Als Uw kind hoest ABDIJSIROOP E WIND BLAAST. ^Binnenland Jxuilteton Steekpartij te Groningen. Arbeider ernstig gewond. De zelfmoordpogingen van Duitsche vluchtelingen. Schriftelijk beantwoorde vragen. AKKER's verslèrkle het rijden van fietsers op voor hen gesloten wegen. Onvoldoend zichtbare borden. keuring van automobielen. k.n.w.b. en k.n.a.c. tegen algemeene keuring. GELUKWENSCHEN BIJ HET REGEERINGS-JUBILEUM. Verkeer» ongelukken Aan verwondingen overleden. 2 TWEEDE BLAD. Gistermiddag ontstond tusschen twee mannen, die stonden te praten aan het Zui- derdiep te Groningen, om nog onbekende redenen een woordenwisseling, welke op een gegeven oogenblik zoo hevig werd, dat de mannen tot handgemeen overgingen. De 57-jarige arbeider A. E. trok plot seling een mes en stak daarmede zijn tegenstander, den 54-jarigen arbeider G. S. in d linkerzijde. Hevig bloedend wist de gewonde nog een naburigen politiepost te bereiken, waar bij voor- loopig werd verbonden. Men liet hem naar het Academisch Ziekenhuis over brengen. Zijn toestand is ernstig. De dader, die onder den invloed van ster ken drank zou hebben verkeerd, is door de recherche in zijn woning aangehouden en zal ter beschikking van den officier van jus titie worden gesteld. Op de vragen van den heer Donker (s.d.a.p.) betreffende het plegen van zelfmoord of het aanwenden van pogin gen daartoe van eenige zich hier te lande in arrest bevindende Duitsche vluchtelingen, luidt het antwoord van den heer Goseling, minister van justitie: „Sinds 1 Juli 1937 hebben twee Duitsche vluchtelingen, die in afwachting van de te hunnen aanzien te nemen maatregelen als passant in het Huis van Bewaring waren1^ gesloten, zelfmoord gepleegd. Op het een® geval hadden betrekking de vragen van het lid der Kamer den heer de Visser, in het ant- woord waarop (aanhangsel handelinge Tweede Kamer, zitting 1937/1938, blz. 131) omtrent de omstandigheden enkele inlich tingen worden verstrekt. In het andere ge val heeft de vreemdeling zich met een van zijn ondergoed afgescheurde strook gewoed. Oók ten aanzien van laatstgenoemden die zich in het Hul, v.n Be- waring zeer goed gedroeg en altijd rustig was, bestond geen enkele aanwijzing, dat hij plannen tot zelfmoord koesterde. Sinds bovengenoemden datum zijn door nog acht z.g. Duitsche vluchtelingen na aanhouding min of meer ernstige pogin gen tot zelfmoord gepleegd; die pogin gen hadden plaats deels onmiddellijk bij of na de arrestatie, anderdeels geduren de de detentie in afwachting van de ten aanzien van de betrokkenen te nemen beslissing, of wel gedurende het trans port tót uitleiding. Opmerking verdient, dat in één der laa*st: bedoelde gevallen de vreemdeling zelf nai verklaard geen politiek of crimineel vluch teling te zijn en geen bezwaar te hebben gen zijn uitleiding. Vrees voor terugleWing. Er zal wel moeten worden aangenomen, dat veelal bij deze daden de vrees voor moeilijkheden na eventueele terugleidim, naar het land van herkomst een rol speelt. Anderzijds zullen dergelijke wanhoopsdaden ongetwijfeld ten deele op rekening moeten wórden gesteld van den gedeprimeerden toestand in het algemeen, waarin vluchte lingen zich bevinden. De minister is, méde op grónd van rappor ten, ingewonnen naar aanleiding van de vragen, van oordéfcl, dat alles wat redelijker- wijze mogelijk is, wordt gedaan ter voorko ming van zelfmoord óf poging daartoe. Zoo worden de vreemdelingen vóór hun inslui ting nauwkeurig gefouilleerd. Zij staan zoo wel bij dag als bij nacht onder bewaking. Bijzondere maatregelen worden genomen, wanneer er aanwijzingen zijn, welke op zelfmoordplannen wijzen. Bij verblijf in een Huls van Bewaring pleegt de directie van het gesticht zooveel mogelijk regelmatig persoonlijk contact met de vreemdelingen te houden. Er mag echter niet uit het oog verloren worden, dat ook de meest zorgvuldige voor zorgsmaatregelen te dezen geen absoluten waarborg kunnen geven. geeft het dan dadelijk het béste. Laat Uw kind niet langer hoesten dan noodlg is, maar grjjp krachtig in en help Uw kind direct van zijn hoest af met de vanouds bekende en beproefde Akker's Abdijsiroop. Akker's Abdijsiroop, helpt nu nog veel sneller dan vroeger. Vanouds Is Abdijsiroop een natuurlijk kruiden-middel, dat lacht doch go d en grondig aandoeningen der ademhalings-organen v irdruft. Thans heeft Apotheker Dumont de werking van Abdijsiroop op verrassende wUse verhoogd door toevoeging van de hoest-bedwlngende stof codeïne, die snel en afdoend de hoest en de sltlni verdrijft. Oe lult verbaasd staan en binnen weinige dagen «Uit GD. evenals «oovelen voor V, uit eigen onder vinding zeggen: ,,'s Werelds béste Hoest-elroop"l* Flac. 90 ct„ f 1.50, f 3,40, f 4.30. Overal verkrijgbaar. Hoe grooter flacon, hoe voordeel Iger het gebruik. Nauwkeurig onderzoek. Wanneer ook maar eenige mogelijkheid van levensgevaar aanwezig kan worden ge acht, pleegt een nauwkeurig onderzoek te worden ingesteld. In de eerste plaats vindt een nauwgezette ondervraging van den vreemdeling plaats en worden zijn verkla ringen zooveel mogelijk getoetst. In daar voor in aanmerking komende gevallen wor den inlichtingen in het land van herkomst ingewonnen. Groote moeilijkheid levert op het feit, dat zeer veel vreemdelingen, onder wie er ook zijn, die als misdadigers moeten worden beschouwd, aan een uitleiding trach ten te ontkomen door een volkomen onge grond beroep op levensgevaar wegens po litiek vluchtelingschap. Blijft de geringste twijfel bestaan, of bij terugleiding levensge vaar dreigt, dan wordt tot dien maatregel niet overgegaan. Uit het bovenstaande moge blijken, dat de voorgekomen, ook door den minister betreurde, wanhoopsdaden zeker niet in verband mogen worden gebracht met een minder nauwgezette behandeling van vluchtelingengevalien. De vraag, of de minister van meening is, dat de methode van onderzoek en de tot dusver gevolgde wijze van beoordee- ling van de vraag, of tot uitleiding moet worden overgegaan, voldoende waarbor gen bieden voor het leven van vluchte lingen, die naar Duitschland worden uit geleid, kan bevestigend worden beant woord. VERLAGING MONOPOLIEHEFFING VERSCH BUITENLANDSCH FRUIT. B. en W. van Amsterdam hebben eenigen tijd geleden, na ingewonnen advies van de commissie voor aardappelen, groenten en fruit, verbonden aan den levensmiddelen- raad, de aandacht van de regeering geves tigd op de te verwachten schaarschte van in- landsche peren en pruimen, waardoor de be volking, wat deze soorten fruit betreft, zou zijn aangewezen op den invoer uit het bui tenland. B. en W. hebben de aandacht der regeering er op gevestigd, dat deze invoer in sterke mate belemmerd werd door do hoogê rechten, welke op dit fruit worden geheven. Daar naar hun meening een voldoende aanvoer van genoemde frultsoorten in het belang moest worden geacht van de volks gezondheid, zoowel als van den handel en van de arbeiders, dié bij het transport van het fruit betrokken waren, verzochten zij de regeering, dé crisisheffing op dit fruit te willen opheffen, zoolang de inlandsche oogst in onvoldoende mate in de behoefte zou voorzien. Ten aanzien van de buitenlandsche prul- men heeft de regeering thans in zooverre aan dit verzoek voldaan, dat de monopolie heffing met ingang van 15 Aug. j.1, is ver laagd van 7U, tot 3 3/4 cent per K.G, Wat de heffing op peren aangaat, is een beslissing nog niet genomen. GESCHENKEN AAN HET PRINSELIJK PAAR. Van de Indische zelfbestuurders. Gisterochtend werden door de Indische zelfbestuurders aan het prinselijk paar ver schillende geschenken overhandigd. Door den sultan van Deli werd aan de prinses en den prins aangeboden een cas sette, inhoudende een waaier van goud op fluweel, een gouden vaas met zilveren slrih- bladen en een gouden bloemtak (zijnde volgens landsgebruik ceremonieele huwe lijksattributen). *In de cassette is de vol gende inscriptie in zilver aangebracht: „Kehadapan jang teramat moelia H.K.H. prinses Juliana dan jang teramat moelia Z.K.H. prins Bernhard tanda peringatan temasa 6-1-37 daripada srlpadoeka Toeankoe Amaioedin Sanl Perkasa Alamsjah sultan negri Deli". (Eerbiedig aangeboden aan H. K. H. prin ses Juliana en Z. K. H. prins Bernhard als souvenir ter gelegenheid van den 6en Januari 137 door Z.H. Amaloedin Sani Per kasa Alamsjah, sultan van het landschap Deli). Voorts bood de sultan een geschenk aan voor H. K. H. prinses Beatrix, n.L een ge heel in handwerk vervaardigde goud bestikte draagdoek (slendang), alsmede een cas sette, inhoudende een gouden rammelaar in den vorm van het driedubbele ceremonieele statie-zonnescherm (pajong van den zelf bestuurder), gedekt door een kroontje van briljanten en de gebruikelijke franje ver vangen door schelletjes, in welke cassette in zilver een toepasselijke inscriptie is aange bracht. Tevens werden door den sultan van Lang- kat verschillende geschenken aangeboden, n.1. aan prinses Juliana een bijouteriekistje, geheel vervaardigd van ivoor, versierd met fraaie ornamenten in goud. Het kistje heeft een bekleeding van fluweel en wit satijn. Een bijzonder vak is aangebracht voor den kostbaren juweelen armband, die ter ge legenheid van haar huwelijk door de inge zetenen van Nederlandsch-Indië aan H.K.H. werd aangeboden. De prins ontving een filmcassette, waarin een zestal films. Eén daarvan geeft het huwelijk weer van de dochter van den sul tan, terwijl de vijf andere folkloristische op namen uit Langkat toonen. De cassette is vervaardigd van Indisch ebbenhout en ge voerd met goudkleurig fluweel. Voorts werden nog aangeboden een gouden bord en een gouden lepel voor prinses Beatrix, eveneens in een cassette van In disch ebbenhout, versierd met het wapen van Langkat. De cassettes vallen op door de bijzondere strakheid van lijn, overeenkomstig den wensch van den sultan, dat het een kostbaar, doch eenvoudig geschenk zou zijn. De sultan van Pontianak bood de vol gende geschenken aan: voor de prinses een antieke smaragd, welke steen vroeger ge bruikt is als kroonjuweel en enkele geweven sarongs, doorstikt met goud- en zilverdraad voor prins Bernhard een gouden kris en voor prinses Beatrix een gouden poederdoos. De sultan van Boeloengan bood aan prin ses Juliana een kralen mandje aan van Dajaksch werk, aan prins Bernhard een Dajaksch zwaard en voor prinses Beatrix een gouden schotel. PAARDEN SLOEGEN OP HOL. Doodelljk ongeluk te Benthuizen. Vanochtend reed de veertienjarige Klaas Verwey uit Benthuizen als bestuurder op een met twee paarden bespannen wagen. Toen hy het land op wilde ryden, sloegen de paarden op hol én renden den weg op. De wagen botste tegen een paal, waardoor de jongen tusschen den wagen en den paal be kneld geraakte. In bewusteloozen toestand is de knaap een noby gelegen woning binnengedragen, waar hy korten tyd later overleed. OOK KINDERVERLAMMING TE WOERDEN. Overgebracht vanuit Waddinxveen. Te Woerden is by het 11-jarig zoontje van de familie de W. aan den Singel een geval van kinderverlamming geconstateerd. Het jongetje had kort geleden gelogeerd te Wad dinxveen, waar deze ziekte in vry hevige mate heerscht. De toestand van het kind is naar omstandigheden redeiyk wel. Weer een geval te Rotterdam. Gistermorgen is bij den directeur van den G.G.D. te Rotterdam een nieuw geval van kinderverlamming aldaar aangegeven, Het betrof een kindje van 7 jaar. In de gemeente Pijnacker hebben zich twee gevallen van kinderverlamming voor gedaan. Dokter J. Bos, die de gevreesde ziekte con stateerde, heeft beide patiëntjes naar hot ziekenhuis doen vervoeren. Nog vele wielryders aldus schryft ons de A.N.W.B. maken gebruik van het voor het ry verkeer bestemde gedeelte van don weg, ook al is dit voor hen gesloten ver klaard, hetgeen zeer groot gevaar oplevert, zoowel voor de wielryders zeiven, als voor het overige verkeer op den ryweg. Deze fout kan gedeelteiyk het gevolg zUn van de omstandigheid, dat alle wielrijders nog niet voldoende de beteekenis kennen van het ronde, blauwe bord met het witte fietsje, waarmede dit verbod is aange duid, maar is, naar de meening van den A.N.W.B., voornameiyk hieraan te wyten, dat op vele plaatsen deze borden lsngs de wegen zoodanig zyn aangebracht, dat de wielryders zc niet goed kunnen zien. Speciaal voor deze borden is bepaald, dat ze moeten worden aangebracht aan die zyde van het rijwielpad of van de rijwielpaden, welke is afgekeerd van het voor het alge meen rij verkeer bestemde weggedeelte. Deze plaatsing zal in het algemeen geen bezwaren opleveren, indien de rijwielpaden zyn gelegen dicht langs de verharding van de rybaan, maar Indien de terrelnstrook tusschen rijbaan en rywielpad met struik gewas of boorren is beplant, of wanneer het rqwielpad op grooteren afstand van de ry baan is gelegen, zal het niet mogeiyk zyn de borden aan de buitenzijde van het rijwiel pad zóó te paatsen, dat deze van de rybaan af duidelijk zichtbaar zyn. Dit bezwaar doet zich nog veel sterker gevoelen by één zijdige, ten opzicht" van de verkeersrichtlng llrks van de rybaan gelegen, vryiiggende rijwielpaden, omdat het bord dan links van het links gelegen rywlelpad moet worden geplaatst. De A.N.W.B. heeft daarom den minister van waterstaat verzocht, te willen bepalen, dat ook voor de hiert-edoelde borden het zelfde voorschrift zal gelden als voor alle andere, nl. dat ze zoodanig moeten worden geplaatst, „dat de zichtbaarheid op de meest practische wyze is verzekerd". Ingevolge de wegenverkeerswet van 13 September 1935, die binnenkort in wer king zal treden, dient een motorrijtuig in de naaste toekomst voorzien te zijn van een „rytuigbewijs". Afgifte van een dergelijk bewijs kan worden voorafgegaan door de keuring van het motorrytuig. Blijkens de by de behandeling van de wet gewisselde stukken, ligt het niet in de bedoeling by de afgifte van het bewijs voor elk voertuig een bepaalde keuring .e eischen, omdat dit zeker veel moeite, kos ten en oponthoud zou veroorzaken. Echter diende de mogeiykheid van een zoodanige keuring in de wet te worden opengehouden, opdat bg eenigen twyfel ten aanzien van de geschiktheid van een motorrytuig een onderzoek zou kunnen worden gelast, ter- wyi zoonoodig onderzoeken op den weg door opsporingsambtenaren voldoende preventief zullen werken t.a.v. motorrytui- gen welke in minder goeden staat ver- keeren. Ondanks deze positieve medcdeelingen schynt onder de weggebruikers groote on gerustheid te hetrschen omdat biykbaar toch beoogd wordt een anderen vorm van keuring, n.1. een algemeene, reep. perio dieke keuring voor alle motorrytuigen in het leven te roepen. De A.N.W.B. en de K.N.A.C. hebben zich gezameniyk in een adres tot den minister van waterstaat gewend, waarin zy betoo- gen, dat een algemeene keuring van hoogst ir.grypenden aard is voor de belangen van de motorweggebruikers; aan een zoodani- gen maatregel 2ullen verstrekkende con sequenties voor dt betrokkenen verbonden zijn. De gevolgen zullen niet alleen van financiëelen aard zijn, doch tevens zal veel verlies van tijd en een aanmerkelijke over- last bij de voortdurende controle onder vonden worden. Bij periodieke keuring zul len ook de kosten bij herhaling weder- lc6€rcn> De A.N.W.B. en de K.N.A.C. zqn tot dus verre geenszins overtuigd, dat de be staande materiaal-toestanden een dergelqk ingrijpen noodzakeiyk maken, te minder, daar hun inziens reeds aan de hand van bestaande voorschriften voldoende voor excessen kan worden gewaakt. Tenslotte vei zoeken genoemde vereeni- alngen met eventueele ontwerpen tot rege ling dezer materie in kennli te mogen worden gesteld en daarop, als erkende ver tegenwoordigers van het motorwegver- keer, van advies te mogen dienen. Van den ParU»chen gemeenteraad. Da voorzitter van den gemeenteraad van Parys, Le Provoost de Launay, heeft een telegram van gelukwensch gezonden aan koningin Wilheln.ina ter gelegenheid van haar regeerlngsjubileum. Het telegram luidt: „Parijs, dat de eer had Uwe Majesteit op het stadhuis te mogen ontvangen, gevoelt zich dezen ver jaardag vereerd in vreugde met het ge- heelc volk, dat de voritln huldigt, die in 40 Jaar zUn hart heeft gewonnen. Uit naam van de gekozenen en de bevolking geef ik uitdrukking aan de vurige wensehen, dat Uwer Majesteits regeering, welke zooveel luister heeft geworpen op het Huis van Oranje, en voor de Nederlandsche natie een bron was van welvaart en groothaid, nog lang moge voortduren. Ik verzoek Uwe Majesteit mijn zeer eer biedige hulde te willen aanvaarden." Een Duitsche gelukwensch. De Fllhrer en rykskanaeller, Adolf Hitier. heeft H. M. de koningin telegrafisch gelukgewenscht met haar verjaardag. DOODELIJK ONGELUK OP DEN VERKEERSWEG DEN HAAG- AMSTERDAM. Wielrljdster het slachtoffer. Op de kruising van den nieuwen ver keersweg naar Den Haag en den Sloterweg heeft zich gisteren ln den namiddag een ongeluk voorgedaan, waarby eei. omstreeks 38-jarlge wielrijdster om het leven is gekomen. Deze dame reed aan den rechterkant van den Sloterweg en wilde den voorrangsweg oprijden. Naast haar rted in dezelfde rich ting een autobus. Het gevolg was, dat de wielrljdster niet kon zien, dat van links een personenauto naderde. Een botsing was niet meer te vermijden. De wielrijdster werd door de auto gegrepen en tegen den grond geworpen. Zy liep een schedelbreuk op en was bUna op slag dood. MOTORRIJDER IN BOTSING MET AUTO. Op den viersprong van den Zevenho- venschen en Nieuwkoopschenweg te Ze venhoven (Z.-Holl.), is gisteravond dc motorryder Hendriks uit Ter Aar door «en auto aangereden. Hy vloog door de voor ruit van den wagen en liep daarby zoo danige Inwendige kneuzingen op. dat hij korten tyd na het ongeluk ls bezweken. De autobestuurder kwam met dan schrik vry. JONGETJE AANGEREDEN EN ZWAAR GEWOND. Gistermiddag is het 7-Jarlge zoontje van de familie De W., dat een ontsnapten luchtballon op den rUweg van da Prins Hendrikkade te Sneek achterna liep, door een auto aangereden. Het jongetje werd door den kruk van één der portieren ge raakt en liep daarbij zeer zware verwon dingen aan het hoofd op. Door een politie auto ls het kind in zorgwekkenden toestand naar het St. Antonluszlekenhuls te Sneek overgebracht. Door DONN BYRNE. Uit hot Bngelach door J. van F 24) Zy hield zyn belde handen nog omklemd; ware het niet door haar ferme warme han den geweest, dan zou hy hebben kunnen meenen, dat hy sprak tot een schoone on- lichameiyke geest, zooals Pontlus Pllatus een arme door paniek aangegrepen geest was, of tot Iets, dat hy uit zyn gedachten te voorschyn getooverd had. „Liefste, beloften zyn zoo gemakkeiyk te geven. Ik heb beloften gedaan, o, zoo veel beloften!En het leven, of het noodlot En als je ze niet kunt houden, breekt je hart. Je weet niets van my, Shane," „Ik wensch niets te weten, ik wensch slechts jezelf, Claire-Annei" „Je moet iets weten; ik was een gewoon jong meisje, goed opgevoed en goed onder legd ik droomde ervan een groote ac trice te worden. Ik werd actrice, maar ik wasmanquéeslaagde niet, had geen succes. En toen trouwde lk en mijn man stierf En zoo ben ikEn er zijn an dere dingen, die je niet moet weten. Niet, dat zy my lief zijn, o neen!maar je moet ze nimmer hooren. O, Shane, als zeven jaar geledenMaar het noodlot, of het leven, gunde het ons niet. En nu kunnen wy het alleen verschalken en slechts voor een poosOmdat het noodlot alziende en afgunstig en wreed iaSlechts voor een poos, een heeriyke poos „Maar, Clalre-Anne, 'ik begryp het niet." „Niet begrqpen, neen, niet begrqpen, myn lief. Doe nietslaat my slechts al les geven, wat ik heb, wat ik jc kan geven én laat my nemen, wat je in ruil wenscht te geven, alleen datO, Shane, wy zyn twee menschen ln een donker woud en het is er eenzaam en verschrlkkeiyk En wU hebben elkander ontmoet en onze handen se cont serréesgegrepen en vastgehou den En wy zyn niet langer eenzaam of bang. En jy hebt ln je hart een beeld van my, een schoon warm beeldMaar als de nacht voorby is en wy op de wellanden zouden komenO, Shane, laat ona niet ln het licht treden niet ln het onbescha duwde, niet in het licht.... O, neen! neen!" „Maar, Claire-Anne „Kom nader, Shane. De nacht is ledig, slechts wy beiden zyn in de wereld kom dichterby, dichter, nog dichter...." VII. Op een avond bU zonsondergang zat hy in haar tuin, onder den moerbeiboom en zij was een oogenblik het huis binnen ge gaan, zich bewegende met haar vasten, be- valligen tred, die was als het krachtige zwemmen van zwanen. In de stemmigheid van de schemering en in haar afwezigheid kwam een plotselinge overtuiging tot hem. Voor een korte spanne tyds, hoe lang wist hy niet, was hy ln een studeerkamer in An- trlmBuiten was de zon ondergegaan en was het purperen water van de scheme ring en het zachte roepen van een krekel En binnen was een grys hoofd, dat op een boek was neergezegen, neergedaald, zooals de zon neerdaalt. „O, oom Robin!" riep hy uit. Toen rees een hevige opwelling van tra nen ln zijn hart en ln ?.yn oogen Toen zy naar buiten kwam, werd hy zich weer bewust van den tuin ih de Midi, In- plaats van de Antrimsche vallei, van de Middellandsche Zee inplaats van de wate ren van Moyle, Zy kwam het schemerige pad af; op eenigen afstand zag zy zyn ge laat, stond stil, haar gezicht bleek „Shane! Shane! wat is er? Ben Je ver drietig? Of ziek?" „Myn oom Robin ls dood, Claire-Anne." Zy keek hem een oogenblik aan niet goed begrypend; evenals een zwaluw kwam zU naar hem toe, zette zich dicht naast hem, stak haar arm door den zynen; haar handen omklemden zyn handen. „Waarom heb Je 't my niet verteld, schat?" fluisterde zy. „Ik weet het nu eerst, ik voelde, zag Wy waren zulke goede vrienden.... myn oom Roblnl Bearmacht, De ar a anam! God zegene zyn ziel!" Zy zeide niets, zq bewoog zich niet, zq ademde nauweUjks. Slechts haar tegen woordigheid, haar handen, stevig en sterk op de zqne, zoo wenschte hij haar. „Was het.... een moeilijke dood, Shane?" „Neen, lk scheen hem te zien, slapende tusschen zyn boeken." „Zyn boeken waren zyn vrienden zoo had Je my verteld." „Ja, lieve, zyn leven behoorde hen." „En hy was geen Jonge man meer, je oom Robin?" „Acht en zestig jaar oud." „ls het zoo hard. lieve, om snel. kalm heen te gaan met je vrienden om Je heen op een herfstavond?" „Neen, schat, niet hard, heel juist zelfs denk ik, maar er is iets, iets uit de wereld verdwenen, ala een mooie boom uit een tuin. En hy was my heel dierbaar, myn oom Robin. Het zal zwaar zyn om thuis te ko men, waar hy my nu niet meer tegemoet zal komen en vragen; „Gaat het goed, Jochie? Je ben», toch niet ziek?" Clalre- Anne, lk zal hem lang gedenken Zy zat met hem zwijgend ln den tuin en na een poosje stond zij op en ging zonder een woord weg. En hij bleef ln den tuin zitten, peinzend by zichzelf, of hy op eenl- gerlel wyze onachtzaam was geweest tegen over oom Robin. Hy had wel vaker kunnen schryven, het was niet aardig geweest om den ouden man In ongerustheid te laten, terwyi hy leerling was op zee. Ja, hy had kunnen schryven, had vaker kunnen schry ven. En ook meer aan hem kunnen denken; en er waren boeken, die hy voor den ouden man had kunnen meebrengen boeken uit Frisco en New-York en Napels. De boek winkels waren zoo ver van de kaden en hq had het steeds uitgesteld. En hq had het zoo gemakkeiyk kunnen doen.. Als iemand jong is, is hq zoo achteloos, Van ergens drong de boodschap tot zijn bewustzijn door als een wapperen van seinvlaggen: „Het hindert niet, lieve Jongen, trek h*t je niet aan. Geef jezelf geen schuld, Je bent een goede Jongen geweest en lk ben geluk kig." Ach Ja. maar een groote boom was uit den tuin verdwenen, een werkeiykheld was geworden tot gedachte en gevoel, en gedachte en gevoel mogen allea zyn wet overbiyft en een werkeiykheld onwerke- ïykheld zyn, maar een werkeiykheld ie zoo warm zoo geruststellend Hy stond op en ging naar het huls en on derweg ontmoette hy haar „Clalre-Anne. zou Je het erg vinden, els ik naar myn schip terug ging? Ik voel mÜ een beetje eenzaam „Er staat een rytulg voor Je gereed aan de deur." Voor het eerat viel het hem op, dat ty ln deze occulte gebeurtenis geen enkelen schrynenden klank had geuit; zy had geen vragen gesteld noch had zy getracht met hem te redeneeren, zooals andere vrouwen zouden gedaan hebben en hem zouden heb ben gezegd, dat hy zich dat allea slechts verbeeld had. Noch had zy nem lastig ge vallen met hol, onwelkom medegevoel, Zij wastot hulp gereed gebleven, als op zee. En hoe snel had zy zyn behoefte een afzondering, aan zyn eigen schip, geraden! ..Er is niemand ln de wereld zooals JU. Claire-Anne", zeide hy tot haar. „Ik ben wat jy van my maakt, Shane, wat jy van my verlangt." Haar hand* zoch de zqne in de kalme schemering. „Kom niet terug voor Je er behoefte aan hebt, lieve; ik ben hier, altqd hier." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6