DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Val van Sagunto elk oogenblik verwacht.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Maandag 25 Juli 1938
PRIJS PER GEWONE AD VERTE NTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 'f 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Ondanks herhaalde tegenaanvallen van de regeeringstroepen.
DONIA GEBOMBARDEERD.
OE OMSINGELING VAN SAGUNTO
Duitschland wil den vrede.
Rede van Rudolf Hess.
Het incident van Tsjangkoefeng.
Japansche commentaren.
Onthulling van 't monument
in de IJzervlakte.
Koninklijke familie tegenwoordig.
De algemeene toestand.
tl
ALKMAARSCHE COURANT.
Misschien zal het opschrift, dat we
hier boven plaatsten, al niet juist meer
zijn, als deze krant onder de oogen der
lezers komt. Misschien zelfs zal in dit
overzicht van de krijgsverrichtingen in
Spanje reeds melding gemaakt moeten
worden van den val van Sagunto; zóó
kritiek is de toestand aldaar!
Want volgens de jongste berichten
uit Saragona staan de laatste verster
kingen der regeeringstroepen rondom
Sagunto op het punt te vallen.
Al is Franco's opmarsch naar Sagunto
de laatste dagen minder snel geweest, niet
temin blijven de republikeinen genood
zaakt, ondanks herhaalde tegenaanvallen,
hun linies geleidelijk terug te trekken. In
de afgeloopen week zijn een groot aantal
dorpen aan en in de buurt van den weg
van Teruel naar Sagunto door de recht-
schen genomen. Ze beweren zelfs in zes
dagen 27 dorpen te hebben veroverd. Aan
den straatweg bevinden ze zich thans dicht
bij Viver. Voorts hebben ze, sinds den
val van Mora de Rubielos, de geheele
strook langs den Mijares in handen, met
uitzondering van het gebied bij Cirat en
Toga. De grootste successen hebben de
rechtschen in het bergachtige gebied ten
noorden van den straatweg geboekt, waar
ze, volgens hun zeggen, meer dan 5-00 re-
publikeinsche soldaten gevangen hebben
genomen .Een belangrijke rol bij de omsin
geling van terugtrekkende republikeinsche
troepen heeft ook de cavalerie van gene-
naal Monasterio gespeeld
Ten Zuiden van den straatweg zijn de
rechtschen thans zeer dicht bij de provin
cie Valencia. Ze zijn thans den Salada-
berg, ten Zuid-Westen van Begis, genaderd
en dreigen de plaatsen Viver en Segorbe
als in een tang te omklemmen, daar ze ook
bij Caudiel in de richting van de Siërra
de Espadan, ten Westen van Nules, verder
rukken. Daar, bij Nules en de Middelland-
sche Zeekust, trachten thans ook de troe
pen van generaal Aranda op te rukken. In
deze streek zijn de rechtschen in den
laatsten tijd niet veel verder gekomen,
daar de tegenstand der republikeinen er
buitengewoon neftig is. Trouwens aan het
geheele Oostelijke front bieden deze laat
sten, ondanks de onophoudelijke artillerie-
en luchtaanvallen, verbeten weerstand.
De strijd om Valencia zal nog wel den ge-
heelen zomer voortduren en ook in recht-
sche kringen is men van meening dat voor-
loopig geen wapenfeiten te verwachten
zijn, die de uiteindelijke beslissing zullen
brengen.
Aan het front van Estremadura zijn de
rechtsche troepen van generaal Queipo de
Llano ook weer met aanvallen begonnen
en al hebben ze hier hun linies eenige
tientallen kilometers vooruit kunnen bren
gen, toch zal dit wel niet hun voornaamste
doel zijn, maar wel om de republikeinen
te verhinderen van hier versterkingen naar
het front van Valencia over te brengen.
Denia gebombardeerd.
Zaterdag hebben drie escadrilles recht
sche vliegtuigen achtereenvolgens Denia
gebombardeerd. Een honderd bommen
werd geworpen, waardoor geringe schade
aan de kaden werd aangericht, terwijl in
de stad een aantal huizen werd vernield.
Schepen lagen niet in de haven. Er wordt
geen melding gemaakt van slachtoffers.
Castuera bezet.
De speciale correspondent van Havas
meldt, dat het Zuidelijke leger onder bevel
van generaal Queipo de Llano Zondag de
Zujar-rivier is overgetrokken en zich reedc
verscheidene kilometers te Zuiden daarvan
bevindt. Een naar het Noorden oprukken
de colonne heeft Castuera, een stad van
32.000 inwoners, bezet. De „Don Benito-
Zak" is practisch gesloten.
Mededeelingen van Barcelona.
Een communiqué van het ministerie van
Defensie meldt o.a.: In den sector ten Zui
den van Barracas hebben de regeerings
troepen na een gevecht van vier uren den
vijand teruggedreven, toen deze de stel
lingen van Cerrrocruz en San Roque aan
viel. De vijand leed zware verliezen. In
Estremadura is de vijand erin geslaagd de
Guadiana over te trekken en Aceuchal te
bezetten. De luchtmacht der opstandelin
gen heeft het dorp Castuera gebombar
deerd en talrijke slachtoffers gemaakt.
Tijdens een luchtgevecht aan het Levant-
front zijn acht Fiat-toestellen neergehaald.
De regeeringstroepen verloren drie vlieg
tuigen.
Terugtrekking der buiten-
Iandsche vrijwilligers.
Martinez Barrio, voorzitter van de Cor
tes, en leider der Spaansche delegatie naar
de Wereld-conferentie voor den vrede te
Parijs, heeft verklaard, dat de Spaansche
delegatie erop heeft aangedrongen, dat de
regeeringen der op de conferentie ver
tegenwoordigde landen, en meer in het
bijzonder der landen, die de niet-inmen-
gingspolitiek leiden, de overeenkomsten
der niet inmengingsconferentie in toe
passing brengen, teneinde daardoor te ge
raken tot een spoedige terugtrekking van
alle buitenlandsche strijders in Spanje.
„Dit is", zoo zeide hij, „de eenige oplossing
van de Spaansche kwestie".
Barrio acht verder een hervorming van
de Spaansche regeering niet mogelijk.
Bovendien is hij van meening, dat het
daartoe niet de juiste tijd is.
Bommen op Madrid.
Zondagavond om 8 uur heeft de ar
tillerie van Franco een bombardement
op Madrid ii gezet. In een uur tijd
werden ongeveer 400 granaten van
zwaar kaliber afgeschoten en de
meesten kwamen in het centrum der
stad terecht.
Het was één der hevigste bombar
dementen, waarvan Madrid tot nog
toe te lijden heeft gehad. Tot nog wor
den „slechts" drie dooden en 33 ge
wonden gemeld, terwijl over de ver
wondingen zelf nog niets bekend is.
Ter herdenking van hen, die hun
leven gegeven hebben voor groot-
Duitschland, is Zondag te Klagenfurt
een betooging gehouden, waarbij de
plaatsvervanger van Hitier, Rudolf Hess,
een redevoering heeft uitgesproken.
isw:
Rudolf Hess
Volgens het niet-officieele verslag van het
Duitsche nieuwsbureau heeft Hess o.m. de
bewering van den hand gewezen, volgens
welke materieele overwegingen de aanslui
ting van Oostenrijk bij Duitschland veroor
zaakt hadden. Ook heeft Duitschland Oos
tenrijk niet overwonnen. De in de Oostmark
gevallenen zijn gevallen voor hun volk. Dit
volk eischt van de wereld niets anders dan
het recht op zijn bestaan. Ook thans denkt
het Duitsche rijk er niet aan met geweld
vreemde volken in te lijven bij het Duitsche.
Het wil echter geen Duitschers meer uit zijn
grenzen verliezen.
Steeds weer, aldus Hess verder, wordt op
misdadige wijze de gedachte aan een nieu
wen oorlog onder de vredelievende volkeren
gebracht. Hoe meer Duitschland rustig op
bouwt en werken des vredes volbrengt, hoe
minder het zelf aan een oorlog denkt, des te
meer voorwendsels ze verzinnen om over
een dreigenden oorlog te schreeuwen. Het is
een geluk voor de menschheid, dat de ver
antwoordelijken der volkeren meer verant-
woordelijkheidsbewustzijn en verstand schij
nen te hebben dan die landen. Het is vooral
een geluk voor de volkeren, dat Hitier zich
niet laat provoceeren. In soevereine rust
doet Hitier, wat hij voor zijn volk doen
moet. Men liegt, als men zegt, dat Hitier den
vrede bedreigt en tegelijk ziet men zwijgend
toe, hoe kleine staten bewust den vrede be
dreigen. Wat voor lichtvaardig spel wordt
met den vrede in Europa en de geheele we
reld gespeeld? Duitschland heeft echter het
geloof, dat het ook aan dit onverantwoorde
lijke drijven van den laatsten tijd niet zal
lukken den vrede te verbreken. Duitschland
gelooft aan een hoogere gerechtigheid, die
niet kan toelaten, dat opnieuw een oorlog
uitbreekt, die als eenigen overwinnaar het
bolsjewisme zou kennen. Duitschland hoopt,
dat ook verder nog zooveel verstand ter we
reld heerscht, dat dit zal worden verhinderd.
De wereld echter weet, dat Duitschlands
vrede door een weermacht sterker dan ooit
beveiligd is. Duitschland weet verder, dat
een goedgunstig lot steeds weer te zijnen
gunste zou uitvallen.
Alle Japansche bladen blijven com
mentaar leveren op het incident van
Tsjangkoefeng. De Tsjoegai Sjogyo, het
leidende commercieele dagblad, waar
van Tokitsji Tanaka, de vroegere am
bassadeur te Moskou, president is,
schrijft, dat, te oordeelen naar de
geografische ligging van den heuvel
Tsjangkoefeng en ook de algemeene si
tuatie, het incident van Tsjangkoefeng
waarschijnlijk geen groote gevolgen zal
hebben, doch niemand kan zeggen of
niet het ergste zou gebeuren, indien de
Sowjetunie van plan is, den toestand
te verergeren en hierbij van dit incident
gebruik te maken, zelfs ofschoon Japan
een vreedzame regeling wenscht.
In een bespreking van de beweegredenen,
die de Sowjetunie ertoe gebracht kunnen
hebben dezen heuvel, die de laatste vijftig
jaren door Koreanen en Mantsjoereezen vrij
is betreden, te bezetten, zegt de Yomioeri
Sjimboen, dat men hierin een poging kan
zien, de aandacht van Japan van Hankou af
te leiden, zulks naar aanleiding van een Chi-
neesch verzoek om steun.
Een meer plausibele verklaring ligt echter
in de roekelooze versterking der grenspa-
troeljes, ten einde nieuwe ontvluchtingspo
gingen van ambtenaren onmogelijk te ma
ken, en te trachten na de vlucht van gene
raal Loezjkow het moreel der Gepeoe te
versterken. De Yomioeri Sjimboen betoogt,
dat de Sowjetunie, te oordeelen naar de
moeilijkheden in het binnenland, niet gereed
is om zich in een oorlog met Japan te stor
ten, doch verklaart, dat het Japansche volk
gelooft, dat de Sowjetunie achter het „inci
dent in China" steekt. Het blad raadt de
Sowjetunie aan, uit te scheiden met haar
onruststokerij voor het te laat is.
De Kokoemin Sjimboen is van oordeel,
dat het incident misschien niet door de ge
wone diplomatieke onderhandelingen kan
worden geregeld en het blad dringt er op
aan, dat het volk zoowel op vrede als op
oorlog wordt voorbereid.
Nieuw grensincident.
Uit Chabarowsk wordt gemeld,, dat 21
Juli j.L twee motorbooten van Mantsjoekwo
op de Oessoeri-rivier hebben gevaren bij het
dorp Widnoe. Zes opvarende Mantsjoe-
rijschJapansche soldaten hebben de grens
geschonden, door aan land te gaan op het
eiland Faingow, dat Russisch is. Deze sol
daten hebben het vuur geopend op een
Sowjet-motorboot, welke juist passeerde.
Russische grenswachten hebben de zes
soldaten gevangen genomen, twee van hen
werden tijdens een vuurgevecht gewond.
Japansche onderhandelaars zullen
terugkeeren.
De sowjetrussische autoriteiten te Wladi-
wostok hebben gisteren het japansche con
sulaat-generaal medegedeeld, dat de beide
onderhandelaars, welke 18 Juli j.1. door het
Japansche leger waren gezonden, om te
spreken over het grensincident bij Hoengt-
sjoeng, vandaag naar de Japansche autori
teiten teruggeleid zullen worden.
Met groote plechtigheid is Zondag in
tegenwoordigheid van een ontzaggelijke
menigte belangstellenden het monu
ment in de IJzervlakte, opgericht door
oudstrijders, onthuld. Overal in de stad
werd gevlagd, van alle huizen woei de
Belgische driekleur.
De plechtigheden vingen aan met een Mis
ter nagedachtenis van Koning Albert. Voor
dien nog waren bloemen gelegd by de
Fransche en Engelsche monumenten. In op
tocht trokken vervolgens de oudstrijders
naar de vlakte, waar zij zich opstelden voor
het moment, op den rechteroever van den
IJzer.
Om 11 uur arriveerde de koninklijke fa-
milié: Koning Leopold, Koningin Elizabeth,
Prins Karei en de kinderen van den Koning.
Zij werden door de leden van het uitvoe
rende comité ontvangen. Onmiddellijk
daarna begroette de Koning de buitenland
sche gedelegeerden, n.L maarschalk Petain,
die het Fransche leger vertegenwoordigde,
generaal sir Robert Nigham, die het Engel
sche leger representeerde en den vertegen
woordiger van het Amerikaansche leger,
kol. Horace H. Fuller, benevens den Italiaan-
schen ambassadeur, Gabriele Preziosi, die de
Prinses van Piemoftt vertegenwoordigde.
Redevoeringen werden uitgesproken door
den voorzitter van het uitvoerend comité,
Maurits de Praetere, en door majoor Albert,
die de beteekenis der plechtigheid in het
licht stelden, waarna de aanwezige menigte
een minuut stilte in acht nam. Na deze mi
nuut stilte vielen de doeken van het ruiter
standbeeld van Koning Albert, dat gezegend
werd door den bisschop van Brugge, mgr.
Lamiroy. De koninklijke familie legde kran
sen bij het monument, waarop de stoet der
oudstrijders begon langs te trekken. Zij
droegen 1500 vlaggen met zich mede; het-
geten een indrukwekkend schouwspel
vormde.
Tijdens de geheele plechtigheid dreunde
het geschutvuur en vlogen 35 toestellen bo-
vrn het gedenkteeken, waarop zij bloemen
nferwierpen.
Na den optocht vertrok de koninklijke fa
milie, onder de tonen van de Brabangonne,
per auto in de richting van Ostende.
De Noordwand van den Eiger bestegen.
- De Zwitsersche radio heeft medegedeeld,
dat vier Duitsche bergklimmers er in zijn
geslaagd den noordelijken wand van den
Eiger te beklimmen. Dit is de eerste keer,
dat de berg aan deze zijde is bestegen.
Alkmaar, 25 Juli.
Von Dirksen, de Duitsche ambassadeur te
Londen, heeft aan hec eind der vorige week
een bezoek gebracht aan den Britschen pre
mier Chamberlain en is daarna naar Berlijn
vertrokken. Op zich zelf is dit niets bijzon
ders en als men te Berlijn verklaart, dat dit
bezoek zuiver een gewoon beleefdheidsbe
zoek geweest is, omdat de ambassadeur van
en langdurige vacantie wegging, dan moet
men daar vrede mee hebben.
Het tijdstip van het bezoek en de omstan
digheden, waaronder het plaats vond, zijn
echter oorzaak geweest, dat men achter de
visite van von Dirksen méér zocht en al
weer dacht men aan Tsjecho-Slowakije. Dat
méér-zoeken tracht Duitschland thans te ont
zenuwen.
In de buitenlandsche pers, aldus wordt in
semi-officieele Duitsche kringen betoogd, is
o.m. gesproken van een Duitsch voorstel om
een conferentie van vier mogendheden te
beleggen tot bespreking van het Tsjechische
vraagstuk, alsmede van een Duitsch-Tsje-
chisch niet-aanvalsverdrag. Volgens Duitsch
inzicht, zoo meenen sommige buitenlandsche
bladen, zou een dergelijke conferentie kun
nen leiden tot een stilstand in de bewape
ning. Zelfs meent men te weten, dat overwo
gen wordt een beperking van de bewapening
in de lucht in te voeren. Men heeft hier
echter te doen met combinaties, welke hun
oorsprong vinden in praatjes, ofwel zijn ge
maakt om verwarring te stichten in verband
met het Tsjechische vraagstuk. Tegenover
dergelijke bedoelingen kan worden gezegd,
dat de eischen der Sudeten-Duitschers dui
delijk kenbaar zijn gemaakt.
Aan den anderen kant, aldus wordt er in
genoemde Duitsche kringen aan toegevoegd,
blijkt uit deze combinaties, dat men over
tuigd is van den goeden wil, de problemen
langs vreedzamen weg op te lossen. Wat het
vraagstuk der Sudeten-Duitschers betreft is
men evenwel helaas nog niet zoover. Noch
Tsjecho-Slowakije, noch Engeland, noch
Frankrijk hebben Duitschland tot op heden
voldoende garanties gegeven, dat rekening
zal worden gehouden met het Duitsche
standpunt.
Intusschen spreekt ook de Londensche di
plomatieke medewerker van Reuter de ge
ruchten in verband met Von Dirksens be
zoek aan Chamberlain tegen. Volgens hem
heeft de Duitsche ambassadeur tijdens een
vriendschappelijk onderhoud met minister
president Chamberlain vóór zijn vertrek
naar Berlijn, waar hij zijn verlof gaat door
brengen, opnieuw de verzekering gegeven,
dat Duitschland vredelievende bedoelingen
heeft en de Sudeten-Duitsche kwestie langs
vreedzamen weg wil zien opgelost. De Brit-
sche minister-president heeft van zijn kant
den ambassadeur doverzekering gegeven,
dat de Britsche regeering haar bemiddeling
te Praag zal voortzetten.
Vernomen wordt, dat door geen van bei
den welomschreven voorstellen zijn gedaan,
terwijl evenmin nieuwe denkbeelden zijn
besproken.
Tijdens de betooging, Zondag te Sarlat
gehouden, hebben Chautemps en Bonnet re
devoeringen uitgesproken, waarin zij hoofd
zakelijk hun aandacht wijdden aan het be
zoek van de Engelsche vorsten der vorige
week. Het is van belang, iets van deze rede
voeringen te weten, omdat er de Europee-
sche toestand vluchtig in geschetst wordt
Chautemps dan zeide o.m.: Deze ontmoeting
van twee groote, machtige, vreedzame vol
ken is een historische gebeurtenis van een
aanzienlijke draagwijdte. Niet alleen zijn
daardoor de banden van solidariteit tusschen
beide landen aangehaald en versterkt door
ze intiemer en directer te maken, maar de
realiteit en de kracht van die banden is in
de oogen der wereld getoond. Het bezoek
heeft Frankrijk de gelegenheid gegeven zijn
materieele macht te toonen en tenslotte
heeft het land kunnen gevoelen hoe diep
zijn nationale eenheid is, wanneer het om
wezenlijke problemen gaat, die beslissen
over zijn veiligheid en grootheid.
Bonnet sprak o.m. over zijn besprekingen
met Halifax. Nooit, zoo zeide hij, was de
Fransch-Engelsche entente noodiger. Nooit
ook was zij vollediger. Temidden der huidige
moeilijkheden op internationaal gebied, heb
ben wij vreugde te gevoelen, dat naar bui
ten zoowel als naar binnen de gemeenschap
pelijke politiek van Frankrijk en Engeland
overal wordt begrepen, omdat zij duidelijk
is en omdat zij loyaal is. Geen enkel oprecht
persoon in Europa twijfelt er aan, dat het
Fransch-Britsche accoord als essentieel doel
de handhaving van den vrede heeft en doel
treffend bijdraagt tot vermindering van de
oorlogsgevaren.
Het Fransche volk is daarvan overtuigd.
Het heeft het duidelijk genoeg getoond. Ri
valiteiten, wrokgevoelens, tegenstellingen in
politieke overtuiging, klasse- en partijver-
schillen, alles is gesmolten in den smeltkroes
van den geestdrift. De geheele wereld heeft
eens te meer de legeering kunnen zien, die
gevormd wordt door de Fransche harten.
Frankrijk begroette in den koning en de
koningin de hoop door samenwerking tus
schen Engeland en Frankrijk den vrede
hechter te maken, zonder welken de naties
en de menschen niet kunnen vorderen in
vrijheid naar den vooruitgang, hun lotsbe
stemming".