J
E WIND
BLAAST.
ONS INDISCH HOEKJE.
dieren, die dansen.
E3U
f 'Vf,? ^'<v« j pi
W
JÊ x Al' i»A
«S:"
ft öPl Ift -
fc:§PÏ
M
i m* v
M* s
f&r. MF
m mmmmz t
Qemeettietaden
ZUIDSCHARWOUDE
fonds en Juméoa»
r^eMS. i
r.
êm
DERDE BLAD.
ALKMAARSCHE CCURANT VAN ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1938.
•30»
j ft v>* r
v Af - J'-
SS V T^"l
J§', <;JB
\i1
i$SÉËI.;-\m&
Mi r 3ë)aMiHKM
Wi' I*
-
i
v* i^y
,-
•v
- '.v
■V
'5:
iC
öï'iW* f®? WKKT
VA. M, sfjak*
«r lm *t
Xvssï"i IÉT'" i">3* i
Ten westen van Sumatra ligt een aantal
eilanden, die nooit door den toerist worden
bezocht, omdat de schepen der K. P. M. ze
niet aandoen. Dit is een gevolg van de
omstandigheid, dat ze geen handelswaren
als copra, rottan, dammar (hars), rubber,
hout, enz. opleveren. Er ligt een garni-
zoentje, er is een officier van gezondheid,
er wonen een paar zendelingen. Een gezag
hebber oefent er met kamponghoofden het
bestuur uit. De aanraking met de buiten
wereld wordt onderhouden door gouver-
nements-booten, de in de Buitengewesten
vooral bekende „kappal poeteh" (de witte
schepen), en af en toe door inheemsche
handelsvaartuigen. Op mijn reis door Su
matra trof ik het, dat bij mijn bezoek aan
Padang de daar gestationneerde „Kapal
poeteh" de Mentawei-eilanden zou bezoe
ken. Ik vroeg en verkreeg van het Bestuur
vergunning om mee te mogen gaan.
Wij bezochten een dorp, dat slecht? ce
voet bereikbaar was. Het was omgeven
door een paggar (omheining). Een heel
modderig pad lag er voor. Afgekapte, erg
gladde boomstammetjes vormden een
plankiei, dat met onze bespijkerde rimboe
schoenen nog al lastig te beloopen was.
Maar, gewapend met een lange uit het
bosch gekapte wandelstok, leverde het mij
niet te groote moeilijkheden op.
We kwamen bij de paggar. Het bleek,
dat deze over de breedte van het pad ge
opend kon worden. Ze bestond daar uit
van onderen toegespitste bamboe's, die op
en neer konden worden bewogen. Maar
•helaas naar boven slechts zóóver, dat de
dorps-varkens er onder door konden, wy
Europeanen niet! We moesten er dus om
heen. Alles was even glibberig en nat,
zoodat de klimpartij moeilijkheden op
leverde. Het was vallen en opstaan. Het
betreden der kampong was heelemaal geen
„joyeuse entrée"!
Zeer merkwaardig vonden wij in 't
dorpje het groote gemeentehuis, de
„oema". In dit groote huis woonden een
paar honderd menschen. Er zijn op die
eilanden ook kleinere, vertelde onze des
kundige reisgenoot. Hij deelde ons nog
mede, dat in het gebouw zich de hoogte
punten van het clanleven voltrekken. Daar
worden de heilige voorwerpen van den
stam bewaard. Die voorwerpen stukjes
wortel van bepaalde boomen, blaren, kra
len, een paar stukjes tin of lood vertegen
woordigen de levenskracht van de clan.
Er worden ook in bewaard schedels en
geweien van herten, schedels van apen,
schilden van schildpadden, houten afbeel
dingen van schildpadden en vogels, vooral
van den zeearend. Al die dieren genieten
er een zekere mat^ van heiligheid. Bij be
paalde gelegenheden worden er dansen
gehouden, waarbij de bewegingen van die
ren worden nagebootst. Dan danst de
hoofdpriester de groote vleermuizen-, de
zeearend- en de hoenderdansen.
Buitengewoon goed worden de bewegin
gen dier dieren nagebootst: men ziet ze
vóór zich! Dr. A. C. Kruijt, die de eilanden
bezocht en de bewoners bestudeerde, is
van meening, dat de bedoeling er van
schijnt te zijn die totemdieren tegenwoor
dig te doen zijn, zich van hun kracht te
verzekeren. H. F. TILLEMA.
jZUID- EN NOORDSCHERMER
•De raad der gemeente Zuid- en Noord-
Schermer kwam Donderdagavond in een
lokaal der o.l. school te Groot-Schermer
bijeen onder voorzitterschap van burge
meester Kolb.
In zijn openingswoord sprak de burge
meester den heer F. Posoh toe, dien hij van
harte en zeker namens den geheelen raad
geluk wenschte met de benoeming van zijn
zoon tot burgemeester der gem. Oterleek.
Algemeene instemming.
De heer Posch dankte den voorzitter en
den raad.
De notulen der vorige vergadering wer
den onveranderd vastgesteld.
Ingekomen stukken. Een verzoek van den
heer Sj. van Stralen om eervol ontslag als
hoofd der o.L school te Groot-Schermer.
Nadat de burgemeester den heer v. Stralen
hartelijk dank had gebracht voor de wijze
waarop hij het onderwijs alhier heeft ge
geven en voorgestaan, werd dit eervol ont
slag gegeven op een nader door B. en W. te
bepalen datum.
Verder was ingekomen een verzoek der
onderwijzersorganisatie om adhaesie voor
het verkrijgen van verlaging der leerlingen-
schaaL Dit verzoek zal worden ingewilligd.
Van een ingezetene der gemeente een ver
zoek om gratis 2 rijwielplaatsj.es te mogen
ontvangen ten behoeve van 2 zijner kinde
ren. In handen gesteld van B. en W. ter af
doening.
Van Ged. Staten de goedkeuring voor de
gem.begrooting 1938. Idem inzake wijziging
begrooting der te bouwen ambtswoning ejd.
Bij gehouden kascontrole bij den gem.-
ontvanger was in kas 4106,32, wat in orde
was. De gem.rekening 1937 sloot niet een
nadeelig saldo van 1963,01, de kapitaal-
dienst over dat jaar met een saldo van
630.
In verband met de a.s. jubileumfeesten
stelden B. en W. voor hiervoor f 100 beschik
baar te stellen. De heer Jb. Heinis was hier
nu niet bepaald voor, doch na eenige be
spreking werd het algemeen goedgevonden.
Nog was ingekomen een verzoek der
oudercommissie te Groot-Schermer inzake
wederinstelling vervolgonderwijs. Na be
spreking ter afdoening aan B. en W. overge
laten. Met het oog op den tijd drong de heer
Heinis op spoed aan. Ook mevr. Slooten
Smit hoopte, dat dit punt spoedig en goed
in orde komt.
Hierna volgde benoeming van een hoofd
der o. 1. school te Grootschermer. De voor
dracht luidde: 1. de heer P. H. van Os; 2.
de heer J. v. d. Molen; 3. de heer C. T.
Trompet, allen te Beverwijk. Benoemd
werd de heer van Os met op 1 na alge
meene stemmen.
In verband met deze benoeming merkte
de heer Schot op dat het voor hem moeilijk
was om nu te zeggen welke de „beste" zou
zijn. De voorzitter antwoordde den heer
Schot dat de inspecteur zijn advies in deze
zaken geeft en meende dat dit wel degelijk
de juiste manier is.
De heer M. C. v. d. Laan was het da^r
geheel mee eens en vroeg den heer Schot
hoe hij zich dit dan wel voorstelde.
Ook de heer T. Vaalberg meende dat het
opmaken dezer voordracht wel in zeer
goede handen was geweest.
Bij de nu volgende rondvraag vroeg
mevr. SlootenSmit naar het loon der
arbeiders aan den weg der Noordeinder'
meer.
De voorrzitter zeide dat het werkver-
schaffingsloon wordt uitbetaald.
'Mevr. SlootenSmit zou ook gaarne het
voetbalveld weder voor de kinderen zien
opengesteld, daar nu de jeugd steeds op de
straat scharrelt en zoo nu en dan wel eens
iets verkeerds wordt uitgevoerd.
De burgemeester verzocht dit aan hem
over te laten en zegde zoo mogelijk weder
spoedig opening van het sportterrein toe.
De heer Jb. Heinis zou gaarne zien dat
B. en W. zich met het bestuur van den
Eilandspolder in verbinding zullen stellen
om baggerwerk uit te voeren door onze
werkloozen en liefst zoo spoedig mogelijk.
De burgemeester zegde toe dat er aan
dacht aan zal worden geschonken.
Mevr. SlootenSmit zou willen aanvra'
gen den polder als centrale werkverschaf
fing aan te wijzen.
De heer Joh. Schot was er tegen alles
maar in werkverschaffing te laten uit
voeren.
Daarna sluiting der vergadering.
Het land aan den proefpolder over
gedragen.
De gemeenteraad vergaderde Donder
dagavond irT het gemeentehuis. Voorzitter
was burgemeester jhr. A. L. van Spengler,
secretaris de heer G. G. Post. Alle leden wa
ren aanwezig.
Ontvangen waren eenige jaarverslagen.
Van Ged. Staten waren goedgekeurd
terugontvangen de raadsbesluiten tot ver
koop van een stuk grond aan de fa. Kramer
Zonen en tot het geven in erfpacht van
een stukje grond aan het P.E.N.
Goedgekeurd zijn de wijzigingen van de
begrooting 1937 en de verordening op den
keuringsdienst van vee en vleesch.
De rekening 1936 is door Ged. Staten ge
sloten.
Ged. Staten hebben geen bezwaar tegen de
uitgave van 150 voor het nieuwe registra
tuurstelsel.
Het onderzoek van de gemeentebegrooting
1938 is nog niet geëindigd. Ged. Staten mach
tigen het gemeentebestuur tot het doen van
uitgaven tot ten hoogste 3/4 van de voor
1937 toegestane bedragen.
De Ned. Bond van Hotel-, Café-, Restau
ranthouders en Slijters verzocht bij de a.s.
herdenking van het regeeringsjubileum van
de koningin medewerking te willen ver-
leenen tot de langere openstelling van café's
en ontheffing of vermindering van vermake
lijkheidsbelasting enz. Voor kennisgeving
aangenomen, daar dergelijke tegemoet
komingen hier altijd al verleend worden.
De rekening van de gemeenschappelijke
ulo school te Noordscharwoude sloot met een
voordeelig saldo van f 48.20.
De heer C. Schrieken nam zijn benoeming
tot lid van de commissie tot wering van
schoolverzuim aan.
De minister van sociale zaken berichtte,
dat het uurloon in de werkverschaffing is
verhoogd met één cent. Het basisuurloon is
nu 0.26 en het regenverlet f 0,21 per uur.
Dezelfde minister berichtte, dat een aantal
werkloozen uit deze gemeente te werk kan
worden gesteld in de centrale werkverschaf
fing „opruimen van kroos" in den polder
Geestmerambacht. Er zal zooveel mogelijk
in accoord worden gewerkt, waarbij bij flink
werken f 0.25 per uur kan worden verdiend,
terwijl de gemeente kan rekenen op het
Overheidssubsidie.
Ged. Staten zonden een nota van opmer
kingen t.a.v. de gemeentebegrooting 1938.
Er wordt een voorbehoud gemaakt t.a.v. de
belooning van den kweekeling met akte,
waarover nog spoedig nader bericht zal wor
den. Eenige andere wijzigingen worden nog
voorgesteld, waardoor het tekort der be
grooting kan worden teruggebracht tot
5165.
B. en W. stelden voor aan de opmerkingen
van Ged. Staten te voldoen. Aldus besloten.
Op voorstel van B. en W. besloot men
adhaesie te betuigen aan het adres, dat de
samenwerkende onderwijzersbonden aan
den minister van alg. zaken hebben gezon
den om verlaging van den leerlingenschaal
te krijgen.
Het adres van den Ned. Bond van ge
meenteambtenaren afd. N. Holland om de
vervanging van den gemeenteontvanger
anders te regelen, werd voor kennisgeving
aangenomen, daar hiervoor geen aanleiding
bestaat.
Op haar verzoek werd aan mej. P. den
Baars, onderwijzeres aan de o.l. school eer
vol ontslag uit haar betrekking verleend.
De voorzitter deelde mede, dat zich voor
de per 1 Sept. vacant komende betrekking
47 sollicitanten hebben aangemeld. Men
hoopte voor dien tijd met een voordracht te
komen, zoodat geen tijdelijk onderwijzeres
moet worden benoemd.
De afd. Schagen van den Ned. Bond van
Hotel-, Café- en Restauranthouders en Slij
ters zond een adres, waarin verzocht werd
het sluitingsuur voor café's tijdens den
zomertijd te bepalen op half twaalf n.m.
B. en W. stelden voor, hierop niet in te
gaan. Van de plaatselijke caféhouders is
een dergelijke wensch nooit gehoord. Men
moet zich nu maar eens eindelijk aan den
zomertijd aanpassen. Met voorstel van B. en
W. werd aangenomen.
B. en W. stelden voor ten behoeve van den
te stichten Oostelijken proefpolder in het
Geestmerambacht eenige perceelen land en
water aan de provincie te verkoopen tot een
totaal bedrag van 6848,10.
De gemeente krijgt dan na de herverkave
ling recht van voorkeur op een stuk grond in
den nieuwen polder. Het dag. bestuur heeft
getracht recht van voorkeur te krijgen op
het stuk land langs het Kerkepad, dat men
thans afstaat. Dat heeft men indertijd ge
kocht voor bouwterrein. De provincie
wenscht dit voorkeursrecht niet te geven.
Wel wil de prov. de huurders schadeloos
stellen.
Hierover ontspon zich een zeer breed
voerige gedachtenwisseling. De heer P. de
Geus betoogde, n.a.v. n de eerste vergade
ring met Ged. Staten gedane toezegging van
den gedeputeerde Kooiman, „dat niemand
gedupeerd zou worden", dat hiervan weinig
terecht is gekomen. Er zijn wel degelijk
eigenaren gedupeerd. Ook de arbeiders zul
len gedupeerd worden. De prijzen van het
land zijn op vrije verkoopingen duurder dan
hier betaald wordt. Hij wilde vasthouden
aan het voorkeursrecht op het stuk langs
het Kerkepad. Dit heeft de gemeente veel
geld gekost tengevolge van de demping. De
gemeente zou er bekaaid afkomen als zij een
stuk grond aan de Zuidzijde kreeg.
De voorzitter bracht in herinnering de
pogingen welke ged. Kooiman heeft gedaan,
de verschillen te overbruggen, helaas zonder
resultaat. Er wordt gesproken van een rede
lijken prijs. Met de ligging aan het Kerke
pad is bij de schatting rekening gehouden.
Als de gemeente er niet op ingaat, zal het
land onteigend worden. Dan is men alle
voorkeursrechten kwijt.
De heer P. de Geus zeide, dat de over
bruggingspogingen van den heer Kooiman
inhielden, dat de eigenaren geheel naar de
provincie toe moesten komen. Ged. Staten
deden geen stap in onze richting.
De heer Weel ziet, wanneer het recht van
voorkeur niet op het bepaalde stuk wordt
gegeven, het redelijke van den prijs heele
maal wegvallen. Straks moeten wij mis
schien opnieuw weer geld uitgeven voor
bouwterrein. De provincie kan hier wel eens
een goed zaakje mee willen maken.
De heer van Kleef wilde medewerken en
de prov. tegemoetkomen. Men kan nooit
eens weten, waar dit goed voor is. Het is
van belang voor Zuidscharwoude als een
goede rij-gelegenheid naar het Oosten komt.
Weth. Kramer merkte nog op, dat het niet
uitgesloten is, dat wij het zelfde stuk land
terug krijgen. De provincie wil zich alleen
niet binden. Er kunnen door den proefpol
der heele verbeteringen komen voor de ge
meente. De mogelijkheid is ook niet uitge
sloten, dat er niet langs den nieuwen weg
gebouwd mag worden. Dan zit nmn er mee.
De heer D. de Geus zag moeilijkheden om
er zoo maar voor te zijn. Men moet ook reke
ning houden met de belangen der ingeze e-
nen, waarvan er zijn, die voor duizenden
gedupeerd worden. Als de gemeente nu
voorgaat, zullen de anderen wel moeten
volgen.
Weth. de Burck zeide, dat dit argument
niet opgaat. Als de gemeente het niet doet,
gaat de proefpolder toch door. De lijst voor
de te onteigenen perceelen is reeds opge
maakt. Wij zullen er niet beter van worden
als wij het laten onteigenen.
Bij de hiema gevoerde besprekingen
merkte de heer Kramer nog op, dat eerst bij
het weer terugkoopen van den grond kan
worden gezegd, of de tuinders gedupeerd
zijn. Het kan wel zoo zijn, dat er niemar.d
gedupeerd is.
Men besloot tenslotte z.h.s.t het voorstel
van B. en W. aan te nemen, hoewel een
paar heeren schoorvoetend hiertoe over
gingen.
De gemeenterekning en de andere reke
ningen over 1937 zullen worden nagezien
door een commissie bestaande uit de heeren
Weel, D. de Geus en Bakker.
In de rondvraag vroeg de heer P. de Geus
of B. en W. pogingen in het werk konden
stellen voor de invoering van den toeslag op
de uitkeeringen aan kleine tuinders.
De voorzitter zegde toe, dat B. en W. er
aandacht aan zullen besteden. Weth. <fu
Burck deelde mede, dat de commissie voor
den kleine-tuinderssteun Maandagavond
hierover zal vergaderen. Dus zullen B. en W.
er daarna wel wat van hooren. Hiema
sluiting.
GERING OPTREDEN VAN
DRAAIHARTIGHEID.
Positief resultaat met methode-
dr. Leefmans.
Men schrijft ons uit Hensbroek:
Nu volgens de proefnemingen de tweede
vlucht van de galmug de verwekker van
de draaihartigheid in de kool geweest is
en daarmee dus ook het gevaar voor het op
nieuw aangetast worden der planten ge
weken, hebben we ons ter bevoegder plaatse
inlichtingen laten verstrekken over het
voorkomen van de draaihartigheid in het
algemeen en de resultaten met de bestrij-
dingsmethode-dr. Leefmans.
Allereerst moet dan vermeld worden, dat
de draaihartigheid dit jaar in alle streken
veel minder optrad dan gedurende de
laatste zeven a tien jaren. Zoo is er thans
ongeveer 5 van de uitgezette planten, dat
„draait". Deze „draaiers" bevinden zich mee-
rendeels op de luwste plaatsen, zooals bijv.
op greppelkanten.
Obdam maakt op dit gering voorkomen
van de draaihartigheid eenigszins een uit
zondering, omdat men hier de koolplan ten
tusschen de aardappelen plaatst, zy dus luw
staan en het gevaar voor infectie daardoor
grooter is. Ook is het voorgekomen, dat de
plantenbanen reeds besmet waren en alzoo
bij het uitzetten en het toepassen van be
spuiting hier een recht peil op het resultaat
van de meth.-L. niet te trekken is.
In de omgeving van Bovenkarspel hebben
we met bloemkool te maken. Deze is veel
gevoeliger voor draaihartigheid, ook zelfs
by een lichte aantasting. Uitgezonderd roode
kool weten de overige soorten zich in den
regel na aantasting door de draaihartigheid
vrij normaal te herstellen.
Over het algemeen is bij dit gering op
treden van draaihartigheid het verschil tus
schen be- en onbespoten planten begrijpelijk
aanmerkelijk minder dan een eventueel
resultaat by groote draaihartigheid te zien
zou geven. Door deze, we zouden haast zeg
gen, minimale aantasting is het moeilijker
conclusies te trekken.
Doch er is positief resultaat, zoowel bij
sluit- als bloemkool, in practijk als op proef
velden.
Op de proefvelden zijn o.m. proeven ge
nomen met het spuiten op verschillend tijd
stip van de vlucht der galmug, één of meer
balen per week en met diverse middelen als
pyridine en nicotine, o.a. uit de overweging
dat de tot nu toe gevolgde bestrijdings-
methode nogal kostbaar is.
De uitslagen hiervan willen we echter ter
II
Door DONN BYRNE.
Uit het Engelsch door J. van P
21)
Het witte paard draafde bedaard het
blik w!S de zoele hitte v*» d«
stondM zwart langs den witten weg, het
de stad gingen
Sb". «hSltrete-h Maat het
witte paard ploeterde voort Op
gedeelte van den weg^kwam een
en een vrouw tegen, die druk P™a"en e
hii merkte in het voorbijgaan op, dat de
5?.uw, naar haa, houding U
dame was en dat de mannaarzyndreigen.
de kruiperigheid een schooier was,
la!,MCaargrheS het mis", zeide de vrouw.
„U vergist zich".
Het antwoord van de man was zacht en
onverstaanbaar.
„Maar ik verzeker u, dat u zich vergist".
Het witte paard hobbelde voort.
„O, alsjeblieft" de vrouwenstem volg
de Shane en zij klonk angstig „laat me
alsjeblieft gaan! U vergist zich".
En daarna weer: „Ik bezweer u, alsje
blieft, o, alsjeblieft!"
Het witte paard werd opgeschrikt door
een fermen ruk aan zijn mond, het klappen
van de zweep en een rechtsomkeert. Het
ging over in een loggen galop. Shane sprong
omlaag.
„Madame, valt deze man u lastig?"
„Sirvase, signor
Maar een blik op het gelaat van de vrouw
was genoeg. Shane wendde zich met een
snauw tot den neerbuigenden Siciliaan.
„Als de bliksem hier vandaan, vlug!" De
man schuifelde weg, liep hard, rende, ver
dween.
De groote donkere oogen waren vol
angst, haar mond trilde. Shane begreep,
dat haar knieën knikten, waar zij stond.
„Stap maar liever in, ik zal u naar huis
rijden!" Hij hielp haar in het wagentje. „Ik
had dien kerel liever moeten vasthouden",
bromde hij. „Naar Marseille? Neen? O, Les
Bains! We zullen er dadelijk zijn. U bent
nu veilig, madame".
„Hij hield mij voor voor iemand an
ders". Haar stem was diep en zacht als een
klok, maar er was nu een trilling in, een
duidelijk accent van vrees, geleden maar
nog niet overwonnen.
Hij was zich bewust van een groote, be
vende vrouwelijkheid naast zich, zooals
sommige menschen zich bewust zijn van
spoken in een kamer, of een moeder zich
bewust is van een kind. Hoewel hy haar
nauwelijks zag, hoewel hy niet wist, dat hy
haar zag, was hij zich bewust van de trot-
sche Grieksche schoonheid van het gelaat,
zoo flink, zoo fijn gebeeldhouwd, zoodat het
vóóruit scheen te stormen, als een vogel,
die in den wind opstijgt; van de prachtige,
donkere ellipsen der wenkbrauwen, van
den mond, die trilde en in rust iets zou zijn
voor een meester van lijn en kleur om te
schilderen, van de kleine handen, die ze
nuwachtig aan de donkerzijden japon trok
ken, onrustig als vlinders. Haar oogen, dat
wist hij, waren wijdopen van angst, groote
zwarte pupillen, diep, geweldig diep. En hy
was zich ook bewust van iets in haar bin
nenste, dat trilde, als een stag aan boord
van het schip trilt in.den rukkenden, nijdi-
gen wind, of als een onhandig aangeslagen
harpsnaar heen en weer trilt, onmachtig
om op te houden.
„Hier woon ik, meneer".
Het was een kleine, witte villa, met
groene blinden, zooals er in de Midi dui
zenden zijn. Hij hield het paard in en zij
was uitgestegen voordat hy haar kon hel
pen. Haar gelaat was nu kalm, behalve de
onrust in haar oogen.
„Ik ben u zeer dankbaar", zeide zij.
„Maar die man, madame. Bent u nu vei
lig? Moet niet iemand naar de politie?"
„Het was niets, monsieur". Zij lachte,
maar haar mond trilde nog. „De een of
andere nietsnut, die mij voor iemand an
ders aanzag, die hy ergens anders gezien
had en van wie hij iets wist. Niemendal,
een bagatelle dat iedereen kan overkomen.
Maar ik dank u hartelijk. Was u op weg er
gens heen?"
„Naar Aix, madame".
„Maar uw paard is kreupel!"
„Ach ja, arme oude jongen. Ik had het
niet bemerkt".
„Adieu dan, monsieur, en nogmaals
dank".
Hij reed naar de stad terug. „Ik zal
nooit in Aix komen", dacht hy, „misschien
mag ik er niet komen een voorbeschik
king
Bij den huurstal stapte hy uit en onder
zocht het hoefgewricht van het paard.
„En jij hebt diverse wedrennen gewon
nen, hè?" Maar het witte paard scheen
het hoofd te schudden. „Neen? O, ook goed,
oude knol!" En hy streelde den langen
treurigen neus.
En zoo, terloops zooals hij een lucifer
voor zijn sigaret zou aanstrijken, terloops,
zooals hij over iets zou struikelen, terloops,
zooals hij een boek zou opnemen, ontmoet
te hy La Mielleuse op den weg naar Aix
IV.
Zonder aan haar te denken, was hy zich
nu dagenlang bewust geweest van haar
aanwezigheid in Marseille zich harer
bewust, zooals hij dat was van het Hotel
de Ville, of van het Consigne, van de obe
lisk op de Place Castellane. Deze dingen
waren werkelijkheid, hadden hun plaatsen
en zij was ook een werkelijkheid. Zij stond
in zijn herinnering gegrift als op een ge
voelige plaat. Toen hij haar dus op een
schemeravond op het Padro ontmoette, was
hy niet meer verrast dan wanneer hij de
obelisk of het Consigne of het Hotel de
Ville op hun aangewezen plaatsen had op
gemerkt.
Zij stond naar de zee te turen en de zach
te wind van Afrika woei haar tegemoet,
waardoor het scheen, alsof zij op punt
stond om te vliegen, als een vogel. En om
dat hy geen reden zag om het niet te doen
en omdat hij openhartig en eenvoudig was
als de zee zelf, ging hy naar haar toe.
„Bent u de vrouw van een scheepskapi
tein?"
„Neen, monsieur". Zy scheen hem te
kennen zonder om te zien. Misschien her
kende zy zyn stem.
„Ik zag u naar de Pharo uitkijken en
dacht, dat u misschien wachtte op iemand,
die met een schip moet thuisvaren".
„Neen", zeide zij langzaam, „neen, ik
ik kom hier soms by zonsondergang en k(jk
over de zee. Er is iets, dat mij schijnt aan
te trekken, het groote water en de flikke
rende lichttoren ik schijn dan buiten
mijzelf te staan. En mijlen en mijlen en mij
len ver is een ander land met een ander
leven, waar iemand heen zou kunnen gaan
en weer beginnen In mij schijnt iets
te worstelen om daarheen te gaan, maar
het komt niet verder dan een inch of zoo
vooruit. Maar zelfs dat., en de wind, zoo
zuiver. Bent u een zeeman?"
„Ja, ik ben een zeeman".
„Zy is heel schoon en heel rein, hè, de
zee".
„Ja, soms is zy heel mooi, ik geloof, dat
zy altijd mooi is. En zij moet wel rein zy'n
ik heb er nooit zoo over gedacht... Zij
is sterk en soms wreed, zy heelt en soms
is het erg eenzaam. Men begrijpt haar nooit
heelemaal; zy is zoo groot".
„Ja, zoo groot en sterk... en zy heelt.
Wij zelf met onze kleine zorgen schijnen
zoo nietig te zyn".
(Wordt vervolgd).
II
üaKKen Ylöö.