De wind blaast. nederland 1070 koningin wilhelmina tRmnetitand 2euiCCeto*t „40 jaren Koningin der Nederlanden" Vergiftige bessen gegeten. Slachtoffers onbewaakte.... Vrachtauto gegrepen, twee dooden De gemeenten en het gemeentelijk beheer. VL TWEEDE BLAD. DE TOESTAND VAN RIDDER VAN RAPPARD. Ernstig, maar niet hopeloos. Omtrent den toestand van den Neder- landschen gezant in Berlijn, Ridder van Rappard, is op het departement van bul- tenlandsche zaken medegedeeld, dat deze hedenochtend minder goed was; de koorts was iets toegenomen. De doktoren zien den toestand nog niet hopeloos in, doch wel zeer ernstig. Merkwaardige verschijnselen bij twee knaapjes te Oss. Te Oss is bij twee jongens van acht en zes jaar een vergiftiging geconstateerd, welke moet zyn ontstaan door het eten van vergiftige bessen. Kort nadat Dinsdagmiddag het achtjarig zoontje van de familie van Tilburg en zijn zesjarig vriendje, een zoontje van den heer Vos, beiden wonende in de Arendstraat, thuis waren gekomen, klaagde het oudste kind over hoofdpijn. Het werd onder de wol gestopt, waarna de ouders eenigen tyd later, toen zij naar den jongen kwamen kijken, constateerden, dat hij zeer vreemd deed en wartaal sprak. Bovendien had men veel moeite om den jongen in bed te houden. Aangezien zich ook bij het andere knaapje dergelijke verschijnselen voordeden, achtten de ouders het raadzaam den geneesheer Frank te hulp te roepen. Deze meende aan vankelijk, dat het vermoeidheid was, zoodat hij het kind iets liet innemen, ten einde te kunnen slapen. De jongen kon echter den slaap niet vatten en bleef den geheelen nacht zeer onrustig. In den vroegen morgen werd de dokter opnieuw geroepen. Deze achtte den toestand van het knaapje thans zóó ernstig, dat hij het in zijn auto overbracht naar het Sint- Annaziekenhuis te Oss. Hier oordeelde men het noodig een specialist te consulteeren, die den jeugdigen patiënt onderzocht, waarna hy tot de conclusie kwam, dat het knaapje vergiftige bessen moet hebben gegeten, evenals het andere ventje, dat hij eveneens onderzocht. De toestand van den jongen Van Tilburg is zeer ernstig en het zal nog enkele dagen duren alvorens men zekerheid heeft of hy zijn ziekte te boven zal komen. Uit de wartaal, welke het kind sprak, kon worden opgemaakt, dat hij met zijn vriendje op stap was geweest om bessen te plukken en terwijl zy daarmede bezig waren, den een of ander hen ontdekte en nazette. Het zesjarig zoontje der familie Vos is er eveneens ernstig aan toe, doch behoefde niet in een ziekenhuis te worden opgenomen. Gistermiddag omstreeks drie uur heeft zich op den onbewaakten over weg bij Groessen, (gem. Duiven, Geld.), een zeer ernstig ongeluk voor gedaan, waarbij twee personen het leven hebben gelaten. Een met zand geladen vrachtauto, be stuurd door den 25-jarigen F. Polman uit Groessen, werd door den locaaltrein, welke om 14.58 van Zevenaar naar Arnhem was vertrokken, gegrepen. De auto werd meer dan vijf en zeventig meter medegesleurd en totaal vernield. De bestuurder werd op slag gedood. De 27- jarige B. Jansen uit Groessen, die naast den chauffeur zat, wtrd in hoogst ernstigen toestand naar het ziekenhuis te Zevenaar vervoerd, waar hij een uur na aankomst is overleden. Het uitzicht ter plaatse is geenszins be lemmerd. Het ongeluk zou aan onoplet tendheid te wijtei zijn. Zeer waarschijnlijk heeft Je bestuurder var de vrachtauto geen acht geslagen op den naderenden trein, waarvan de machinist meende, dat de auto, die een vaart van ruim veertig kilo meter had, tijdig zou stoppen. De trein heeft met ruim een kwartier vertraging de reis voortgezet. SIGNALEERING VAN ONTVREEMDE EN VERMISTE EFFECTEN. De minister van justitie heeft in een cir culaire ter kennis van de procureurs-gene raal in den lande gebracht, dat de vereen i- ging voor den effectenhandel het initiatief heeft genomen tot het in het leven roepen van een nieuwe regeling betreffende de sig naleering van ontvreemde en vermiste effec ten, waarmede eenerzijds beoogd wordt te voorkomen, dat zoodanige stukken het voor werp uitmaken van door effectenhandelaars verrichte transacties, anderzijds de voor die handelaars bestaande verplichting om gere geld de door de politie uitgegeven recher- chelijsten, waarop de gestolen of vermiste stukken vermeld worden, te raadplegen, practisch uitvoerbaar te maken. Aanleiding tot het initiatief van de vereeniging is ge weest de tegen een effectenhandelaar, die verzuimd had de recherchelijsten te raad plegen, plaats gehad hebbende strafvervol ging, welke geëindigd is met een arrest van den Hoogen Raad der Nederlanden d.d. 27 Juni 1938, waarbij het beroep in cassatie te gen de veroordeeling van den handelaar werd verworpen. De bovenbedoelde nieuwe regeling behelst o.m. het navolgende: De vereeniging voor den effectenhandel stelt een verzamellyst samen van door de politie uitgegeven recherchelijsten betreffen de gestolen en verloren effecten. Aan de leden der vereeniging is het raad plegen van de verzamellijst voorgeschreven in voegen als bepaald in het op 1 April 1938 in werking getreden artikel 15a van het re glement voor den effectenhandel. Op niet-naleving staan reglementaire sanc ties, terwijl het bovendien in voorkomende gevallen voor de beoordeeling van de straf rechtelijke aansprakelijkheid van effecten handelaars van het grootste belang zal zijn, vast te stellen of zij reglementair tot raad pleging verplicht waren en zoo ja, of zij die verplichting hebben nageleefd. UITBREIDING BIJ VAN HAREN TE WAALWIJK. Meer practische inrichting van 't gebouw. Bij de v. Haren's schoenfabrieken zal een belangrijke uitbreiding plaats hebben. De thans op het Laageinde te Waalwijk staande fabiiek zal belangrijk worden ver groot. De reden van deze uitbreiding is een dringend tekort aan plaatsruimte, ter wijl momenteel niet voldoende schoenen geproduceerd kunnen worden om de cliëntèle van de 65 winkels te bedienen. Met deze uitbreiding gaat een groote verbouwing gepaard. Getracht zal worden alles in de eigen fabrieken te fabriceeren, en deze fabricage dan zoo practisch mogelijk in te richten. De leerlooierij werkt op volle capaciteit en levert reeds alle zoolleder en de groot ste helft van 't noodige overleder. Twee winkels zijn nog in aanbouw; te Winschoten en te Emmen. ONDER OPGRAVINGEN IN HET DOMEIN SOESTDIJK. Bij opgravingen in het Baarnsche bosch, dat behoort tot het koninklijk domein Soest- dijk, hebben arbeiders een vijverkom terug gevonden, welke dateert uit den tijd van den eersten aanleg van het bosch. Voorts werden in de onmiddellijke nabij heid daarvan een vijftal fundeeringen aan getroffen, welke beelden moeten hebben ge dragen. Ook heeft men de juiste plaats kunnen be palen van eenige andere gebouwen, welke in het bosch moeten hebben gestaan. Een en ander moet uit den tyd van prins Willem V (plus minus 1760) dateeren, behalve de vijver, welke tot den oorspronkelijken aan leg van het bosch heeft behoord. De opgravingen geschieden aan de hand van gegevens uit het koninklijk huisarchief te 's-Gravenhage. DE BULGAARSCHE HANDELSATTACHE IN ONS LAND. Dr. Th. Kozaroff, handelsattaché van de Bulgaarsche legatie te Londen, die als zoo danig zijn land ook in Nederland en België vertegenwoordigt, brengt thans, teneinde de handelsbetrekkingen tusschen Bulgarije en Nederland te bevorderen, een bezoek aan ons land, dat ongeveer een week zal duren. Na gisteren de hoofdstad bezichtigd te hebben, is dr. Kozaroff heden naar Den Haag gekomen, van welk bezoek hij gebruik maakte om op het departement van buiten- landsche zaken van gedachten te wisselen. 1QQQ ONDER 1938 Vervolg. Aan de overzijde van het IJ is e*n geheel nieuw kwartier verrezen; naar den Weesper kant is een bijna geheel nieuwe stad ont staan; evenzoo naar de kant van Spaarndam. Wie zich herinnert hoe nog het Leidsche- plein het uiteinde van het werkelijk Amster dam scheen te vormen, hoe het Vondelpark werd aangelegd a.h.w. te midden van een woestenij, kan zich dit nauwelijks meer in denken, wanneer hij de volkrijke wijken ziet, die zich tot ver achter het Willemspark, tot vlak 'by het Stadion een tiental jaren geleden nog buiten de grenzen van Amster dam liggende uitstrekken. Wie zich herin nert, dat de traditioneele tocht naar het Kalfje nog een uitstapje was van echt lan- delijken aard, verbaast er zich over, dat deze zelfde Kalfjeslaan een nieuwe Cein tuurbaan om Amsterdam is geworden. En tegelijk heeft men het innerlijk der stad niet onveranderd gelaten. Berlage's Beurs, al scheurde zy ook, is een sieraad van het Damrak gebleven; het verdwijnen van het eigenaardige Commandantshuis op de Dam wordt slechts betreurd, wijl men eene defi nitieve oplossing van het Dam-vraagstuk meer dan wenschelijk acht. Het verlengde der Sarphatistraat, ontdaan van de leelijke spoorwegrails, die zich daar uitstrekten, is van het voormalige Paleis van Volksvlijt tot de Muiderpoort een echt buitenlandsch breede avenue geworden; het Stadion is in zekeren zin Amsterdam's trots. En terwijl des avonds, wanneer het eigenaardige rosse electrische licht Dam, Damrak en Rem brandsplein, het Leidsche plein bestraalt, Amsterdam iets krijgt van een werkelijk groote stad, gelijk wij die kennen in het bui tenland; een groote stad met alle monotoni- teit en toch al hare grootschheid ter zelf- der tijd is er in den modernen Amsterdam mer iets ontwaakt voor de oude traditie, die het Paleis op den Dam als stadhuis heeft gekend. De brand, die het Paleis voor Volks vlijt verwoestte, heeft aan het Paleis-vraag stuk een oplossing bereid; daar zal nu een nieuw Stadhuis komen, terwijl het Rijk de beschikking houdt over het Paleis op den Dam, dat nu eenmaal zyn eigen Oranje geschiedenis heeft. Wat van de groote steden geldt, geldt ook van de kleinere en zelfs van de kleine. Z;e er het uiterlijk van Leiden, Haarlem, Utrecht, Arnhem, Groningen, Nijmegen. Eindhoven, Alkmaar, om slechts deze te noe men, maar eens op aan; overal uitbreiding, overal verbetering van de woongelegenheid, overal aanpassing aan de tijdsomstandig heden. Maar tegelijk, wat de gemeenten zei ven betreft, overal vermeerdering van de toch reeds groote zorgen. Te lang heeft de gebrekkige wet van 1897 de financieele ver houding tusschen de Gemeenten en het Rijk geregeld. Zij bleef dat doen ook toen de eene wet na de andere steeds zwaarder lasten op de gemeenten legde; de Burgemeesters maakte, om het gevleugelde woord van Van Leeuwen te gebruiken, tot „kruiers in Rijks dienst". Doch ondanks alle klachten, die zijn vernomen, hebben bijkans alle gemeenten het klaar gespeeld; zy zijn op de hoogte van hun tijd gebleven. Maar soms zyn zij te ver gegaan. Vooral de crisis heeft moeilijkheden gebracht, waarin Gedeputeerde Staten veel vuldig van hun recht om gemeentelijke be grootingen niet goed te keuren, moesten ge bruik maken en waarin strubbelingen tus schen Gemeentebesturen en Minister van Binnenlandsche Zaken zich voordeden. Am sterdam bouwde ruim en mooi, maar duur; Rotterdam wilde op sociale uitgaven niei bezuinigen; slechts Den Haag gaf het lands bestuur geen feden tot moeilijkheden. En met kleinere gemeenten was het al evenzoo. Vergeten wy dan ook niet, dat de zorgen der gemeenten verdiept en vergroot zijn, in een woord dat de gemeente tegenover haar inwoners op geheel andere wijze is komen te staan dan in den aanvang der twintigste eeuw nog mogelijk werd geacht. Het vraag stuk van gemeente-exploitatie al dan niet van de voornaamste openbare bedrijven en de tram is geen vraagstuk meer; in bijna alle groote steden des lands zijn b.v. gas- en electriciteitsbedrijven, om van waterleiding niet te spreken, door gemeentelijk beheer aangevat. Dat daardoor de gemeente ook als groot-werkgeefster optrad, is duidelijk naar- voren gekomen. De woning- en bouwpolitek, vroeger een onderwerp van nauwelijks aan- geziene zorg, heeft een gedeelte van deze periode de gemeentepolitiek beheerscht; in sommige gemeenten wij denken b.v. aan Den Haag heel sterk, zulks ook in ver band met de grondpolitiek, die door de ge meente in het eigen belang der gemeen- tcnaren het best leek te voeren. Dan is er gekomen zorg voor de hygiëne, de ontwik keling van de jeugd, het gemeentelijk cre- diet, niet het minst de voorziening in de werkloosheid, zy het ook wat dit laatste aangaat in overleg en steun van het Rijk. Den Haag is, vergissen wij ons niet, de eerste groote gemeente geweest, die een wethouder afzonderlijk belastte met de voorziening der sociale aangelegenheden, maar andere ste den en niet alleen de heel groote heb ben daarin niet kunnen en willen achter blijven. Een afspiegeling van den ommekeer, die er in het beleid van de gemeenten is geko- men, bieden wel de gemeentelijke pro gramma's der verschillende politieke par tijen. Wie er veertig jaren geleden aan zou hebben gedacht, een dergelijk gemeentelijk programma aan de goedkeuring eener poli tieke partij te onderwerpen, zou weliswaar niet zijn uitgelachen, maar toch zou op dat oogenblik zulk een programma voor het meerendeel dier party niet noodig zijn ge oordeeld. Hebt u reeds, als abonné van de Alkmaarsche Courant, lngeteekend op onze premie-uitgave een prachtig boekwerk, met ongeveer 400 foto's uit het leven van onze koningin? Het boek verschijnt in Augustus, waarschijnlijk begin volepn»»»» week. Verzekert u van zoo'n boek door nog heden te bestellen. Uealbumssijn uitsluitend bij vooruitbetaling, zoodat ge door inzending van het be drag na verschijnen het album kunt ontvangen. De prijs bedraagt 0.75 afgehaald aan ons bureau, fr. p. post 0.05. Postgiro 37060 N.V. Boek- en Handelsdrukkery v/h. Herms. Coster en Zoon. Alkmiarsche Courant. DE KOLONISATIE OP NIEUW-GUINEA. De rapporten, die vanwege den koloni satie-raad zijn uitgebracht betreffende de kolonisatie op Nieuw-Guinea, zyn thans, naar het Indische blad Het Nieuws meldt, in studie bij de betrokken kolonisatie-vereeni- gingen, de Siking en de K.N.G., die zich met name beraden op de eventueele opheffing van de Nieuw-Guinea-kolonisaties. De vol gende maand zal de kolonisatie-raad met vertegenwoordigers der beide vereenigingen terzake besprekingen voeren. Indien deze besprekingen tot een defini tieve beslissing inzake opheffing leiden, is het waarschijnlijk dat kolonisten van Nieuw- Guinea zullen worden overgebracht naar de Way Tenong-terreinen in Benkoelen, die hoog zijn gelegen (tegen de duizend M.) en waar uitgebreide complexen beschikbaar zijn. Het schijnt namelijk dat de Poeloe-Laoet- kolonisatie bij eventueele overbrenging van kolonisten méér voelt voor de kleine Soenda- eilanden, waar Flores het bekende missie centrum vormt en dus op by uitstek goede basis een nieuw begin zou kunnen worden gemaakt. DE INDIENSTSTELLING VAN HR. MS. „TROMP." Vice-admiraal Vos draagt com mando over aan kolonel Doorman. Gistermiddag is op plechtige wijze de nieuwe flottieljeleider der Koninklijke Marine op de werf der Ned. Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam gebouwde „Tromp", in dienst gesteld door den ver tegenwoordiger van den minister van de fensie, vice-admiraal A. Vos. Ruim kwart voor twee arriveerde de vice-admiraal mei een sloep, komende van de De Ruyterkade. aan boord van de „Tromp", waar hij zonder de gebruikelijke eerbewijzen werd ontvangen, aangezien de oorlogsbodem nog niet in diepst was. Slechts het hyschen van de admiraalsvlag, de driekleur met drie witte sterren in de roode baan, was een teeken dat de vice- admiraal zich aan boord bevond. Onmid dellijk na aankomst had hij zich naar de kajuit van den commandant begeven. Kort voor twee stelde vrij vel de geheele uit ruim 300 koppen bestaande bemanning zich op het achterschip op. Naast de officieren hadden de president directeur van de Nedcrlandsche Scheeps bouw Maatschappij, de heer D. Goedkoop Dzna. en de marine-ingenieur, onder wenis toezicht het schip i gebouwd, ir. D. J. i'.e Jonge, plaats genomen. Op het tentdek had de stafmuziek der marine zich onder leiding van kapelmees ter Leistikow opgesteld. Even voor twee uur klonk het comman do „geef acht" en werd de gewapende wacht gecommandeerd. Toen vice-admiraal A. Vos, hoofd van de vierde afdeeling A., materieel der zee macht van het departement van defensie, en de commandant, kapitein ter zee L. A. C. M. Doormar., op het achterdek kwamen, sloot zich het gelid der matrozen, die nu allen in een kring voor het achterschip -- stonden en hield de vicï-admi- raal een rede, waarin hy het nieuwe schip zoowel in c ïtwerp als in uitvoering een Nederlandsch product noemde, een schip waar de ontwerper e" de uitvoerder trots op kunnen zijn. Spr. getuigde van de denkbaarheid en de erkentelijkheid der regeering voor den yver en de toewijding van allen van hoog tot laag, die aan het bereken van het doel, n 1 het spoedig en op goede wijze afleve ren van het schip, hebben medegewerkt. De regeering had gemeend hieraan uiting te moeten geven door enkelen hunner als blijk van waardeering voor een onder scheiding voor te dragen. De vice-admiraal wenschte de gedeco reerden geluk met hun onderscheiding en spelde hun de decoraties op de borst. De indienststelling. Hierna was het oogenblik gekomen waarop het schip aan de zeemacht zou worden toegevoegd. Vice-admiraal Vos deed voorlezing van het K. B. van 6 Au gustus j.L waarin tot de indienststelling werd besloten en verzocht vervolgens ko lonel Doorman het schip te willen over nemen. Terwijl de wacht het geweer presenteer de en alle opvarenden het saluut brach ten, speelde de kapel het Wilhelmus, waar na de commandant naar voren trad en een rede hieldd, waarin hij o.a. de bemanning opwekte het voorbeeld ven plichtsbetrach ting gegeven door de beide admiraals Tromp, voor oogen te houden. Dan spreekt hy de hoop uit, dat de Tromp onder Goc.s besten zegen voorspoe dig en gelukkig zal mogen varen, tot eer van onze koninklijke marine, tot heil van vaderland en vorstin. Ten slotte weerklonk een driewerf hoera. Hierna was de plechtigheid ten einde. Dinsdag vertrekt het schip uit Amster dam en zal zich, na een verblijf van eenige dagen op zee, naar Den Helder begeven. Door DONN BYRNE. Uit het Engelsch door J. van P 14) En dan volgde het plassen van riemen als zij naar den wal roeide en misschien zon gen zij erbijEn hij zou het zich gezel lig maken onder de zonnetent op het half dek en in de stapels kranten van huis lezen over Thomas Chalmers, den grooten Schot- schen prediker, die gestorven was, of over een nieuwe zangeres, die men in Londen gehoord had, een Zweedsch meisje, Jenny Lind genaamd. Of over Shakespeare's huis, dat verkocht was en een hoogen prijs had opgebracht, drieduizend pond... Of hij zou een van de nieuwe boeken lezen, die als een vloed verschenen, een nieuw boek van meneer Dickens, de satire van den nieuwen schrijver, meneer Thackeray, met zijn Ker mis der IJdelheid, of dat vreemde boek, ge schreven door een vrouw: Wuthering HeightsMaar na een korte wijle zou het boek op zijn knieën vallen en de menschen van het boek zouden het töoneel van zijn geest verlaten en een echt en hartelijk ka rakter erop verschijnenHij kon de be vallige, vriendelijke vrouwelijkheid nu zien bewegen door het huis, nu naar de deur gaand om den verren horizon te verkennen Des avonds zou zij staan droomen over de onderdeur, zooals hij over de reeling van het schip leunde en hoewel er tienduizend mijlen tusschen hun harten waren, zouden zij vertrouwelijk zijn als duiven en hij zou denken aan het thuiskomen in het vredige landhuis bij de vrouw met de ern stige oogen en den vriendelijken lach en als hij een dag vroeger was, zou zij haar terug houdendheid vergeten door groote vreugde en gedempt bevredigd lachen zou uit haar keel oprijzen; en als hij op tijd was zou daar het kalme ernstige vertrouwen zijn: „Ik herkende je stap!"... En als hij te laat was, dan zou de wolk van het voorhoofd wegtrekken: „Goddank, ik was alleen maar een beetje ongerust!"En als de begroeting over was, zou zij hem met een glimlach en een nauwelijks rijzen van de wenkbrauwen aanzien en hij zou haar geven, wat hij had meegebracht van de reis: een ring uit Amsterdam misschien, waar de groote juweliers wonen, of zwaarzijden kousen uit Frankrijk, of als hy naar West- Indië geweest was, een groote bloedkoralen halsketting of iets gemaakt van colibri- veeren uit Brazilië, kant van Porto Rico, dat de gekleurde vrouwen maken met hun slanke, bruine vingers, voorwerpen van ge hamerd messing uit Indië en als hy naar China was geweest om een lading thee, een mantel zooals de vrouw van een mandarijn zou dragen En elk geschenk zou worden bewonderd met een snik van ongeloovige verrassing en een „O, Shane, dat moet je niet doen!" En dan zou het avond worden en zouden zij op den drempel staan en hij zou luisteren naar de geluiden, die de zeelui nimmer hooren, het suizen en ritselen van den wind door de boomen, de vogels, die zich neerzetten om tusschen de takken te slapen, de roerdomp, die trompet als een hoorn en het blaffen van een hond ver weg en de krekels, die zingen als de avond valt En hij zou zich dan daarvan afwenden naar haar uitgespreide armen en half geopende lippen, die niet wachten konden en samen zouden zij hun huis binnengaan, waar de roode turf geel geworden was samen over hun eigen drempel, in hun eigen huis. En als de tijd voor hem aanbrak om weer naar zee te gaan, zou zij ernstig zijn met ingehouden tranen en een dapperen glim lach En op een dag, na een lange reis, zou zy, nadat zij hem begroet had, zeggen: „Er is iemand in ons huis gekomen!" en hij zou het niet begrijpen en verstoord zijn, totdat zij hem het kleine warme hoofdje in de wieg zou toonen en hij zou eerbiedig op zijn knieën vallen en er zouden groote stille tranen komen en al haar gevoel zou zich uiten in haar kalmen glimlach En nooit zou een oude vrouw op de kade van Napels hem om een aalmoes vragen zonder die te krijgen, want hij zou steeds denken aan de oude vrouw met het touw- kleurige haar, die in zijn huis woonde, zyn vrouw's moeder. En zij zou het daar ge zellig hebben op haar ouden dag, met altijd een -vuur om zich te warmen en altijd een kop thee om haar op te wekken, een vrien delijk oor voor haar verhalen uit den ouden tijd en dank voor de vreemde rozen kransen, die zij zou bidden voor zijn veilige thuiskomst van de machtige wateren. En nimmer zou hy op zyn reizen nalaten een hond te streelen of tegen hem te fluiten, als hij dacht aan den ouden terrier in Louth, die den drempel van rustige schoonheid bewaakte En zoo zou hij tevreden al zijn dagen hebben willen leven, zoo dacht hij te leven, Uitgaande naar de gevaren van dé zee, han delend in vreemde havens en harden, on- vermoeiden arbeid omzettend in verdienste voor haar en haar kinderen thuis en hij zou oud worden en vergrijsd, totdat hij zich niet langer kon schrap zetten op de hellende planken of de verantwoordelijkheid kon dragen van het gezag op een schip en dan zou hy een klein huis in een havenplaats koopen, terwijl hun zonen heen zeilden naar Rio of den typhoon bevochten in de Chi- neesche zeeën en hij kon daar dan zitten met zijn kijker en kijken naar de schepen, die voorbij voeren, of binnenliepen of uit voeren, hun grootzeil bijzettend of aan de kade merend en hij kon plezierig pruttelen over het vervagen en verdwijnen van goede zeemanschap Dit alles had hij overdacht in de eenzaam heid van vreemde havens, in de nachtwach ten aan boord, in de ongastvrijheid van zijn moedeFs huis en op de omnibus naar Dun- dalk. Dit alles had hij uitgedacht en op deze basis had hij het huwelijk aangegaan. En het zou voor hem misschien wel goed zyn ge weest als hij een geldstuk in de lucht had geworpen om te beslissen, of hij zou trou wen, of niet. En dat was het, wat mensche- lijk denken waard was een roode duit in de ledige lucht geworpen! En in werkelijkheid was het huis, dat hij in een droom gekend had, slechts een kille vreemde woning; alles was er, de gekalkte muren en het rieten dak, het aardewerk op het buffet, maar als tehuis was het dood geboren. De turf brandde niet goed en de zwaluwen meden het dak zij voelden op de occulte wijze van de natuur, dat het noodige rhythme er ontbrak. Ook konden de bijen zich er niet gelukkig voelen in de korven, maar zwermden uit naar elders. Men kon gezegd hebben, dat het huis gebouwd was op de een of andere tragische rots Slechts de oude hond was trouw en bleef waar zijn meester hem een plaats gegeven had. En het gelaat uit zijn droomen zag hem niet aan over den onmetelijken oceaan; hij kon zoeken wat hij wilde, het was er nim mer met innigen ernst. Zyn oogen mochten zich inspannen, maar alles wat zij konden zien was de olieachtige deining van de Doggersbank en de groote geploegde velden van de Golf van Biscaye en het spatten van schuim op de Hebriden. Nimmer opende zich een plek in den water-horizon om hem een drempel van schoonheid met rustig, na denkend gelaat te toonenEn als hij thuis kwam, hetzij vroeg, hetzij laat of op tijd, dan was het: „Ach, ben jij daar?" (Wordt vervolgd). zijn dan degenen, die van de éène naar ae

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6