DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uit den Alkmaarschen Raad.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven irancc aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 213 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Zaterdag 10 September 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Als de Warmenhuizenaren geen goede afnemers blijken,
zullen ze het volgend jaar nog gaskachels cadeau krijgen.
De oudste partij heeft weer een nestor geleverd.
In Landstraten kan men geen water gebruiken.
Engeland zal Praag
steunen.
Waarschuwing aan Duitschland.
ALKMAARSCHE COURANT.
Wie uit het feit, dat alle voorstellen van
de Tsjechen door de Sudeten-Duitschers zijn
verworpen en men in Praag weer op het
doode punt staat, de gevolgtrekking maakt,
dat het er met de onderhandelingen hope
loos uitziet, moet eens een studie van de
gaskwestie tusschen Alkmaar en Warmen-
huizen maken.
Hij vindt dan eenerzij ds Alkmaarsche
voorstellers vol goede bedoelingen en an
derzijds Warmenhuizenaren, die juist van
plan zijn dankbaar op die voorstellen in te
gaan, als er plotseling een onbekende factor
wordt ingeschakeld.
Het is of de Raad van Warmenhuizen uit
het een of andere Berchtesgaden een stille
wenk heeft gekregen, dat men de voorstellen
volkomen onaanvaardbaar moet noemen en
zoo enthousiast als men eerst in Warmen
huizen geweest is, zoo afwijzend staat men
er plotseling tegenover.
Er is de een of andere Runciman noodig
om de partijen weer tot elkaar te brengen,
maar die is blijkbaar noch in Alkmaar noch
in Warmenhuizen te vinden en het gevolg
is, dat een tweetal ministers maar voor Run
ciman gaan spelen, maar daarbij heel wat
minder tact en diplomatie toonen dan de
Lord dat in Tsjecho-Slowakije gedaan heeft.
De ministers zijn hier de groote in
Europa helaas onbestaanbare mogendheid
en er wordt in Den Haag beslist wat er zal
moeten gebeuren. Aan Warmenhuizen wordt
eenvoudig medegedeeld, dat het nu uit moet
zijn met de kuren en dat er, ook terwille van
Harencarspel en Sint Maarten, gezorgd moet
worden, dat de Almaarsche voorstellen vóór
1 October aanvaard zijn met de bedreiging,
dat er anders de noodige sancties worden ge
nomen.
Dat is de dikke stok achter de deur, die
4* Europeesche politiek helaas ontbreekt
en toch zoo'n heilzame uitwerking kan heb
ben.
Want nauwelijks hebben de Warmenhuize
naren vernomen, dat de grens tusschen die
gemeente en de residentie voor invoer van
Rijksbijdragen zal worden gesloten, of er
komt plotseling weer vooruitgang in de on
derhandelingen met het gevolg, dat men al
spoedig unaniem tot de conclusie komt, dat
men vanaf 1 Januari uitsluitend gas van de
gemeente Alkmaar zal moeten gebruiken.
Er worden nieuwe voorstellen gedaan en
men blijkt van beide zijden zoo enthousiast,
dat men wederzijds beweert, dat men een
bijzonder voordeeltje heeft gekregen.
In allen gevalle is er na anderhalf jaar van
vruchtelooze onderhandelingen plotseling
overeenstemming bereikt en de burgemees
ter, de secretaris en de directeur van de
gasfabriek uit Warmenhuizen waren naar
Alkmaar getogen en zaten met glundere ge
zichten op de publieke tribune behalve de
directeur natuurlijk, die zijn baantje kwijt
raakt en hun gezamenlijke verschijning
in onze raadszaal was het beste bewijs, dat
Alkmaar en Warmenhuizen op gasgebied ge
zworen kameraden zijn geworden.
Nu men zoo in feestelijke stemming met
zijn vroegere tegenstanders in de raadszaal
bijeen was, is het begrijpelijk, dat men niet
te veel over de misère van het verleden
wenschte te spreken.
Men nam voor een behoorlijken prijs een
fabriek, drie woonhuizen en een gashouder
over in goed vertrouwen, dat alles van uit
stekende kwaliteit is, er werden aan alle
Warmenhuizenaren, die gas van Alkmaar
zullen betrekken tweepits comforen als extra
cadeautje in uitzicht gesteld en er werd zeifs
niet op gezinspeeld, dat de nieuwe afnemers
daarmee tweemaal zooveel gas kunnen ver
stoken dan met de ouderwetsche toestellen,
welke zij tot dusver in gebruik hadden.
Er zijn wel eens warenhuizen, die scheer-
apparaten cadeau geven, niet uit philantropie
maar uitsluitend met de gedachte, dat men
zich niet scheren kan zonder de daarbij be-
hoorende mesjes.
En wanneer men dan maar genoeg mesjes
verkoopt blijkt het gratis verstrekken van
een apparaat dikwijls nog een uiterst voor-
deelige transactie te wezen.
Maar op de Alkmaarsche koopmans
eigenschappen zullen we maar niet te diep
ingaan om de goede verstandhouding tus
schen de belanghebbende gemeenten niet te
verstoren.
De autoriteiten uit Warmenhuizen waren
nu eenmaal gasten, die met enthousiasme
begroet werden. Er werd hun zelfs thee en
cake gepresenteerd en het zou jammer zijn
als zij de gedachte zouden koesteren, dat er
aan deze tractatie min of meer een gas-
luchtje was te ruiken.
Die thee was van de gemeente en de cake
was van den burgemeester, die op keurige
wijze het regeeringsjubileum in den Raad
herdacht heeft en als passende bijlage in
den Raad werkt men nu eenmaal met bijla
gen cake liet presenteeren waarbij de
bankebakker op elk sneedje een oranjekleu
rige W van suiker had gespoten.
Het was een mooi staaltje van banketbak
kerskunst en een patissier, die zulke fraaie
W's kan fabriceeren, bezit alle capaciteiten
om het nog eens tot hofleverancier te
brengen.
Ook hij heeft er zeker toe medegewerkt
de goede stemming in de raadszaal te ver-
hoogen en dank zij al deze tractaties en
natuurlijk dank zij allereerst het door beide
partijen voordeelig geachte contract werd
de overname van het gasbedrijf met alge-
meene stemmen goedgekeurd en heeft de
burgemeester bij zijn algemeene felicitatie
de hoop uitgesproken, dat het Alkmaarsche
gas in Warmenhuizen met liefde zou wor
den ontvangen.
Het heeft wat minder calorieën en geeft
wat minder hitte dan men in Warmenhuizen
gewend is, maar wanneer het met warme
liefde wordt ontvangen zal men daar zeker
niet over verlaging van temperatuur hebben
te klagen.
De cake met de suikeren W's bracht nog
een extra-verrassing.
Want nadat de Raad uitgemaakt had, dat
het de W van Wilhelmina en niet de W van
Warmenhuizen voorstelde en dat het dus
een tractatie ter eere van het regeeringsju
bileum was, heeft de heer Van de Vall ais
nieuwe nestor den plicht gevoeld den bur
gemeester daarvoor namens den Raad een
woord van hartelijken dank te brengen.
Hij kweet zich op bijzonder verdienstelijke
wijze van zijn nestorlijke taak, maar nadat
het applaus, dat op zijn woorden volgde was
uitgeklapt en nadat de Raad al weer over
een voorstel van de agenda in gesprek was
vroeg de heer Woldendorp het woord voor
een persoonlijk feit en deelde hij tot aller
verbazing mede, dat de heer Van de Vall nu
wel de allures van nestor had aangenomen,
maar dat er in werkelijkheid iemand anders
was, die in de raadszaal zijn eerstgeboorte
recht kon laten gelden en dus aanspraak op
den titel van nestor zou kunnen maken.
Dat was dan de heer Raat, de vertegen
woordiger van den r.k. middenstand en dus
zou bij plechtige gelegenheden voortaan
door dezen Edelachtbaren worden gesproken,
maar de heer Raat mag een man zijn, die
steeds op de bres staat voor den verarmden
en bedreigden middenstand, maar hij is al
lerminst een vermaard redenaar en men mag
in allen gevalle een nestor verlangen, die
niet alleen kan spreken, maar ook goed te
verstaan is.
Er waren op dat oogenblik dus al twee
candidaten voor het nestorschap, al is dat
dan ook een eerebaantje waarbij men minder
den nadruk op de eer dan op het baantje zal
mogen leggen.
Maar het zou nog erger worden, want na
dat de Raad een half uur in geheime zitting
was geweest en de heer Dekker nog ouder
dan de heer Raat was gebleken, kwam er
plotseling nog een vierde candidaat voor het
nestorschap naar voren en zijn verschijning
was het beste bewijs, dat men den leeftijd
van den mannelijken mensch niet alleen naar
zijn kaalhoofdigheid of zijn grijze haren kan
vaststellen.
Men had tijdens de comité-vergadering
blijkbaar alle raadsleden op den man af ge
vraagd hoe oud zij nu eigenlijk waren en
wat dat betreft was het maar gelukkig, dat
de Alkmaarsche Raad uit mannen en niet
uit vrouwen bestaat, want dan zou het de
groote vraag zijn geweest of er werkelijk wel
een nestor was gevonden.
Mannen komen in den regel veel royaler
voor hun leeftijd uit vooral als er een
nestorschap vacant is en nadat alle raads
leden gehoord en de doopbriefjes bekeken
waren, kwam men tot de ontstellende ont
dekking, dat noch de heer Van de Vall,
noch de heer Raat, noch de heer Dekker de
gelukkigen waren, maar wel de blozende
eeuwig jonge heer Stoutjesdijk, die zich tot
dusver bescheiden op den achtergrond had
gehouden, maar thans noodgedwongen niet
langer zijn aanspraken op den troon kon ont
kennen.
Hij werd gehuldigd met een plotseling te
voorschijn getooverden ruiker, die tevens het
symbool van zijn groote belangstelling in
onze gasaffaires was omdat de bloemstelen
in een stuk gasbuis waren gestoken.
Het leek wel zooals de nieuwe nestor in
zijn installatie-rede zelf opmerkte op een
stukje van de beruchte „nepkraan", maar de
heer Stoutjesdijk heeft zich die kraan tot
voorbeeld gesteld en zich kranig door de
moeilijkheden van het oogenblik heen ge
slagen.
Wilde men hem nestor maken, goed, dan
zou hy ook nestor zijn en dan zou hij bij al-
«lerlei feestelijke en droevige gebeurtenissen
namens den Raad het woord voeren mits
men hem rustig zou laten spreken.
Hij zal aldus zijn geloofsbelijdenis in
zooverre het voorbeeld van zijn voorganger
volgen, dat hij geen lange redevoeringen zal
houden, maar kort en krachtig zal zeggen
wat hij op het hart heeft.
„Geen geklets en geen langdradige pop
penkast", heeft de heer Stoutjesdijk uitge
roepen en wij kunnen ons dat volkomen be
grijpen.
„Gekletst" wordt er in de wereld al ge
noeg en een langdradige poppenkast is een
marionettentheater en als er iets is, dat de
raadsleden niet willen weten, dan is het,
dat zij hier voor marionet spelen als de hee-
ren in den Haag aan de touwtjes hebben ge
trokken.
De bewoners van de Schaepmanstraat heb
ben verzocht om die straat door te trekken
naar de Korte Landstraat en er zou natuur
lijk geen enkel bezwaar tegen een dergelijk
verzoek zijn als men bij dat doortrekken niet
dwars door twee huizen heen moest, welker
eigenaren er zulke hooge prijzen voor ge
vraagd hebben, dat de gemeente er niets
voor gevoelde ze te koopen.
Dat is al weer eenige jaren geleden en
misschien zijn de huiseigenaren intusschen
op de gedachte gekomen, dat de gemeente
hun panden niet zoo dringend noodig heeft,
dat men er niet rustig nog wat jaartjes op
zal kunnen wachten.
Maar intusschen is er een andere factor in
het geding gekomen, namelijk, dat de ge
meente min of meer noodlijdend is gewor
den. Voor luxieuse neigingen als het fcfbreken
van nog goed bewoonbare huizen is er te
genwoordig geen geld meer, nog daargelaten
wat de beruchte commissie in den Haag er
wel van zou zeggen.
Wanneer nu die eigenaren uit naastenliefde
eens een bijzonder voordeelig bod deden en
wanneer dan de overige straatbewoners in
daadwerkelijken zin eens allemaal een duit
in het zakje deden, zooals destijd ook de be
woners van den Geesterweg een cadeautje
kwamen brengen toen zij hun straat geasfal-
terd wilden hebben, ja, dan zou er misschien
met de heeren in den Haag zijn te praten.
Maar als men de kosten van dat alles al
leen op de schouders van de gemeente wil
schuiven, zag wethouder Klaver er absoluut
geen heil in. Er is op dit oogenblik te veel
productief werk, waarvoor men het benoo-
digde geld niet kan vinden, dan dat men
zich in den Haag om de jammerklachten van
de bewoners van een doodloopende Alk
maarsche straat zou bekommeren.
Er bleken twee blokken van respectieve
lijk 98 en 17 gemeentewoningen te zijn,
waar de daken niet deugden en waar het
lekte.
Men was daar niet van den regen in den
drop gekomen, maar van den dorp in den
regen, want waar het bij slecht weer eerst
bescheiden druppelde, had het regenwater
thans vrij spel en het was onmogelijk de on
tevreden huurders nog langer met beloften
tevreden te stellen.
Er moest iets gedaan worden en dus heeft
de Raad respectievelijk 10.000 en 1700
voor dakvernieuwingen beschikbaar gesteld
met de belofte, dat eenige Alkmaarsche tim
merlieden het zaakje zullen opknappen, zoo
dat het daaraan bestede geld voor een deel
in de gemeente zal kunnen blijven.
Wat dat betreft waren de vooruitzichten
nog gunstiger dan die voor het kapitaal, dat
men aan een elders wonenden schilder zal
moeten betalen, die 108 woningen aan den
Baansingel en 32 woningen aan de St.
Josephstraat zal moeten opverven.
Dat geld is bestemd als voorschot aan de
Bouwvereeniging „Goed Wonen", die het
zelf niet heeft, omdat het haar moeite kost
voor deze huizen bewoners te vinden en er
van huurvernooging, op straffe van een al-
gemeenen uittocht, geen sprake zal kunnen
wezen.
De huizen aan den Baansingel mogen dan
scheppingen van de vereeniging „Goed Wo
nen" zijn, in werekelijkheid woont men er
zoo miserabel, dat men de grootste moeite
heeft er de noodige huurders voor te krijgen.
Het blijkt, dat de bewoners recht hebben
op een portaaltje van de bovenbewoners en
eveneens op een stukje vliering, dat nog een
verdieping hooger ligt en het resultaat van
deze woonverwarring is van dien aard, dat
beneden- en bovenbewoners met en door
elkaar leven en als het ware één groote fa
milie vormen, wat natuurlijk allemaal
prachtig is als de verstandhouding nog goed
is, maar een uiterst precaire geschiedenis
als de diverse huurders niet heelemaal har
monieeren.
Er was aan den directeur van Bouw- en
Woningtoezicht al eens om een oplossing
gevraagd, maar de eenige oplossing bleek
een radicale afbraak van al deze scheppin
gen van „Goed Wonen" te wezen, welke luxe
noch de vereeniging, noch de gemeente zich
kan permiteeren.
Dus worden de bewoners maar weer zoet
gehouden met een nieuw kwastje verf en het
was den Edelachtbaren alleen maar een
raadsel hoe de laagste inschrijver een
schilder uit Groningen eenige duizenden
guldens beneden zijn Alkmaarsche collega's
had kunnen blijven.
Schilderen is nu eenmaal een kwestie
van vertrouwen en al zal de gemeente er
dan ook op toezien, dat er deugdelijke verf
meegebracht wordt, verscheidene raadsleden
waren er nog niet van overtuigd, dat die
verf ook op de huizen zal worden gesmeerd.
Zij hadden liever wat meer uitgegeven om
degelijke Alkmaarsche schilders aan het
kwasten te zetten, maar in Den Haag kijkt
men op het oogenblik meer naar den prijs
dan naar de kwaliteit van de verf en van
daar is het bevel gekomen, dat het werk
uitsluitend aan den laagsten inschrijver mag
gegund worden.
Van de levende schilders naar de doode
en van de huisschilders naar de kunstbroe
ders, il n'y a q'un pas.
Van Everdingen is langen tijd de eenige
schilderende artist geweest wiens nagedach
tenis wij door een straatnaam geëerd hebben
en later hebben wij een Jan van Scorelkade
gekregen, maar in zijn buurt zijn w:j nu een
schilderswijk aan het stichten en het is na
tuurlijk, dat Rembrandt, de vorst onzer
beeldende kunstenaars, daar allereerst een
behoorlijke straat heeft gekregen. Die straat
buigt plotseling naar binnen en als men het
rechte pad volgt, is men op de Ferdinand
Bolstraat, zoodat men zonder dat men het
eigenlijk beseft, van de Rembrandtshuizen
bij de Bolshuizen is gekomen.
Er is geen enkele reden waarom Rem
brandt voor Bol zou moeten wijken en dus
werd er besloten, dat Rembrandt voortaan
in onze schildersbuurt een rechte straat zal
krijgen en dat de hier beschreven afwijking
voortaan den naam van Ferdinand Bol zal
dragen. Het is wel een degradatie voor de
tegenwoordige bewoners, die er geen cent
huurverlaging door krijgen, maar zij moe
ten zich maar troosten met de gedachte, dat
het, wat de kwaliteit van den schilder be
treft, nog veel erger had kunnen wezen.
Mr. de Groot wees op de ongerijmdheid
van een Nicolaas Beetsstraat in de schilders-
buurt en wij gelooven met hem, dat de oude
heer Beets zich tusschen al die vrijbuiters
van onze gouden eeuw niet heelemaal op zijn
gemak zal gevoelen. Met Rembrandt en Bol
zal het nog wel losloopen, maar zoodra er
een Jan Steenstraat op komst is, zal de Raad
waarschijnlijk verstandig doen dominé Beets
uit die buurt te laten verdwijnen en hem in
een rustig laantje in of bij den Alkmaarder
Hout onder te brengen of in de buurt van
„Truitje", wier borstbeeld al zoo vaak ach
teruit gezet is, dat het er werkelijk naar
uitziet dat onze tegenwoordige magistraten
meer eerbied voor de schilderkunst dan voor
de literatuur hebben.
Hoe volkomen afhankelijk een arme ge
meente van de residentie is, bleek weer eens
duidelijk uit de omstandigheid, dat de hee-
ren in Den Haag eerst nu de begrooting van
1938 onderhanden hebben genomen en dat
de gemeente o.a. verplicht wordt op den
plantsoendienst niet minder dan 2700 aan
arbeidsloon te bezuinigen.
Alkmaar heeft voor een kleine gemeente
vele en mooie plantsoenen en het gevolg van
de bezuinigingen der laatste jaren is, dat er
niet voldoende geld is om de zaak behoor
lijk te onderhouden, zoodat in verscheidene
straten het gras in hooikleur over de stee-
nen begint te groeien.
In weinige jaren is de 50.000, welke eer
tijds aan plantsoenen kon worden besteed,
teruggeloopen tot 30.000 en omdat dit nu
eenmaal een dienst is, die alleen maar geld
kost en niets opbrengt dan wat doode tak
ken en wat onverkoopbare bladaarde, is
men in Den Haag al heel gauw geneigd het
geld, dat Alkmaar tekort komt maar van de
plantsoenen af te halen.
Het jurkje, warin Vrouwe Alcmaria zich
aan de buitenwereld vertoont, begint lang
zamerhand een onsmakelijken indruk te
maken en als het met de bezunigingen in
gelijken tred doorgaat, zal het niet lang
meer duren of Alkmaar is een wildernis,
waar geen rentenierende buitenman meer
een huisje wil laten zetten.
Het wordt hoog tijd, dat er eens geld voor
een tuinman beschikbaar komt, die ons gras
eens kan maaien en het onkruid eens uit
onze straten zal trekken.
Aan de Landstraten staan de tuintjes ge
regeld onder water met het gevolg, dat
menige huurder een karretje zand koopt en
zijn grond gaat ophoogen. Dan loopt het
water natuurlijk naar zijn buurman toe en
die koopt dan twee karretjes zand en gaat
eveneens aan het ophoogen, zoodat het water
weer naar het eerste tuintje terugloopt.
Dat gaat zoo over en weer en om te voor
komen, dat tuintjes en huizen langzamer
hand onder het zand zullen verdwijnen en
Alkmaar in dit stadsgedeelte een tweede
Pompeji dreigt te worden, heeft de vereeni
ging „Volkshuisvesting", waaraan de hui
zen behooren, een voorschot van 1750 aan
de gemeente gevraagd om een pompinstalla-
tie te maken, die het water voor goed zal
doen verdwijnen.
In den strijd tegen het water zijn de Hol
landers altijd eensgezind geweest en de Raad
besloot dan ook met algemeene stemmen
het gevraagde bedrag beschikbaar te stellen.
Blijkt deze pompinstallatie succes te heb
ben, dan zal de gemeente daaruit de noodige
consequenties trekken en zullen ook andere
buurten voortaan in de ware beteekenis van
het woord drooggelegd kunnen worden.
Ten slotte dient nog vermeld, dat de heer
Van de Vall zich er over beklaagd heeft, dat
van de 150 arbeiders aan het vliegveld onder
Bergen slechts 16 mannen van Alkmaar
zijn, waarvan de ondernemer er maar 5 over
onze Arbeidsbeurs heeft betrokken.
Die Arbeidsbeurs is een kostbare instel
ling en het is niet te verwonderen, dat de
vraag gesteld werd of de directeur daarvan
nu werkelijk niet beter voor onze grondwer
kers in de bres had kunnen springen.
Wethouder Van Slingerland heeft in den
breede betoogd, dat noch hij, noch de direc
teur iets aan den loop van zaken had kun
nen veranderen, maar er is weer een nieuwe
conferentie met den uitvoerder van het
werk geweest en in de toekomst zal er waar
schijnlijk van Alkmaar ook op dit gebied nog
wel eens de een of andere victorie kunnen
beginnen.
Afwachten is maar weer de boodschap,
maar op aandringen van den interpellant is
besloten, dat de gemeente den aannemer
geen rustig oogenblik meer zal laten voor
hij niet alleen beloofd, maar ook daadwerke
lijk getoond heeft, dat hij onze werkloozen
een boterham voor Rijksrekening wil laten
verdienen.
De diplomatieke redacteur van de
„Daily Mail" schrijft: „De Britsche
regeering heeft kort voor middernacht
besloten de Duitsche regeering er in
duidelijke en formeele termen van in
kennis te stellen, dat Groot-Britannië
niet terzijde zou blijven staan, wan
neer Tsjecho-Slowakije het voorwerp
werd van den militairen agressie. Te
dien einde zal Henderson over enkele
uren, waarschijnlijk aan Hitier, een
nota ter hand stellen.
De ambassadeur had gisteravond, op
het oogenblik, waarop hij zich gereed
maakte naar Berlijn te vertrekken, een
telegram ontvangen, waarin hem ver
zocht werd te Neurenberg te blijven,
waar hem nieuwe instructies zouden
worden meegedeeld.
„De gisteren te Whitehall ontvangen
inlichtingen hadden ten slotte tot ge
volg Chamberlain te doen besluiten
Duitschland te doen weten, dat Enge
land aan den kant van Frankrijk zou
staan om weerstand te bieden aan
iedere agressie in Midden-Europa".
Reuter meldt uit Neurenberg, dat
Henderson daar blijft om vanmorgen
de parade der Hitlerjeugd by te
wonen.
Duitsche troepenbeweging aan
leiding van Engelands stap.
Uit Londen wordt aan de „Figaro" ge
meld: „De Engelsche regeering heeft zoo
juist nauwkeurige rapporten ontvangen
over de laatste troepenbewegingen in
Duitschland. Deze rapporten zijn, naar ge
zegd wordt, geheel van zoodanigen aard,
dat de ongerustheid wordt verhoogd, waar
mede de Engelsche ministers vandaag den
toestand onder oogen hebben gezien. Zij
verleenen een zekere vastheid aan de ge
ruchten, volgens welke de Duitsche regee
ring zou overwegen een plotselinge actie
tegen Tsjecho-Slowakije te ondernemen.
Onder deze omstandigheden zou men het
hedenavond als bifha zeker beschouwen,
dat zeer spoedig instructies zullen worden
gezonden aan den Engelschen ambassadeur
in Duitschland opdat hij een onderhoud
met Hitier aanvraag*."
Blum meldt uit Berlijn aan het „Jour
nal": „Laten wij ons niet met illusies in
slaap wiegen. Berlijn wil autonomie voor
de Sudeten-Duitsche gebieden en zeer
waarschijnlijk aanhechting in min of meer
nabije toekomst dier gebieden aan Duitsch
land. Slechts tegen dien prijs, zoo erkent
men ii Neurenberg, zal Europa den vrede
heroveren."