DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Kortstondige kabinetscrisis in Frankrijk. Deze Courant Wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTÏEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groofe contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven francc aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telel. 3320, redactie 3330. No. 197 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK. Dinsdag 23 Augustus 1938 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 140e Jaargang Twee nieuwe ministers benoemd. Nadeining van Daladier's radiorede. Rijksbestuurder Horty's bezoek aan Hitier. Een tocht langs de Duitsche oorlogsvloot. De algemeene toestand. Verdere Japansche voorbereiding aan deJangtse. Hevige strijd aan het Pojangmeer. ALKMAARSGHE COURANT. Zooals verwacht werd, is de kabinets crisis in Frankrijk zeer spoedig opgelost door de benoeming van de Monzie en Pomaret resp. als minister van openbare werken en van arbeid. Beide maken eveneens deel uit van de republi- keinsch-socialistische unie, zoodat de sa menstelling van de regeering geen wij ziging ondergaat. De nieuwe minister van arbeid Poma ret, die zich op een luchtreis bevond, kon telefonisch worden bereikt op het oogenblik, dat zijn vliegtuig te Rome een landing maakte. Vandaag wordt hij op le Bourget verwacht. De Monzie, die in de provincie verblijft, zal Woensdag te Parijs terug zijn. Woensdagmiddag of Donderdagmorgen zal de kabinetsraad bijeenkomen en volgende week Dinsdag, als president Lebrun teruggekeerd is van vacantie, de ministerraad. In de wandelgangen van de Kamer, zoo meldt Havas, gaven de weinige aanwezige afgevaardigden hun voldoening te kennen over de snelheid, waarmee de moeilijkheid was opgelost. Terwijl de samenstelling van het kabinet gelijk is gebleven, schijnt de een heid versterkt te zijn. De Monzie, die ten vorigen jare zijn parlementaire werkzaam heden heeft moeten onderbreken tengevolge van een ernstig ongeluk, waarvan hij thans geheel hersteld is, wordt gerekend tot de meest geziene leden van de republikeinsch- socialistische unie. Hij heeft reeds eerder aan het hoofd gestaan van het departement van openbare werken. De nieuwe minister van arbeid Pomaret heeft steeds groote be langstelling aan den dag gelegd voor so ciale vraagstukken. In de kringen der socialistisch-radicale partij deed men opmerken, dat de kwestie van een wijziging der veertigurige werk week reeds bij de samenstelling van het huidige kabinet aan de orde was gekomen en dat alle partijen op dat oogenblik erkend hadden, dat het noodzakelijk was de wet om redenen van nationale defensie te verande ren. Zij keurden het alleszins goed, dat Da- ladier het oogenblik gekomen had geacht om dit beginsel in vervulling te doen gaan en zij waren van oordeel, dat de veranderin gen konden worden aangebracht door decre ten in het kader van de wet zelf. De socialisten namen eenig voorbehoud in acht wat betreft de houding welke hun partij en die der communisten zouden aan nemen. Zonder twijfel zou de laatste partij haar wensch tot bijeenroeping van de Kamers nogmaals tot uitdrukking brengen. Om deze samenroeping echter gedaan te krij gen was de handteekening van meer dan de helft van het parlement noodig, een aantal dat practisch onmogelijk was te verkrijgen. De socialistische partij zou er zich dus, evenals de andere politieke partijen, toe be perken haar meening te doen kennen door moties aangenomen door haar leidende or ganen en door de commentaren gepubliceerd in haar pers. Daladier bevestigt de lezing der gebeurtenissen. Minister-president Daladier heeft in een verklaring bevestigd, dat inderdaad de passage zijner redevoerng betreffen de de veertig-uren-week oorzaak is ge weest van het aftreden van Frossard en Ramadier. De premier bracht hulde aan de loyauteit van het gebaar zijner beide medewerkers, die slechts gebruik heb ben gemaakt van hun recht op een per soonlijke meening. Wat hem, Daladier, betreft, hij handhaaft de opvatting, wel ke hij Zondagavond heeft uiteengezet. Hij is van meening, dat het land slechts gered kan worden door normaal te wer ken. Frankrijk is thans het eenige land in Europa, dat de veertig-uren-week toepast. Tenslotte herhaalde de premier, dat hy niet vijandig staat tegenover het principe der veertig-uren-week en dat er geen sprake van is, dat tot afschaffing zal worden over gegaan, evenmin als van eenige andere so ciale wet. De premier is echter van meening, dat de fabrieken normaal moeten kunnen werken om den economischen toestand te herstellen en het hoofd te bieden aan de be hoeften der nationale defensie. Het meeningsverschil tusschen Daladier en zijn medewerkers Frossard en Ramadier ton aanzien van de veertig-urige week is reeds van ouden datum, verneemt Havas in poli tieke kringen. Het in Juli tot stand gekomen decreet tot matiging van de veertigurige week stuitte indertijd reeds op het verzet van de ministers van openbare werken en van arbeid, die de inwerking treding tegen hielden. De sindsdien ontstane arbeidscon flicten en met name de kwestie van de dok werkers in Marseille, hebben het meenings verschil nog slechts kunnen verscherpen. Het ging daarbij niet alleen om de grondbe ginselen, maar ook over te volgen methodes. Ramadier en Frossard hebben den premier doen opmerken, dat hij hun niet geraad pleegd heeft vóór het uitspreken van zijn rede, hoewel zij krachtens hun functie ver antwoordelijkheid droegen voor de uitvoe ring van de door den premier angegeven richtsnoeren. Daladier had bovendien eerst een beroep op de arbeidersklasse moeten doen. Protesten. De bestuurscommissie van het Fransche vakverbond heeft gisteren beraadslaagd over de houding, die moet worden aange nomen ten aanzien van de redevoering van Daladier. Om kwart voor zeven verklaarde Racamond, de secretaris der C.G.T.: „De be stuurscommissie heeft den indruk bespro ken, die teweeggebracht is door de redevoe ring van Daladier en heeft nota genomen van de levendige protestën van het meeren- deel der gedelegeerden. Zij verklaarde eens gezind, dat het in die redevoering ingeno men standpunt het land gevaren doet loo- pen. De bestuurscommissie vraagt alle orga nisaties der C.G.T. waakzaam te blijven zon der haar koelbloedigheid te verliezen, met het oog op iedere actie, waartoe zou kun nen worden besloten ter verdediging van de veertigurenweek en de sociale wetten". Jacques Duclos, de vice-president van de Kamer en de secretaris-generaal van de communistische Kamerfractie, heeft een schrijven gericht tot den secretaris-generaal van de z.g. délégation des gauches, dr. Cru- tel, waarin hij zoo spoedig mogelijk bijeen roeping van deze delegatie vraagt, aangezien naar zijn meening „het hoofd der regeering de bedoeling te kennen heeft gegeven in feite de veertig-urige week af te schaffen". Gisteren heeft Hitier met den Rijks bestuurder van Hongarije, admiraal Horthy, aan boord van het adviesjacht Grille in de Kielsche bocht een tocht ge maakt langs de Duitsche oorlogsvloot. Meer dan 110 eenheden voeren in kiel- linie langs de Grille. De parade duurde bijna een uur. Achtereenvolgens voe ren het slagschip Gneisenau, de pantser schepen, de kruisers, de artillerie-op leidingsschepen, de torpedobootjagers en torpedobooten, mijnvegers, duikbooten en andere vaartuigen voorby. De Hongaarsche rijksbestuurder Horthy zal Woensdagmorgen, samen met Hitier aan boord van de Grille te Hamburg aankomen. Daar zal hij in gezelschap van Hitier, den Hongaarschen minister-president Imredy den Hongaarschen minister van buitenland- sche zaken, de Kanya, den rijksleider der S.S., den opperbevelhebber van de Duitsche marine, den rijksminister van economische zaken, den opperbevelhebber van het leger, den chef van het -oppercommando van de weermacht, den plaatsvervanger van den opperbevelhebber van de luchtmacht, den ryksstadhouder van Hamburg en andere Horthy vooraanstaande Duitsche autoriteiten aan boord van het staatsjacht Hamburg een tocht door de Hamburgsche havens maken. In den loop van den morgen vertrekt Hitier dan in een specialen trein met zijn gast naar Berlijn. Te Berlijn zullen zij verwelkomd worden door den heer en mevrouw Göring. Horthy zal voor het station een eerewacht inspecteeren. Des avonds biedt Hitier zyn gast een diner aan in de rijkskanselarij. De Duitsche pers wijdt artikelen aan het bezoek van den Hongaarschen rijksbestuur der Horthy aan Duitschland en aan de be trekkingen tusschen Duitschland en Hon garije. De Angriff schrijft dat dit bezoek komt in een tijd waarin Duitschland zich omgeven ziet door een zee van laster en haat. De nieuwe alarmkreet in de wereld is dat Duitschland de politieke en economi sche zelfstandigheid van de kleinere staten in het Oosten van Zuid-Oosten van Europa bedreigt. Achter deze alarmkreet verbergen zich die landen, die niet tevreden zijn met hun natuurlijke grenzen en die dezer naar voren willen brengen tot de Donau. ALKMAAR, 23 Augustus. De meening, dat Franco weinig te win nen en veel te verliezen heeft met zijn antwoord, wordt openlijk uitgesproken in kringen, die in nauw contact staan met de niet-inmengingscommissie, aldus de diplo matieke medewerker van Reuter. In Fransche en Russische kringen legt men er den nadruk op, dat de toekenning van de rechten van oorlogvoerende niet toegestaan kan worden alvorens een sub- stantieele terugtrekking van buitenland- sche vrijwilligers is geschied. Bovendien moet, wil men tegenover beide partijen rechtvaardig zijn, de basis voor de terug trekking verhoudingsgewijs bepaaid wor den. Voorts wordt er op gewezen, dat Franco hetzelfde plan reeds aanvaard had in zijn nota van 18 November van het vorige jaar, welke aanvaarding toen slechts begeleid ging van opmerkingen en niet van reserves. Aangezien Lord Plymouth de vertegen woordigers der niet-inmengingscommissie nog niet heeft geraadpleegd, kan de even tueel te volgen procedure slechts geraden worden. Hoewel de commissie iederen nieuwen stap zal moeten steunen, is het toch mogelijk, dat niet-officieel stappen zouden worden gedaan bij Franco, waarbij er op zou kunnen worden gewezen, dat zijn antwoord in stryc is met hetgeen is ver klaard door zijn delegatie op 18 November j. 1. en dat de gevolgen van zijn besluit vele van zijn eigen wenschen zouden kun nen te niet doen. In bevoegde Fransche en Russische krin gen aarzelt men niet opnieuw te bevesti gen, dat Frankrijk en de Sovjet-Unie nog steeds bereid zijn een laatste poging t doen om een voor allen aanvaardbare for mule te vinden, welke het principe van werkelijke niet-inmenging zou belichamen en tot resultaat zou hebben een beperking van den strijd tot Spaanschen bodem en Spaansche onderdanen. De moeilijkheden van het plan tot terugtrekking der buiten- landsche vrijwilligers, waar Franco de aandacht op vestigt, zooals de aanwezig heid van Amerikaansche vrijwilligers aan regeeringszijde, worden op haar waarde geschat, doch men wijst er op, dat geen van deze moeilijkheden onoverkomelijk zijn en dat de aanstelling van een commis sie, onder leiding van hooggeplaatste per sonen uit neutrale landen, ten doel had billijkheid te verzekeren bij de verwijde ring van vrijwilligers. Lord Plymouth, de voorzitter der niet- inmengingscommissie heeft zoo schrijft de Londensche N.R.C.-correspondent Franco's antwoord op het Britsche plan voor terugtrekking der vrijwilligers in studie genomen. Als hij zich een oordeel heeft gevormd, zal hij zich in den loop van deze week met de belangrijkste leden der commissie in verbinding stellen. Intusschen heerscht in kringen, die in nauw contact staan met de commissie, groote verslagenheid. Franco's antwoord heeft niet alleen het geheele bouwwerk, dat de commissie in de laatste 13 maanden met zooveel moeite had tot stand gebracht, omver geworpen, maar het maakt tevens een hervatting van den arbeid op nieuwen grondslag vrijwel nutteloos. Het is dit laatste wat vooral tot neer slachtigheid stemt. Als Franco zich ge rechtigd voelt, zegt men, op 15 Augustus te verwerpen wat hij op 18 November van het vorige jaar heeft aanvaard, heeft het geen zin weer met nieuwe voorstellen aan te komen. Dat is namelijk wat is gebeurd. Op 4 November van het vorige jaar be reikte de commissie overeenstemming over de principieele punten van het Britsche plan. Men gaf er zich rekenschap van, dat het nutteloos zou zijn dit schema in détails te gaan uitwerken, voor men de toestem ming van de Spaansche oorlogvoerenden had verkregen. Het schema werd derhalve aan Valencia en Burgos ter goedkeuring voorgelegd. Twee weken daarna, op 18 November, gaf Franco het zijn principieele instemming. n.eest men het antwoord na, dat hij toen gaf, dan zal men zien, dat hij de kernpunten van het plan, de toekenning van oorlog voerende rechten nadat een aanzienlijk deel der vrijwilligers was teruggetrokken, proportioneele terugtrekking, uitzending van tellingscommissies enz., één voor één aanvaardde. Hij behield zich het recht voor zekere wijzigingen te eischen als het plan eenmaal in détail was uitgewerkt, maar in principe keurde bij den hoofdinhoud goed. Op grond van die principieele instemming is de commissie dit plan toen gaan uitwer ker.. Men was er op voorbereid, dat de twee Spaansche partijen zekere wijzigingen in details zouden erlangen, maar ging er van uit, dat men de fundamenteele grondlijnen van het plan nu niet meer in twijfel zou trekken. Dat is echter precies wat Franco heeft gedaan. Hij houdt zich in zijn jongste antwoord nauwelijks bezig met de details, maar eischt een grondige herziening van alle principieele punten, die hij 9 maanden geleden heeft aanvaard. Het is geen won der, dat men zich afvraagt hoe men op deze manier ooit verder zal komen. De vraag rijst wat Franco er toe zou hebben kunnen bewegen zijn principieele goedkeuring van den hoofdinhoud van het plan nu weer geheel te niet te doen. Ver schillende theorieën doen daaromtrent de ronde in de politieke wandelgangen. Som migen schrijven zijn ommezwaai toe aan Italiaansche invloeden. Anderen meenen, dat Duitschland dit keer de hoofdrol heeft gespeeld en wijzen er op, dat Duitschland, dat in November van het vorige jaar geen speciale dringende redenen had den Spaan schen heksenketel aan den kook te houden, nu reden te over heeft om onrust in de Middel! andsche Zee te zaaien en Engeland en Italië tegen elkaar op te zetten. Een andere en minder sinistere verkla ring zou kunnen worden gezocht in het feit, dat Franco's departement van buiten- landsche zaken in November van het vori ge jaar in handen var een gematigd en getraind diplomaat was, en dat het nu onder leiding van een professioneelen ki-ijgsman staat, hetgeen dan in zou hou den, dat Franco zelf met het bepalen van zijn houding weinig te doen heeft gehad. Zeer waarschijnlijk klinkt dit echter niet. Een andere vraag, die in politieke krin gen besproken wordt is die, waarom het departement van buitenlandsche zaken van Engeland er een heele week voor noodig heeft gehad om Franco's antwoord tg pu- bliceeren. De officieele uitleg is, dat de Britsche agent in nationalistisch Spanje ziek was, toen het document hem verleden Dinsdag werd overhandigd. Daardoor kreeg het Foreign Office pas Donderdag avond of Vrijdagmorgen een overzicht van den inhoud. Dit overzicht was zoo onduide lijk, dat men er de voorkeur aan gaf de ontvangst van het oorspronkelijke docu ment af te wachten, voordat iets over den inhoud in het licht werd gegeven. Vandaar dat publicatie pas een week na den datum van het document heeft kunnen plaats vinden. Zeer geloofwaardig klinkt deze verkla ring niet. Het is nauwelijks aan te nemen, dat een zoo belangrijk document wegens ziekte van den Britschen agent twee dagen lang zou zijn blijven liggen. Dat zijn over zicht onduidelijk zou zijn geweest is even eens moeilijk te gelooven. Franco's ant woord is namelijk zoo klaar als een klon tje en kan in enkele zinnen worden opge somd. In politieke kringen helt men dan ook over tot de meening, dat het Foreign Office publicatie zoo lang mogelijk heeft uitgesteld in de hoop, dat Franco er inmid dels nog toe gebracht zou kunnen worden van gedachte te veranderen. Van verschillende kanten wordt tenslotte bevestigd, dat het laatste onderhoud tus schen Graaf Ciano en den Britschen zaak gelastigde te Rome een vrij stormachtig ver loop heeft gehad. Ciano heeft de geruchten over hernieuwde Italiaansche inmenging in Spanje niet ontkend, maar den Britschen chargé d'affaires om zoo te zeggen uitge daagd met bewijzen voor den dag te komen. De Engelschmari heeft zijn misnoegen over deze houding niet onder stoelen of banken gestoken. Zijn rapport over het onderhoud zal door Lord Halifax, die morgen naar Londen terugkeert, worden bestudeerd. De Japansche troepen, die 17 Au gustus Poetsjau hadden genomen, hebben thans Hanjangtsjen veroverd, dat vier kilometer zuidelijker ligt en rukken op naar Fenglintsjen aan den Noordelijken oever van de Gele Rivier, Zondag is een hevige strijd ontbrand ten Noorden van Sintse aan het Pojangmeer, toen een Japansch detachement overging tot een aanval op de Ohineesche stellingen langs den spoorweg NantsjangKioekiang. De toestand aan het front is niet veranderd. Twintig oorlogsschepen namen den gehee- len dag Sintse onder vuur, blijkbaar om een landing te dekken. Sintse werd ook door vliegtuigen gebombardeerd; een Ja pansche landingspoging ten zuidwesten van Hoekau werd echter verijdeld. Een andere Japanschafdeeling landde te Pingfengsjan en te Vangtsjan aan den Noordelijken oever van het meer. Volgens een militaire autoriteit is het terrein on gunstig voor de Japanners, die hun zware bewapening moeten vervoeren. Sterke Chineesche strijdkrachten hebben stelling gekozen langs den geheelen Oostelykcn oever van het meer. De Japansche rechtervleugel heeft Zon dagmorgen een offensief ingezet langs Oostelijken en Noordelijken oever. De Ja pansche hoofdmacht ,ruim 2000 man sterk, heeft haar basis te Hoetsjiatang gevestigd. De aanval, die gesteund werd door artille rie, scheepsgeschut en twintig bombarde mentsvliegtuigen, had tot Zondagmiddag laat geen succes gehad. Tegenovr Kioe kiang leggen de Japanners in groote haast een vliegveld aan. Twintig oorlogsschepen, '70 kleine transportschepen en honderd jonken zijn in de richting van Kioekiang opgevaren. De Japanners in Soesoeng en Taihoe zijn versterkt tot ongeveer een kwart divisie. De geheele Japansche macht ten Noorden van den Jangtse wordt op 150.000 man geschat. In het Noorden van Hor.an hebben de Japanners de stellingen te Sjisanlitjen te vergeefs aang vallen. Bij Sjakangpoe wordt hevig gevochten. Uit Kioekiang wordt gemeld, dat de Japansche vloot thans controle oefent op den westelijken oever van het Pojangmeer. De Japansche autoriteiten hebben maat regelen genomen ter bescherming van 300 buitenlanders te Koeling, een vacantie- plaats in de bergen. Guerilla in Zuid-HopeL Het Chineesche persbureau meldt, dat de guerilla thans doorgedrongen is tot Sjits- jiatsjwang, het belangrijke centrum aan den spoorweg in Zuid-opei. Het spoor wegverkeer gaat nog slechts van Peiping tot Pauting. Gevechten op Namao. Uit Hongkong wordt gemeld: Chineesche 'roepen ondersteund door nieuwe versterkingen hebben een aanval ondernomen op de op het eiland Namao buiten Swatsjau verschanste Japanners. Terzelfdertijd gingen Chineesche arbei ders, die door de Japanners gebruikt wor den om verdedigingswerken aan te leggen, tot muiterij over. De Japanners zouden verliezen hebben geleden. De strijd wordt nog voortgezet. Ook een voorspelling. De bevaren zeelui onder de journalisten voorspellen niet gaarne. Militairen met veel praktij"- wagen er zich ook zelden aan en alleen politici en sterrenwichelaars weten altijd van te voren precies, hoe of het in de toekomst zal gaan. Onder welke rubriek wij den Duitschen majoor Lindemann moe ten scharen, blijve in het midden, maar ook hij voorspelt de toekomst, en wel met groote stelligheid. Volgens Lindemann, een der militaire raadgevers van Tsjiang Kai- sjek, die echter door de Duitsche regeering was teruggeroepen, gelijkt de inval van Japan in China op het avontuur van Na poleon in Ruslano en zal dat avontuur een even onglorieus resultaat hebben. Echter houdt de Duitsche militaire deskundige nog een slag om den arm en hij orakelt: „Indien Japan niet binnen anderhalf jaar een beslissende en verpletterende overwin ning behaalt op de Chineezen, zal er in Japan een afgrijselijke revolutie uitbar sten." Japansche vorderingen aan de Jangtse. Het Japansche offensief ten zuiden van de Jangtse wordt, gelijk gemeld, hoofd zakelijk gericht cp Joeitsjang. Deze stad wordt tevens uit het Oosten en Noorden aangevallen. Tegelijkertijd banen de Ja pansche troepen, die aan land gezet zijn op den oever van het Pojangmeer zich een weg door de heuvels ten oordwesten van Singtse, dat den Japanners Zaterdag in handen is gevallen. Tien Japansche vlieg tuigen hebbe.i een aanval gedaan op Tsjangsja, de hoifdstad van Hoenan, *xaui.cu z,ctKjK.en V1ÖD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1