige ovatie in ontvangst.
De geestdriftige verwelkoming.
in C'Ln|,adat n6, koning en de koningin
stroomt' 8 j ace waren aangekomen
men duizendkoppige menigte sa-
KinV werÏ P CiS" Het »God save the
S„ gezongen. De koning, de ko
on SS de beide prinsesjes kwamen daar-
boog versoh \4°n V8n het Paleis" De koning
wuifde H« ne malen en de koningin
liik ki i "lemgte t°e, waarna zij herhaalde-
ohenï" den in de richting van de jui-
,,'n men'8te wierp. Twee minuten bte-
de vorstelyke personen op het balkon.