dagblad voor alkmaar en omstreken. ARCACLUB Nieuwe stap van Engeland bij Praag. [SEHENDIGHEIDS-BAGGARA] ;8 No. 173 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK. Dinsdag 26 Juli 1938 140e Jaargang Britsch raadsman in Tsjecho-Slowakije. Verbeterde atmosfeer? Het vliegongeluk te Bogota. Totaal veertig dooden. De toenemende onrust in Palestina Na den aanslag te Haifa De algemeene toestand. SECRETARIAAT GEOPEND vanaf n.m. 2 uur OLDENBURGLAAN 14-16, BERGEN. Tel. 2164. Dagelijks inschrijving van nieuwe leden. 200.000 Chineezen geconcentreerd. Beveiliging van den weg naar Rusland. ALKMAARSCHE I rs t Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels f 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven francc aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Het jongste week-end heeft in Londen en in andere Europeesche hoofdsteden iets meer ontspanning gebracht over het DuitschTsjechische geschil, aldus de diplomatieke medewerker van de Tims, die aldus vervolgde: er is intus- schen niets fundamenteels veranderd en de weg naar een oplossing is nog altijd versperd door groote kwesties: er be staat nog altijd een onheilspellend wijde gaping tusschen hetgeen de regeering en Praag aanbiedt en hetgeen de Su- deten-Duitschers eischen. De conferenties van verleden week te Londen en te Parijs hebben echter eenige ontspanning gebracht in zooverre, dat zij 'n iets verbeterde atmosfeer hebben geschapen, waarin gemakkelijker over vraag en aanbod onderhandeld kan worden. Op instructie van de regeering te Londen heeft de Britsche gezant in Praag Zaterdag een langdurig onderhoud gehad met den minister-president van Tsjechoslowakije, dr. Hodzja. Hij bracht rapport uit over de con ferentie van den Duitschen ambassadeur te Londen met minister-president Chamberlain op Vrijdag j.L Hij drong er weer op aan, dat de Tsjechische regeering concessies zou doen aan de Sudeten-Duitschers wat betreft hun eischen voor autonomie, en hij drong er in het bijzonder op aan, dat zij den Su deten-Duitschers tijd zou geven om het ont werp minderheden-statuut te bestudeeren voordat het gepubliceerd zou worden. De Britsche regeering weet, dat de Sudeten- Duitschers de meeste clausules van het in gewikkelde minderheden-statuut reeds met den minister-president Hodzja besproken hebben, maar zij staan er vooral op, dat hun den noodigen tijd gegeven zal worden. Het Britsche standpunt teegnover dit vraagstuk is duidelijk. De Britsche regeering beseft, hoe wijd de gaping is tusschen het statuut en de Sudeten-Duitsche eischen. Zij wenscht daarom niet af te wachten totdat het tot 'n crisis komt, waartoe het naar alle waar schijnlijkheid reeds gekomen zou zijn als de onderhandelingen b.v. verleden week reeds begonnen zouden zijn. Zij tracht thans de verschillende hoofdsteden mogelijkheden te vinden voor een oplossing, welke eenigs- kans van slagen zou hebben. Dat is een moeilijke taak. In Praag en in Berlijn dringt de Britsche regeering aan op mati ging en inschikkelijkheid en de conferenties van verleden week te Londen zoowel met kapitein Wiedemann als met den Duitschen ambassadeur gaven haar een goede gele genheid om het Britsche standpunt uiteen te zetten. Te Parijs heeft lord Holifax het Britsche standpunt weer eens uiteen gezet aan de Fransche regeering welke er zeker niet ontevreden over was. Deze contacten zijn van groote waarde gebleken. De delica te stand van zaken maakt, dat zulke be- sprekignen van veel meer nut zijn dan een formeele conferentie, waarop dezer dagen zoo sterk wordt aangedrongen. Van het begin van het geschil af is het de meening van de Britsche regeering ge weest, dat een oplossing alleen dan pas be reikt kon worden als men te Praag, Berlyn, Londen, Parijs en Rome tot een zeker soort van verstandhouding zou zijn gekomen als gevolg van zulks informeele contacten. In de afgeloopen dagen heeft de Britsche regeering schijnbaar zeer den nadruk gelegd op de oorzaak voor de regeering te Praag om concessies te doen aan de Sudeten- Duitsche eischen voor autonomie. Dat be- teekent niet, dat zij uit het oog heeft ver loren dat de intregiteit van den Tsjechoslo- waakschen staat gehandhaafd moet worden. Zij beseft zeer goed hoeveel de Tsjechische regeering reeds heeft geboden. Deze con cessies zijn echter gericht op een autonomie volgens een hiërarchisch principe. De Su deten-Duitschers wenschen echter autono mie op voet van gelijkheid, dus volgens een meer horizontaal systeem. In geval van mislukking. Uit de verschillende besprekingen, die lord Halifax te Parys heeft «evoeg ge bleken dat tusschen Engeland en Frankryk groote gelijkheid van macht derheid wat Tsjechoslowakye betreft. Deze overeenstemming van meening heeft die pen indruk gemaakt op allen die het ver inoD der besprekingen van naby hebben kunnen volgen. In de Tsjechische kwestie weïkt Engeland evenals Frankryk voort en hoont het op het welslagen der onderhan delingen die op het oogenblik gevoerd toSS tusschen de Tsjechische regeering j. Sudeten-Duitschers Tegelijkertijd, zoo voegt Reuter hieraan toe, bestaat er te Londen geen neiging, de mogelijkheid van een mislukking uit het oog te verliezen. Terwijl het doel van Engeland is, een dergelijke mislukking te vermijden, ziet men wel in, dat het evenzeer noodig is, aandacht te schenken aan mogelijke alter natieve methoden tot regeling van het ge schil, die nog op tijd zouden kunnen wor den toegepast, voor het geval een misluk king bij het volgen van de tegenwoordige handelwijze tenslotte onvermijdelijk mocht blijken. Naar het Duitsche nieuwsbureau aan de Prager Presse ontleent, zou de regeering van de voorgenomen wet inzake volmach ten tot economische maatregelen aan de grens hebben afgezien. Commentaar op Runciman's komst. De Engelsche regeering heeft te Praag het voorstel gedaan om Lord Runciman, den oud-minister van han del, naar Tsjechoslowakije te zenden, waar hij zal optreden als adviseur van de Tsjechische regeering bij de regeling van de nationaliteitenkwestie. Gister avond was nog niet officieel bekend wat het antwoord was van de regee ring te Praag, maar reeds wist men van verschillende zijden als vrij zeker te melden, dat het voorstel was aanvaard. Het voorstel is, volgens Havas, recht streeks aan Hodzja gedaan door den Brit- schen gezant, die hem driemaal een bezoek gebracht heeft. Het eerste, dat volgde op 'n audiëntie van den gezant bij den president der republiek, vond Donderdag plaats. De gezant wees er in zijn besprekingen op, dat het doel van de reis van Runciman zou zyn, de Tsjechoslowaaksche regeering met raadgevingen van dienst te zijn. Hodzja heeft het voorstel daarop voorgelegd aan den minsterraad, die besloot het te aan vaarden. Er wordt thans een officieele nota opgesteld, die aan de Britsche regeering zal worden gezonden. Britsch adviseur naar Praag. In Tsjechische politieke kringen wordt veel commentaar geleverd op de komst van Runciman als raadsman voor de regeering. Algemeen keurt men het goed, dat de re geering het voorstel van Engeland heeft aangenomen. Iedereen ziet het voordeel hiervan in. Londen heeft een stap gedaan, welke eenig is in Europa na den oorlog. Men vraagt zich evenwel af, waar de grens van de in menging ligt. De persoon van lord Runci man speelt een belangrijke rolt, vooral door de houding van de liberale partij in het Tsjechische vraagstuk. In Sudeten-Duitsche kringen weigert men iets te zeggen. „Die Zeit" schrijft evenwel, dat men den indruk heeft, dat het Britsche bemidde lingsvoorstel met voldoening is ontvangen. Het blad beschuldigt verder de Tsjechi sche pers van kwade trouw, omdat zij de Sudeten-Duitschers verantwoordelijk stelt voor het langzame tempo van de onderhan delingen. Van degenen, die bij het vliegongeluk te Bogota werden gewond, zijn er nog zeven overleden, waardoor het totaal aantal dooden tot 40 gestegen is. Van negentien dooden heeft men de identi teit nog niet kunnen vaststellen. Het onderzoek heeft uitgewezen, dat het vliegtuig op te geringe hoogte vloog en de trap van de tribune van den president heeft geraakt. Deze vatte vlam als gevolg van het ontploffen van de benzinetanks van het vliegtuig. De minister van oorlog heeft ver klaard, dat hij den vliegers formeel ver boden had, over het publiek te vliegen. Luitenant Abadia, die het toestel bestuurde, werd als een der beste vliegers van Colum- bia beschouwd. Het aantal slachtoffers van den bom aanslag te Haïfa wordt officieel opge geven als volgt: 43 Arabieren en 4 Joden zijn gedood, 41 Arabieren gewond; in enkele gevallen zijn Joden licht gewond door steenworpen. Na den aanslag is de spanning in het ge heele land uitermate groot. Te Haïfa zijn terstond daden van weerwraak gepleegd. Zoo heeft een Arabische menigte Joodsche winkels in brand gestoken. Vier winkels werden totaal vernield. Auto's werden aan gevallen en omvergeworpen. Alle wegen, die naar Haïfa leiden, zyn versperd. De telefoonverbindingen met het binnenland zijn verbroken. De troepen trachten de orde te herstellen. Er zyn maatregelen genomen, zooals het verbod om zich op bepaalde tij den op straat te bevinden. Te Jaffa is de algemeene staking afgekon digd. De overspanning der gemoederen heeft in de grenszone tusschen Jaffa en Tel Aviv aanleiding gegeven tot verscheidene inci denten. Een Arabisch voorbijganger is hier door revolverschoten gedood. Militaire patrouilles doorkruisen de aan de beide steden grenzende buitenwijken, teneinde botsingen te verhinderen. Vliegtuigen der R.A.F. vliegen boven de streek, gereed tot ingrijpen. De autoriteiten zetten inmiddels met kracht het onderzoek voort om de daders van den aanslag van gistermorgen op te sporen. Omtrent de resultaten van dit onder zoek bewaart men nog het stilzwijgen. Men meent echter te weten, dat de helsche ma chine een zeer geperfectionneerd mecha nisme had. Alle schepen, die gisteren in de haven van Haïfa zouden aankomen, zijn naar Tel Aviv gedirigeerd. De aanslag heeft ook reacties gewekt in het Noorden des lands, o.m. in het gebied van Tiberias, waar drie Joden zijn gedood en zeven gewond, van wie twee ernstig. ALKMAAR, 26 Juli. In België bereidt men zich voor op de komende gemeenteraadsverkiezingen en hoewel het nog drie maanden duurt, voor dat het volk naar de stembus zal trekken, zijn de politieke partijen al druk bezig met het maken van propaganda en het samen stellen der candidatenlijsten. Het is met dit alles al net zoo als hier in Nederland: groote aanplakbiljetten verkondigen de voordeelen van de partijen en het wordt een ieder duidelijk gemaakt, dat elke partij beter is dan de andere en dat elke partij meer wil doen dan de andere en in elk geval meer belooft dan al de andere! Dat alles is natuurlijk niet erg belangrijk. Maar de groote vraag is op het oogenblik, of de rexisten zich zullen kunnen herstellen van hun nederlaag, dien zij in April 1*937 leden. Sedert dien heeft Degrelle ondervonden hoe dwaas hy handelde, toen hij, alleen tegen alle partijen in het strijdperk trad. Later is ook gebleken, dat Paul van Zee land zich vergiste, toen hij zich candidaat meende te moeten stellen tegen iemand als Degrelle. Het resultaat was weliswaar een uitgesproken knock-out voor den rex-lei- der ,doch sedert is, ook in andere dan rex- bladen, tegen Van Zeeland een geweldige, hatelijke campagne begonnen, die hem zes maanden later tot ontslag noopte. Inmiddels is het prestige van Degrelle geleidelijk afgenomen. De meeste geld schieters trokken zich einde 1937 terug, zoodat het personeel der rex-centrale, be staande uit 120 personen, moest worden af gedankt, enkele bedienden en redacteurs uitgezonderd. Verschillende medestrijders van den eersten tijd, die het niet eens waren met de zonderlinge methoden van Degrelle, keerden hem den rug toe. De laatste weken evenwel tracht Degrel le zyn verdunde gelederen te herstellen en aan te vullen. In hoeverre hy hierin succes zal hebben, dient te worden afgewacht, doch in bevoegde kringen oordeelt men, dat rex bij de gemeenteverkiezingen toch nog een zekere rol zal spelen. Te Schaar beek o.a. vreest het tegenwoordige over wegend socialistische bestuur de meerder heid te zullen verliezen. Een feit is het, dat het rexisme, als voornaamste oppositiegroep, nog steeds een zekere aantrekkingskracht uitoefent op de ontevredenen van de andere partijen. Onlangs heeft de Kamer besloten de her ziening der alcoholwet tot onbepaalden datum te verdagen. Welnu, reeds den vol genden dag hield de vereeniging der Bel gische herberg -en caféhouders een verga dering om tegen dit besluit te protesteer.".n en tevens te beslissen dat de bond bij de gemeenteverkiezing de rexisten zal steu nen. Toen de verhooging der pensioenen der oud-strijders verleden week in den senaat werd behandeld, hebben de rexisten de ge legenheid niet laten voorbijgaan om de oud-soldaten op te ruien en voor zich te winnen. Toen Spaak zeide, dat alle verhoo gingen van uitgaven ongenadig geweerd moesten worden, viel de rexistische senator De Mont, die thans de demagoog speelt, uit, roepende dat Spaak een.ploert was! Het pensioen der oud-strijders is een heilige, door het land verschuldigde rente, meende De Mont. Waarop een ander lid opmerkte, dat de oud-strijders hun vader landsliefde waarachtig goed willen doen betalen! Daarop gingen rexisten en Vlaamsch-nationalisten aan het huilen, alsof men ze vermoordde. Niettemin wera de pensioenverhooging verdaagd. De Mont riep toen met een theatraal gebaar: De oud-strijders wonnen den oorlog, in 't parlement zijn ze verslagen: alles is dus in orde!" Tot welke minderwaardige middelen het rexorgaan Le pays réel, zijn toevlucht neemt, bleek nog verleden Zaterdag toen het schreef, dat het dringend noodig is de kamer bijeen te roepen „Vóór de franc opnieuw zakt", Deze week worden èn in het Engelsche Lager- èn in het Hoogerhuis interessante debatten betreffende de buitenlandsche politiek der Britsche regeering verwacht, waarin niet alleen de gedachtenwisseling te Parijs en de Spaansche situatie zullen worden besproken, doch tevens 't Tsjecho- Slowaaksche probleem een voorname plaats zal innemen. Men verwacht, dat gedurende het debat van vandaag in het Lagerhuis niet alleen Chamberlain het woord zal voeren, doch er gaan tevens niet bevestigde geruchten, dat Eden zijn stilzwijgen voor het eerst sedert zijn aftreden zal verbreken. De parlementsleden verwachten van Chamberlain meer details betreffende het bezoek van Wiedemann en de besprekin gen met Von Dirksen, daar hieromtrent tot nu toe slechts zeer weinig officieel bekend werd gemaakt. Men hoort thans verklaren, dat de be sprekingen tusschen lord Halifax en kapi tein Wiedemann de Britsche regeering tenslotte in het onzekere hebben gelaten over de politiek van Duitschland met betrekking tot de Sudetenduitsche kwestie in Tsjecho-Slowakije. Het optimisme van eenige dagen geleden is echter niet heelemaal geweken. Er is veel van overgebleven, omdat men aan neemt, dat de Duitsche regeering èn door hetgeen lord Halifax aan Wiedemann èn door hetgeen hy aan den Duitschen gezant in onden, Von Dirksen, heeft verteld, meer overtuigd is geworden van de groote mogelijkheid, dat Groot-Brittannë zal wor den gedwongen zich aan den kant van Tsjecho-Slowakije en Frankrijk te doen gelden voor het geval Duitschland de Su detenduitsche kwestie met aanwending van militaire macht naar zijn zin wil op lossen. Men is het er in welingelichte kringen in Londen over eens, dat het minderheden- statuut, dat de regeering in Praag heeft ontworpen, niet in den smaak zal vallen van de Sudetenduitschers en dus ook niet van Duitschland. Tengevolge van de besprekingen tus schen de Duitsche en Britsche staatslieden is de houding van Duitschland minder strak geworden en men is van oordeel, dat, indien het Sudetenvraagstuk geregeld kan worden, ook de overige vraagstukken, zoo als ontwapening en economische verzoening met kans op succes bestudeerd zouden kunnen worden. Oud-minister Eden heeft in den loop van het weekeind opnieuw een rede gehouden, waarin ontevredenheid tot uiting kwam over de resultaten van het beleid der re geering in de binnenlandsche aangelegen heden. Het was in Kenilworth, waar hy zei, dat men in eenige deelen van Engeland verder weg bleek te zijn van het doel, dat het staatmanschap zich van dag tot dag moest stellen, n.1. de afschaffing van de armoede. Indien men dit proces zijn gang liet gaan, dan zou het land geleidelijk één groot noodgebied worden. Want de toestand van armoede en werkloosheid, die thans*vooral in de speciale gebieden van Wales, Schot land en noordoost Engeland bestaat, zou zich allerwege doen gelden. Kingsley Wood, de Britsche minister voor luchtvaart, heeft medegedeeld, dat een nieuwe nationale organisatie zal wor den opgericht, welke den naam zal dragen van civiele luchtmacht. Het doel van deze organisatie is, in tijd van oorlog voor de militaire luchtvaart over ruime reserves te beschikken. Lord Londonderry, oud-miniS' ter van luchtvaart, zal aan het hoofd der luchtmacht gesteld worden met den titel „eerste commissaris". Mannen en vrouwen van den vereischten leeftijd, die belangstelling voor de vlieg sport hebben, maar voor wie tot dusver de hooge kosten een beletsel vormden om vliegles te nemen, krijgen thans een kans als nooit te voren. Want het halen van het vlegbrevet zal slechts 20 gulden kosten en, als men aan een zwaarder type vliegtuig de voorkeur geeft, het dubbele van dit bedrag. Het lidmaatschap bedraagt f 1.50 per maand en sluit alle verdere financieele verplichtingen uit. Geen roulette. Geen straperlo. Volgens een Domei-bericht uit Tokio concentreert maarschalk Tsjang Kai Sjek ongeveer 200.000 man troepen langs het Westelijk deel van den Koengahaispoor- weg van Tsjengtsjau tot Toengkwan om den „rooden weg", waarlangs wapens en munitie uit de Sovjet-Unie naar China gevoerd worden te beschermen. In Langtsjou, Sian, Toengkwan en Lojang zouden sterke garnizoenen liggen. Tsjang Kai Sjek zou ook probeeren het Zuidelijk deel van Sjansi, waar de Ja panners successen hebben behaald terug te veroveren, omdat mogelijk uit Sjansi een aanval gedaan kan worden op het Westelijk deel van den Loenghaispoor- weg. Tsjang Kai Sjek zou voor provinciale troepen naar Hankau hebben gehaald om de stad te verdedigen en groote hoeveelheden troepen die eerst bij Hankau geconcen treerd waren naar de Zuidwestelijke pro vincies Szetsjoean (Hoenan, Kwangsi en Yoenan) gezonden hebben. De jongste bewegingen zouden ten doel hebben in de eerste plaats den weg naar de Sovjet-Unie te behouden (en de in Sjansi opereerende Japansche troepen vrijelijk in den rug te laten bestoken door de roode troepen van het achtste leger) en voorts het voortduren van den oorlog te verzekeren met de Zuidwestelijke provincies na den val van Hankau. De strijd om Kioekiang. In de nabijheid van Koetang zijn Zondag eenige duizenden Japanneezen aan den wes telijken oever van het Pojangmeer aan land gegaan. Voorts staan nog 8000 manschappen met ruim honderd tanks aan den oostelijken oever van het meer gereed om in de nabij heid van Hoekau te landen. Op het oogenblik liggen ongeveer vijftig Japansche oorlogsschepen op de Jangtse voor anker in de onmiddellijk nabijheid van het nieuwe operatiegebied. Verwacht kan worden, dat deze bodems ieder oogenblik kunnen ingrijpen. Ter voorbereiding van de ontscheping der bovengenoemde troepen hebben japansche vliegtuigen de Chineesche stellingen aan de Jangtse tot aan Kioekiang zonder onderbre king twee dagen lang gebombardeerd, waar bij het eene eskader het andere afloste, tot tenslotte de Chineesche fortificaties tot zwij gen gebracht waren en de ontscheping der Japanneezen kon beginnen. Een naar Kioekiang opmarcheerende co lonne heeft gistermiddag reeds de omgeving van Kioekiang bereikt. Wat gebeurt er in Mandsjoekwo? De veronderstelling, dat het in Mandsjoe kwo niet alles pais en vree is, vindt een ze kere bevestiging in berichten van buitenlan ders, over een geweldige ontploffing in het Arsenaal te Moekden, die door brandstich ters zou zijn veroorzaakt. Volgens deze be richten werd Moekden in den morgen van den 23en Juli opgeschrikt door een reeks ontploffingen. Er zou voor een waarde van verscheidene millioenen yen aan munitie verloren zijn gegaan. De ontploffingen wer den door een grooten brand gevolgd. Algemeen wordt geloofd, dat versterkin gen gereed worden gehouden voor moge lijke onlusten in Mandsjoekwo. Men hoort b.v., dat de Japansche troepen, die onlangs een algemeen offensief hebben ingezet tegen de ongeregelde Chineesche troepen in Sjan si, in oostelijke richting worden teruggetrok ken. Voorts wordt gemeld, dat troepentrei- nen Peiping zyn gepasseerd op weg naar Sjankaikwan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1