Alkmaar op den nationalen feestdag.
KIJKEIMOOPELCLOECK
£aatste fedchteu
Het feest van de schoolkinderen
slaagde uitstekend.
Klokgelui en reveille.
Aanbieding gemeentevlag.
Enorme belangstelling.
Vreugde-vuren.
EERSTE BLAD.
Alkmaar, Dinsdag.
Alkmaar, Dinsdagmorgen. De drei
gende wolken, die vannacht een deel
van hun voorraad regenwater ge
loosd hadden, zijn door den wind
verdreven en het blauw is aan den
hemel gekomen. En hoewel aarzelend,
is de zon gekomen en zendt haar ver
warmende stralen naar de aarde en
naar de harten der kinderen, die van
daag feest vieren.
Alkmaar op den nationalen feestdag!
Reeds waren Maandagavond de festivi
teiten ingeleid door plechtige kerk
diensten, die dankdiensten werden en door
muzikale rondwandelingen van onze
plaatselijke muziekcorpsen, waarvan Soli
Deo Gloria en St. Cecilia voor het woon
huis van burgemeester van Kinschot een
serenade brachten en waar een mannen
koor nationale liederen zong.
De burgemeester bracht een hartelijk
woord van dank voor de vriendelijke
geste om hulde te brengen aan het hoofd
der gemeente. Op zijn verzoek werden
door het publiek, begeleid door de mu
ziek, twee coupletten van het Wilhelmus
gezongen. Na afloop van de huldiging
trok de muziek langs den Nieuwlander-
singel, waar nog even halt werd gehouden
voor de woning van den burgemeester,
voor het spelen van nog een paar
nummers.
Natuurlijk bracht deze muzikale op
tocht heel wat publiek op de been en even
natuurlijk werd er achter de muziek ge
host op ongedwongen wijze.
De Maandagavond was er, om de
Oranje-stemming als 't ware te kunnen
peilen en na dit voorproefje zou dan van
daag de groote dag zijn.
De reveille.
De vlaggen uit! Reeds sinds de verjaar
dag van onze koningin heeft de nationale
driekleur van vele huizen gewapperd,
reeds vanaf dien 31sten Augustus hebben
vele Alkmaarders hun huis versierd gehad
met Oranje, doch het rood-wit-blauw en
het oranje kwamen pas hedenmorgen
goed en in overvloed te voorschijn. Er
waren straten, waar geen huis zonder vlag
was, er was géén straat, waar niet gevlagd
werd.
De vlaggen uit! Nederland viert feest
ter eere van het 40-jarig regeeringsjubi-
leum van zijn koningin. En Alkmaar zal
mede zy'n deel hebben in de feestelijk
heden, Alkmaar zal niet achterblijven!
Het begon om klokslag 8 uur. De kerk
klokken beierden en het heldere geluid
galmde over de stad.
Dk kerkklokken beierden, neen ze zon
gen, ze jubelden, zij verkondigden den
volke van stad en land, dat de groote, bij
zondere dag was aangebroken. Zy verkon
digden de blijdschap van een gelukkig
volk, dat vandaag één was, zooals het
slechts één kan zijn op bijzondere dagen.
Godsdienstige en politieke tegenstellingen
waren voor een dag verdwenen en daar
voor was in de plaats gekomen: Oranje en
Nederland en Nederland en Oranje!
De kerkklokken en de groote klok van
den Waagtoren jubelden en vertolkten
die eenheid, welke ook de Alkmaarsche
feesten zou kenmerken.
En toen, na deze plechtigheid, volgde de
reveille. Terwijl het carillon bespeeld
werd door onzen stadsbeiaardier, den heer
W. J. Crefeld, die het spreekt vanzelf,
voor een zeer nationaal programma had
gezorgd verzamelden zich de leden van
Soli Deo Gloria en de Burgerwacht zich
op de Laat, om een ochtendwandeling
door een deel der stad te maken, een och
tendwandeling, die als „reveille" bekend
zou worden. Soli speelde vlotte marschen
en de verschillende vendels van de Bur
gerwacht, allen in uniform, trokken ach
ter het muziekkorps langs verschillende
straten, om tenslotte de Paardenmarkt te
bereiken, waar de stoet ontbonden werd.
Die reveille duurde circa een uur. En
terwijl in het begin gemarcheerd kon
worden zonder al te veel publiek, groeide
de belangstelling van de zijde der stadge-
nooten naarmate de tijd vorderde. En
weldra was een flinke optocht gevormd,
die echter slechts een klein begin was!
Want spoedig daarop zou een honderden
meters lange jptocht geformeerd worden!
By de Paardenmarkt.
Het oude ziekenhuis-terrein was weer
ontruimd. Alles, wat aan de kermis her
inneren kon, was verdwenen. En op dit
ruime plein zouden de schoolkinderen van
alle Alkmaarsche scholen verzameld wor
den en zou de stoet geformeerd worden,
die naar het sportpark zou trekken, waar
de voormiddag gevuld zou worden met
diverse hinderpalen.
Verschillende comité-leden hadden dit
plein als begroetingsplaats gekozen en de
ho ggehoeden begroetten elkaar en maak
ten den laatsten afspraak.
In de verte het was nu 9 uur gewor
den klonk tromgeroffel en weldra was
het op dit plein een drukte van belang.
School na school kwam zich melden, mu
ziekkorpsen speelden op den weg naar het
verzamelplein vroolijke marschen en trok
ken honderden belangstellenden, zoodat
het ruime plein weldra omzoomd werd door
een zeer groote schare belangstellenden.
De organisatie klopte en zonder moeite
werd de stoet opgesteld en werden de mu
ziekcorpsen ingeschakeld. En precies half
tien op het vastgestelde tijdstip kon
worden afgemarcheerd naar het sportpark.
En zoo ging het door een dubbele haag
van menschen langs Koorstraat-Ritsevoort
en Wilhelminalaan naar het ruime sport
veld, waar spoedig na aankomst de jury
zich meester had gemaakt van het groene
veld.
Middelerwijl deden programma-verkoo-
pers hun best, om zaken te doen, terwyl
tientallen venters met oranje trachtten,
iedereen met oranje te sieren.
Op het sportpark.
De zon is nu in volle glorie gaan schijnen
en het koper en nikkel der muziek schit
tert en blinkt. Om beurten spelen de
muziekcorpsen marschen en vaderlandsche
liederen en verder is het een oorverdoo-
vend lawaai op en rond het veld. Tot in
de uiterste hoeken is het groote sportpark
bezet en voor de toeschouwers is er thans
gen oog op te houden, omdat al te veel
nummers van het programma tegelijk
moeten worden afgewerkt. Doch wat hin
dert dat? De jeugd vermaakt zich en de
ouders der kinderen hebben reeds lang
hun spruiten ontdekt en groeien en lachen,
als ze hun kind of kinderen pryzen zien
winnen.
We zien rondedansen, zakloopen, touw
trekken, hardloopen, er zijn balspelen ge
organiseerd, ja wat is er niet!
Het is een uitgelaten kinderschare, die
een uur van spel en vermaak doorbrengt.
En die om 11 uur precies getracteerd wordt
op ijsco's!
En dan is het ruime veld weer schoon
geveegd.
De kleintjes moeten plaats maken voor
de U. L. O.-scholtn, die voetbal-, korfbal
en athletiekwedstryden zullen houden.
Want de sport neemt ook op zulk een
nationalen feestdag een groote plaats in op
de programma's!
Sportwedstrijden.
Bijna anderhalf uur lang heeft de sport
hoogtij gevierd op het sportpark. Eenvou
dige estafettes voor jongens en meisjes,
een korfbalwedstrijd en een drietal voet
balwedstrijden vormden het programma,
dat weliswaar een paar minuten later be
gon dan de bedoeling was al kon het
comité er niets aan doen! maar dat
tenslotte een vlot verloop had.
Er werd met animo gespeeld en de
U. L. O.-school zegevierde over bijna alle
nummers.
Om bij half een waren de wedstrijden
geëindigd.
De heer Dun, die de prijzen zou uitrei
ken bij ontstentenis van den burgemees
ter, begon met een woord van dank uit te
spreken voor de spontane medewerking,
dezen morgen door het onderwijzend per
soneel en vele anderen verleend.
Daarna reikte spr. de prijzen uit, daar
bij herinnerende aan de reden waarom
deze wedstrijden werden gehouden en
verzoekende een driewerf hoera uit te
brengen op de koningin, waaraan natuur
lijk de gansche aanwezige jeugd voldeed.
Nu laten wij de prijswinnaars van deze
bijzondere wedstrijden volgen:
korfbal: U. L. O.; estafette meisjes U.
L. O.; estafette jongens: U. L. O.; voetbal
afd. I U. L. O.; afdeeling II U. L. O.; af-
deeling III Centr. 7e leerjaar.
Nadat het Wilhelmus gespeeld was,
was het ochtendprogramma van den
nationalen feestdag voorbij.
Wat zou de middag brengen?
Op het Waagplein heerschte al voor
één uur een ongekende drukte. Groepen
kinderen komen opgemarcheerd, mu
ziekkorpsen rukken op en de organisa
toren hebben hun handen vol met het
samenstellen der stoet, die straks naar
het Stadhuis zal marcheeren, waar het
hoogtepunt der feestelijkheden om half
twee zullen beginnen.
En terwijl een deel van het publiek het
gedoe op het Waagplein gadeslaat, wordt
de Langestraat door een ander deel ver
overd.
Een compacten massa stelt zich in de
nabijheid van het stadhuis op, terwyl op
het bordes burgemeester en mevrouw van
Kinschot, wethouders en raadsleden en de
commissie-leden, die dezen dag de feeste
lijkheden regelen, zich verzamelt.
Inmiddels heeft de heer Kuiper zijn koor
van dames, heeren en kinderen vóór het
bordes opgesteld, een strijkorkest is mede
aanwezig en klokslag half twee zet de mu
ziek in.
En nu volgt een uitvoering van de Oranje
Nassau-cantate van J. D. C. van Dokkum
met muziek van C. van Rennes.
Het is stil in de Langestraat. Een mis
schien duizendkoppig publiek luistert naar
de uitvoering, en niemand die de rust
verstoort.
Geen wonder ook! Op deze schitterenden
nazomerschen dag, waar alles ook de na
tuur meewerkt, moet elke goede zanguitvoe
ring slagen. Maar dat is meer dan een gcede
uitvoering. Kuiper leidt alles met zekere
hand. Het strijkorkest en de zangers, groote
Vreugde-vuren werden ontstoken langs
de geheele kust! Vreugdevuren zouden
oplaaien op den vooravond van den
nationalen feestdag; zij zouden als het ware
de vreugde van een gansch volk symbo-
liseeren.
De vreugde-vuren hebben gebrand,
overal in den lande. Hoog hebben de vlam
men opgelaaid en den donkeren hemel in
een rooden gloed gezet. Zy hebben ge
brand van Zuid tot oord en Noordholland
heeft zijn' deel gehad: van IJmuiden tot
den Helder waren de vuren opgestapeld,
van IJmuiden tot den Helder zy'n ze aan
gestoken op het vastgestelde tijdstip.
En wij zaten op den Waagtoren en zagen
de vuurtorens van IJmuiden tot den Hel
der. Wij zagen de stad Alkmaar vlak
onder ons liggen; de rossige gloed van
Amsterdam, Haarlem, van de hoogovens te
IJmuiden maakte het oriënteeren in zui
delijke richting gemakkelijk. En noord
waarts flikkerde liet waarschuwende licht
van de vuurtoren van Texel en Vlieland.
Maar daar tusschen?
Waar bleven de vreugdevuren? Voor ons
waren zij onzichtbaar en bleven zij on
zichtbaar. Van een lange rij vuren langs de
kust, zooals wij ons dat hadden voorge
steld, hebben wij helaas niets gezien.
Toch hebben ze gebrand, maar de enor-
met regens hadden het hout te vochtig
gemaakt en van hoog-stijgende vlammen
was geen sprake.
En zoo was onze tocht in den Waagtoren
tevergeefs geweest. Al hadden wij er
ge enspijt van, want de aanblik van Alk
maar en zijn omliggende dorpen, zoo ver
uit de hoogte, was prachtig. Duizenden
lichtjes flonkerden in kilometers wijden
omtrek.
De stad zelf was rustig, leek uitgestor
ven. Geen wonder, waar eenige duizenden
zich op dat oogenblik juist verzameld had
den voor het huis van den burgemeester,
alwaar het mannenkoor zong en de muziek
speelde.
en kleine, allen zijn enthousiast, ze beheer-
schen den zang, voelen zich zeker en met
bravour wordt de geheele cantate uitgezon
gen.
Terwijl een meer dan hartelijk applaus na
afloop het zeer verdiende loon voor de uit
voerende is!
Dan is het wachten op de stoet, die zich
op het Waagplein heeft opgesteld. Maar ook
nu blijven allen, want nauwelijks is er weer
ruimte gemaakt voor het bordes van het
Stadhuis, of aan het begin van de Lange
straat zag men de optocht naderen.
Voorop gaat .„de Oranjeboom", gedragen
door jongeren uit onze stad en het geheel
staat onder leiding van v. d. Es.
Met vlaggen en vaandels volgen dan ach
ter de muziek verschillende groepen, die de
Alkmaarsche jeugd vertegenwoordigen.
Wij staan bij het Stadhuis op een ver
hooging en kunnen de geheele Langestraat
overzien. Het is één menschenzee en een
wapperen van vlaggen en vaandels, zoo ver
ons oog reikt.
En als dan alles is opgesteld, neemt de
burgemeester van Alkmaar, jhr. v. Kinschot,
het woord, zich met de volgende woorden
tot de jongeren van Alkmaar richtende:
Jongeren van Alkmaar!
Hoe juich ik van harte toe het plan om
heden op den 6en September 1938, den
dag waarop 40 jaar geleden Hare Majesteit,
onze geëerbiedigde vorstin te Amsterdam
als Koningin der Nederlanden werd inge
huldigd, ook door de Nederlandsche jonge
ren speciaal een hulde aan haar te doen
brengen!
De Jongeren van Nederland, van hoe
verschillende richting en beginselen, zijn
eensgezind in hun eerbied en aanhanke
lijkheid voor koningin Wilhelmina, die ons
in plichtsgetrouwheid en liefde zoo lang
voor ging.
In de indrukwekkende radiorede, welke
de koningin op 31 Augustus j.1. heeft ge
houden, werden ulke treffende woorden
gericht tot de jongeren in Nederland en
Overzeesche Gewesten, waaruit zoo duide
lijk bleken de groote belangstelling en
de warme toewijding, welke onze Lands-
moeder voor het jongere geslacht in Haar
Rijk bezielen. Met hoeveel aandacht heeft
Zij de laatste jaren de ontwikkeling van de
Nederlandsche jeugd gevolgd en hoe
dankbaar kunnen de jongeren thans zijn
bij het hooren van de koninklijke woorden
welke getuigen van de gerustheid in de
toekomst, nu Zij zoo menigmaal de bereid
willigheid, den ernst en de geestdrift van
het jongere geslacht van de hem wachten
de taak heeft aanschouwd.
De Jongeren in Nederland, zij zijn op dit
oogenblik de toekomst van ons volk. Het
erfdeel, dat wij destijds van onze eigen
ouders hebben overgenomen, zal wederom
op den voorbeschikten tijd aan hen moeten
worden overgedragen en met Gods hulp
moeten worden bestuurd. Een ruim ar
beidsveld op zoo verschillend gebied ligt
voor hen open en daaraan kunnen de jon
geren hun beste krachten met volle toe
wijding geven.
Moge dan ook prnses Juliana het voor
beeld van Hare Koninklijke Moeder volgen
en op gelijke wijze dit jongere geslacht op
Haar beurt tot zegen zijn!
Het spreekt wel van zelf, dat ook de
Alkmaarsche jongeren niet achter blijven
bij het deelnemen aan deze grootsche
jeugdhulde op den bekenden Kroningsdag
en hiervoor betuig ik hun mijn oprechten
dank. Dank zij de voortreffelijke leiding
van het opgerichte Alkmaarsche jeugd
hulde comité staat gij thans allen opgesteld
in afwachting van het oogenblik, waarop
ik als burgemeester van Alkmaar aan een
deputatie uit uw midden de gemeentevlag
zal toevertrouwen, welke deze zal over
brengen naar Amsterdam, teneinde aldaar
met de vlaggen van alle gemeenten in
Nederland voor het Paleis op den Dam de
hulde en aanhankelijkheid van de Neder
landsche Jeugd aan Hare Majesteit de
Koningin te vertolken.
Alvorens tot deze overreiking over te
gaan breng ik een woord van hartelijken
dank aan het groote gemengd koor en
orkest, en speciaal aan hun voortreffely-
ken dirigent, den heer Joh. Kuiper, voor
hun medewerking om deze plechtigheid
met het zingen van liederen op te luisteren.
En thans is het moment gekomen, waar
op ik de gemeentevlag zal overdragen en
ik verzoek den vaandeldrager naar voren
te komen.
Onmiddellijk hierna zette de muziek het
Wilhelmus- in, dat door allen werd meege
zongen, waarna de burgemeester het sein
gaf van een driewerf hoera voor de konin
gin.
Daarna begaf de lange stoet van 1500
Alkmaarsche jongeren zich op marsch naar
het Sportpark, na eerst nog gedefileerd te
hebben voor de autoriteiten, waarbij de
vaandeldragers den vandelgroet brachten.
De vlag was intusschen reeds per auto
weggebracht naar Amsterdam, terwijl het
koor zich weer opstelde en het Te Deum
zong, dat onder ademlooze stilte werd be
luisterd.
En precies op tyd, half drie, was de plech
tigheid geëindigd en begaven allen zich naar
het Sportpark, waar het bloemencorso zou
worden gehouden.
(Ongecorrigeerd).
Naar Amsterdam.
Voor het défilé op den Dam, waaraan
vertegenwoordigers uit alle gemeenten
zullen deelnemen, kwamen vanmorgen
tegen 12 uur de eerste deelnemers uit den
kop van Noordholland aan het station aan.
Het was de deputatie uit Winkel, die den
hooibouw zou voorstellen. De dames wa
ren in oud-nationaal costuum met oor
ijzer en beugeltasch, de heeren in gewoon
werkpak, klaar om de meegenomen hooi-
hark en -vork te hanteeren.
Later kwamen ook groepen uit andere
dorpen ten noorden van Alkmaar. De
Langedijker gemeenten kwamen als één
groep, den tuinbouw vertegenwoordi
gende, de mannelijke deelnemers in de
bekende kielen, de dames in Noordhol-
landsch boerenvrouwen-costuum. Uit
Egmond-Binnen waren er een paar lieve
„Kennemer bloemenmeisjes" met oranje-
bloemen in een mand, waaraan rood-wit-
blauwe linten. Egmond aan Zee werd ver
tegenwoordigd door een paar mannen
van de reddingsbrigade in oliejassen enz.
Van Wieringen kwam een groep dames
en heeren, gekleed in het oude plaatselijke
costuum. En zoo waren er uit nog meer
plaatsen afgezanten.
En Alkmaar? Onder hoofdleiding van
de heeren mr. Veendorp en Langendyk
kwamen er 17 kaasdragers van de vier
veemen, begeleid door den kaasvader, den
heer Lutjeharms. De burgemeester en
mevr. van Kinschot waren op het perron
aanwezig ten afscheid en wuifden harte
lijk, toen de extra-trein om 12.22 naar
Amsterdam stoomde.
TELEGRAMMEN AAN H.M. DE
KONINGIN.
Het Gemeentebestuur heeft heden aan
H.M. de koningin het volgende telegram ge
zonden:
Gemeentebestuur van Alkmaar wenscht
Uwe Majesteit eerbiedig geluk met veertig
jarig Regeeringsjubileum. Met erkentelijk
heid de aloude banden gedenkend tusschen
Oranje en de stad en zich gesteund wetend
door de in de bevolking levende gevoelens,
geeft Gemeentebestuur uiting aan de hoop,
dat Uwe Majesteit onder Gods zegen ook in
de toekomst tot vervulling van Haar Hooge
Waardigheid moge worden gesterkt, tot in
lengte van jaren.
Gemeentebestuur Alkmaar,
VAN KINSCHOT, Burgemeester.
KOELMA, Secretaris.
Door het Oranje-Comité werd het volgen
de telegram gezonden:
Het Oranje-Comité te Alkmaar feestelijk
en dankbaar herdenkend het 40 jarig Regee-
rings Jubileum biedt Uwe Majesteit eerbie
dig de gelukwenschen der Alkmaarsche be
volking aan en betuigt opnieuw zyn trouw
en innige verknochtheid aan het Huis van
Oranje.
F. H. VAN KINSCHOT, Voorzitter.
P. TERMAAT, Secretaris.
GODSDIENSTIGE BIJEENKOMSTEN
IN DE KERKEN.
In de Groote Kerk, waar als voorganger
optrad ds. C. van Dop, voorzitter van
den kerkeraad, was een zeer groot aantal
belangstellenden opgekomen. De voor
godsdienstoefeningen beschikbare ruimte
was zoo goed als geheel gevuld. Onder de
aanwezigen bevonden zich ook de burge
meester en mevr. van Kinschot, alsmede
het volledige college van ouderlingen en
diakenen. De voorkant van den preekstoel
was gesierd met een gekroonde W en
daaromheen hing vlaggedoek gedrapeerd,
terwijl ter zijde oranjedoek was aange
bracht.
De dienst werd opgeluisterd door zang
van het herv. kerkkoor (dir. de heer J. F.
de Haas) en het vrijz.-herv. zangkoor (dir.
de heer Corn. Jonker), welke koren resp.
vóór en na de toespraak zongen „Heiligh,
Heiligh" (uit „Lucifer" van Vondel), „Va-
derlandsch lied" (van dr. N. Beets) en
„Wilt heden nu treden" en „Gelukkig
Vaderland", beide uit Valerius' Gedenck-
klanck).
Ds. van Dop hield zijn toespraak naar
aanleiding van de woorden uit den brief
van Paulus aan de Efeziërs, het vijfde
hoofdstuk, vers 20: „dankende altijd over
alle dingen God en den Vader in den naam
onzes Heeren Jezus Christus."
Spr. meende, dat de persoon van de
koningin, als nazaat van prins Willem den
Zwijger, reden geeft tot dankbaarheid aan
God; echter niet alleen om der vaderen
wil is dit het geval, maar ook om haarzelf,
als geliefde vrouw en vorstin en als
christinne. En dan is er reden tot dank
baarheid, omdat God het ons gemakkelijk
maakte haar te gehoorzamen, omdat zij,
ondanks haar jeugd, toen zij den troon be
klom, blijk gaf de hooge roeping van haar
ambt te voelen, zoodat de toestand voor
ons land in de mobilisatiejaren minder ge
vaarlijk was dan hij geweest zou zijn, als
wy toen een koning hadden gehad.
God heeft het haar niet gemakkelijk ge
maakt, vooral toen hij haar moeder en
haar gemaal van haar wegnam, haar daar
mee echter nog temeer leerend, dat de
kracht juist van Boven komt.
Oranje is door God aan Nederland ge
bonden als met banden des bloeds, wat b.v.
bleek in 1918, toen na de revolutiepoging
een grootsche betooging van hulde en
trouw plaats had, waarbij de koningin op
haar beurt van aandoening weende.
Redenen te over, constateerde spr., om
God te danken voor haar bewind geduren
de 40 jaren.
In het tweede gedeelte zijner toespraak
zette ds. van Dop uiteen, dat Nederland
God heeft te bidden om onze koningin en
haar Huis en ons volk te bewaren vóór en
met elkaar.
Behalve door den zang der bovenge
noemde koren werd de dienst nog afge
wisseld door zang van Ps. 75 1 en Ps.
107 16 van de gemeente, terwyl aan het
einde van het samen^nzijn gezamenlijk de
twee bekende coupletten van het Wilhel
mus staande werden gezongen.
Dc bijzondere dienst ter synagoge.
In de synagoge der Israël, gemeente al
hier had Maandagavond 5 dezer een
bijzonderen dienst plaats ter gelegenheid
van de kerkelijke herdenking van de
veertigjarige regeering van H. M koningin
Wilhelmina. Een extra programma was
hiervoor door de geestelijke autoriteiten
voor alle synagogen in het land vastge
steld. Deze dienst bestond uit het recitee-
ren van psalmen, beurtelings door voor
zanger en gemeente en een expres daar
voor opgesteld gelegenheids-gebed, het
welk met geopende arke werd voorgedra
gen, evenals het gebed voor het koninklijk
huis. De talrijke bezoekers luisterden
staande, eerbiedig toe. De gelegenheids
rede werd uitgesproken door den leeraar,
den Jieer A. de Wolff. Deze had als tekst
gekozen de zoo juist voorgedragen psalm
21, vers 8: „Want de koning vertrouwt op
den Eeuwige, en op de gunst des Aller -
hoogsten, daarom wankelt hij niet."
Hy deed uitkomen, hoe de gewijde
psalmist, koning David, zich zelve uit
sprak, het innigste zijner ziel openbaarde,
het rotsvaste vertrouwen op God helder
deed uitkomen en dit als voorbeeld stelde
voor iederen koning. Dan zal rijke beloo
ning zijn deel zijn, dan zal een deel der
Goddelijke Majesteit hem bestralen en
eerbied en liefde van de zijde van zijn volk
hem tot in lengte van dagen omringen.
Deze psalm van koning David kan vol
ledig toegepast worden op de zegenrijke
regeering van koningin Wilhelmina. Ook
zij voelde zich slechts in staat haar volk
te regeeren, indien zij daarbij de hulp en
steun had van God. En dezen steun heeft
zij in hooge mate gekregen. Haar vertrou
wen op God wees haar den weg van recht
vaardigheid, waarmede zij gedurende deze
40 jaren haar volk bestuurd heeft. En dit
heeft zy ook steeds tegenover ons Israëlie
ten in vollen omvang getoond. De gehei
ligde traditie der Oranjes heeft zij steeds
hoog gehouden. Wij zijn dankbaar voor
haar langdurige, zegenrijke regeering en
bidden God, dat Hij onze geliefde vorstin
tot in lengte van dagen moge blijven steu
nen, haar hooge taak voor geheel ons volk
te kunnen uitoefenen.
Dat God ook aan prinses Juliana, Haar
Gemaal en Kind Zijn rijken en milden
zegen doe deelachtig worden. Hierr.a wer
den weder eenige psalmen gereciteerd,
waarmede deze plechtige dienst eindigde.
Het kerkbestuur had de synagoge mét
oranje doen versieren, terwijl de wetsrollen
met feestkleedij getooid waren.
CANDIDAAT-INDISCH AMBTENAAR.
De minister van koloniën heeft aange
wezen als candidaat-Indisch ambtenaar
(Indoloog) o. a. de heeren H. F. Wiebols
te Alkmaar en J. W. Crefeld te Bergen.
EEN NIEUW GEVAL VAN DYSENTERIE
IN HEER-HUGOWAARD.
In het gezin van den heer Rood aan den
Jan Glijnisweg te Heerhugowaard heeft
zich een geval van dysenterie voorge
daan.
Het zevenjarig zoontje is naar de ba
rakken te Alkmaar overgebracht.
(Ongecorrigeerd.)
DE BURGEMEESTER VAN
ROTTERDAM.
Mr. P. Droogleever Fortuyn f
Hedenmorgen, terwijl de Maasstad
met het geheele land deelde in de
feestvreugde om het regeeringsjubi
leum van H. M. de koningin, werd
plotseling de ontstellende tijding be
kend, dat de zoo populaire burgemees
ter van Rotterdam, mr. P. Droogleever
Fortuyn, na een korte ongesteldheid,
die zich in het geheel niet ernstig liet
aanzien, hedenmorgen volkomen on
verwacht zacht en kalm is overleden.
De geheele Rotterdamsche bevolking is
diep getroffen door dit plotselinge heen
gaan, dat een te tragischer karakter krijgt
door de schrille tegenstelling, dat het juist
geschiedt, terwijl de stad volop in feest
stemming is.
Een ongesteldheid, die aanvankelijk niets
ernstigs deed vermoeden, noopte hem er toe
op 29 Augustus j.1. een kort ziekenverlof te
nemen, waarvan hij helaas niet zou terug-
keeren. Met leedwezen trok hij zich, naar
ieder hoopte slechts voor korten tijd, waarin
hy zelfs Rotterdam niet dacht te verlaten,
terug op het moment, dat de stad het feest
van he regeeringsjubileum zou vieren en
moest hij tevens afzien van het ontvangen
vn het koninklijk gezin by het bezoek, dat
Vrijdag j.1. an Rotterdam werd gebracht, in
zijn gemeente.