VOOR OWZJEKINPEREN. N X>xmtcukkk ft. m m m miïkMf W£r 1 H r//'Wf,A'Wk m Glimlachje De kinderen yan Phoenix. Ct «I- DERDE BLAD. Aan de Dammers. Jn onze vorige rubriek gaven wij ter op lossing probleem 1555. Zw. 16 sch. op: 2, 4, 5, 9/12, 14, 15, 17, 21, 22, 27, 21, 36. W. 15 sch. op: 13, 23, 25, 30, 32, 33, 34, 86, 29, 43, 44, 45, 47, 48, 50. Oplossing. J. 23—18 33—29 3. 47—41 4. 30—24 5. 39 19 6. 19—13 7. 2419 8. 29 7 9. 25 3 3 241 1. 12:23 2. 9 18 3. 36 47 4. 47 33 5. 27 40 6. 18: 9 7. 1423 40 29 of 2:11 2:11 of 40 29 8 9 Combinaties. Hieronder volgt de combinatie, uitge- >rd in een partij om het kampioenschap in Alkmaar. m Zw. 10 sch. op: 6, 11, 12, 14, 15, 18, 20, 24, 24, 30. W. 10 sch. op: 25, 28, 33, 34, 36/39, 41, 45. Wit was aan zet en speelde 3731? Een gevaarlijke zet. Wit had moeten1 uitzien of er voor zwart geen kans was om een tem pozet te verkrijgen, waardoor dan schijf 21 naar 26 gespeeld kon worden met dam op 46. En nu was inderdaad de schijven- situatie op de velden 14, 15, 20, 24, 25, 30 en 34 heel eigenaardig en gevaarlijk. Zwart maakte dan ook handig gebruik van wit's zet 37—31. Hij liet volgen 18—23 (wit 28 10), 15 4 (wit 25 14). En nu heeft zwart gelegenheid voor 2126. Omdat wit nog moet slaan 34 25! Een mooie dam- slag! Ons tweede voorbeeld geeft een eenvou dig slagzetje, dat men een partij zeer ge makkelijk over het hoofd zou kunnen zien. Zw. 7 sch. op: 4, 9, 12, 13, 14, 25, 32. W. 7 sch. op: 15, 20, 23, 28, 33, 34, 37. Zwarts laatste zet is 2732 geweest en nu volgt heel handig van wit: 1. 15—10 1 .424 2. 33—29 2. 24 22 3. 37 10 Ter oplossing voor deze week: Probleem 1556 van J. Bergier (Fr.) Zw. 1 sch. op: 35, twee dammen op 22 en 27. W. 5 sch. op: 33, 37, 40, 44, 46 en dam op 42. Wit speelt en wint. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. „Dat is niet mooi van Elsje, om zoo ver met dien jongen weg te roeien ik zie ze nergens meer!" L. In Arizona in de Vereenigde Staten zijn hoge bergen en diepe ravijnen. Overdag is het er erg warm en 's nachts erg kou Phoenix is de hoofdstad van Arizona en tussen Phoenix en de plaats Tuscon ligt e woestijn. Er zijn in de woestijn alleen hier en daar een paar plaatsen waar de treinen nieuw water in kunnen nemen en verder is er niets. In de tijd toen wat ik nu vertel len ga, gebeurde, was Arizona nog voor he grootste deel een zandwoestijn. Auto's en straten waren er toen nog niet. De rails waren de enige wegen, die er van de ene plaats naar de andere liepen. En op die weg midden door de woestijn, liepen twee jongens. Het was in de nacht, want overdag konden ze niet lopen van de hitte. Ze gingen in de richting van Phoenix. Ze wisten zelf niet hoe lang het nog was naar de stad, ze liepen maar door, eens zouden ze er wel komen, dachten ze. Van Phoenix wilden ze naar Californië, want daar woonde een oom van hen. Ze wisten niet waar hij woonde en hoe ze er moesten komen. Ze kwamen uit Europa. Hun vader was al heel lang geleden gestorven en hun oom had een paar maanden geleden ge schreven of ze nu met hun moeder naar Amerika wilden komen. Omdat die oom het enige familielid was, dat ze nog had den, waren ze toen maar naar Amerika vertrokken. Hun moeder was onderweg ziek geworden en al gauw nadat ze in New York waren gekomen, was ze gestorven. Daarna had niemand zich meer iets van hen aangetroken en nu waren ze samen op weg naar hun oom. Ze hadden nog een beetje geld bij zich en hoopten maar, dat het voldoende zou zijn voor de verdere tocht. Ze waren ook al door een grote woestijn in Texas gekomen en daar had een vriendelijke stoker hen een heel eind mee genomen. Hij had gezegd, dat ze wel weer met een volgende trein een eind mee zou den kunnen rijden, want op die trein was een vriend van hem stoker, maar jammer- genoeg hadden ze die trein gemist. En zo liepen ze nu maar weer verder. Ze wilden proberen zo ver mogelijk te komen voor het weer dag werd, want dan zouden ze ergens midden in de woestijn moeten blij ven wachten en die gloeiende hitte overdag was bijna niet te verdragen. w .S M - Ze liepen naast elkaar over de rails. Het was geen makkelijke weg om te lopen, maar toch nog beter dan door het zand, waar je schoenen direct vol zaten. Daar was het helemaal vreselijk vermoeiend. Ze hadden ieder een kleine rugzak op hun rug. Er gebeurt iets vreemds. Plotseling hoorde ze een wonderlijk, suizend geluid. De grond dreunde een beetje, zoals hij dreunt, als er heel in de verte een trein aankomt, maar er kwam helemaal geen trein. Pas tegen midder nacht zou er een trein uit de richting Phoe nix komen. Ze bleven stil staan, want ze waren erg geschrokken, door dit vreemde geluid. Ze keken strak voor zich uit naar de woestijn, die vaag verlicht werd door de maan. Toen zagen ze op een paar honderd meter afstand een hoge zuil voor de maan staan, een zuil van zand. Het was een wind hoos. Hij was heel gauw opgekomen, had al het zand op die plaats omhoog getrokken en nu scheen hij weer voorbij te zijn, want de zuil wankelde, draaide een paar maal en viel in elkaar. Toen ze op de plaats waren gekomen, waar de windhoos geweest was, zagen ze een hele berg van zand over de rails ng- Ze keen elkaar eens aan en gen. z.e Keen eixaar eens aan dachten op hetzelfde oogenblik allebei aan de rein die uit Phoenix zou komen. Dik, de ouds e zei toen: „Geef mij je rugzak. Ik loop de trein tegemoet. Loop jij zo vlug je kan naar het vorige station, daar zijn we nog niet zo ver vandaan. Zonder rugzak zalje vlugger kunnen lopen. Daar moet je alles vertellen dan kunnen ze misschien nog waarschuwen, vóór de trein hier is Jaap antwoordde niet. Hij begreep, da het 't enige was, dat ze konden doen. Een paar maal keek hij nog om en zag Dik, die naar de andere kant liep. Hij voelde zich erg moe. Ze hadden al zooveel gelopen, die nacht en ze hadden daarvoor eigenlijk ook niet goed geslapen. Hij keek naar de rails, want hij moest oppassen, dat hij niet over de dwarsliggers struikelde. Toen hij weer opkeek, zag hij heel in de verte een klein lichtje. Het werd groter en groter en na een tijdje zag hij, dat het twee lichtjes wa ren. Hij bleef plotseling staan van schrik. Dat moest een trein zijn! Maar waar kwam die dan vandaan en wat was dat voor trein? Jaap maakt een fakkel om den machinist te waarschuwen. Hij voelde in zijn zakken of hij niet iets had, waar hij een sein mee zou kunnen ge ven, misschien een lucifer. Eén lucifer zat er nog in zijn zak. De ogen van de trein kwamen steeds dichter bij. Het zou nu niet lang meer du ren, dan zou hij Jaap zien. Hij keek om zich heen of er niet ergens een struik stond of een stuk hout op de grond lag, dat hij aan kon steken, maar hij zag alleen maar zand en nog eens zand. Hij begon weer te lopen. Midden over de rails, recht op de trein aan. Maar opeens werd hij bang, dat de machinist hem toch niet zou kunnen zien in het donker. Hij bleef weer staan. En toen bedacht hij plotseling, dat hij zijn jas je nog aan had. Hij trok het vlug uit. Hij kreeg het vreselijk koud, toen hij zo in zijn blouse in de koude nacht stond, maar hij lette nergens op en zocht naar een stuk papier. In een binnenzak vond hij een brief. Het was een brief van zijn moeder aan zijn oom en Dick en hij droegen die brief om de beurt, omdat het het belangrijkste was, dat ze bij zich hadden. Het was hun enige hoop en hun enige wegwijzer, want het plaatjes waar zijn oom woonde had een lange moeilijke naam, die je niet zomaar uit je hoofd kon weten. Hij aarzelde even. Zou hij dit papier nu wel verbanden? Wat moesten zij dan nog verder? Dat alles schoot in een paar seconden door zijn hoofd, maar toen zag hij de trein al vlak bij en dacht aan alle mensen, die erin za ten. Hij legde zijn jasje op de grond, stopte daar de brief onder en stak hem zoo aan. De vlammen schoten omhoog. De trein stopt net op tijd. De machinist zag plotseling vlak bij iemand op de rails staan, die met een fak kel zwaaide. Hij remde met alle kracht en toen hij van de locomotief sprong, stond vlak tussen de beide lichten van de loco motief een kleine jongen met een verbrand jasje in zijn handen. Hij keek den machi nist met grote open ogen aan en pas na ëhn paar minuten was hij zover over zijn schrik heen, dat hij kon vertellen, wat er gebeurd was. De trein was een extra-treiri. De gouver neur en een heel gezelschap hoge personen uit Phoenix zaten er in. Toen ook zij ge hoord hadden waarom de trein gestopt had, riepen ze Jaap bij zich en vroegen hem, hoe hij daar kwam. Hij vertelde alles en de gouverneur beloofde, dat ze Dik ook zou den proberen te vinden. Het bericht van de wonderlijke redding van de trein met den gouverneur werd al gauw door het hele land bekend en zo kwam de oopa van Dik en Jaap het ook te weten. Hij schreef naar Phoenix en vroeg of de jongens eens gauw bij hem wilden komen. Dat deden ze ook, maar ze bleven niet bij hem, ze wilden in Phoenix blijven wonen en dat begreep hun oom heel goed. EEN SCHRIJFMAP VOOR VADER. Denken jullie niet, dat vader heel blij zal zijn, als jullie een schrijfmap voor hem maken, voor op zijn bureau? Hij kan er zijn papieren en brieven in leggen, of andere dingen, die hij nodig heeft en altijd gauw bij de hand moet hebben. Of misschien wil hij hem gebruiken, als hij brieven schrijft, want in een schrijfmap zit los vloeipapier en jullie weten allemaal wel, dat je een stukje los vloeipapier bijna nooit kan vinden, als je het nodig hebt. Hij kan hem vast wel goed gebruiken en zal er erg blij mee zijn, vooral omdat jullie hem zelf gemaakt hebben. We nemen twee stukken goed, sterk kar ton en snijden die met een scherp mesje langs een lineaal in de grootte, die jullie willen hebben. We leggen ze op tafel, en verbinden ze met een stukje linnen of be drukt karton. De reep katoen moet van boven en van onderen een beetje langer zijn, want dat slaan we om en plakken het dan tegen de binnenkant aan. Aan alle vier de hoeken plakken we ook een stukje linnen, op de manier zoals jullie in tekening 1 zien' afgebeeld. Nu leggen we het geheel onder een pers of onder een stapel boeken, die als het We plakken het omslagpapier vast. pers dienst moet doen en wachten tot helemaal droog is. Nu plakken we gekleurd papier tegen de buitenkant, of, als jullie dat mooier vinden, kan je natuurlijk ook effen papier nemen. Het moet stevig papier zijn, dat geschikt is voor kaft. Als jullie zelf een bont papier willen maken, moet je dat zó doen: je mengt eerst allerlei verschillende kleuren water verf met elkaar en brengt die verf dan met een groot penseel op het papier. Daarna neem je een stukje karton, waar je tanden Eerst plakken we linnen tegen de stukken karton en om de hoekjes. Aan de binnenkant komt een reep binnen, die ook het koord vasthoudt. aan hebt geknipt, zodat het er uitziet als een kartonnen kam, en strijkt daar lang zaam mee over de verf. Het moet vooral niet slordig en vlug gebeuren, want dan wordt het papier wel erg vies, maar krijgt geen mooie kleur, terwijl het er heel aardig uitziet, als je het gelijkmatig hebt gedaan. Nu wachten we tot de waterverf droog is en plakken het omslagpapier dan tegen de beide stukken karton van onze map. Ook nu moeten we het papier iets groter knippen, zodat we weer een rand naar binnen kun nen slaan. De hoeken knippen we schuin af, zoals jullie weer op afbeelding 2 kunnen zien. Nu laten we de map weer goed drogen. De buitenkant van de map is nu klaar en nu moeten we alleen de binnenkant nog afmaken. We plakken aan de binnenkant een reep linnen, die een beetje korter is, dan de rand, die we eerst tegen de rug hebben geplakt en daarmee lijmen we met een een koord vast. Door dat koord moet later het vloeiblad komen, het mag dus niet al te strak gespanen zijn (zie afbeelding 3). Het is ook het beste om de einden, die onder de reep linnen vastgeplakt zitten, niet te kort te nemen, omdat je dan meer kans hebt dat het los zal schieten. We laten de map'nu weer drogen en plakken daarna over de hele binnenkant een vel wit papier, zodat er niets meer van de reep linnen te zien is en alleen het koord erboven uitkomt. Nu laten we de map voor de laatste maal drogen. Tenslotte schuiven we een paar vel len vloeipapier onder het koord en hiermee is onze map klaar. Als jullie netjes gewerkt hebben, zal vader er zeker erg blij mee zijn. XBSBcaesiaacaaA iJ We bedekken de hele binnenkant met een vel mooi wit papier. MOEDERS VERJAARDAG door LIES HELGERS. Vandaag is moesje jarig, En dat vind ik zo fijn. En het lijkt wel of de vogels Oók extra vrolijk zijn! Ik heb een grote bos bloemen geplukt, Die breng ik mijn moesje nu. „Dag lieve moes, wel gefeliciteerd Hier heb ik bloemen voor u!" „Maar kindje", zegt moeder, „heb jij die [geplukt? Wat heb je dat prachtig gedaan! Die komen dadelijk op mijn tafel Een ereplaats te staan!" VROLIJKE OEFENINGEN. Jullie hebben vast wel eens iemand ge zien, die heel vlug zijn verschillende lede maten kon bewegen. Ik bedoel natuurlijk niet, dat hij zijn armen en benen vlug op en neer bewoog, maar dat hij verschillende bewegingen met zijn armen en benen maakte, die niet aan elkaar gelijk waren. Als je het dan zelf na wilde doen, zal je wel gemerkt hebben, hoe moeilijk dat is. Hier zijn nu een paar oefeningen, die jullie maar eens moeten proberen na te doen en als je het dan zelf goed kan, moet je eens aan je vriendjes vragen of zij het ook kun nen. Je zult eens zien, wat je dan moet lachen! Probeer eerst maar eens om met je linker hand en je linker voet een draaiende bewe ging te maken, maar als je hand naar links begint te draaien, moet je voet naar rechts draaien en omgekeerd. Een twede oefening is: met je rechter hand je neus beetpakken en met je linker hand je rechter oor vast houden. Nu moet je heel gauw verwisselen, dus met je rechter hand je linker oor pakken en met je linker hand je neus vasthouden. Herhaal dit nu een paar maal vlug achter elkaar. Daarbij moet je erop letten, dat de arm van de hand, die je oor beet pakt, altijd boven de andere is. Als je je daar niet al een paar keer in geoefend hebt, zal je zien, dat je armen helemaal in de knoop komen zitten. De derde oefening is de volgende, klopt heel snel met je linker hand op borst en met je rechter hand beweeg langzaam over je borst op en neer. Daarna moet je het eens een paar keer omgekeerd doen. Je beweegt dan óf je hand heel vlug heen en weer óf je klopt heel langzaam óf je doet met beide handen hetzelfde. Moeder, kom eens gauw. Uw speldekussen is weggeloopen. WETENSWAARDIGEDEN. De politie in Oslo vond na een zware regenbui een pakje bankbiljetten ter waar de van 20.000 Noorse kronen, in een afvoerpijp. Er werd direct een onderzoek ingesteld, wie de eigenaar van dat geld was ,maar tot nu toe heeft niemand zich aangemeld. Het is zeker tussen de regen* druppels doorgevallen! In Nieuw Zeeland werd twee jaar lang aan een grote klok gewerkt, die op het postkantoor in Tangoi hing. Er was iets aan kapot gegaan, maar niemand kon pre cies uitmaken wat het was. Nu was er kort geleden een kleine aardbeving en daarna liep de klok weer goed. De aardbeving had in één minuut gedaan, wat de horlogemakers in twee jaar niet hadden kunnen vinden! Enige tijd geleden sprong in het Carne- gie-instituut in Amerika een aquarium uit elkaar. Daarbij vielen 15 heel zeldzame vissen op de gronc Er was juist een kat in de nabijheid, die in minder dan geen tijd alle vissen had opgegeten. Toen de oppas sers kwamen was er al niets meer van de beesten te zien. De kat had een lekker maal gehad! Het wordt avond in het park. RAADSELS. 1. Van het woord „bank" wordt de laatste letter veranderd. Achtereenvolgens worden ook de b, de a en de n in andere letters yeranderd, maar zoo, dat het woord steeds een beteekenis heeft: Ten slotte krijgt men dan het woord „loog" Wat zijn de verschillende woorden? 2. Verborgen plaatsnamen uit Nederland. 1. Goud als «zuiver metaal heeft grote waarde. Het kind had op de lei de naam van zijn moeder geschreven. Hij groef de put recht tegenover de kerk. „Laat de balk maar vallen", riep de timmerman tegen zijn knecht. Duiven lopen' in groten getale over het marktplein. 3. Wat is het gangbaarste artikel? 2. 3. 5.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 12