issuz-a eerste blad. ronde koninginne-feesten. ziekvereenieintr p erp<?ort door de mu- stelveen bezSpn ^621"^^'' uit Am" Vondelpark vmuziektent fa het vereeniging „Crescendo^" politiemuziek- gedePnkHa°D0i1°nSSChepen de haven de SSJSLÏ T aan«evangen met een schoten Van en^6t 3fgeven van 33 ^be schoten /g om 12 uur zullen 35 wordt onTa afgevuurd en het saluut totaal VUr4 l0ten met 33 ^heten. In de Konirigim eere Van H' M" HET VORSTELIJK GEZIN BEGEEFT ZICH NAAR HET KERKGEBOUW. Voordat H.M. zich naar de Nieuwe kerk egaf hadden weer honderden toeschouwers een plaatsje gekregen voor de vensters van de gebouwen rond het groote plein en ook vanaf de daken genoot men van het leven dige, kleurrijke schouwspel dat het oude plein op dezen hoogtijdag bood. Tegenover het paleis had zich de eerewacht van de stu dentenweerbaarheid uit Amsterdam, Leiden en Utrecht opgesteld. Voor het paleis stond de eerewacht van matrozen. De eerewacht van vroeger. De eerewacht voor de ingang van de kerk werd betrokken door 42 oud adelborsten en cadetten, die op 6 September 1898 heel heb- uitgemaakt van de eerewacht voor het ko ninklijk paleis by de inhuldiging van de Koningin, Een deel van deze oudgedienden was gekleed in de schitterende gala uni formen van den hoogen rang waarop ze den dienst hadden verlaten. Het was een indruk wekkend gezicht, deze eerewacht van oud- militairen van land en zeemacht, die tijdens de regeeringsperiode van onze koningin in haar dienst carriere hebben gemaakt, en die nu na veertig jaar weer op dezelfde plaats staan in hun goudgestikte uniformen met de vele decoraties, flonkerende in de zon. Meer en meer naderde het groote oogen- blik, waarop de vorstin, prinses Juliana en prins Bernhard met het gevolg het paleis zouden verlaten om zich naar de kerk te be geven. Vyf miniuten voor elf gingen de pa leisdeuren open, de parademarsch weer klonk, de militaire kapel zette Wilhelmus in. Het groote oogenblik was daar. Hre Ma jesteit de Koningin schreed naar buiten, voorafgegaan door hare kamerheeren mr. W. F. Roell en jhr. F. J. van Lennep.. Achter haar volde prinses Juliana en prins Bernhard. Een daverend gejuich ging uit de menigte op. De koningin, de prinses, prins Bernhard en het gevolg, begeleid door den burge meester en den hoofdcommissaris, schreden langs de hier opgestelde eerewacht van oud-cadetten en adelborsten. Enkele minuten later sloten zich de kerk deuren achter het koninklijke gezelschap. Op den Dam volgde men met spanning en ontroering de gebeurtenissen in de kerk. Door luidsprekers was de geheele indruk wekkende plechtigheid uitstekend te volgen. In de Nieuwe Kerk. Reeds vóór tien uur reden voor de Nieuwe kerk de auto's af en aan met ge- noodigden, die reeds tijdig hun plaatsen wilden innemen, omdat het publiek was verzocht, voor half elf in de kerk aan wezig te willen zijn. Het interieur van het kerkgebouw had een grondige verandering ondergaan. Voor het nieuw vergulde koorhek, dat was afgesloten met een gordijn van donker blauw fluweel, was, rechts van den door gang, die naar den ingang van de Damzijde voert, een verhooging van circa dertig cen timeter opgeslagen, welke bedekt was met tapijten en waarop drie zetels geplaatst waren voor de koninklijke familie, terwijl achter deze zetels twee rijen stoelen voor de leden der hofhouding stonden. Dank zij een practische nummering der rijen konden de genoodigden gemakkelijk hun plaats innemen. Het was een bonte mengeling van dames in fleurige wandel toiletten, en de heeren in plechtstatig zwart en in kleurige uniformen. Want behalve de regeering, de aanwezige hooge officieren van land- en zeemacht en de leden van het diplomatieke corps, hadden ook de meeste burgerlijke autoriteiten, die daartoe door hun ambt gerechtigd zijn, zich in den staat sieuniform, welke zij uit hoofde van hun functie mogen dragen, gestoken. Reeds voordat tegen elf uur de konink lijke familie het paleis verliet, hadden alle genoodigden hun zetels ingenomen. Op het muziekpodium hadden vijftig leden van het Concertgebouworkest en 150 dames en heeren van het Amsterdamsche Toonkunstkoor plaats genomen voor het kleine orgel, dat bij deze gelegenheid zou worden bespeeld. Bij den ingang aan den kant van den Dam had zich de commissie voor de natio nale gedachtenisviering opgesteld, om de koningin by aankomst in de kerk te ont vangen. Het waren de heeren mr. L. J. A. Trip, C. G. Vattier Kraane, prof. mr. V. H. Rutgers, mr. J. C. W. N. de Bruyn van Melis- en Mariekerke en F. A. van den Bosch. Het is by'na elf uur als gejuich buiten aankondigt, dat de koningin het paleis heeft verlaten en even later betreedt de konink lijke familie het kerkgebouw. De plechige herdenkingsdienst. Het Wilhelmus ruischt door de ruimte als de koningin, gevolgd door de prinses en den prins door de leden der commissie naar het podium wordt geleid, terwijl allen zich van hun zetels hebben verheven. Op den mid delsten stoel neemt de koningin plaats, rechts van haar prinses Juliana en ter linkerzijde prins Bernhard, terwijl de leden der hof houding op de rijen stoelen daarachter plaats nemen en burgemeester de Vlugt en de leden der commissie zich naar hun eigen plaatsen begeven. Dan zwijgt het orgel en zingt het Toon kunstkoor a-capella twee coupletten van het Wilhelmus, het eerste en het veer tiende: „Oorlof mijn arme schapen". Van den kansel, die tegen de tweede zuil ter rechterzijde van den langen door gang is aangebracht, spreekt ds. P. J- de Jong het gebed uit. Als het gebed verklonken is, klinkt door de kerk het choraal uit cantate 192 van Johan Sebastian Bach, op woorden van Nicolaas Beets: „O, onvergeetbare stond Plechtig en gedragen klinkt de muziek van den meester, die onder leiding van prof. Willem Mengelberg wordt uitgevoerd, door het kerkgebouw, waar allen onder den in druk zijn van het plechtige moment, en zeer in het bijzonder de ongetwijfeld niet velen, die zich het moment herinneren, waarop veertig jaar geleden de jeugdige vorstin tot koningin der Nederlanden werd gekroond. Adressen van dank, hulde en geluk- wenschen. Vervolgens kregen de voorzitters van de beide Kamers der Staten-Generaal en de oudste commissaris der koningin (baron van Harinxma thoe Slooten uit Friesland) ge legenheid adressen aan te bieden. Gedachtenisrede van dr. H. Colijn. Het woord van den psalmist aldus dr. Colyn waarin wordt gewaagd van ge dachten, die zich binnen in ons vermenig vuldigen, geeft wellicht beter dan iets anders uitdrukking aan de gevoelens, die ons in deze dagen vervullen. Dr. Colijn wees vervolgens op de tegen stellingen tusschen het begin en het eind dezer 40-jarige periode. Tegenstellingen op bijna elk terrein van het leven, maar wel licht het meest opzienbarend op internatio naal gebied. Is 1898 een jaar, waarin de vredesklanken overheerschend waren, 1938 geeft ons een wereld te zien, die vervuld is van oorlogs rumoer en oorlogsvrees. Spr. wees daarna uitvoerig op de staatkundige veranderingen Ook in de algemeene geestelijke gesteld heid der menschheid steekt het einde dezer 40-jarige periode niet gunstig af tegen het jaar 1898. Al was ook destijds afwijkingen van de in een christelijke levensbeschouwing gefundeerde begrippen niet zeldzaam, de traditie hield toen ten minste nog veel staande, dat thans zonder bedenken ter zijde wordt gesteld. Spr. herinnerde aan den wereldoorlog, maar wilde de feestelijke stemming niet laten beïnvloeden door alleen maar te letten op wat de wereld om ons heen te zien geeft. We willen ook acht slaan op de plaats die Nederland temidden der volkeren inneemt. En dan herinneren wij ons allereerst het woord uit Uwer Majesteits proclamatie, bij de troonsbestijging geuit, dat zij den eerbied voor den Nederlandschen naam en de Ne- derlandsche vlag begeerde te bevestigen, om er dan onmiddellijk met innige verheuging op te wijzen, dat dit koninklijk woord ten volle in vervulling is gegaan. Nog is de wereld de kloeke daad niet vergeten om den bejaarden president Kru- ger, toen een langer verblijf in zijn strijdend vaderland voor hem niet meer mogelijk was, door een Nederlandsch oorlogsschip naar Europa te doen overbrengen. Ook de correcte houding van Nederland tijdens den wereldoorlog heeft, na de be koeling van de hartstochten, de waardeering gevonden, die zij verdiende. De Nederland- sche naam en de eer van het land werden in die zoo bijzonder moeilijke tijden, onge rept gehandhaafd. Het valt wat moeilijker te spreken over onze eigen daden, maar dit mag toch ge zegd, dat bevoegde beoordeelaars in het buitenland, kennende de moeilijkheden, waarmede wij te worstelen hebben, steeds met lof gewagen van de taaie vasthoudend heid van ons volk in dagen van tegenspoed en zijn gezond inzicht in de middelen om aan dien tegenspoed het hoofd te bieden. Spr. herinnerde verder aan Hare Majes teits onverflauwde belangstelling in de weer macht en in alles wat de plicht en de eer van het land vordert. Zoo is er dan, ondanks alle verwarring en moeilijkheid in de wereld, zelfs, internatio naal reden, tot bijzondere voldoening, indien we de plaats van Nederland te midden der volken in dit tijdsgewricht in beschouwing nemen. De voldoening, die we mogen koesteren, als men let op de plaats van Nederland in het internationale verband, gaat over in stille bewondering, indien men den blik laat gaan over den vooruitgang, die in deze 40 jaren binnen het koninkrijk viel waar te nemen. Spr. hield vervolgens een beschouwing over den vooruitgang op medisch gebied en op het terrein van handel, industrie en ver keerswezen. Wie over het verkeerswezen spreekt, kan bezwaarlijk zwijgen over de lucht, dus over de radio en het v 1 i e g w e- z e n waarop spreker verder uitvoerig in ging. Nederlandsche wetenschap en kunst worden bij herhaling door het buitenland geëerd. De dagbladpers groeit en veel werd gedaan voor barmhartigheid en voor de jeugdvorming. De schoolstrijd werd geme moreerd evenals de totstandkoming van betere sociale toestanden, waarna dr. Colijn in den breede den veranderden toestand in de koloniën besprak. Terwijl in verscheidene landen de volken den band met hun eeuwenoude vorstenhui zen verbraken, werden het Nederlandsche volk en Oranje in deze 40 jaren steeds nau wer saamgesnoerd. Het Huis van Oranje leverde in den eer sten Willem den grondlegger van die zelf standigheid en de latere loten van den stam hebben Haar, onder vaak onzegbaar groote moeilijkheden, op een enkele uitzondering van korte duur na, weten te bewaren. Vor stenhuis en volk stoelen op denzelfden wor tel van nationaal besef. Daaruit vloeit dan de wisselwerking voort tusschen den groei van het nationaal besef en de waardeering voor het vorstenhuis, daarin wortelt het inniger worden van den samenhang tus schen volk en vorst. Het mag gezegd worden, dat het over- groote deel des volk uit den diepsten grond des harten God dankt voor het voorrecht, die rechten en vrijheden zoo veilig be waard te weten. Ook daarom staat het volk van Nederland met zulk een ongeschokt vertrouwen voor, achter, rondom den troon der Oranjes. Spr. memoreerde ver volgens het verlies dat het vorstelijk gezin door den dood van koningin Emma en prins Hendrik heeft geleden en herinnerde aan de vorstelijke verloving, het huwelijk en de geboorte van prinses Beatrix. Gebruik makend zoo eindigde dr. Colijn van de woorden van den apos tel in een zyner brieven aan de gemeente te Corinthe, moge ik hier, mij wetend te spreken namens het volk van Neder land, ten slotte alles samenvatten in de getuigenis van ons onwrikbaar g e- 1 o o f in de heilzame werking van het voortbestaan van den band tusschen Nederland en Oranje in de uiting onzer vurige hoop, dat de Almachtige God ook in dat opzicht Zijne gunst over land en volk bestendige cn in de verzekering, met diepe overtuiging uitgesproken.dat het volk van Nederland, ook in de toekomst, U zal blijven omringen met zijn warme liefde en zijn ongebro ken trouw". Het bleef eenigen tyd stil na de indruk wekkende rede van dr. Colyn, Het antwoord van H. M. de Koningin. Terwijl de aanwezigen zich van hun zetel verhieven sprak H. M. de Koningin de vol gende woorden, die helder en duidelijk door het kerkgebouw weerklonken: Leden van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal; Ik wensch U Myne erkentelijkheid te betuigen voor de gevoelvolle woorden, die gij in Uwe adressen, als vertegen woordigers van het Nederlandsche volk, in deze plechtige ure tot Mij gericht hebt. Deze historische plaats van samen komst alwaar Mijne Vaderen en Ik den eed aflegden op de grondwet en door de Staten-Generaal werden ingehuldigd verhoogt nog hiervan de beteekenis. Met voldoening en waardeering zie ik terug op de thans achter ons liggende veertig jaren als een tijdperk van on onderbroken goede en vruchbare samen werking tusschen volksvertegenwoordi ging en Kroon, die een niet te over schatten beteekenis heeft gehad voor ons volksbestaan en allen die 's Ryks gebieden bewonen. In alles een met Myn volk, in den ken en voelen, in liefde voor zijne vrij heid en rechten en voor zijne onafhan kelijkheid, behoud Ik van de afgeloopen veertig jaren een blijde herinnering. In zorgvolle en benarde omstandighe den, in beproeving, maar ook in dagen van vreugde zijn wy nog nauwer saam- gegroeid en heb Ik mij gedragen gewe ten door de liefde en het vertrouwen van Mijn volk. Dank zij zijn vlijt, taaiheid en uithou dingsvermogen en zijn vasten wil zijn bestaan en onafhankelijkheid ten allen tijde met Gods hulp te handhaven, kun nen wij den druk der tijden ten spijt op vooruitgang en ontwikkeling bogen, hetgeen ons aanzien by de andere vol ken ten goede is gekomen en hun ver trouwen in ons nog heeft versterkt. U, mijnheer de voorzitter van den ministerraad en minister van Staat, breng ik mijn dank voor Uwe rede en voor de beteekenisvolle woorden tot Mijn volk en Mij gericht. Zy zullen, van U komende, ongetwijfeld een diepen indruk achter laten. Dien dank betuig Ik ook voor Uw uit het hart komend adres, mijne heeren commissarissen, waarin Ik moge zien de vertegenwoordigers der elf provin ciën, die samen dit ondeelbaar land vor men. Moge Uw arbeid en streven steeds tot heil van de U toevertrouwde gewes ten blijven strekken. De zon schijnt niet zonder schaduwen te werpen die ook over ons heen gaan. Als wy arbeiden is het onze plicht de werkelijkheid niet te verbloemen, maar haar te zien, zoor Is zij is, en wat zij mee brengt onvervaard en kloek aan te dur ven en mt een groot en sterk ver trouwen en opgeheven hoofde de ko mende tijden tegemoet te gaan. Toen zetten kror en orkest Cantate 51 van Bach „Jauchzet Gott in allen landen" in. De sopraansolo werd gezor.gen door Jo Vin cent. Ds. de Jong sprak daarop het volgende slotgebed uit: O onze God, gij Koning, In onze harten rijst op het lied der aanbidding: „Geslacht aan geslacht zal Uw werken roemen en Uw mogendheden verkon digen. Wy zullen uitspreken de heerlijkheid der eer Uwer Majesteit en Uw wonder lijke daden. Wy zullen de gedachtenis der groot heid Uwer goedheid overvloedig uit storten en Uw gerechtigheid met ge juich verkondigen. Wij zullen de heerlijkheid van Uw koninkrijk vermelden en Uw mogend heden zullen wy uitspreken. Uw koninkrijk is een koninkrijk van alle eeuwen en Uw heerschappij is van geslacht tot geslacht. U, den koning der eeuwen, den ver- derfelijken, den onzienlijken, den alleen wijzen God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid. Onze Vader, die in de hemelen zijt Uw naam worde geheiligd, Uw ko ninkrijk kome, Uw wil geschiede op aarde, gelijk in den hemel. Geef ons heden ons dagelijksch brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den booze. Want U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen. Vervolgens bracht het koor het „Hallelu- jah uit het oratorium „de Messias" van Handel, tengehoore, terwijl tenslotte koor en orkest het zesde couplet van het Wilhel mus inzetten „Mijn schilt ende betrouwen syt ghy, O Godt, mijn heer". Terwijl alle aanwezigen zich verhieven, verliet de koninklijke familie, uitgeleide gedaan door de commissie voor de gedach- tenviering, het kerkgebouw om te voet naar het paleis terug te keeren. Dank- en bidstonden. Maandagavond, aan den vooravond van de herdenking der inhuldiging, hebben de kerkgenootschappen in Nederland dank- en bidstonden gehouden, waarin zich duizen den en duizenden hebben vereenigd. Voor de Ned. hervormde gemeente te Amsterdam werden de diensten gehouden in de Westerkerk en de Oranjekerk, de beide stampvol waren. Velen moesten zich zelf met een staanplaats tevreden stellen. In de Westerkerk werd de dienst geleid door de predikanten van Lmburgh en Ko ningsberger. Ds. van Limburgh ging uit van Mattheus 7 25. Vreugdevuren langs de kust. Op grootsche wijze heeft de Nederland sche jeugd H. M. de koningin Wilhelmina aan den vooravond van den nationalen feestdag gehuldigd. Niet minder dan 225 vreugdevuren zijn gisteravond langs de Ne derlandsche kust, de grenzen en in de pro vinciale hoofdsteden ontstoken en vele dui zenden jongeren hebben door hun mede werking en aanwezigheid deze symbolische daad luister bijgezet. Op het Scheveningsche strand is het vuur voor het seinpostduin ontstoken en behalve de talrijke jongerenorganisaties, die om het vuur geschaard stonden, waren op de boulevard nog duizenden kijkers aanwezig. De deelnemers verzamelden zich om 8 uur aan de noordzijde van de visschersha- ven, vanwaar zij met de muziek van het jongeliedenmuziekcorps „Juliana" aan het hoofd, naar het strand marcheerden. Daar heeft prof. Van der Bilt de jonge ren toegesproken. De Amsterdamsche jeugd ontvangt de gemeentevlag uit handen van den burgemeester. Voor de tweede maal was het knusse bin nenplein van het Amsterdamsche stadhuis de verzamelplaats van een groot aantal Amsterdamsche jongens en meisjes. Thans stond er een deputatie van de Amsterdamsche jeugd en jongelingschap, die zal deelnemen aan de huldebetooging van de Nederlandsche jeugd, ter eere van de koningin op den Dam. Op het binnenplein van het stadhuis wer den in afwachting van de vaandelover dracht vaderlandsche liederen gezongen. De burgemeester droeg met een korte rede de Amsterdamsche vlag over. De voorzitter van het Amsterdamsche comité-jeugdhulde 1938, de heeren M. Gol- denberg, nam de vlag hierna in ontvangtst Het muziekcorps speelde het „Wilt heden nu treden". En voorafgegaan door het brandweermuziekcorps marcheerde de stoet met in zijn midden de gemeentevlag, naar het koningin Emmaconument, op het Em- maplein. Aan den voet hiervan werd namens de Amsterdamsche jeugd een groote krans ge legd. De Amsterdamsche vlag werd in een standaard gezet. Vier vaandelwachten, te zamen veertig jongens en meisjes, schaar den zich er omheen. Om het half uur wer den deze wachten afgelost. Elke vaandel- wacht vormt een deputatie van een der Amsterdamsche jeugdorganisates. Zij allen tezamen zullen de vlag bewaken tot van avond zes uur, het tijdstip, waarop de Am sterdamsche deputatie met de vlag naar het Stadionplein zal marcheeren om zich bij de vertegenwoordigers der andere gemeen ten aan te sluiten. De herdenking door de radio. Eendrachtig heeft ook de Nederlandsche radio-omroep op blijde en waardige wijze het veertigjarig regeeringsjubileum van on ze vorstin herdacht. Het nationaal programma, geheel gewijd aan de viering van dezen zoo by uitstek luisterrijken dag, werd verzorgd door de vier groote omroeporganisaties en de V. P. R. O. en werd uitgezonden over Kootwijk, Hilversum en Jaarsveld en tevens door de rijkszenders en de Phohi, zoodat ook in de overzeesche gewesten het blijde feest in het moederland kon worden gevolgd. Reeds te 8 uur klonk het plechtige Wil helmus ter opening en inleiding van den hoogtijdag. Dr. P, H. Ritter sprak vervolgens over „de zin van den nationalen hoogtijdag". Na orgelspel en koorzang trad de oud minister van economische zaken, Z. Exc. mr. dr. T. J. Verschuur voor den microfoon voor het uitspreken van een rede, getiteld „koningin en vaderland". Na koraalmuziek. een wijdingswoord van ds mr. L. C. W. Ekering, en gewijde mu ziek sprak de heer J. Schouten lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal een feestwoord. Vervolgens werd de plechtige nationale gedachtenisviering in de nieuwe kerk te Amsterdam uitgezonden, een plechtigheid die zonder twijfel door geheel Nederland en overzeesche gewesten met groote ontroe ring zal zijn gevolgd. 's Voormiddags bracht de radio nationale en volksliederen, waarna de reportagé van de nationale huldebetooging op den Dam volgde, een betooging waaraan circa 9600 personen uit het land deelnamen leidendn\hield «t E" D' Spelber* een in leidende toespraak tot het door de V. P R. O. verzorgde deel van het programma. De jeugdhulde in Den Haag Hedenochtend trokken deputaties van ties'met hdC' Haags,che Jongerenorganisa ties met banieren, vlaggen en muziek op fer van 'fGreaenteKhUi8 Waar de ^mees ter van s-Gravenhage, mr. S. J. R de Monchy de gemeentevlag zou uitreiken aan een deputatie uit de jongerenorganisa- Nadat het muziekkorps van het reeimpnt veldartillerie, „Wilt heden nu treden" had kortee1edeSPuritk burgemeester de Monchy 'n voor den burgemeester. re«imentskapel De deputatie met de vlag begaf zich naar het Jozef Israëlsplein, waar in het rosarium een vaandelwacht werd betrokken voor het monument van wylen de koningin-moeder. Oorkonde voor H. M. de koningin. Rector en senaat der r. k. universiteit te Niimegen hebben aan H. M. de koningin in verband met haar veertigjarig regeerings- iubileum een oorkonde van gelukwensch aangeboden, welke op artistieke wyze is I^6 de6 oorkonde wordt de hoop uitgespro. ken dat het God moge behagen Hare Ma jesteit nog vele jaren voor het koninklijk huis en haar volk te bewaren. Dank van H. M. de koningin aan de Haagsche burgerij. De burgemeester van Den Haag ontving van H. M. de koningin onderstaand tele- Burgemeester van 's-Gravenhage. Op het oogenblik van mijn vertrek naar Amsterdam verzoek ik U, mijnheer de bur gemeester, myn zeer hartelijken dank te willen overbrengen aan de burgerij voor de luisterrijke viering van mijn achtenvijftig- sten geboortedag en aanvaarding der regee ring van veertig jaar geleden. De my door zoo talloos velen gebrachte aubade, de begroeting door vereenigingen en bevolking, de schitterende optocht, de prachtige versiering en verlichting van de stad, de indrukwekkende avondvoorstelling my door het gemeentebestuur aangeboden, hebben op mij een onvergetelyken indruk gemaakt en zullen tot mijn schoonste her inneringen blyven behooren. Wilhelmina". De viering van het regeerings jubileum in Indië. De officieele viering van de jubileum feesten ter gelegenheid van de herdenking van H. M.'s regeering zijn gisterenavond ingezet met dankdiensten in kerken van al le gezindten. Het hoogtepunt hiervan was de dienst in de historische Portugeesche buitenkerk, in het oude gedeelte van Ba tavia, waar, belicht door het schijnsel der kaarsen, een plechtige dienst werd gehou den, bijgewoond door den gouverneur-ge neraal, de leden van den raad van Indië, hoofden van diverse departementen, leden van het consulaire corps en leiders van ver schillende vereenigingen en instellingen. Ook mevrouw van Starkeborgh en de oud ste dochter van den gouverneur-generaal waren aanwezig. De talloozen, die zich in den vooravond in de verschillende bedehuizen bevonden wer den na afloop van den dienst verrast door de schitterende illuminatie, die aan vele ge bouwen was aangebracht Zoo vormde het centrum waar de banken gevestigd zyn en de Chineesche handelswijk in de beneden stad buitengewone glanspunten in de ver sierde hoofdstad. Ook in Weltevreden leveren de verschil lende kantoren een schitterend effect zoo dat gezegd kan worden dat de hoofdstad van Nederlandsch-Indië by de viering van het jubileum weer op waardige wijze te voorschijn is gekomen. Hedenmorgen vangt de nationale feestdag aan met een grootsche militaire parade, waaraan troepenafdeelingen uit Batavia, Buitenzorg en Bandoeng deelnemen. De gouverneur-generaal en zyn familie woonde de parade by. Duizenden waren op de been om het defileeren der roepen te aanschou wen. Het geheel vormde een prachtige in zet van de feestviering. Ook van andere plaatsen in Neder landsch-Indië stroomen berichten binnen over een zeer opgewekte feestviering, wel ke daar waar garnizoenen gevestigd zijn aanvingen met een wapenschouw. Zoo als vanzelf spreekt concentreerde Soerabaja zich op de vlootrevue, welke aanvankelijk voor Tandjong-Priok zou worden gehou den, doch afgelast werd wegens het mala ria-gevaar aldaar. Het oranjefeest te Utrecht In de Domstad wordt het oranjefeest eveneens met grooten luister gevierd. Een uitgebreid programma werd afgewerkt waaronder kerkdiensten, muziekuitvoe ringen, onthulling en overdracht aan de ge meente van 'n gedenksteen in 't Moreelse- park, de jeugdhuldestoet, welke officieel op 't stadhuis door de burgemeester mr. dr. G. A. W. ter Pelkwijk werd ontvangen, die aan de deputatie van de Utrechtsche com missie voor de nationale jeugdhulde in Am sterdam de gemeentevlag overhandigde, met een toespraak van den burgemeester. Kranslegging op het praalgraf van prins Willem te Delft Vanochtend half twaalf heeft een verte genwoordiger van den Soesoehoenan van Soerakarta een krans gelegd aan den voet van het praalgraf van prins Willem in de Nieuwe Kerk te Delft. De nationale feestdag te Rotterdam. Onder het gebeier van de kerkklokken en het geloei van sirenes in de haven is vanmorgen de nationale feestdag in Rotter- aam begonnen. 5000 jongens en meisjes van vele jeugd- vereenigingen met hun vlaggen en begeleid aoor muziekcorpsen trokken naar 't stad huis op den Coolsingel, waar de Rotter- rH!!™' n g aan een dePUtatie van Jonge- welke naar Amsterdam zou gaan voor dgd e huldebetoon, werd overhan- yj?* locu0-hurgemeester, de heer A. B. de vanT'» !ejuCfn t0esPraak, van het bordes Mr Oti v t0t de ieUgd gehouden. 0ttoJ Verdoorn, heeft deze toespraak beantwoord en de vlag in ontvangst geno- In' M*\na Wilhelmus weerklonk, natinmi a, v jrt5okken vanmorgen voor het Semonl hUldC^t0On tc Amsterdam 299 onder leidi*" ondergroep Rotterdam tevens h'd£? dr- K. F. O. James, die Een «5deI van zuid-Holland. is was vanmn'g onderdeel van de feestviering ven van t 0Plating van 15000 dul- Sroote belangsïïlinrPark' HierV°°r zaiguïr Ggehoudemk 660 W"dingB"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 2