J E WIND BLAAST. ONS INDISCH HOEKJE. dieren, die dansen. E3U f 'Vf,? ^'<v« j pi W JÊ x Al' i»A «S:" ft öPl Ift - fc:§PÏ M i m* v M* s f&r. MF m mmmmz t Qemeettietaden ZUIDSCHARWOUDE fonds en Juméoa» r^eMS. i r. êm DERDE BLAD. ALKMAARSCHE CCURANT VAN ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1938. •30» j ft v>* r v Af - J'- SS V T^"l J§', <;JB \i1 i$SÉËI.;-\m& Mi r 3ë)aMiHKM Wi' I* - i v* i^y ,- •v - '.v ■V '5: iC öï'iW* f®? WKKT VA. M, sfjak* «r lm *t Xvssï"i IÉT'" i">3* i Ten westen van Sumatra ligt een aantal eilanden, die nooit door den toerist worden bezocht, omdat de schepen der K. P. M. ze niet aandoen. Dit is een gevolg van de omstandigheid, dat ze geen handelswaren als copra, rottan, dammar (hars), rubber, hout, enz. opleveren. Er ligt een garni- zoentje, er is een officier van gezondheid, er wonen een paar zendelingen. Een gezag hebber oefent er met kamponghoofden het bestuur uit. De aanraking met de buiten wereld wordt onderhouden door gouver- nements-booten, de in de Buitengewesten vooral bekende „kappal poeteh" (de witte schepen), en af en toe door inheemsche handelsvaartuigen. Op mijn reis door Su matra trof ik het, dat bij mijn bezoek aan Padang de daar gestationneerde „Kapal poeteh" de Mentawei-eilanden zou bezoe ken. Ik vroeg en verkreeg van het Bestuur vergunning om mee te mogen gaan. Wij bezochten een dorp, dat slecht? ce voet bereikbaar was. Het was omgeven door een paggar (omheining). Een heel modderig pad lag er voor. Afgekapte, erg gladde boomstammetjes vormden een plankiei, dat met onze bespijkerde rimboe schoenen nog al lastig te beloopen was. Maar, gewapend met een lange uit het bosch gekapte wandelstok, leverde het mij niet te groote moeilijkheden op. We kwamen bij de paggar. Het bleek, dat deze over de breedte van het pad ge opend kon worden. Ze bestond daar uit van onderen toegespitste bamboe's, die op en neer konden worden bewogen. Maar •helaas naar boven slechts zóóver, dat de dorps-varkens er onder door konden, wy Europeanen niet! We moesten er dus om heen. Alles was even glibberig en nat, zoodat de klimpartij moeilijkheden op leverde. Het was vallen en opstaan. Het betreden der kampong was heelemaal geen „joyeuse entrée"! Zeer merkwaardig vonden wij in 't dorpje het groote gemeentehuis, de „oema". In dit groote huis woonden een paar honderd menschen. Er zijn op die eilanden ook kleinere, vertelde onze des kundige reisgenoot. Hij deelde ons nog mede, dat in het gebouw zich de hoogte punten van het clanleven voltrekken. Daar worden de heilige voorwerpen van den stam bewaard. Die voorwerpen stukjes wortel van bepaalde boomen, blaren, kra len, een paar stukjes tin of lood vertegen woordigen de levenskracht van de clan. Er worden ook in bewaard schedels en geweien van herten, schedels van apen, schilden van schildpadden, houten afbeel dingen van schildpadden en vogels, vooral van den zeearend. Al die dieren genieten er een zekere mat^ van heiligheid. Bij be paalde gelegenheden worden er dansen gehouden, waarbij de bewegingen van die ren worden nagebootst. Dan danst de hoofdpriester de groote vleermuizen-, de zeearend- en de hoenderdansen. Buitengewoon goed worden de bewegin gen dier dieren nagebootst: men ziet ze vóór zich! Dr. A. C. Kruijt, die de eilanden bezocht en de bewoners bestudeerde, is van meening, dat de bedoeling er van schijnt te zijn die totemdieren tegenwoor dig te doen zijn, zich van hun kracht te verzekeren. H. F. TILLEMA. jZUID- EN NOORDSCHERMER •De raad der gemeente Zuid- en Noord- Schermer kwam Donderdagavond in een lokaal der o.l. school te Groot-Schermer bijeen onder voorzitterschap van burge meester Kolb. In zijn openingswoord sprak de burge meester den heer F. Posoh toe, dien hij van harte en zeker namens den geheelen raad geluk wenschte met de benoeming van zijn zoon tot burgemeester der gem. Oterleek. Algemeene instemming. De heer Posch dankte den voorzitter en den raad. De notulen der vorige vergadering wer den onveranderd vastgesteld. Ingekomen stukken. Een verzoek van den heer Sj. van Stralen om eervol ontslag als hoofd der o.L school te Groot-Schermer. Nadat de burgemeester den heer v. Stralen hartelijk dank had gebracht voor de wijze waarop hij het onderwijs alhier heeft ge geven en voorgestaan, werd dit eervol ont slag gegeven op een nader door B. en W. te bepalen datum. Verder was ingekomen een verzoek der onderwijzersorganisatie om adhaesie voor het verkrijgen van verlaging der leerlingen- schaaL Dit verzoek zal worden ingewilligd. Van een ingezetene der gemeente een ver zoek om gratis 2 rijwielplaatsj.es te mogen ontvangen ten behoeve van 2 zijner kinde ren. In handen gesteld van B. en W. ter af doening. Van Ged. Staten de goedkeuring voor de gem.begrooting 1938. Idem inzake wijziging begrooting der te bouwen ambtswoning ejd. Bij gehouden kascontrole bij den gem.- ontvanger was in kas 4106,32, wat in orde was. De gem.rekening 1937 sloot niet een nadeelig saldo van 1963,01, de kapitaal- dienst over dat jaar met een saldo van 630. In verband met de a.s. jubileumfeesten stelden B. en W. voor hiervoor f 100 beschik baar te stellen. De heer Jb. Heinis was hier nu niet bepaald voor, doch na eenige be spreking werd het algemeen goedgevonden. Nog was ingekomen een verzoek der oudercommissie te Groot-Schermer inzake wederinstelling vervolgonderwijs. Na be spreking ter afdoening aan B. en W. overge laten. Met het oog op den tijd drong de heer Heinis op spoed aan. Ook mevr. Slooten Smit hoopte, dat dit punt spoedig en goed in orde komt. Hierna volgde benoeming van een hoofd der o. 1. school te Grootschermer. De voor dracht luidde: 1. de heer P. H. van Os; 2. de heer J. v. d. Molen; 3. de heer C. T. Trompet, allen te Beverwijk. Benoemd werd de heer van Os met op 1 na alge meene stemmen. In verband met deze benoeming merkte de heer Schot op dat het voor hem moeilijk was om nu te zeggen welke de „beste" zou zijn. De voorzitter antwoordde den heer Schot dat de inspecteur zijn advies in deze zaken geeft en meende dat dit wel degelijk de juiste manier is. De heer M. C. v. d. Laan was het da^r geheel mee eens en vroeg den heer Schot hoe hij zich dit dan wel voorstelde. Ook de heer T. Vaalberg meende dat het opmaken dezer voordracht wel in zeer goede handen was geweest. Bij de nu volgende rondvraag vroeg mevr. SlootenSmit naar het loon der arbeiders aan den weg der Noordeinder' meer. De voorrzitter zeide dat het werkver- schaffingsloon wordt uitbetaald. 'Mevr. SlootenSmit zou ook gaarne het voetbalveld weder voor de kinderen zien opengesteld, daar nu de jeugd steeds op de straat scharrelt en zoo nu en dan wel eens iets verkeerds wordt uitgevoerd. De burgemeester verzocht dit aan hem over te laten en zegde zoo mogelijk weder spoedig opening van het sportterrein toe. De heer Jb. Heinis zou gaarne zien dat B. en W. zich met het bestuur van den Eilandspolder in verbinding zullen stellen om baggerwerk uit te voeren door onze werkloozen en liefst zoo spoedig mogelijk. De burgemeester zegde toe dat er aan dacht aan zal worden geschonken. Mevr. SlootenSmit zou willen aanvra' gen den polder als centrale werkverschaf fing aan te wijzen. De heer Joh. Schot was er tegen alles maar in werkverschaffing te laten uit voeren. Daarna sluiting der vergadering. Het land aan den proefpolder over gedragen. De gemeenteraad vergaderde Donder dagavond irT het gemeentehuis. Voorzitter was burgemeester jhr. A. L. van Spengler, secretaris de heer G. G. Post. Alle leden wa ren aanwezig. Ontvangen waren eenige jaarverslagen. Van Ged. Staten waren goedgekeurd terugontvangen de raadsbesluiten tot ver koop van een stuk grond aan de fa. Kramer Zonen en tot het geven in erfpacht van een stukje grond aan het P.E.N. Goedgekeurd zijn de wijzigingen van de begrooting 1937 en de verordening op den keuringsdienst van vee en vleesch. De rekening 1936 is door Ged. Staten ge sloten. Ged. Staten hebben geen bezwaar tegen de uitgave van 150 voor het nieuwe registra tuurstelsel. Het onderzoek van de gemeentebegrooting 1938 is nog niet geëindigd. Ged. Staten mach tigen het gemeentebestuur tot het doen van uitgaven tot ten hoogste 3/4 van de voor 1937 toegestane bedragen. De Ned. Bond van Hotel-, Café-, Restau ranthouders en Slijters verzocht bij de a.s. herdenking van het regeeringsjubileum van de koningin medewerking te willen ver- leenen tot de langere openstelling van café's en ontheffing of vermindering van vermake lijkheidsbelasting enz. Voor kennisgeving aangenomen, daar dergelijke tegemoet komingen hier altijd al verleend worden. De rekening van de gemeenschappelijke ulo school te Noordscharwoude sloot met een voordeelig saldo van f 48.20. De heer C. Schrieken nam zijn benoeming tot lid van de commissie tot wering van schoolverzuim aan. De minister van sociale zaken berichtte, dat het uurloon in de werkverschaffing is verhoogd met één cent. Het basisuurloon is nu 0.26 en het regenverlet f 0,21 per uur. Dezelfde minister berichtte, dat een aantal werkloozen uit deze gemeente te werk kan worden gesteld in de centrale werkverschaf fing „opruimen van kroos" in den polder Geestmerambacht. Er zal zooveel mogelijk in accoord worden gewerkt, waarbij bij flink werken f 0.25 per uur kan worden verdiend, terwijl de gemeente kan rekenen op het Overheidssubsidie. Ged. Staten zonden een nota van opmer kingen t.a.v. de gemeentebegrooting 1938. Er wordt een voorbehoud gemaakt t.a.v. de belooning van den kweekeling met akte, waarover nog spoedig nader bericht zal wor den. Eenige andere wijzigingen worden nog voorgesteld, waardoor het tekort der be grooting kan worden teruggebracht tot 5165. B. en W. stelden voor aan de opmerkingen van Ged. Staten te voldoen. Aldus besloten. Op voorstel van B. en W. besloot men adhaesie te betuigen aan het adres, dat de samenwerkende onderwijzersbonden aan den minister van alg. zaken hebben gezon den om verlaging van den leerlingenschaal te krijgen. Het adres van den Ned. Bond van ge meenteambtenaren afd. N. Holland om de vervanging van den gemeenteontvanger anders te regelen, werd voor kennisgeving aangenomen, daar hiervoor geen aanleiding bestaat. Op haar verzoek werd aan mej. P. den Baars, onderwijzeres aan de o.l. school eer vol ontslag uit haar betrekking verleend. De voorzitter deelde mede, dat zich voor de per 1 Sept. vacant komende betrekking 47 sollicitanten hebben aangemeld. Men hoopte voor dien tijd met een voordracht te komen, zoodat geen tijdelijk onderwijzeres moet worden benoemd. De afd. Schagen van den Ned. Bond van Hotel-, Café- en Restauranthouders en Slij ters zond een adres, waarin verzocht werd het sluitingsuur voor café's tijdens den zomertijd te bepalen op half twaalf n.m. B. en W. stelden voor, hierop niet in te gaan. Van de plaatselijke caféhouders is een dergelijke wensch nooit gehoord. Men moet zich nu maar eens eindelijk aan den zomertijd aanpassen. Met voorstel van B. en W. werd aangenomen. B. en W. stelden voor ten behoeve van den te stichten Oostelijken proefpolder in het Geestmerambacht eenige perceelen land en water aan de provincie te verkoopen tot een totaal bedrag van 6848,10. De gemeente krijgt dan na de herverkave ling recht van voorkeur op een stuk grond in den nieuwen polder. Het dag. bestuur heeft getracht recht van voorkeur te krijgen op het stuk land langs het Kerkepad, dat men thans afstaat. Dat heeft men indertijd ge kocht voor bouwterrein. De provincie wenscht dit voorkeursrecht niet te geven. Wel wil de prov. de huurders schadeloos stellen. Hierover ontspon zich een zeer breed voerige gedachtenwisseling. De heer P. de Geus betoogde, n.a.v. n de eerste vergade ring met Ged. Staten gedane toezegging van den gedeputeerde Kooiman, „dat niemand gedupeerd zou worden", dat hiervan weinig terecht is gekomen. Er zijn wel degelijk eigenaren gedupeerd. Ook de arbeiders zul len gedupeerd worden. De prijzen van het land zijn op vrije verkoopingen duurder dan hier betaald wordt. Hij wilde vasthouden aan het voorkeursrecht op het stuk langs het Kerkepad. Dit heeft de gemeente veel geld gekost tengevolge van de demping. De gemeente zou er bekaaid afkomen als zij een stuk grond aan de Zuidzijde kreeg. De voorzitter bracht in herinnering de pogingen welke ged. Kooiman heeft gedaan, de verschillen te overbruggen, helaas zonder resultaat. Er wordt gesproken van een rede lijken prijs. Met de ligging aan het Kerke pad is bij de schatting rekening gehouden. Als de gemeente er niet op ingaat, zal het land onteigend worden. Dan is men alle voorkeursrechten kwijt. De heer P. de Geus zeide, dat de over bruggingspogingen van den heer Kooiman inhielden, dat de eigenaren geheel naar de provincie toe moesten komen. Ged. Staten deden geen stap in onze richting. De heer Weel ziet, wanneer het recht van voorkeur niet op het bepaalde stuk wordt gegeven, het redelijke van den prijs heele maal wegvallen. Straks moeten wij mis schien opnieuw weer geld uitgeven voor bouwterrein. De provincie kan hier wel eens een goed zaakje mee willen maken. De heer van Kleef wilde medewerken en de prov. tegemoetkomen. Men kan nooit eens weten, waar dit goed voor is. Het is van belang voor Zuidscharwoude als een goede rij-gelegenheid naar het Oosten komt. Weth. Kramer merkte nog op, dat het niet uitgesloten is, dat wij het zelfde stuk land terug krijgen. De provincie wil zich alleen niet binden. Er kunnen door den proefpol der heele verbeteringen komen voor de ge meente. De mogelijkheid is ook niet uitge sloten, dat er niet langs den nieuwen weg gebouwd mag worden. Dan zit nmn er mee. De heer D. de Geus zag moeilijkheden om er zoo maar voor te zijn. Men moet ook reke ning houden met de belangen der ingeze e- nen, waarvan er zijn, die voor duizenden gedupeerd worden. Als de gemeente nu voorgaat, zullen de anderen wel moeten volgen. Weth. de Burck zeide, dat dit argument niet opgaat. Als de gemeente het niet doet, gaat de proefpolder toch door. De lijst voor de te onteigenen perceelen is reeds opge maakt. Wij zullen er niet beter van worden als wij het laten onteigenen. Bij de hiema gevoerde besprekingen merkte de heer Kramer nog op, dat eerst bij het weer terugkoopen van den grond kan worden gezegd, of de tuinders gedupeerd zijn. Het kan wel zoo zijn, dat er niemar.d gedupeerd is. Men besloot tenslotte z.h.s.t het voorstel van B. en W. aan te nemen, hoewel een paar heeren schoorvoetend hiertoe over gingen. De gemeenterekning en de andere reke ningen over 1937 zullen worden nagezien door een commissie bestaande uit de heeren Weel, D. de Geus en Bakker. In de rondvraag vroeg de heer P. de Geus of B. en W. pogingen in het werk konden stellen voor de invoering van den toeslag op de uitkeeringen aan kleine tuinders. De voorzitter zegde toe, dat B. en W. er aandacht aan zullen besteden. Weth. <fu Burck deelde mede, dat de commissie voor den kleine-tuinderssteun Maandagavond hierover zal vergaderen. Dus zullen B. en W. er daarna wel wat van hooren. Hiema sluiting. GERING OPTREDEN VAN DRAAIHARTIGHEID. Positief resultaat met methode- dr. Leefmans. Men schrijft ons uit Hensbroek: Nu volgens de proefnemingen de tweede vlucht van de galmug de verwekker van de draaihartigheid in de kool geweest is en daarmee dus ook het gevaar voor het op nieuw aangetast worden der planten ge weken, hebben we ons ter bevoegder plaatse inlichtingen laten verstrekken over het voorkomen van de draaihartigheid in het algemeen en de resultaten met de bestrij- dingsmethode-dr. Leefmans. Allereerst moet dan vermeld worden, dat de draaihartigheid dit jaar in alle streken veel minder optrad dan gedurende de laatste zeven a tien jaren. Zoo is er thans ongeveer 5 van de uitgezette planten, dat „draait". Deze „draaiers" bevinden zich mee- rendeels op de luwste plaatsen, zooals bijv. op greppelkanten. Obdam maakt op dit gering voorkomen van de draaihartigheid eenigszins een uit zondering, omdat men hier de koolplan ten tusschen de aardappelen plaatst, zy dus luw staan en het gevaar voor infectie daardoor grooter is. Ook is het voorgekomen, dat de plantenbanen reeds besmet waren en alzoo bij het uitzetten en het toepassen van be spuiting hier een recht peil op het resultaat van de meth.-L. niet te trekken is. In de omgeving van Bovenkarspel hebben we met bloemkool te maken. Deze is veel gevoeliger voor draaihartigheid, ook zelfs by een lichte aantasting. Uitgezonderd roode kool weten de overige soorten zich in den regel na aantasting door de draaihartigheid vrij normaal te herstellen. Over het algemeen is bij dit gering op treden van draaihartigheid het verschil tus schen be- en onbespoten planten begrijpelijk aanmerkelijk minder dan een eventueel resultaat by groote draaihartigheid te zien zou geven. Door deze, we zouden haast zeg gen, minimale aantasting is het moeilijker conclusies te trekken. Doch er is positief resultaat, zoowel bij sluit- als bloemkool, in practijk als op proef velden. Op de proefvelden zijn o.m. proeven ge nomen met het spuiten op verschillend tijd stip van de vlucht der galmug, één of meer balen per week en met diverse middelen als pyridine en nicotine, o.a. uit de overweging dat de tot nu toe gevolgde bestrijdings- methode nogal kostbaar is. De uitslagen hiervan willen we echter ter II Door DONN BYRNE. Uit het Engelsch door J. van P 21) Het witte paard draafde bedaard het blik w!S de zoele hitte v*» d« stondM zwart langs den witten weg, het de stad gingen Sb". «hSltrete-h Maat het witte paard ploeterde voort Op gedeelte van den weg^kwam een en een vrouw tegen, die druk P™a"en e hii merkte in het voorbijgaan op, dat de 5?.uw, naar haa, houding U dame was en dat de mannaarzyndreigen. de kruiperigheid een schooier was, la!,MCaargrheS het mis", zeide de vrouw. „U vergist zich". Het antwoord van de man was zacht en onverstaanbaar. „Maar ik verzeker u, dat u zich vergist". Het witte paard hobbelde voort. „O, alsjeblieft" de vrouwenstem volg de Shane en zij klonk angstig „laat me alsjeblieft gaan! U vergist zich". En daarna weer: „Ik bezweer u, alsje blieft, o, alsjeblieft!" Het witte paard werd opgeschrikt door een fermen ruk aan zijn mond, het klappen van de zweep en een rechtsomkeert. Het ging over in een loggen galop. Shane sprong omlaag. „Madame, valt deze man u lastig?" „Sirvase, signor Maar een blik op het gelaat van de vrouw was genoeg. Shane wendde zich met een snauw tot den neerbuigenden Siciliaan. „Als de bliksem hier vandaan, vlug!" De man schuifelde weg, liep hard, rende, ver dween. De groote donkere oogen waren vol angst, haar mond trilde. Shane begreep, dat haar knieën knikten, waar zij stond. „Stap maar liever in, ik zal u naar huis rijden!" Hij hielp haar in het wagentje. „Ik had dien kerel liever moeten vasthouden", bromde hij. „Naar Marseille? Neen? O, Les Bains! We zullen er dadelijk zijn. U bent nu veilig, madame". „Hij hield mij voor voor iemand an ders". Haar stem was diep en zacht als een klok, maar er was nu een trilling in, een duidelijk accent van vrees, geleden maar nog niet overwonnen. Hij was zich bewust van een groote, be vende vrouwelijkheid naast zich, zooals sommige menschen zich bewust zijn van spoken in een kamer, of een moeder zich bewust is van een kind. Hoewel hy haar nauwelijks zag, hoewel hy niet wist, dat hy haar zag, was hij zich bewust van de trot- sche Grieksche schoonheid van het gelaat, zoo flink, zoo fijn gebeeldhouwd, zoodat het vóóruit scheen te stormen, als een vogel, die in den wind opstijgt; van de prachtige, donkere ellipsen der wenkbrauwen, van den mond, die trilde en in rust iets zou zijn voor een meester van lijn en kleur om te schilderen, van de kleine handen, die ze nuwachtig aan de donkerzijden japon trok ken, onrustig als vlinders. Haar oogen, dat wist hij, waren wijdopen van angst, groote zwarte pupillen, diep, geweldig diep. En hy was zich ook bewust van iets in haar bin nenste, dat trilde, als een stag aan boord van het schip trilt in.den rukkenden, nijdi- gen wind, of als een onhandig aangeslagen harpsnaar heen en weer trilt, onmachtig om op te houden. „Hier woon ik, meneer". Het was een kleine, witte villa, met groene blinden, zooals er in de Midi dui zenden zijn. Hij hield het paard in en zij was uitgestegen voordat hy haar kon hel pen. Haar gelaat was nu kalm, behalve de onrust in haar oogen. „Ik ben u zeer dankbaar", zeide zij. „Maar die man, madame. Bent u nu vei lig? Moet niet iemand naar de politie?" „Het was niets, monsieur". Zij lachte, maar haar mond trilde nog. „De een of andere nietsnut, die mij voor iemand an ders aanzag, die hy ergens anders gezien had en van wie hij iets wist. Niemendal, een bagatelle dat iedereen kan overkomen. Maar ik dank u hartelijk. Was u op weg er gens heen?" „Naar Aix, madame". „Maar uw paard is kreupel!" „Ach ja, arme oude jongen. Ik had het niet bemerkt". „Adieu dan, monsieur, en nogmaals dank". Hij reed naar de stad terug. „Ik zal nooit in Aix komen", dacht hy, „misschien mag ik er niet komen een voorbeschik king Bij den huurstal stapte hy uit en onder zocht het hoefgewricht van het paard. „En jij hebt diverse wedrennen gewon nen, hè?" Maar het witte paard scheen het hoofd te schudden. „Neen? O, ook goed, oude knol!" En hy streelde den langen treurigen neus. En zoo, terloops zooals hij een lucifer voor zijn sigaret zou aanstrijken, terloops, zooals hij over iets zou struikelen, terloops, zooals hij een boek zou opnemen, ontmoet te hy La Mielleuse op den weg naar Aix IV. Zonder aan haar te denken, was hy zich nu dagenlang bewust geweest van haar aanwezigheid in Marseille zich harer bewust, zooals hij dat was van het Hotel de Ville, of van het Consigne, van de obe lisk op de Place Castellane. Deze dingen waren werkelijkheid, hadden hun plaatsen en zij was ook een werkelijkheid. Zij stond in zijn herinnering gegrift als op een ge voelige plaat. Toen hij haar dus op een schemeravond op het Padro ontmoette, was hy niet meer verrast dan wanneer hij de obelisk of het Consigne of het Hotel de Ville op hun aangewezen plaatsen had op gemerkt. Zij stond naar de zee te turen en de zach te wind van Afrika woei haar tegemoet, waardoor het scheen, alsof zij op punt stond om te vliegen, als een vogel. En om dat hy geen reden zag om het niet te doen en omdat hij openhartig en eenvoudig was als de zee zelf, ging hy naar haar toe. „Bent u de vrouw van een scheepskapi tein?" „Neen, monsieur". Zy scheen hem te kennen zonder om te zien. Misschien her kende zy zyn stem. „Ik zag u naar de Pharo uitkijken en dacht, dat u misschien wachtte op iemand, die met een schip moet thuisvaren". „Neen", zeide zij langzaam, „neen, ik ik kom hier soms by zonsondergang en k(jk over de zee. Er is iets, dat mij schijnt aan te trekken, het groote water en de flikke rende lichttoren ik schijn dan buiten mijzelf te staan. En mijlen en mijlen en mij len ver is een ander land met een ander leven, waar iemand heen zou kunnen gaan en weer beginnen In mij schijnt iets te worstelen om daarheen te gaan, maar het komt niet verder dan een inch of zoo vooruit. Maar zelfs dat., en de wind, zoo zuiver. Bent u een zeeman?" „Ja, ik ben een zeeman". „Zy is heel schoon en heel rein, hè, de zee". „Ja, soms is zy heel mooi, ik geloof, dat zy altijd mooi is. En zij moet wel rein zy'n ik heb er nooit zoo over gedacht... Zij is sterk en soms wreed, zy heelt en soms is het erg eenzaam. Men begrijpt haar nooit heelemaal; zy is zoo groot". „Ja, zoo groot en sterk... en zy heelt. Wij zelf met onze kleine zorgen schijnen zoo nietig te zyn". (Wordt vervolgd). II üaKKen Ylöö.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 9