nederland koningin wilhelmina E WIND BLAAST. 1898 °nder iooq „40 jaren Koningin der Nederlanden" OPEL vanaf f 1195.— LBinnenland Twee menschen gestikt. Rijdend treinstel raakte onklaar. het verkeer. NASSAU GARAGE - ALKMAAR - OFFICIAL DEALER. - JxidMetou l (j^ooopoe TWEEDE BLAD. Een Amsterdamsch koopman en een Noorsch matroos door gas bedwelmd en gestikt aan boord van een wal vischvaarder. Aan boord van den Noorschen wal- vischvaarder „Terje Viking", liggende in het Hendrikdok van de Amsterdamsche Droogdokmaatschappij te Nieuwendam, is gisternamiddag een zeer ernstig onge luk gebeurd, waarbij twee personen, een 56-jarige Amsterdamsch opkooper en een 30-jarige Noorsche matroos, om het leven zijn gekomen. Omstreeks vijf uur klom de opkooper L. Matteman aan boord van den walvischvaar- der om zooals deze kooplui wel meer doen eens rond te neuzen of er op het schip niets van zijn gading was. In een der traantanks, die niet in gebruik is, ontdekte hij een hoeveelheid oud-roest en oude touw werken. Om dezen ouden rommel van dicht bij te bekijken en nader op hun waarde te taxeeren, daalde de koopman is de 10 meter diepe traantank af, zonder echter den kapi tein van het schip of een der andere op varenden van zijn voornemen in kennis te steden. Nauwelijks was de koopman een tiental treden in het ruim afgedaald, toen hij het evenwicht verloor en naar beneden stortte, waar hij bewusteloos bleef liggen. Een Noorsch matroos, die het ongeluk zag ge beuren en die den koopman te hulp wilde komen, onderging hetzelfde lot. Ook hij viel naar beneden op het moment, dat hij nog maar enkele treden in de tank was afge daald. Een tweede matroos, die eveneens te hulp was gesneld en zich ook naar beneden wilde begeven, ontdekte nog juist bijtijds, dat er iets bijzonders aan de hand moest zijn. Reeds was hij enkele treden van het trapje afgedaald, toen hij een eigenaardige gaslucht waarnam. Onmiddellijk begreep liij toen, dat zoowel de koopman als zijn kame raad door dit gas bedwelmd waren geraakt, toen zy zich naar den bodem van de tank wilden begeven. Deze tweede matroos wist zich nog juist bijtijds te herstellen, hij werkte zich met een uiterste krachtsinspanning naar boven, waar hij bewusteloos op het dek neerviel. Inmiddels hadden ook andere opvarenden bemerkt, dat er bij de bewuste tank iets niet in orde was. Velen snelden te hulp en nadat men gasmakers had gehaald, daalden enke len in de traantank af. De twee slachtoffers werden naar boven gehaald. Hoewel onmid dellijk kunstmatige ademhaling werd toege past, bleken de levensgeesten bü beiden reeds geweken te zijn. Een nauwgezt onderzoek wordt ingesteld. De aard van het gas is nog niet vastgesteld kunnen worden. ONGEVAL BIJ HET OOGSTEN. Punt van riek door het lichaam gedrongen. Gistermiddag omstreeks half drie waren enkele arbeiders bezig met het binnenhalen van rogge voor den landbouwer J. ten Brink te Assen. Een der helpers, de 35-ja- rige R. Hartlief uit Assen, liet zich langs een met rogge beladen wagen zakken. Hij kreeg hierbij de punt van een riek in het lichaam. Deze drong hem zoo diep in den buik, dat de punt aan de rugzijde uit het lichaam kwam. Het slachtoffer werd op last van een dokter naar het Wilhelminaziekenhuis te Assen overgebracht. Het ongeluk is nog betrekkelijk goed af- geloopen. Het slachtoffer maakt het, naar omstandigheden, goed. Door trekken aan den noodrem bleven ongelukken uit. De spoorbaan bij Ede ontzet. Gisternamiddag omstreeks half zes meenden reizigers, die zich in het achterste gedeelte bevonden van trein 534, komende uit Arnhem, dat er iets niet in orde was Onder de rijtuigen liet zich een hevig ge kraak hooren. Een der passagiers trok aan de noodrem, waarop de trein spoedig stil stond. Men bevond zich toen nabij het station Ede. Het onderzoek, dat het treinperso neel instelde, bracht aan het licht, dat een balk van een der truckstellen was afgebroken en in den grond was ge drongen. Het was het stooten en bon ken van deze gebroken balk, dat de reizigers hadden gevoeld. Het defecte treinstel werd afgekop peld en de reizigers, die zich hier be vonden, werden zooveel mogelijk in de voorste stellen ondergebracht, waarna de ingekorte trein met vertraging haar reis vervolgde. De passagiers, die geen plaats hadden kunnen vinden, begaven zich te voet naar het station Ede, waar zy wachtten op een inmiddels uit Arnhem ontboden extra treinstel. Daar de losgeraakte balk de spoorbaan over een afstand van 1700 meter had ont zet, werd de extratrein uit Arnhem over het linkerspoor naar Ede gedirigeerd. Ook het verdere treinverkeer tusschen Ede en Wolfheze werd over één spoor onderhou den, hetgeen een vertraging van tien minu ten in den dienst tengevolge had. Met man en macht begon men aanstonds het euvel te herstellen, waarmee men nog in den nacht hoopte gereed te komen. HARTJESDAG IN AMSTERDAM. Betrekkelijk rustig gevierd. De derde Maandag in Augustus is voor de Amsterdammers Hartjesdag, d. w. z. een traditioneele feestdag, waarvan de oorsprong echter niet met zekerheid is vast te stellen. Zoo tegen donker komt de Amsterdam mer jong en oud, maar vooral jong naar buiten met de zakken vol vuurwerk en dan begint het feest, dat bestaat uit het produceeren van zooveel mogelijk lakaai en vuur. Niet zelden wordt Hartjesdag ge bruikt om een flinke zij het dan meestal onschuldige rel te maken. Gister was weer de groote dag aangebro ken, maar zooals het met de meeste volks tradities gaat, langzaam maar zeker wordt het minder. Namen in vroegere dagen de straatvuren die aangestoken worden zoodra het vuurwerk op is wel eens een gevaarlijken omvang aan en vormden zy wel eens de oorzaak van ernstige branden gisteravond beperkte dit alles zich tot een vry onschuldig vermaakt. Ook het vuurwerk eischte geen slachtoffers. De Dapperbuurt, de Kinkerstraat en de om geving van de Ferdinand Bolstraat en van den Adelaarsweg vormden zooals gewoon lijk de brandpunten. Daar werd de brand weer 47 keer gealarmeerd voor een straat- brand. Slechts in de omgeving van den Hagedoornweg en Tuindorp-Buiksloot maakte de opgeschoten jeugd het de politie werkelijk lastig en daar zijn dan ook eenige arrestaties verricht. Over het alge meen kon de politie zich beperken tot „vlagvertoon". KEURINGSEISCHEN VOOR LAMPEN VAN AUTO'S EN FIETSEN. Het rijwielachterlicht. De Staatscourant van gister bevat een viertal beschikkingen, van den minister van waterstaat, waarbij gewijzigd worden de be palingen betreffende de keurings-eischen voor koplantaarns van motorrijtuigen, voor gloeilampen in koplampen, voor incourante koplantaarns en voor rywiel-achterlichten. De voornaamste wijzigingen zijn daarbij de volgende. Niet alleen zullen de koplampen op niet- verblindend licht, doch ook in verblindende schakeling gecontroleerd worden, waarbij zij aan den eisch van een minimum licht sterkte zullen moeten voldoen. In overeen- Vervolg. Uit het laatste deel der zoo belangrijke negentiende eeuw stamt de ontwikkeling in het nationale zoowel als in het interna tionale leven van trein en stoomschip; stamt ook de toeneming van post, telegrafie en tele fonie. Vooral dat tijdperk heeft er toe bijge dragen om het economisch internationaal karakter der Statensamenleving naarvoren te brengen; ons bewust te doen worden, dat de wereld zich internationaliseert on danks ons zelf. In de veertig jaren, die wy thans herdenken, zijn deze spoorweg- en scheepvaartverbindingen uitgebreid en ver beterd; het reizen op beide wijzen is aan merkelijk comfortabeler geworden. De reis- duur is afgenomen; de wereld is kleiner ge worden, doordat wij haar spoediger kunnen afreizen; grooter daarentegen, omdat er thans mogelijkheid is een veel omvang rijker gedeelte van die wereld te bezoeken. Dank zij de voortdurende verbeteringen, die de middelen van verkeer hebben ondergaan, zijn mogelijkheden geschapen, die nog geen halve eeuw tevoren tooverij zouden hebben geleken. De telegrafie is door de radio-tele- grafie versterkt; de telefoon heeft allengs- kens aanleiding gegeven tot een radiover keer, dat geheel nieuwe vooruitzichten open de. Om slechts enkele cijfers te noemen, moge er aan worden herinnerd, dat de snel heid der grootste stoomschepen, die in 1881 nog slechts 15 zeemijlen bedroeg, en in 1898 tot 18 zeemijlen was gestegen, in 1912 reeds de 20 zeemijlen te boven ging. Tegelijk droeg het Panamakanaal ertoe bij om af standen te verminderen; de weg van Liver- pool naar San Francisco, die tevoren om Kaap Hoorn heen 22.000 K.M. bedroeg, werd tot bijna de helft ingekrompen! De veilig heid aan boord der schepen steeg, gelijk daaruit blijkt, dat de gemiddelde assurantie premie in Hamburg van 0.90 in 1890 is gedaald tot 0,79 in 1900 en tot 0,58 in 1910. Het spoorwegnet over de geheele wereld breidde zich van 790.000 K.M. in 1900 uit tot 1.030.000 K.M. in 1910; de vermeerde ring was percentsgewijze het grootst in Azië; van 60.000 op bijna 102.000 K.M. Alleen van 1907 tot 1910 steeg het wereldtelegraaf- net met bijna 450.000 K.M.; het had toen een lengte van 1.951.000 K.M., waarvan 485.000 K.M. onderzeesche kabels. Het aantal inter nationale telefoongesprekken steeg van 849.000 in 1901 tot ruim. 4 millioen in 1910. De draadlooze telegrafie, nauwelijks prac- tisch in toepassing gebracht, telde einde 1912 reeds een 500 stations, over de geheele wereld verspreid. Om bij ons eigen land te blijven: de spoor wegen in Nederland, die in 1865 een totaal lengte van 776 K.M. hadden, in 1890 van 2610, in 1900 van 2771, bleken in 1911 tot 3190 K.M. te zün toegenomen; in 1920 tot 3406 K.M. De tramwegen, welker lengte in 1901 1583 K.M. bedroeg, zagen deze in 1911 gestegen tot Z'77, in 1919 tot 3004 K.M. Het totaal aantal brieven, door den Nederland- schen post bezorgd, steeg van 102 millioen in 1900 tot 252 millioen in 1920 en is thans 350 millioen; het aantal briefkaarten steeg van 56 millioen in 1900 tot thans 95 millioen. Het telegraafnet nam van 6165 K.M. in 1900 tot 8775 K.M. in 1920 toe; het aantal kan toren van 659 tot 1455; het aantal telegram men, b.v. Amsterdam verzonden, was reeds 2 millioen in 1911 en bleef sedert sta tionair. Werden voor 1911 in het interlocaal verkeer byna 5 millioen gesprekken geno teerd, in 1920 was dit aantal verdubbeld en thans 33 millioen, terwyl het aantal inter nationale gesprekken van 633.000 tot thans ruim 2 millioen steeg, na natuurlijk in den oorlogstijd aanmerkelijk te zijn gedaald. Cijfers, alle van inderdaad fragmentarischen aard, doch die ook in ons kleine land op een geweldige toename van de meest gebruike lijke verkeersmiddelen wijzen! Wy hebben hier als slotcijfers voor een deel die van 1920 genomen, om de eenvoudige reden, dat sedert dien tijd wel de perfectioneering van spoorwegen, telegraaf- en andere netten is voortgezet, maar de lengte moeilijk in ons land veel uitbreiding meer kon ondergaan. Perfectionneering, die wat het treinverkeer aangaat, blijkt uit electrische treinen; wat telegraafverkeer aangaat, blijkt uit zooveel sneller en goedkooper bediening; wat tele foonverkeer aangaat uit steeds toenemende automatiseering. Maar, wat vooral het verkeer van het eerste deel dezer periode heeft gekarakteri seerd, is de intrede van het rijwiel. Van in trede kan men eigenlijk niet spreken, omdat reeds in 1898 het rijwiel met luchtbanden een behoorlijke hoogte van technische ont wikkeling had bereikt, en sedert dien be trekkelijk weinig is geprefectionneerd. Maar telde in 1898 het rijwiel geheel als luxe vervoermiddel, thans is het geheel anders. Het rijwiel heeft zich, in geen land ter wereld zoo sterk als in Nederland, ontwik keld tot het middel van het meest aange wende dagelij ksch verkeer, hetwelk met luxe niets meer uitstaande heeft, en, vooral sedert de steden zoo groote uitbreiding heb ben ondergaan, als een noodzakelijke be hoefte wordt gevoeld. Het rijwiel is erin geslaagd geheele streken van ons vaderland, die tevoren bij de groote massa onbekend waren, bekend te maken; fietstochten, mjn of meer verre, behooren tegenwoordig tot het dagelij ksch genot van een groot deel van ons volk. In het stadsverkeer is de fiets onmisbaar geworden, en zoozeer in Neder land in dat opzicht andere landen vooruit dat de Baedeker voor Amsterdam en Den Haag het vreemdelingen als een merkwaar digheid aanwijst om te gaan kijken naar het fietsenverkeer op een druk uur van het uit gaan der kantoren! Het kan niet verwonderen, dat men dan een zoo geweldig groot aantal fietsers ziet. Men raadplegen slechts de cijfers. In 1899. toen voor het eerst de belastinggrondslag van het rijwiel werd ingevoerd, waren er reeds 94.000 in ons land; dat aantal bleek in 1911 tot bijna 600.000 toegenomen. Het in dat jaar in de belasting opgebrachte bedrag ataat als 604.000 vermeld; het steeg in 1919 tot f 897.000. Niet minder snel is het met de ontwikkeling van de auto en het motor rijwiel gegaan. In 1909 werden totaal 3047 motorrijwielen en 1532 auto's als belastbaar aangemerkt; reeds in 1911 waren deze ge tallen gestegen tot resp. 3502 en 2543. In 1920 bleken deze aantallen gestegen tot 20779 motorrijwielen en 10.968 auto's, in totaal met een aantal electromobielen 32.468. Zoowel wat rijwielen als automobielen aan gaat, lijken deze cijfers thans reeds tot een grijs verleden te behooren. Heeft men niet de nummering van de auto's in Holland, die boven de 100.000 uitging, met speciale ken merken moeten voorzien, omdat anders de cijfers te groot werden. En brengt de rij wielbelasting, misschien ook dank zij de in tense en door velen verafschuwde controle, niets steeds grooter bedragen op! Er zijn thans 3Ji millioen rijwielen en 200.000 motorvoertuigen! Hebt u reeds, als abonné van de Alkmaarsche Courant, ingeteekend op onze premie-uitgave een prachtig boekwerk, met ongeveer 400 foto's uit het leven van onze koningin? Het boek verschijnt in Augustus, waarschijnlijk begin volgende week. Verzekert u van zoo'n boek door nog heden te bestellen. DealbumssiJn uitsluitend bij vooruitbetaling, zoodat ge door inzending van het be drag na verschijnen het album kant ontvangen. De prijs bedraagt f 0.75 afgehaald aan ons bureau, fr. p. post 0.95. Postgiro 37060 N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. Herms. Coster en Zoon, Alkmiarsche Courant stemming daarmee zijn ook de bepalingen voor de gloeilampen gewijzigd, waarvoor een criterium is vastgesteld. Voorts zyn er soepeler bepalingen geko men voor incourante koplantaarns. Voor zeer lichte motor-twee en drie-wie- Iers is verder een lager minimum voor de verlichtingssterkte van de koplampen vast gesteld. Dit geldt voor motorfietsen onder de 99 cm. en voor motordriewielers onder de 149 ccm, cylinder-inhoud. Deze behoeven dus geen „volwassen" koplampen te voeren. Ten slotte zijn ook de bepalingen betref fende rywiel-achterlichten aangevuld, met dien verstande, dat nu ook lampjes met ba jonetsluiting, welke minder kans op lostril- len bieden, in de wettelijke bepalingen zyn opgenomen. Men heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt om allerlei andere eischen, welke in de practijk gebleken zijn, een wettelijke basis te geven. NEDERLANDSCHE ONDERNEMINGEN IN ARGENTINIË. Belangrijk voor werkverruiming en kolonisatie. Tusschen de regeering van de Argentijnsche provincie Buenos Aires en een Nederlandsche groep van financiers en uitvoerders is naar wij vernemen overeenstemming bereikt inzake het in studie nemen van een omvangrijk project, hetwelk zoowel uit een oogpunt van werkverruiming als ook wegens de daarop aansluitende gelegenheid tot kolonisatie met Ne derlandsche boeren voor onze volks gemeenschap van groote beteekenis mag worden geacht. Het betreft een uitgestrekt aanslibbings- gebied langs den benedenloop van de Parana-rivier, den hoofdstroom van den Rio de La Plata. Deze z.g. „Delta" kan in menig opzicht vergeleken worden met ons eigen rivierenland en eilandengebied. Reeds in 1914 is in het rapport Iman van den Bosch (verslagen en mededeelingen van de directie van den landbouw) op deze terreinen de aandacht gevestigd; ook de handelsmissie van Karnebeek heeft aangaande deze mogelijkheden gunstige indrukken meegebracht, welke ten slotte hun weerklank gevonden hebben in een daarop gevolgde Nederlandsch-Argentijn- sche beginselverklaring inzake de land verhuizing en kolonisatie. Op de aldus geschapen grondslagen zul len thans twee Nederlancsche vaklieden, t.w. een landbouwkundig en een water bouwkundig ingenieur, ter plaatse een volledig onderzoek gaan instellen, hetwelk in geval van gunstige bevindingen zal worden uitgewerkt tot een programma van tenuitvoerlegging. In het kort samengevat zal dit onder zoek behelzen der. aard en omvang van de bedijkings- en andere waterbouwkundige werkzaamheden, alsmede de cultuurtech nische voorbereiding, benoodigd om deze landerijen gereed te maken voor een in tensief agrarisch bedrijf, waarin wellicht de hoofdplaats zal toekomen aan veeteelt en zuivelbereiding. DOOR LOCOMOTIEF GEDOOD. Gisteravond is de 65-jarige weduwe G. de Wilde te Heerenveen door een locomotief van de Nederlandsche Tramweg Maatschap pij overreden en op slag gedood. Door het ontbreken van ooggetuige tast men over de toedracht van het ongeluk in het duister. hydrol. remmen, onafh. voorveering, stalen carrosserie, sekurit glas. D Door DONN BYRNE. Uit het Engelsch door J. van P 11) En weer kwam dan de teedere stemming over hem en dan kwam er een brief van haar eindigend met dat rauwe bevel, dat was als een vlaag van een wreeden storm in haar eigen leven, waarin zyn vader was ondergegaan: „Bid God je rein in lichaam en ziel te houden!" En weer thuis varend, bleef in het zachte fluisteren van den wind door het want en het lichte lachen van het water aan den boeg weer de droom-moeder van de nach telijke wachturen hem bij, totdat hij bij zichzelf zeide, dat de werkelijkheid zeker valsch was en dat zij aan het tuinhek op hem zou wachten met een groote diepte van vriendelijkheid in de oogen en met ar men, warm als zonneschijn en een boezem, waar een jongen even zijn hoofd kon neer leggen na de groote hardheid van de vreem de plaatsen. Maar de vriendelijkheid kwam niet van haar; zij kwam van Robin More, die den tuin sneller doorliep dan zyn waardigheid hem wel veroorloofde. „Is alles wel, kleine Shane? Is alles goed met je? Je ziet er goed uit, maar je bent toch niet ziek geweest, kleine baas? Zeg eens je bent toch niet ziek geweest?" Of zij kwam van Alan Donn met zijn snuivend lachen: „Christus! ben je weer thuis? En al die brave kerels, die op zee verloren raken! Ja, ja, duivel's kinders hebben des duivel's geluk. Ha, ha, jochie, laat eens voelen A Righ O, koning der Genade, maar je bent een mager jong! Moray, Nellie, Cassie! thee! en verduiveld vlug ook!" En dan kwam zyn moeder de kamer bin nen als een kille wind, of als een magere geest en dan kwam er een kus op den wang, een koude, nauwkeurige pik als van een vogel. En dan: „Heb je een goede reis gehad?", net alsof zy zeide: „Denk je, dat het zal gaan regenen?" „O, goed, naar de hel ermee!" zooals Alan Donn zeide, toen hij zijn slag naar de laatste green verknoeide voor een of ander kampioenschap. „Wat je nooit gehad hebt, kun je nooit verliezen!" Ja, waar genoeg; wat je nooit gehad hebt, kun je moeilijk verliezen. Ja, daar zat veel waars in, juist, maar... Jongens denken lang na II. Daar zijn oom Alan ergens in Schotland op de hertenjacht was en eerst over eenige dagen thuis zou komen en oom Robin in Parijs was, besloot de jonge Shane, nu de Goban Saor in Dundalk was binnengeval len om een lading ongebleekt linnen in te nemen, eenige dagen daar te blyven, voor dat hij naar het Noorden reisde naar de valleien van Antrim. Hij voelde, dat hy het huis te Cushendhu niet kon betreden nu alleen zijn koude, stijve moeder daar was, zoodat hij de gastvrijheid van een mede leerling aannam. Het was op een landelijke danspartij ge durende deze paar dagen, dat hy Moyra Dolan ontmoette. Een lange jonge vrouw met bruin haar en de uiterste blanke huid, die met rossig haar gepaard gaat, met staal voor oogen, bezat zij een gratie en houding, die haar onderscheidde van de andere boerenmeisjes, zooals een koningin zou kunnen spelen voor slaaf en toch zich zelf verraden als een koningin. Er waren andere meisjes, even aardig, met haar als vlas en oogen als blauw water, of met haar als een vage blauwe wolk en oogen als een veeg houtskool, maar geen van hen had haar tanden, haar smalle enkels, haar lange, gevoelige handen. Een droppel adel lijk bloed van den tijd der Stuarts was in dat geharde boerengeslacht gekropen toen deze op weg waren naar den nederlaag aan de BoyneIn Londen of Dublin had zij misschien niets meer geschenen dan een aardig kamermeisje, maar in Noord Louth was zy een koningin Haar uiterlijk was haar tragedie, want zij voelde zich te goed voor een werkman en daar zij geen bruidschat meebracht, wilde geen boer haar hebben. In den boe renstand telt romantiek niet, wel land en al zou de koningin van Sheba, indien zij niets bezat dan haar hemd, zich ten huwe lijk aanbieden aan een flinken boer, dan zou hij haar weigeren om de schele vrouw uit de naaste buurtschap te nemen, die twintig morgen land en vijf melkkoeien be zat. Romantiek is slechts voor den heel rij ken of den heel armen! Haar eenige kans om te trouwen was een kwestie van geluk; zy zou een regeerings- ambtenaar moeten ontmoeten, of een me disch student, de met vacantie thuis was, of een kleinhandelaar, dien haar schoonheid uit zijn evenwicht bracht, zooals drank dat zou doen. En zij moest schitteren en haar oude moeder hem paaien en vangen, zoo als een snoek wordt verblind door een le pel, aan den haak geslagen en aan land gebracht. Zy kon trouwen of missen, of an ders opgroeien tot een verzuurde roodha rige vrouw. Het was een kwestie van geluk en zij had geluk; zij ontmoette Shane Campbell. Zy dansten tezamen, dwaalden in het maanlicht, ontmoetten elkander in de lan delijke lanen. En zy waren heel stil, zij omdat zij een spel speelde en verdedigen beter is dan aanvallen en hy, omdat hij op haar verliefd was. Ware het slechts een kwestie geweest van verliefdheid, dan zou hij zoo vroolijk en praatziek geweest zijn als een zingende vogel en had hij met haar gestoeid om een zoen. Maar het was liefde by hem en iets voor het leven en het leven was lang en ernstiger dan de dood. Daar om was hij zwijgzaam. Hij was zwijgzaam, toen hij voor een week thuiskwam, zwijgzaam bij zyn ooms Robin en Alan, die voelden, dat hij een van de crises van de jeugd doormaakte en wisten, dat het beste was om hem met rust te laten. Hij was zwijgzaam bij zyn moeder, die niets zag, om niets gaf, zoo vlijtig was zy bezig met in zichzelf te wentelen, even onverbiddelijk als de planeten in de ruimte ronddraaien. Hy besloot de laatste dagen van zijn verlof in Dundalk door te brengen en aan het station van Bellymena waagde hij het Allan Donn aan te zien. „Oom Alan hij hield op. „Wat is het jongen! Is het iets met een meisje, dat je op het hart hebt? Volg mijn raad en zie haar in de oogen en zeg: Je kunt van mij houden of niet en naar den duivel loopen! Zie je dezen rechtervoet van my? zeg je dan. Nu, die is gericht naar het dorp hiernaast, waar net zulk een aardig meisje woont als jij. En je zult zien, hoe ze bijtrekt; misschien zal ze wat tegenstrib belen, maar bijtrekken zal ze. En als ze niet bijtrekt, dan is er toch nooit hoop voor je geweest. Een prik met de sporen voor de luie merrie en een klontje suiker voor het springpaard! En als je verliefdheid afgeloo- pen is, dan geef je haar een aai onder de kin: Adieu, veel geluk! Wat je voor jezelf houdt, zal niemand zorg geven zeg je dan. En laat haar naar den duvel loopen!" „Alan Donn!" „O, is het zoo met je gesteld, Shanne'tje? Als het ernst is, dan kan niemand anders helpen dan jezelf, jongen. Ik dacht, dat het misschien een geval was van een lach en een kus, maar het is anders, hè? Dan heeft het geen zin om raad te geven. Wat in je is, zal er uit.komen, maar onthoud dit: als het voorbij is, goed of slecht, dan is je oom Alan hier om met je te lachen of met je te treuren of je uit moeilijkheden te halen. Dus goeden dag, jongen. Beannacht leat! Mijn zegen heb je!" (Wordt vervolgd) hebben gezocht, er heel wat beter aan toe zyn dan degenen, die van de ééne naar de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6