DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
politiek.
Simon over de Britsche buitenlandsche
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
iranco door het gebeele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIENs
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven francc aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telei. 3320, redactie 3330.
No. 202 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Maandag 29 Augustus 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Standpunt t. a. v. Tsjecho-Slowakije onveranderd.
Duitsche pers teleurgesteld.
Een Japansch offensief.
En een Chineesche tegenaanval.
De algemeene toestand.
Hevige gevechten
aan de Spaansche fronten.
De strijd aan den Ebro.
Nieuws in 't kort.
ALKMAARSCHE COURANT.
Sir John Simon, de Britsche minister
van financiën, heeft Zaterdag te Lanark
zijn in verschillende landen met eenige
spanning verwachte rede inzake de En
gelsche buitenlandsche politiek in het
bizonder t.a.v. de Tsjecho-Slowaaksche
kwestie uitgesproken, welke rede op
dit stuk neerkwam op een bevestiging
van hetgeen Chamberlain eenigen tijd
geleden te dien aanzien heeft verklaard.
„Positieve vredespolitiek".
Sir John Simon zeide o.m.: „Ik zou de al-
gemeene politiek der Britsche regeering op
buitenlandsch gebied willen schetsen als een
positieve vredespolitiek. Dit jaar is een jaar
van veel zorg en moeilijkheden geweest en
het leiderschap van Chamberlain is door
niets meer gekenmerkt dan door de vastbe
raden pogingen, welke hij en Halifax in het
werk hebben gesteld om de spannig te doen
verminderen en een kalmeering tot stand te
brengen. Er is geen reden, waarom wij een
politiek zouden voeren alsof geen vriend
schap mogelijk is met staten van een geheel
ander politiek stelseL Ik wijs de gedachte,
dat oorlog onvermijdelijk is, af en zou eerder
de opvatting willen verkondigen, dat oorlog
nooit onvermijdelijk is, wanneer alle vol
ken gelijkelijk hun best willen doen om de
oorzaken weg te nemen, welke tot oorlog
zouden kunnen leiden, en in een geest van
eerlijkheid oplossingen voor welke moeilijk-
'heden ook willen zoeken. De Britsche in
vloed is steeds aan de zijde van den vrede
geweest".
Simon zeide voorts, dat de Britsche her-
wapening geen wantrouwen in andere lan
den teweeg brengt, omdat ieder weet, dat de
Britsche wapenen nooit gebruikt zullen wor
den voor een agressief doel. De inspanning
der Britsche regeering is geheel gericht op
de versterking van de instellingen des vre-
des en de aanvaarding van argument en
rede by de beslechting van internationale
geschillen. Want, aldus Simon, wy zijn er
van overtuigd, dat echte oplossingen niet ge
vonden kunnen worden door geweld. Nog
afgezien van de verliezen aan menschenle-
vens kan een geweldmaatregel gemakkelijk
aanleiding geven tot reacties, die in zekere
omstandigheden andere mogendheden dan
de strijdende partijen zouden kunnen mee
sleuren. En wanneer deze procedure een
maal begonnen is: wie zal dan zeggen, waar
zy eindigt?
De Volkenbond.
De verwerkelijking van deze gedachte
heeft geleid tot de aanvaarding van idealen
en de beginselen, die den grondslag van den
Volkenbond vormen en de Britsche regee
ring betreurt het ten zeerste dat de afwezig
heid van een aantal belangrijke staten den
bond zoo ernstig verzwakt heeft.
Indien echter gebleken is, dat een
werktuig niet in staat blijkt iederen last
te dragen, dan beteekent dat nog niet,
dat wij zyn beginselen zouden moeten
verzaken, in tegendeel, het ideaal van
den Volkenbond, vervanging van het
geweld door de rede en het recht, is een
mooie inspireerende gedachte, waarvoor
wij zullen blijven werken.
Ik geloof dat alle landen evenals Engeland
een groot verlangen naar den vrede en een
haat tegen den oorlog hebbeii. In vele lan
den van Europa verwachten mannen en
vrouwen, dat zij zich moeten voorbereiden
op de gevaren en de verschrikkingen van
een luchtoorlog. Maar juist dat feit kan ons
hoop geven, want nergens kan een regeering
zoo onverschillig staan tegenover de gedach
ten van haar volk, dat zij niet weet dat het
volk die verschrikkingen wil vermijden. In
derdaad groot is de verantwoordelykheid
van elk, die door zijn optreden het mensche-
lijke kwaad heeft veroorzaakt, dat den oor
log begeleidt. Terwijl er belangen en plich
ten zijn, die ons, ons volk enhetvolkvan
het Britsche rijk aangaan, en dlejïeschermd
moeten worden, zullen we altyd het geheele
gewicht van onzen invloed aanwenden om
het uitbreken van een oorlog, waar ter we
reld ook, te voorkomen en altijd onze by-
drage leveren tot de handhaving van den
vrede. Dit geeft, naar ik meen, aldus Simon,
op juiste wijze den kern der Britsche bui
tenlandsche politiek weer en wy
daarbij den steun van het Britsche volk e
in groote mate de sympathie van andere lan
den te hebben.
Tsjecho-Slowakije.
In het speciale geval van Tsjecho-Slo
wakije, waaraan wij thans zeer onze
aandacht schenken, is het standpunt van
Engeland volkomen nauwkeurig uiteen
gezet in de rede, die Chamberlain op 24
Maart van dit jaar in het parlement
heeft gehouden en die verklaring geldt
ook vandaag. Aan haar inhoud behoeft
niets te worden toegevoegd of gewij
zigd.
Voor een oplossing van het Tsjecho-Slo
waaksche vraagstuk zijn bijdragen van alle
betrokkenen noodig. Als regeering hebben
wy in deze kwestie een werkelijk probleem
gezien, dat dringend oplossing behoeft. En
wij zijn er van overtuigd, dat een oplossing
kan worden gevonden, die allen belangen
recht doet wedervaren, indien aan beide
zijden een goeden wil wordt getoond, 't Be
hoeft geen betoog, dat-het zeer belangrijk is
een vreedzame oplossing te vinden, want ia
onze moderne tijden kennen de oorlogs
reacties geen grenzen meer".
Simon herinnerde vervolgens aan de be
kende rede van Cordell Huil over de nood
zakelijkheid van vervanging van den oor
log door vriendschappelijke samenwerking
en zeide: „Wat Huil zeide en wat Roosevelt
eenige dagen later verklaarde, moet in me
nig Britsch hart weerklank hebben gevon
den en daarom heeft de Britsche regeering
haar invloed aangewend by beide partijen
in het conflict om er op aan te dringen, dat
men redelijk zou zijn bij de pogingen tot het
vinden van een oplossing.
Runciman, aldus zeide Simon verder, is
geen scheidsrechter of rechter, maar bemid
delaar en vriend. De goede wenschen van de
geheele wereld, die beseft hoe veel van zijn
succes afhangt, vergezellen Runciman in
zijn taak.
Hij is te Praag niet als vertegenwoordi
ger der Britsche regeering, maar als verte
genwoordiger van allen, die gerechtigheid
willen cri den vrede liefhebben. Zooals ik
reeds zèide, gelooven wy zeker in een
vreedzame oplossing, indien de goede geest
overheerscht.
Duitsch commentaar.
In de Duitsche pers is een zekere teleur
stelling merkbaar over de verklaring van
Simon ten aanzien van Tsjecho-Slowakije.
De bladen melden, dat door die verklaring
een oplossing in het geheel niet bevorderd is,
doch eerder de geest van verzet in Tsjecho-
Slowakye versterkt is.
De „Völkischer Beobachter" zegt, dat een
oppervlakkig lezer zou meenen, dat de rede
niets nieuws bevat, omdat zij niet verder
gaat dan die van Chamberlain in Mei. Men
mag echter niet vergeten, dat Engeland toen
openlijk partij koos voor de Tsjechen en
daardoor den Tsjechischen tegenstand ver
sterkte. Men kan zich niet losmaken van
den indruk, dat de rede van Simon hetzelf
de effect zal hebben. Met geen woord heeft
Simon de eischen der Sudeten-Duitschers
besproken. Als de Tsjechische halsstarrig
heid versterkt wordt, kan dat den toestand
slechts verscherpen. De rede van Simon ken
merkt zich door een dubbelzinnigheid, wel
ker doel maar al te duidelijk waar te ne
men is.
De „Deutsche Allgemeine Zeitung" vat haar
indruk samen als „teleurstellend". Men had
gehoopt, dat Engeland zijn standpunt nauw
keuriger uiteengezet zou hebben en meer
rekening gehouden zou hebben met de recht
vaardige Sudeten-Duitsche eischen.
Het „Berliner Tageblatt" betreurt het, dat
Simon, naar het blad zegt, de kernproble
men ontweken heeft.
De „Essener National-Zeitung" schrijft:
„Met buitengewone verbazing heeft men in
Berlijn kennis genomen van de deelen van
Simons rede, waarin hij spreekt van de mo
gelijkheid van een conflict. Als lid der re
geering moet het hem toch duidelijk zijn,
dat het nog al nutteloos is dergelijke dreige
menten aan het verkeerde adres te richten.
Of heeft Engeland zich reeds een vaststaand
beeld gemaakt van de ontwikkeling in de
toekomst en de hoop, de Praagsche politiek
te kunnen veranderen, reeds opgegeven?"
aldus vraagt het blad.
Van semi-officieele zyde wordt medege
deeld, dat de rede van Sir John Simon in
Duitsche politieke kringen wordt beschouwd
als een nieuwe bevestiging van de Britsche
politiek ten aanzien van Tsjecho-Slowakije,
zooals deze reeds door minister-president
Chamberlain uiteen is gezet.
Sommige deelen van de rede zyn evenwel
teleurstellend en worden beschouwd als een
aanmoediging -voor die elementen in Tsje-
choslowakije, die eer crisis trachten te ver
oorzaken.
Fransche en Britsche pers tevreden.
De Britsche pers begroet eenstemmig de
rede, welke de minister van financiën, Sir
John Simon, Zaterdag te Lanark in Schot
land heeft gehouden, als een beroep en een
waarschuwing, waarin zeer verstandig niet
werd gedreigd en waarin geen twijfel wordt
gelaten omtrent de Britsche politiek.
De Daily Telegraph schrijft, dat de rede
opnieuw de waarschuwing bevat, dat Enge
land wel belangstelling moet toonen voor
iedere poging om een oplossing te forceeren.
De Daily Herald hoopt, dat de rede in het
buitenland begrepen zal worden en dat men
zal inzien dat Engeland zich bewust is van
zijn verantwoordelijkheid.
Leon Bailby noemt in de Jour de rede,
welke Sir John Simon Zaterdag te Lanark
heeft gehouden een voorbeeld van openhar
tigheid, nauwkeurigheid en moed. Hij heeft
de waarheid gezegd, toen hij sprak over den
afschuw van alle volken voor den oorlog.
In L'époque schrijft de Kerillis, dat de
rede van Huil door de woorden van Sir John
Simon is versterkt. Amerika heeft zich in
groote trekken accoord verklaard met de po
litiek van Engeland.
Rosenfeld schrijft in de Populaire, dat de
politiek, welke Sir John Simon en Winston
Churchill hebben uiteengezet, de politiek
van geheel Engeland is. De rede van Sir
John Simon heeft diepen indruk gemaakt te
Berlijn, de leiders van het derde ryk ver
bergen hun teleurstelling niet. Schrijver
hoopt, dat de waarschuwing van Engeland,
gesteund door de Ver. Staten, een heilza-
men invloed zal hebben.
Volgens berichten van Japansche zijde
uit Kioekiang is Zaterdag een offensief van
de Japansche troepen op de Chineesche ver
dediging van Hankau geopend. Het front
strekt zich uit over drie provincies: Anwei,
Kiangsi en Hoepe. De Japansche troepen ten
Zuiden van de Jangtse zijn Joeitsjang ten
Zuidwesten van Kioekiang binnengedrongen,
Een andere afdeeling rukt op langs den
spoorweg KioekiangNantsjang en een der
de afdeeling rukt op langs den oever van
het Poyangmeer.
Tegenaanval der Chineezen,
Naar het Chineesche persbureau
meldt, hebben de Chineesche troepen,
die in het Zuidwesten van Anhwei
opereeren, Zaterdag een algemeen tegen
offensief ingezet, de Japanneezen bi,
verrassing aangevallen en de steden
Tsjens Sjan en Taihoe na korten strijd
heroverd.
De Japansche verbindingslijnen tusschen
Hofei in Midden-Anhwei en Hwangmei zijn
daardoor in tweeën gesneden. De zegevie
rende Chineesche troepen achtervolgen de
Japanneezen, die zich terugtrekken in de
richting van Wantsjiang en Anking. Het be
richt van deze successen heeft het moreel
der Chineesche troepen aan de andere fron
ten gestimuleerd. De Japanneezen hebben
zeer zware verliezen geleden.
De Chineesche stellingen in den sector-
Joeitsjang zijn, den Japanschen aanvallen
ten spijt, intact gebleven. Een Japansche
poging tot het bestormen van de stellingen
bij Sjaho werd verijdeld. Japansche vlieg
tuigen hebben Tehan ernstig gebombar
deerd.
Aan het spoorwegfront hebben de Japan
neezen weer gifgassen gebruikt.
Volgens een door het Japansche telegraaf-
agentschap Domei ontvangen telegram heb
ben de Japanneezen zich Zaterdag meester
gemaakt van Toengkoeling en Tsjang Ling,
belangrijke stellingen ten Noorden Teian.
ALKMAAR, 29 Augustus 1938.
Het Briand-Kelloggpact bestond Zater
dag tien jaar. Zooveel hoopvolle verwach
tingen er toen geweest zyn, zoo weinig zijn
er thans, tien jaar later, van overgebleven!
De tiende verjaardag van het pact is in
de Vereenigde Staten gevierd met een
radio-uitzending onder auspiciën van de
„Commissie voor Volkenmandaat".
Verscheidene diplomaten uit Zuid-
Amerika en ambtenaren van het ministerie
van buitenlandsdche zaken hebben in deze
uitzending het woord gevoerd.
Cordell Huil heeft een verklaring gepu
bliceerd, waarin hij de aandacht vestigt op
den tienden verjaardag van het Briand-
Kellogg-pact. Hij noemt alle onderteeke
naars, ook Duitschland, Italië en Japan.
Verder verklaart hij, dat het zeer tragisch
is, dat, hoewel de ondervinding heeft ge
leerd, dat zelfs geen overwinnaar iets in
een oorlog kan winnen, toch in sommige
deelen van de wereld wordt gestreden en
conflicten onzegbare ellende brengen aan
millioenen, terwijl in andere deelen van
de wereld de oorlogsgeest wordt geëerd.
Van het al of niet nakomen van de plech
tige beloften van tien jaar geleden hangt
het bewaren van alles wat waarde heeft,
in het leven af.
Inderdaad! Slechts weinig landen weten
zich buiten de groote conflicten in Europa
le houden.
„Grensschendingen" over-en-weer zijn
aan de orde van den dag, terwijl weder-
zijdsche protesten steevast het gevolg hier
van zijn.
Was het de laatste weken aan de
Franrch-Italiaansche grens iets rustiger
geworden, thans wordt opnieuw melding
gemaakt van een incident. De Italiaansche
autoriteiten hebben Zaterdag den burge
meester van Isola. een kleine grensge
meente in het departement der zee-Alpen,
ervan in kennis gesteld, dat de Fransche
onderdanen, die in het Italiaansche deel
van het dal van Chastillon grond bezitten,
hun landerijen en boerderijen, die aan gene
zijde van de grens zijn gelegen, binnen 48
uur onvoorwaardelijk moeten verlaten. Er
is hun een termijn van een maand gesteld
om te verhuizen, hun vee weg te voeren en
den oogst binnen te halen. Indien binnen
dezen termyn niet aan het bevel is vol
daan, zullen de militaire autoriteiten het
gebied bezetten.
Er heeft zich tot nu toe gelukkig geen
enkel incident voorgedaan tusschen Fran
sche grondeigenaar en de militaire autori
teiten.
Vandaag loopt de door de Italiaansche
autoriteiten verleende termyn af voor de
vrijwillige instemming met de onteigening.
Er is echter nog geen enkele goedkeuring
uitgesproken.
De bevolking van Isola heeft gisteren
een protest ondertcekend, gericht aan den
Franschen minister van binnenlandsche
zaken, waarin de steun der regeering wordt
geëischt.
De Fransche minister-president Daladier
heeft als gevolg van zijn enkele dagen
geleden gehouden rede, waarbij hij zeide
o.m. de 40-urige werkweek in bepaalde in
dustrieën te willen verlengen. Zaterdag 'n
delegatie van het Volksfrontcomité ont
vangen. Na afloop van het onderhoud ver
klaarden de gedelegeerden, dat Daladier
uiting had gegeven aan den wensch het
parlement vrij spoedig bijeen te roepen, en
dat Daladiers radiorede van Dinsdag a.s.
gewijd zou zijn aan den financiëelen toe
stand.
Daladier heeft echter de pers medege
deeld, dat hij anders dan de gedelegeerden
van het Volksfromcomité hebben gezegd,
in het geheel niet vrn plan is, Dinsdag een
radiorede te houder, en dat hy op het
oogenblik niet denkt aan het bijeenroepen
van het parlement!
Personen, die de vergadering van het
Volksfront met Daladier hebben bijge
woond, hebben verklaard, dat de minister
president zijn verklaringen, welke hij aan
de radicaal-socialisten en andere fracties
heeft afgelegd, heeft bevestigd. Het onder
houd is vriendschappelijk verloopen. Dala
dier heeft een beroep gedaan op de arbei
dersklasse om eer. helder begrip te toonen
voor de eischen des tijds. De communisten
hebben geantwoord, dat men van de ar
beidersklasse alles gedaan kon krijgen,
wanneer men slechts garandeerde, dat de
huidige sociale wetten van kracht zouden
bly'ven.
Andere bijeenkomsten van het Volks
frontcomité of van de vakvereenigingen
zijn niet voorzien
De Zweedsche minister van buitenland
sche zaken Sandler heeft gisteren een rede
gehouden, waarin hij zeide: „Het gunstig
ste, dat men over den algemeenen toestand
kan zeggen, is, dat de zomer byna voorbij
is, zonder dat de oorlog is uitgebroken."
De minister zeide, dat het antwoord van
Franco de hoop op verwezenlijking van het
Britsche vrijwilligersplan heeft doen ver
vliegen. Zweden zal in het Londensche
comité 'n nog gereserveerden houding aan
nemen, indien het plan niet ten uitvoer
gelegd wordt.
Op de conferentie te Kopenhagen hebben
de landen, welke geen bondgenootschappen
hebben, zich vastbesloten verklaard het
standpunt te blijven innemen, dat het sanc
tiestelsel in de practijk van niet verplich
tend karakter is geworden. Het commu
niqué van Kopenhagen zal als basis voor
het optreden te Genève dienen. In tegen
stelling met Zwitserland zullen deze staten
geen uitzonderingspositie vragen en hun
houding is niet afhankelijk van het resul
taat van besprekingep te Genève. De Duit
sche en de Fransche pers hebben de
Kopenhaagsche verklaring om tegenover
gestelde redenen gecritiseerd: de betref
fende staten geven er dan ook, ondanks
alles, de voorkeu: aan zelf hun werkelijke
belangen te bepalen.
Aan het front van Estramadura
blijven de regeeringstroepen oprukken.
De republikeinsche kolonnes hebben
de stellingen bij La Cabrilla el Dora
do, Toryo, Penado, Boza en El
Morotero bezet.
Nabij Puente del Arzogispo rukken de
troepen der opstandelingen op in noord
oostelijke richting, op het oogenblik wordt
gestreden by Belvis de La Jara, 25 km. ten
zuidoosten van Puente de La Jara.
Van de zijde der opstandelingen wordt
gemeld, dat de regeeringstroepen, die bij
Zujar aanvielen, zyn teruggeslagen. De
berichten van de regeering over overwin
ningen aan het Estromadurafront worden
door hen tegengesproken.
De strijd aan de Ebro duurt voort. De
aanval der opstandelingen moet worden
beschouwd als de grootste van dezen oor
log, zoowel met het oog op de sterkte der
deelnemende troepen als op de hevigheid!
van het vuur van geschut en luchtmacht.
Zij zijn iets gevorderd en bly'ven druk uit
oefenen. Volgens de opstandelingen zouden
de verliezen der Spaansche regeeringstroe
pen 16.039 dooder., 10.584 gevangenen,
4600 ontvluchten, in totaal dus 31.000
man bedragen. Van hun eigen verliezen
wordt echter niets gezegd.
De stryd van de „José Luiz Diaz".
De gezagvoerder van de „José Luiz
Diaz' 'heeft medegedeeld, dat tijdens den
strijd in de straat van Gibraltar met sche
pen der opstandelingen, 32 man aan boord
van zijn schip werden gedood. Op acht na
waren het gevangen opstandelingen.
De. commandant van de „Jose Luiz Diaz"
heeft den correspondent van Reuter me
degedeeld, dat zijn schip gedurende een
uur onder vuur werd genomen door de
„Canarias" vier torpedojagers en twee
torpedobooten.
Granaten van de „Canarias" richtten
schade aan in de machinekamer. De com
mandant verklaarde verder, dat hy er
zeker van is, dat twee van de torpedo
jagers de Italiaansche jagers „Aquila" en
„Falco" waren. Twee gewapende treilers
der opstandelingen werden in den grond
geboord.
Schade door overstroomingen. - Tenge-
volgen van zeer zware regens zyn zeven
dorpen in Midden-Anatolië (Turkije) ge
heel overstroomd. Huizen zijn vernield, de
oogst is verwoest. Het aantal slachtoffers is
niet bekend. Er is veel vee verdronken.
Nieuwe oorlogsbodems van stapel ge-
loopen. - Zaterdag is op de Marinewerf der
Vér. Staten te Brooklyn de nieuwe kruiser
„Helena" van stapel geloopen. Het 10.000
ton metende schip is genoemd naar de stad
Helena in Montana. Te gelijker tijd is op een
particuliere werf in den staat New Jersey
een nieuwe torpedobootjager van stapel
geloopen.
Zweedsch schip in nood. Het Zweed
sche vrachtschip „Fermia", metende 4080
ton, op weg van Canada naar Sjanghai, heeft
S.Q S.-seinen uitgezonden ter hoogte van
Kaap Mozaboe in de provincie Nemuro. Het
schip, dat een bemanning heeft van 26 man,
lekt ernstig. De bemanning is in veiligheid
gebracht.
Gevangenen ontvlucht en spoorloos
verdwenen. - Uit de nieuwe modelgevan
genis te Caxias (Portugal) zijn elf gevange
nen ontvlucht. De meesten van de gevluch-
ten zyn moordenaars, die tot de zwaarste
straf, welke in Portugal mogelijk is, n.1, 28
jaar gevangenis, waren veroordeeld. De
mannen zijn ontvlucht in gevangeniskleedy,
doch hoewel hun ontsnapping na enkele
minuten werd bemerkt, kan men ze niet
meer vinden.
Havenarbeiders te Marseille weigeren
te lossen. - Tegen de verwachting in hebben
de Fransche havenarbeiders te Marseille op
grond van instructies hunner vakvereeni
gingen geweigerd, drie Corsicaansche mail
booten te lossen.
Amok in Britsch-Indië. - In het Britsch-
Indische plaatsje Bhatinga in de Pundjab
heeft een amoklooper twaalf personen dood
geschoten en acht ernstig gewond. De man
was in een aanval van jalousie amok gaan
maken.
Wervelstorm boven Yucatan. - Het
Noordelijk deel van het Mexicaansche
schiereiland Yucatan is door een wervel
storm geteisterd. Vooral in de stad Progresso
is ernstige schade aangericht. Talrijke hui
zen werden vernield.
De storm verplaatst zich in Westelijke
richting over de Golf van Campeche in de
richting van de staten Vera Cruz en Tamau-
lipas.
zaüxcn VibD.