Er ging een week Voorbij SPIERPIJNEN in zijn arm genezen KLOOSTERBALSEM ONS INDISCH HOEKJE. JiuHSt en Wetenschap £udUuaact JrewMelait nder de aanwezigen DANK ZIJ KL00STERBALSEM 'n Pijn om razend te worden b|| 't bewegen van den arm AKKER'S „Geen goud zoo goed" IN TROPISCH NEDERLAND. Het eiland Flores; de groote heirweg; de roode, groene en blauwe meeren; het tournooi. DERDE BLAD. ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 23 JULI 1938. Volgens de Be ver w. Crt. vorderen de werkzaamheden aan het Kennemer Théater maar wensch. In de tooneelzaal is de vloer weggenomen en de nieuwe zal dusdanig worden gelegd, dat deze vanaf het midden geleidelijk omhoog zal loopen. Als we het goed begrijpen zullen de toe schouwers daar in een kuil komen te zitten. De verdediger, mr. Thomas, geloofde niet, dat de verdachte den diefstal had ge pleegd, lezen wy in een rechtbankverslag. Als deze Hoornsche advocaat veel in strafzaken optreedt, zal men hem op den duur wel de ongeloovige Thomas kunnen noemen. In de N. H. Crt. worden voor den vruchtentijd door een ingezetene van Hoorn metalen vogelverschikkers geadverteerd. Waarschijnlijk worden door dit instru ment de vogels zoodanig verschikt, dat er geen enkele bij de aardbeien of de kersen komt te zitten. Of een en ander zal slagen zal mede afhangen van de plaatselijke V.V.V.V.V., zegt de N. Langed. Crt. Wy vermoeden, dat men aan dat blad een stotterenden zetter in dienst heeft ge nomen. In het Zaandamsch gemeenteblad wordt een slaapkamer te huur aangeboden met electr .licht, alsmede stroomend water en thee, alles voor 2.75 p. w. Alleen door die stroomende thee zal de verhuurder er al op moeten toeleggen. Volgens de N. H. Crt. wordt de aarde thans bewoond door 2.115.800.000 zielen. Wij hopen, dat het blad ons van even- fueele veranderingen voortdurend op de hoogte zal willen houden. By aankoop van een kinderwagen ont vangt U een leuke verrassing, adverteert een middenstander in de N. Lang. Crt. Het lijkt ons niet onmogelijk dat men de baby er bij cadeau krijgt. Naar de N. H. Crt. meldt zal een millioen kubieke Meter water uit het IJselmeer den Schermerboezem worden ingespuid om het polderwater zoet te maken. Men hoopt op deze wijze de ziekte tegen te gaan daar de malariamug voornamelijk aan het brakke water is te wijten. Blijkbaar is men op de gedachte ge komen, dat het verstandig zou zijn de mug gen dit jaar zoet te houden. In het Alkm. Dagbl. wordt een Ford te koop aangeboden. Ook te ruilen tegen kip pen, konijnen of schaaplammeren. De eigenaar is waarschijnlijk een van de idealisten, die terug naar de natuur willen. In de sigarenindustrie in Kampen gaat men steeds meer over tot het maken van de zoogenaamde bolknakken. Men hoopt vele werkloozen, die zich thans slechts met sport bezig houden een cursus te laten doorloopen waardoor zij re sigarenmakers zullen worden. Blijkbaar is men daar van meening dat zij zich beter met bolknakken dan met balknokken kunnen bezig houden. Volgens de N. H. Crt. vraagt de heer Hauwert of de post voor tuinderssteun niet een sprong in de lucht is. De voorzitter antwoordt, dat het slechts een gedeeltelijke sprong is. Waarschijnlijk heeft hij willen betoogen, dat de springer evenzeer in de lucht hangt als dat met den steun het geval is. Aan het vertellen van het genotene op dit schoolreisje kwam geen einde, zegt de Enk. Crt. Gelukkig voor het blad blijkt aan de be schrijving wel een einde te zijn gekomen. Regenpijpen met ritssluiting voor slechts 1.00, lezen wij in de N. Langed. Crt. Een prachtige uitvinding voor het geval de pijp eens ergens verstopt raakt. Het is nogal opgevallen, zegt het Nbl. van Heiloo, dat in de gemeente door niets kenbaar gemaakt is, dat er iets bijzonders aan de hand is. Waarschijnlijk had men verwacht, dat de gemeente kenbaar zou maken dat er niets bijzonders aan de hand was. Te koop gevraagd, een meisjesrijwiel, plus minus 9 jaar, lezen wij in het Zaand. Gem.bl. Vermoedelijk zoekt men een fiets voor een historischen optocht. Het atelier waar deze foto's gemaakt zijn is ook de ontwerper van de film, zegt het Heiloosch Nbl. De techniek wordt zoo volmaakt, dat de menschen langzamerhand overbodig wor den. Het prinselijk paar, aldus de Enk. Crt., leefde intens mee tijdens het kranige par cours van luitenant De Bruine, toen deze zonder een hindernis te beschadigen, rond ging over de zes verhoogde barrières als ook de rest der toeschouwers. Men moest den ruiters verbieden met hun paarden over het publiek te springen. Op den terugweg, zegt het Alkm. Dagbl. bezochten de dames in Amsterdam de bioscoop, alwaar ook werd gedineerd. Wij vreezen, dat de kwaliteit van de spijzen van dien aard was, dat men de dames liever in het donker liet eten. JUDITH IN HET OPENLUCHT-THEATER TE BERGEN. Gisteravond ging in het Openlucht theater te Bergen de première van het tooneelspel „Judith" van dr. Tiemes J. C. Gerritsen, door de Hollandsche tooneel- groep, onder leiding van Paul Blankenstein, die het mooie werk als openluchtspel had bewerkt. De Judith-figuur is reeds door vele schrijvers gebruikt als onderwerp voor een dramatische behandeling. In de apocryphe boeken zegt het verhaal, dat de profetes en dichteres Judith, leidster van het volk van Bethulië, besluit, Holophernes, den groo- ten, wreeden Assyrischen bevelhebber, die haar stad belegert, te dooden en daardoor haar volk van den ondergang te redden. In strijd met 't verhaal, laat dr. Gerristen Ju dith verliefd worden op de geweldige man nenfiguur Holophernes, waardoor het werk ook tot een machtige liefdes-tragedie, met dramatische spanning, tusschen deze beide super-figuren is geworden. Als een nood lotsmotief klinkt door het geheele werk de oude profetie: „Wie geweld pleegt, zal door geweld ten ondergaan". Een talrijk publiek woonde de première van dit openluchtspel, dat ook in Arnhem, Rotterdam en Amersfoort als openluchtspel gespeeld zal worden, by. Met groote span ning hebben de aanwezigen, vooral het spel tusschen Judith en Holophernes, gevolgd. Dr. Gerritsen heeft in dit werk de schoon heid van de Nederlandsche taal op impo- neerende wyze naar voren gebracht. De costumeering en de belichting van dit stuk waren schitterend. Nel Oosthout vertolkte de rol van Judith op sublieme wijze. Zij had zich de figuur van deze profetes uit Judea volkomen in geleefd. Sara Heybloom, als Esther, beeldde de vereering, die de dienstmaagd voor de profetes gevoelde, uitstekend uit en Coen Hissink was als Holophernes de machtige veldoverste. De rol van Assad, de vereerder van Judith, dien Judith niet kon liefhebben, omdat hij als man niet groot genoeg was, werd meesterlijk vervuld door Max Croiset. De stadsoversten van Bethulië werden zeer goed weergegeven door Joh. te Wechel, Joh. Fiolet en W. ten Brink. Het geheel was een zeer geslaagde uitvoe- E. v. C. te A. ORIOINISC TBR INZAOE „De pijn begon in mfjn bovenarm en zette zich zoo voort tot in mijn nek, torna zóó hevig, dat het huilen mij nader stond dan het lachen. Gewone spierpijn, zetde men mij, maar ik kon niets vinden om die gewone pijn te genezen. Ten einde raad ben ik met Kloosterbalsem begonnen. De uitwer king is enorm geweest. Na de eerste behandeling verminderde de pijn al en na voortgezet gebruik zijn al m(jn pijnen verdwenen, dank zjj Klooster balsem, den grooten pijndooder Onovertroffen b(J brand- en snij wonden Ook ongeëvenaard als wrjjfmiddel bjj Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren Schroefdoot 55 ct. Potten: 62J4 ct. en 1.04 ring. Ontroerend klonken de Joodsche psalmen, door mej. Jorien Leegwater ge zongen. Aan het slot huldigde de heer Klomp, namens de V. V. V., de hoofdspelers, den regisseur en den auteur, die met zijne echt- genoote de voorstelling bijwoonde, in warme bewoordingen, onder het aanbieden van bloemen. De eigenaar van den autobusdienst AlkmaarBergen, de heer Schalkwijk, was zoo welwillend, na afloop der voorstelling de Alkmaarsche bezoekers, uit waardeering voor de V. V. V. gratis naar Alkmaar te vervoeren en hij zegde toe, ditzelfde ook bij de nog volgende voorstellingen te zullen doen. Judith wordt nog vier achtereenvolgende Vrijdagen in het Openlucht-theater te Bergen gespeeld. DE EERSTE T. 5- EN D. 21-TOESTELLEN TE SOESTERBERG. De eerste T. 5- en D. 21-vliegtuigen, waar van, zooals bekend, bij de Fokkerfabrieken te Amsterdam een geheele serie in opdracht van de militaire luchtvaart in aanbouw is, zijn gisteren op het vliegveld te Soesterberg gearriveerd. De beide vliegtuigen, waarvan reeds een uitvoerige beschrijving is gegeven, trokken uiteraard veel belangstelling. Het type van de nieuwe toestellen wijkt in vrij sterke mate af van de tot op heden gebruikte mo dellen. Vooral de verschijning van den grooten T. 5 luchtkruiser trok de bijzondere aandacht. De T. 5 werd van Schiphol naar Soester berg overgevlogen door kapitein-vlieger van Gemeren en den eersten luitenant vlieger Linthout, terwijl de D. 21 gevlogen werd door den tweeden luitenant-vlieger de Zwaan. Naar wij voorts vernemen, is de aanbouw van de eveneens bij Fokker in opdracht zijnde G. 1-toestellen ook reeds in een zoo danig stadium gekomen, dat de aflevering hiervan binnenkort kan worden tegemoet gezien. ON8E POST VLUCHTEN. Op de uitreis bereikten de „Nandoe" Gal- cutta en de „Torenvalk" Basra. Op de thuisreis landden de „Valk" te Basra en de „Ibis" te Rangoon. ZES verschillende penen staan altijd klaar voor UW DRUKWERK. DRUKKERIJ COS TER, ALKMAARSCHE COURANT, TEL. 3320 Wat natuurschoon betreft staat in den Indischen archipel het eiland Flores bovenaan! Een land voor touristen is het echter nog niet, want de moderne vacan- tieganger zoekt comfort, gemak, goede hotels en restaurants, gemakkelijke ver voersmiddelen en dat alles vindt men er niet. Het schoone eiland ligt buiten de ge wone touristenroute: Medan-Padang op Sumatra, Java en Bali. Toch is het voor hem, die niet te hooge eischen stelt, thans te bereizen. De laatste jaren is er een voor auto's berijdbare weg aangelegd in de heele lengte van het eiland, een weg, die plm. 600 K.M. lang is en die den makers veel eer aandoet, want hy is onder uiterst moeilijke omstandigheden tot stand ge komen, moeilijkheden, waarvan wij hier in patria geen notie hebben! Een dergelijke weg zou hier de bewondering van heel ons volk hebben opgewekt, de kranten zouden er vol van hebben gestaan! Dat schitteren de technische werk, in het verre Flores zonder de hulpmiddelen van de moderne techniek aangelegd, bestaat niet voor Nederland. Toen ik het eiland bezocht, was die weg nog in aanleg. Een deel er van was te paard berijdbaar. Uitgekapt in de rotsen, voerde hij langs diepe ravijnen met schitterende uitzichten. Op een goeden ochtend, toen ik wilde doorreizen, kreeg ik het bericht, dat er een aardstorting had plaats gehad, zoo dat de weg versperd was. Na een paar uur wachten kon ik verder: de grootste rots blokken waren opgeruimd, er was een smalle overgang voor mijn paardje en zoo kon ik, al ging het wat lastig, de reis var- volgen. Naast dit wonder van Indische wegen aanleg is er op Flores een natuurwonder dat nergens elders op de aarde wordt aan getroffen, n.1. drie Kratermeren, vlak, bij elkaar, waarvan het eene, in een angst wekkende diepte gelegen, bloedrood is, het andere groen, het derde blauw-groen, „als parelsnoer gevat in donker blauw fluweel, het geheel schitterend geëncadreerd door het hooge gebergte op den achtergrond" zooals van Suchtelen (bestuursambtenaar) in zijn mooie werk over Flores opmerkt. Interessant is ook de bevolking, zooais dit overal in den archipel het geval is! Merkwaardig is vaak haar wijze van feest vieren. Zoo kan er in de afdeeling Mang- garei geen feest bestaan zonder het „main tjatjik." Twee strijders bekampen elkaar. De een is gewapend met een lange dikke zweep van buffelhuid, aan een handvat van rottan vastgemaakt. De andere houdt een stok als afweermiddel boven het hoofd. Met stok en schild weert hij de slagen van den tegenstander af. Maar af en toe lukt het niet en ontvangt hij een raken klap op den rug. Een lange, bloede rige streep toont aan waar die klap ge vallen is. De strijders worden vooral door de meisjes zeer bewonderd. Wie geraakt is mag niet toonen, dat de klap hem erge pyn veroorzaakt. De striemen vervormen tot dikke lange lidteekens. Hoe meer iemand er van op den rug heeft, hoe grooter held hij is. Het spel eischt moed, behendigheid en ridderlijkheid. H. F. TILLEMA. Pit het Engelsch mi ARTHTJR SOMERS ROCHE DoorMr. P.v, D. 32) De oudste en meest doorzichtelyke truc ter wereld, en die had ik niet eens voor De Blotter! Waar men my had bevolen om tien uur te verschijnen! En Jeanne was naar dezelfde plaats ontboden! De waar schuwingen, die ik zelf had hadden het mij aan het verstand moeten brengen, dat de chef het een en ander om trent gisteravond niet vertrouwde. Na Sla vini's verslag van mijn lichamelyke ges eld- heid zou men mij niet uit myn hotelkamer hebben ontboden dan voor iets, wat de chef als een dringende reden beschouwde. En die reden kon alleen zyn, dat me mij van een soort van dubbelgangerschap op gisteravond verdacht. Maar hoe kon dat mogelijk zijn? Peters! Was hij soms naar Slavini ge gaan en had hij hem op de een of andere onverklaarbare wijze ontmoet. Maar P-- ters was bij mij geweest, toen Slavini op belde. Peters zou niet hebben kunnen ver raden, dat ik in 't bezit van 't collier was. Maar kon dat niet? Kon hij met nadat hij van mij was weggegaan door Slavini zijn aangeklampt en alles hebben verteld wat ik hem had medegedeeld? Maar dat klopte niet. Evenwel drongen in dit oogen- blik van benauwenis Peters' woorden dui delijk in mijn geheugen door. Maar het deed er niet toe, om welke re den men mij wantrouwde. Dat dit zoo was, werd wel te over bewezen door de bood schap aan Jeanne, een boodschap, die ik nooit zou hebben gestuurd. Zij zou nooit uit huis zijn gegaan, op dien avond, dat ik haar zou komen bezoeken, tenzy zij stellig ge weten had, dat het was om mij te treffen. Ik hield een taxi aan. „De Blotter", zei ik, „en ryd als een be zetene". Wy reden in Oostelijke richting de 56ste straat in en tusschen Broadway en Seventh Avenue hielden w'ij stil. Daar was de Blot ter, maar, zooals ik wel had gedacht, in het donker, met de deuren van de hal nog niet eens open. Zelfs de lichtreclame was niet aan, mis schien met het oog op het openingsuur, dat niet voornegenen kon zyn. En noch op de trap, die naar de gesloten deuren voerde, noch op de gaanderijen viel er enig teeken van Jeanne te bespeuren. „Breng my naar Plandome", droeg ik een chauffeur op. Bij het hotel liet ik hem gaan, en repte ik mij naar den administrateur. „Heeft er iemand voor mij opgebeld?" vroeg ik. „Soms een boodschap door de te lefoon?" Hij ging het vlug na. „Niemand, mijnheer, en geen boodschap". Moeizaam, mij geslagen en oud voelend, nam ik de lift naar mijn kamer. Daar keek ik op mijn horloge. Het was nog geen half negen, en Slavini had mij gezegd, om tien uur in de Blotter te zijn. Anderhalf uur wachten, en wat zou mij aan het einde daarvan staan te wachten? Ik liet, zoo gauw als het me in de ge dachten schoot, het denkbeeld mevrouw Seeley op te bellen, varen. Wanneer Jeanne me op de een of andere onverklaarbare wijze verkeerd had begrepenMaar er was niets, dat verkeerd kon worden be grepen! Ik had doodeenvoudig de Blotter tegenover haar niet genoemd. Ik zag het nu duidelijk in: Jeanne was hun gevange ne. Hun gijzelaar, om mij te dwingen te doen, wat zij verkozen. Hun pion in iederen zet, dien zij zouden wenschen te doen. En de eerste zet was om mij in vreeze en beven, als smeekeling, aan een tafeltje in de nachtkroeg te krijgen. Een eigen aardige aanduiding schoot me te binnen. Nachtgelegenheden waren de geliefkoosde terechtstellingsplaatsen van bandieten. Wanneer bandieten iemand uit den weg wenschen te ruimen, dan doen ze dit zoo openbaar mogelijk, om zoodoende een af schrikwekkend voorbeeld te stellen. Gesteld eens, dat ik als mikpunt voor een verborgen revolver werd gedood? En ge steld dan, dat Jeanne Ik weigerde het beeld, dat ik voor den geest had, langer te aanschouwen. In plaats daarvan greep ik naar papier en pen. „Drie schavuiten, Nick Slavini, Jimmy Greco en Andy Hom, die samenspannen met een vierde, wiens naam mij onbekend is, zijn van plan mij vanavond te dooden. Ik geloof, dat dat zy een misdrijf tegen de persoon van Jeanne Seeley beramen". Onder deze uitspraken zette ik mijn handteekening. Ik adresseerde een enve loppe aan mij zeiven. Indien ik vanavond zou worden gedood, zou de politie een brief open maken, die aan my was geadresseerd, en vanuit het graf zou ik weerwraak op mijn moordenaars kunnen oefenen. Maarwat er nog in petto mocht zijn, ik was nog niet dood. Evenmin kon ik den ken, dat Jeanne al leed was geschied. Ik was in levenen gewapend. En van avond zou ik wo-rden, wat ik nooit was ge weest, een moordenaar. Het was klokslag tien uur, toen ik, na jas, hoed en stok te hebben afgegeven, bleef staan by den ingang van de eetzaal van de Blotter. In mijn jaszak was een zwart vilt, dat tot een klein bestek was opgevouwen, verborgen. Niets trekt meer de aandacht in New-York dan een man zonder hoed, en indien ik vanavond zou worden gedwongen mijn veiligheid in de vlucht te zoeken, dan zou mijn doortocht tenminste niet door blootshoofd zijn op gevallen. In mijn zakken had ik meer dan acht duizend dollar. Ik had mijn wagen laten komen en die stond nu geparkeerd in een straat een heel eind stadwaarts, en in de kattebak bevond zich een volledig stel an dere kleeren. En in den gordel van mijn broek bevond zich mijn pistool. De brief aan mij zeiven die mijn vroegere deelge- nooten in staat van beschuldiging wegens samenspanning tegen mij stelde, was in de bus. Ik zag den oberkellner, met iets van een groet op zijn gezicht, naar mij toeko men. En toen ik naar hem toeging, ging er iemand rakelings langs mij heen. „Cicle 62945" hoorde ik een stem fluis teren. Ik keek om mij heen. Naast mij, onbe schaamd als alleen deze soort van vrouwen kan zijn, haar oogen vervuld van een imi tatie van aristocratische hooghartigheid, stond een meisje. Haar oogen, met hun glans van verachting, bleven een wijle op mij rusten, en ik dacht een opflakkering van waarschuwing er in te lezen. Daarop gleed haar blik langs mij heen. Ik hield my voor, dat ik het mis moest hebben gehad. Ik had dat meisje nooit vroeger gezien, en wanneer deze omstan digheid haar geen beletsel voor genoege- lyke intimiteit had toegeschenen, was het niet noodig geweest my haar telefoonnum mer zoo tersluiks te geven. Daar zat geen suikeroom aan haar zyde om over een ont luikende flirtpartij zijn voorhoofd te fron sen. Ik nam dus aan dat ik mij had vergist. Daarop kwam de oberkellner buigend op my af. „Mijnheer Crandall?" Ik knikte. „Er is een tafel voor u gereserveerd, mijnheer. Wilt u mij maar volgen, alstu blieft". Ik lachte in mijn binnenste om zijn hof felijkheid. Of hij op de hoogte was of niet, mij bleef geen keus over. Ik moest hem volgen. Aldus op mijn hoede, hoewel, naar ik hoop, uiterlijk volkomen kalm, ongeïnte resseerd, goedmoedig, stond ik hem toe mij naar een tafel aan een verwijderd ge legen zijde van het restaurant te brengen. Hij wierp een spijskaart voor my neer. Maar misschien was het nog een tikje te vroeg om iets te eten. Na het programma, hè? Best. Overigens bezorgde men iemand als mijnheer Crandall geen teleurstelling. De Blotter verkocht geen alcohol, en kwam de wet volledig na. Maar de maitre d'hötel beschouwde het als een voorrecht om aan de stamgasten ik was er notabene nog nooit tevoren geweest Schotsche whisky aan te bieden, waarvoor hij, Louis d'Esterre zelf, persoonlijk kon instaan. (Wordt veïvoïgd,)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 9