Vraag en aanbod ac rndier echter etteiijke daf?en Voor kleine tuinen* IN EER HERSTELD! Wanneer de jonge Jim hierover met ent' l£\ Denkt U er aan Uw voor Woensdag op te geven? 4 i TWEEDE BLAD. AARDBEIEN. Het lijkt eenigszins als mosterd na den I maaltijd om het thans nog te hebben over1 aardbeien, maar nu komt voor velen de tijd aan, dat zij hun aardbeiplanten kun nen vermenigvuldigen of nieuwe aardbei- planten kunnen uitzetten. Op zand en veengrond is het n.1. het beste om in Augustus aan te planten, op kleigrond doen we het liever in Maart of April, omdat klelngrond in den zomer te droog en te hard is om met succes in te kunnen plan ten. In liefhebberstuinen zien we dikwijls oude aardbeibedden, die wel goed in het biad staan, doch waarvan de vruchten- oogst slechts gering is. Weliswaar kunnen op zware gronden de planten langer mee, doch op lichte zandgrond verdient het aanbeveling om het jaar opnieuw te plan ten. Van begin tot half Augustus is het daarvoor de beste tijd, en dan zorgen we er voor dat het hart van de planten miet te diep komt te staan, de onderlinge afstand nemen we 20 c.M. terwijl we de rijen 40 c.M. uit elkaar leggen. Wanneer we geen jonge aardbeiplanten noodig hebben, verdient het aanbeveling om de oude planten te sparen, de ranken regelmatig weg te houden. Is er echter wel ibehoefte aan en we willen bijzonder fraaie jonge planten kweeken, dan leggen we de aan de ranken ontstane plantjes op een bloempot met voedzame aarde, waarin zij spoedig zullen wortelen. Hoewel aardbeien winterhard zyn, ver dient het wel aanbeveling om de jonge planten in den herfst met ruige mest te dekken of liever den grond rondom de planten, waarna we in het voorjaar de mest luchtig onderspitten. Naar keuze kunnen we vroege, middel- vroege en late grootvruchtige soorten aan planten of, als we plaats hebben, nemen we van alle drie wat. Van de vroegen noemen we Deutsch Evern, mooi roode, lange vrucht, die het eerste jaar na aanplant de ruimste oogst geeft. Mad. Lefèbre volgt hierop en dan Mad. Moutot, herkenbaar aan het grove blad en de enorme vruchten, Triumph de Gand, middelmatig groote vrucht en als late soort Jucunda, mooie ronde vorm. Als tweemaal bloeiende of doordragende aardbei noemen we nog St. Antoine de Padua, die in Augustus nog zeer smake lijke vruchten kan voortbrengen. A. C. MULLER—IDZERDA. door PETE FALCON. Jane Farrell stond onder een. boom langs den weg, die voerde naar de poort van de gevangenis. Twaalf uur! Het moest bijna zoo laat zijn. Dan zou Jim de poort uitko men als een vrij man! Het scheen niet mogelijk. Zoovele jaren had zij gewacht. Wat beteekenden dan een paar minuten. Eigenaardig, dat thans deze mi nuten even lang schenen als de jaren. Ze had naar binnen kunnen gaan na tuurlijk! Maar ze had daar, in de kille sfeer, al zoo dikwijls gewacht, om slechts enkele oogenblikken met hem te mogen praten. Nu kwam hij er voor goed uit en ze wilde hem naar buiten zien komen door die poort! Vreemd, dat ze zich ineens zoo oud voelde. Dat viel eigenlijk niet te verwonderen, hoe wel ze nauwelijks vijftig jaar was. Hoeveel leed en moeilijkheden had ze in de afge- loopen zes-en-twintig jaar niet meegemaakt? Thans wachtte haar echter de belooning haar man zou in vrijheid worden gésteld en samen zouden ze verder leven. Als een film gleed het verleden aan haar geest voorbij. Zes-en-twintig jaar geleden was Jim gevangen genomen, beschuldigd van <fiefstal en moord! Alles getuigde tegen hem! Jane was er van overtuigd, dat haar man, die. dol was op zijn gezin en slechts werkte voor haar en zijn zoon, onmogelijk zoo'n misdrijf kon hebben begaan. Iedereen begreep dat iedereen, behalve de twaalf leden van de jury, die zich lieten beïnvloeden door een verbluffende opeen stapeling van vermeende bewijzen en hem veroordeelden. „Verzachtende omstandig heden" liet men gelden en zoo werd hem de electrische stoel bespaard. Hij kreeg levens lang! De verdediger had verder niets kunnen redden en Jane ontbrak in dien tijd het geld om een beteren advocaat in den arm te nemen. Ten einde raad verkocht ze haar huis en al de bezittingen. Ze wist een meer beken den rechtsgeleerde voor de zaak te interes seeren, gaf den man haar heele kapitaaltje in handen om het proces in hooger beroep te laten behandelen en zoodoende toch de onschuld van haar man te kunnen aan- toonen. Twee jaren gingen er mee heen; het geld werd opgebruikt, bleek zelfs ontoereikend en het vonnis bleef ongewijzigd. Jane begreep toen, dat zij voor zich zelf en haar zoontje de handen uit de mouwen moest steken om in hun onderhoud te voor zien. De ervaring had haar geleerd, dat zij. slechts door het storten van een aanzienlijk kapitaal, een beroemd advocaat er toe zou kunnen bewegen opnieuw een onderzoek in te stellen. De tijdroovende studie, het ver zamelen van nieuwe processtukken en alles wat er verder mefie verband hield, kostte geld en Jane zettb zich iedere gedachte uit het hoofd de daarvoor benoodigde som ooit bij elkaar te kunnen sparen. Ze werkte hard en stelde zich als ideaal voor oogen haar zoon in ieder geval een goe de opvoeding te geven. Ze vertrok naar een andere landstreek, waar de menschen hem niet kenden. Eén ding wilde ze in ieder ge val bereiken! Dat het kind, evenals zij, van de onschuld van zyn vader overtuigd was. En hierin slaagde zy! Jim Jr. toonde in den loop der jaren, dat hy niet aan zyn vader twijfelde. En naarmate hy opgroeide, sprak liy steeds meer over de mogelijkheid een revisie van het vonnis aan te vragen om zoodoende nog na jaren de onschuld van den vader te bewijzen. housiasme sprak, glimlachte Jane en zei: „Ja, jongen dat zou prachtig zijn. Maar dat krijgt slechts de knapste advocaat ge daan een man, die zich desnoods een jaar lang voor de zaak interesseert en dan moeten we minstens tienduizend dollar kunnen stor ten". Dan staarde de jonge man voor zich uit met samengeknepen lippen. Totdat hij op een avond opgewonden van kantoor thuiskwam. „Moeder", sprak hij, „ik heb promotie gemaakt. Vandaag ben ik be noemd tot hoofdboekhouder met een flinke salarisverhooging. Ik ga nu alles op alles zet ten om die tienduizend dollars by elkaar te krijgen. Vader moet en zal vry en met bewezen onschuld!" En de jongen moest hard, heel hard heb ben gewerkt, want reeds na enkele jaren had hij een bekend rechtsgeleerde geraad pleegd. De zaak werd opnieuw onderzocht en uit geplozen. Het veroorzaakte de noodige sen satie, want de onschuld van Jim Farrell kwam aan het licht. Thans stond Jane vergrijsd en lichtelijk gebogen op hem te wachten. Daar sloeg de klok van den gevangenistoren twaalf uur een kleine deur naast het groote hek ging open. Een schrale, breedgeschouderde man kwam aarzelend naar buiten onwennig keek hy om zich heen. Hij zag zyn vrouw bij den boom staan en ijlde op haar toe Jimm Farrell was vrij. In de ontvangzaal van 't Continental-hotel in de naburige stad, heerschte groote drukte. Op de hoogte gehouden door den handigen advocaat, had de pers voortdurend lange artikelen gewijd aan den „Onschuldig ver oordeelden Jim Farrell reeds zes-en-twin- tig jaar in de gevangenis!" En hoe verder het revisie-proces vorderde, des te meer wisten de nieuwsgierige journalisten van den advocaat los te krijgen. Menige traan werd, vooral door het vrouwelijk kranten lezend publiek vergoten, toen schreeuwende koppen op de eerste pagina's vermeldden: „Ontroerende kinderliefde Zoon lijdt vrij willig gebrek en spaart tienduizend dollars voor de proceskosten!" Zoodra bekend was, dat de onschuld van Jim Farrell feitelijk al vaststond en zyn in- vrijheidsstelling ieder oogenblik kon worden verwacht, ontving Jane Farrell het verzoek of zij journalisten, onmiddellijk na de vrij lating, met haar echtgenoot wilde ontvan gen. Op aansporing van den advocaat stem de zy hierin toe, onder de voorwaarde, dat bij het eerste weerzien buiten de gevangenis geen enkele persman aanwezig zou zyn Vandaar de .grootscheepsche ontvangst in het Continental-hotel. Daar zou ook Jim Jr. aanwezig zijn om de hem toekomende hulde in ontvangst te nemen en in de vreugde van zijn ouders te deelen. Er steeg een luid gejuich op onder de aanwezigen, toen de oude Farrell met zijn vrouw de ruime hal binnentrad. Zelfs de passende versiering ontbrak niet. Tallooze malen flitsen de lampen der persfotografen en de pas tot het practische leven terug gekeerde Farrell hoorde een vloed van toespraken over zijn grijpend hoofd heen gaan .Verlangend keek hij ondertusschen uit naar zijn zoon. Deze bleek nog niet te zijn aangekomen. Eén der woordvoerders stak inmiddels een lofrede af op den jon gen Farrell, die zich alles had ontzegd om de tienduizend dollars, noodig voor het revisie-proces, bij elkaar te krijgen. Er werd om den jongen man geroepen, maar hij was nog steeds niet aanwezig. Waar schijnlijk treinvertraging, fluisterde men. De tranen sprongen Jane in de oogen. Had die jongen zich nu niet eerder vrij kunnen maken om bij dit openlijk eer herstel van zijn vader aanwezig te zijn? En ook voor den ouden Farrell was het geluk van deze oogenblikken onvolmaakt zijn zoon, aan wien hij dit alles eigen lijk had te danken, behoorde er bij! „Telegram voor mijnheer Farrell!" riep één der piccolo's voor de zooveelste maal. Glimlachend scheurde Jim de enveloppe open waarschijnlijk weer van een on bekende. Zes-en-twintig jaar lang dacht niemand aan hem en nu Hij vouwde het formulier open een blik van ont zetting kwam op zijn gezicht, tastend zocht zyn hand naar steun. „Wat heb je, Jim wat is er?" riep Jane verschrikt uit. Met moeite reikte hy haar het telegram formulier toe. „Had me maar gelaten waar ik was", mompelde hy. En Jane las: „Mr. J. Farrell Moesten tot ons leedwezen uw zoon Jim heden arresteeren wegens verduistering van tienduizend dollars. Politie-commissaris Malcolm." Mixten 30 meter von een broe dende stroaetonMorn staande be hoeft ow auto bxmen bebovwde hommen geen eigen verWwing te voeren-! brengt hulp In gezinnen, waar door geboorte, onvolwaardig heid of ziekte van kinderen bij zondere nooden zijn ontstaan. Zendt Uw bijdrage op Postgiro 75000 Den Haag. Je hebt van die ruiters, die, als ze een paard ongehoorzaam zien, bedenkelijk het noofd schudden met een gezicht van: dat zou by my niet gebeuren. Er zyn er ook die het ronduit zeggen. Misschien met de byvoeging: als ik er maar eens op zat. Dan zou je wat zien gebeuren. Inderdaad. Maar misschien wel heel iets anders dan hun be doeling zou zijn. Want zoo goed als het beste paard wel eens struikelen kan, zoo goed kan ook het beste paard de gehoor zaamheid opzeggen en de beste ruiter kan daar dupe van zijn. Wat al weer een troost kan wezen voor de velen, die zichzelf veel vuldig als dupe zien, zij hebben nu ten minste weer een grond te meer om als er iets verkeerd gaat, de schuld te geven aan het paard. En als een paard werkelijk willens en wetens ongehoorzaam is, speciaal aan den ruiter wien het gewend is te gehoorzamen, dan is daar in de eerste plaats wel een grondige reden voor en in de tweede plaats doet zijn ruiter er op dat oogenblik niet zoo veel aan. In het bijzonder niet, als dit in het publiek geschiedt. Want evenmin als je een recalcitrant kind in het openbaar een afstraffing kunt geven, evenmin kan je dat een paard doen. Al zou het op dat oogenblik misschien niet alleen nuttig, maar zelfs noodzakelijk zijn. Het is ook goed, dat het zoo is. Er wordt nog altijd veel te veel dom en onoordeel kundig geranseld op tienduizend gronden, behalve op die ééne paedagogische, welke reden van bestaan zou kunnen hebben. Daarom is het beter, dat de eene welver diende afstraffing dan maar achterwege iblyft, alleen om een einde te maken aan het domme gezwiep, dat meer is een middel om eigen ontstemming te koelen. Daar komt nog bij dat de goede ruiter, dat wil zeggen hy, die den naam werkelijk verdient, die zijn paard verstaat en be grijpt, bij plotseling optredende ongehoor zaamheid in een overigens willig paard, eerst zal zoeken naar den mogelijken grond, voordat hij met zyn represaillemaatregelen begint. En als een paard welbewust: neen, zegt en het meent dit, onverschillig om I welke reden, nu, dan blijft het gewoonlijk I neen. Op het concours hippique in Amsterdam kwam in den landenwedstryd de Iersche kapitein Lewis in den ring met het beken de paard Limerick Lace. Niet de eerste ruiter en ook niet het eerste het beste paard. Maar Limerick Lace had zijn dag niet. Waarschijnlijk had hij van het heele concours meer dan genoeg en wilde hy dat op ondubbelzinnige wyze aan zijn baas kenbaar maken, zoodat er geen twijfel aan zijn meening mogelijk bleef. Ongelukkig genoeg werd naar die meening niet ge vraagd. Hij moest springen en zichtbaar tegen wil en dank ging hij over een paar hindernissen. Toen weigerde hij koppig, telkens opnieuw en bij de derde maal werd hy overeenkomstig de regels uitgebeld. Er was echter nog een tweede ronde en die moest gereden worden, wilde de Kapi tein niet een formidabel aantal strafpunten oploopen. Dat vond Limerick Lace waar schijnlijk uiterst onbillijk. Hij had immers gezegd, dat hij niet meer wilde. En toen de tweede ronde kwam, maakte hij dat nog eens extra duidelijk. Na een paar onwillige sprongen, waarbij hij steeds meer tempo inboette, zette hij zich schrap, gleed door zijn eigen zwaarte kracht nog even door en ging toen op zijn hurken voor de hindernis zitten, waarbij hij zijn ruiter dwars door den imitatie muur van beschilderde blokken heen- smeet. De ruiter kwam aan den anderen kant terecht, onder en tusschen de hout blokken, gelukkig zonder zich te bezeeren. En Limerick Lace bezag het werk zijner beenen en zag dat het goed was en begaf zich naar den uitgang. Duidelijker kan je als paard toch niet zeggen wat je er van vindt en wat je bedoeling is. Als de men schen er zich dan niet aan willen storen, is dat hun zaak en zij moeten dan maar nemen, wat er bij staat. By een ruiter en een paard, die elkaar kennen en begrijpen, zijn zulke momenten zeldzaamheden, dat spreekt. Zij worden in het leven geroepen door buitengewone omstandigheden. Als ongehoorzaamheid bij een paard veelvuldig begint voor te komen, dan hapert er iets aan. By den ruiter of bij het paard of bij beide. Het komt immers vaak genoeg voor, dat zoowel het paard als de ruiter uitstekende kwaliteiten heb ben, maar dat zij eenvoudig niet samen passen, dat de combinatie niet deugt, zoo als dat ook bij menschen kan voorkomen In het laatste geval ontloopen zij elkaar! Maar als het gaat om mensch en paard dan zie je juist dikwijls, dat de een den ander niet met vree kan laten en hem tel ken? weer opzoekt. En dan zegt het paard ook zonder dat er een speciale reden be hoeft te zijn: neen en neen en nog eens Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door onze abonné's worden gezonden aan dr. te Hennepe Heemraadsingel III te Rot- terdam. Postzegel voor antwoord insluiten en blad vermelden. neen. TRIXIE „Oftf Je ook garantie op dit haarmiddel P— „Garantie, mijnheer? Wel, we geven er een kam bij I" 'i»i-ii Ziet gy muggen, lang van poot, Aarzelt niet, maar slaat ze dood. Beter dan kinine slikken Is het muggen dood te tikken. BESTRIJDING DER COCCIDIOSIS. We hebben in de vorige artikelen laten zien uit brieven van lezers hoe de coccidio- sis zich kan voordoen in de praktijk onder de grilligste vormen, zoodat men er werke- lyk geen touw aan kan vastknoopen. Voor. al die gevallen waar de coccidiosis met de echte Mareksche kippenverlamming g^, paard gaat daar wordt het al heel moeilijk. Vroeger was dat niet zoo ingewikkeld, men trof in de zomermaanden de coccidiosis aan en in de herfstmaanden de verlamming, in de latere jaren zien we als het ware steeds meer en meer de verlamming naar een vroegere tijd verschuiven en komt dus deze rampzalige ziekte by veel jongere dieren voor dan eenige jaren geleden. Het eenige wat er op zit om te beginnen elk dier, dat verlammingsverschijnselen ver toont, opruimen. Of dat nu verlamming is ontstaan door cocidiosis of de echte zelf standig bestaande Mareksche verlamming dat doet er eigenlijk niet toe, in beide ge vallen zulke dieren direct opgeruimd wor den, het zyn uiterst gevaarlijke patiënten op een kippenbedryf. Wat nu de eigenlijke cocidiosis betreft het volgende: We kunnen niet voorzichig ge. noeg zijn, smetstof zit vrijwel overal waar kippen gehouden worden. Volwassen kippen zyn veelal ongevoelig doch kunnen massa's coccidiën in hun darmkanaal huisvesten en met de mest verspreiden. Verder zijn mui zen, ratten en musschen in dit opzicht ook zeer gevaarlijke smetstofverspreiders. Het veiligst gaat men als men coccidiosis met onkruid in een tuin vergelijkt. Men kan een tuin nog zoo mooi in orde maken en op nieuwen grond beginnen, al heel gauw ont wikkelt zich onkruid en als men niet voort durend blijft wieden overwoekert al heel gauw het onkruid den bloemen en planten. Nu heeft men bij een tuin neg het voordei dat men het onkruid kan zien, de coccidiën zyn echter voor het bloote oog onzichtbaar en men kan er dus dik in zitten zonder dat men er iets van ziet. Deze week bezocht ik een hoenderpark. Alles keurig in orde en gescheiden van een ander bedrijf door een soort wal van 3 me ter breed Dat was tegen besmettingsgevaar zeide de eigenaar. Zoo'n maatregel is na tuurlijk wel wat waard, doch vóór ik nog wat verder gezien had, maakte ik den eige naar er al op attent dat hy toch wel degelijk alle maatregelen tegen coccidiosis moest ne men die ieder bedrijf nemen moet, omdat het anders mis zou loopen. By nader on derzoek bleek het al mis te zyn. Een paar slechts groeiende zwakke dieren bleken bij opening flink vol te zitten met coccidiën. Hier was feitelijk nog geen sprake van he vige coccidiosis maar de ziekte smeulde ais het ware al flink, alles was al besmet en op een gegeven oogenblik zou de vlam ineens uitgeslagen zyn als we niet tijdig maatrege len genomen hadden. Ik vergelijk zoo'n bedrijf met een veld vol hooibergen waartusschen kinderen met lu- ci ers spelen, het kan goed gaan en het kan ook Plotseling mis gaan en daarom is het verstandig bijtijds maatregelen te nemen. eze berusten op twee feiten en wel dat de eitjes der coccidieën, die met de mest naar buiten komen, niet direct andere kui kens kunnen besmetten doch eerst minstens e°u .ag Zlch moeten ontwikkelen in een ge- schikte omgeving. Het tweede punt is dat pj.jp ontwikkeling tot gevaarlijke, rijpe eitjes alleen by een bepaalde vochtigheids graad mogelijk is. Een derde feit van be- SH» dat.een gezond, sterk kuiken, als het sLchts weinig besmet wordt op één keer, zoon besmetting te boven kan komen en Wn If s ™in of meer ongevoelig wordt. i, Steeds weer flin1, besmet dan m',s en de z'ekte slaat als het ware aan in het lichaam. rw, h>ebben dus nu het volgende te doen: baior,1" CnS Van ^et besmette terrein weg- hnïl Ze e!nige dagen in de hokken vast houden waarbij dan iederen dag al het den°n kZ°rgVuldig ververscht moet wor- vprrW0 Cjmettin8 in de ren gaat dan niet kSnt w? Smetstof die in de hokken los te wnrH 1Jg geen tijd om ryp en gevaarlijk drinknlaa» JfT001® gevaar blijven nu de morst wordt" f mag geen druppel ge- wikkel in o °m zooveel naogelijk elke ont gaanSg1Mian co«idiën-eieren tegen ,e vloeistoffen mag met ontsmettings- omdat i gCWC,rkt Worden, dit is juist an vocht komt uiterst gevaarlijk. Dr- B. J. c. TE HENNEPE. Nadruk verboden. Alléén 2de handsch goederen. 35 ct. p, 5 regels, uitsluitend a contant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 8