Lokt U de mooie Paardensport? laatste berichten. ▲MSTERDAMSCHE BEURS Dankbetuiging der Koningin Neem 'n AKKERTJE Zware straffen geëischt. Toen de dienettijd verlengd werd. De opheffing der defensieverboden Tsjechische persstemmen. Slechte indruk te Praag. Fransche defensie-maatregelen. Uitvoerverboden. Van paarden en menschen. Maarten skrolft nel de krant Leert rijden In de Kennemer Manege - Heiloo OERDE blad. (ONGECORRIGEERD). De burgemeester van Amsterdam zendt ons het volgende schrijven: „Ik mocht van H. M. de koningin onder staand telegram ontvangen: „Bij het einde van de viering ter her denking van mijn 40-jarige regeering, wensch ik u, mijnheer de burgemeester, te verzoeken, myn diepgevoelde erken telijkheid en dank te betuigen aan de bevolking v: Amsterdam voor de ont vangst, zoo vol geestdrift en uit het hart komend, die zjj mij heeft bereid. Wil dien dank ook overbrengen aan de hul digingscommissie en aan allen, die onder hare bezielende leiding en in voortref felijke samenwerking zich zooveel moeite hebben getroost en er zoo bij zonder in geslaagd zijn, om deze week van mijn verblijf te maken tot een aan eenschakeling van luisterrijke plechtig heden en feesten, die, in de schoone om lijsting van de versiering en verlichting der hoofdstac, tot een niet te vergeten schouwspel geworden zijn, en mü het treffend bewijs zijn geweest van de lief de en eensgezinde aanhankelijkheid van Amsterdam voor mij en mijn Huis. Wilhelmina". Toen ik eenige jaren geleden mij veroor- bij Migraine, „Kater", Hoofdpijn, enz. OPGAVE VAN NOORDHOLLANDSCH LANDBOUWCRED1ET N.V. .an Dinsdag 13 September 1938. STAATSLEENINGEN. 3—3'A Nederl. 1938 3 Ned.-lndië 1937 5'A DuitschL '30 m. verkl. BANK-1NSTELLINGEN. Amsterd. Bank Handel Mij. Cert. v. 250 Koloniale Bank Ned. Ind. Handelsbank INDUSTR. OND. BINNENL. Alg. Kunstzijde Unie Caïvé Delft Cert. Nederl. Ford Philips GloeiL Gem. Bezit Unilever INDUSTR. OND. BUITENL. Am. Smelting Anaconda t i i Bethleh. Steel Cities Service Generaal Motors Kennecott Copper Republic Steel Standard Brands i Steel comm. U. S. Leather CULTUUR MAATSCH. H. V. A. i i Java Cultuur Ned. Ind. Suiker Unie Vereen. Vorstenlanden MIJNBOUW. Alg. Explor. Mij. Redjang Lebong PETROLEUM. Dordtsche Petr. Kon. Petr Perlak Phillips Oil Shell Union Tide Water RUBBERS. Amsterd. Rubber Deli Bat. Rubber Hessa Rubber Oostkust Serbadjadi Interc. Rubber SCHEEPVAARTEN. HollandAmerika JavaChinaJapan lijn Kon. Ned. Stoomboot. Scheepvaart Unie TABAKKFN. Deli Batavia Oude Deli Senembah AMER. SPOORWEGEN. Atchison Topeka Southern Pacific Southern Railw. Cert., Union Pacific Canadian Pac lijn Vorige koers 1007. loos/* 261 141 152 1457. 130 41% 851/4 305 2417, 1417. 357. «247,, 436/i6 57. 357i6 29% 137w 57, 433/, 37. 4583/, 160 170 777, 69 154 3147, 3287, 75 28% 10% 9% 2241/4 154 122 150 106 3»/i« IO6V4 80 111 113 211 274'/, 253 267/8 137i6 97. 66 4% laatste 2.45-3.00 100% 100% 287, 1407, 1507, 1463/4 126 413/4-2 8674 305 236-7, 1407,-1 247.-5 44-Vs 57, 35j-% 30-'/, 131-7/ib 57, 4474-7, 3% 458 1617, 171 78 63-5 154 312 32674-f 75 287, lo»/i6 -7, 97,-% 225-7, 152 123 150 37. 1053/4 79'/4 IO93/4 113 212 275 246J-7J 263/4 13i-%« 97is 667, 47, fExclaim. *Exdividend. §Noteerin<g per 50. x) ex-coupon Prolongatie vorige koers K, heden pCt. WISSELKOERSEN AMSTERDAM OFFICIEEL. Vorige koers heden New-York 1.85^ 1.853/, Londen 8.921/» 8.921/16 Berlijn 74.40 74.40 Parjjs 5.001/» 5.00^ Brussel (Belga) 31.26 31.27 Zürich 41.91 41.93 Kopenhagen 39.80 39.82 K Stockholm 46.00 46.05 Oslo 44.82 y, 44.82 K heid van 551,2 K.M. en hij behoeft dus nog maar een zeer gering onderdeel van een seconde in beide ritten, welke noodzakelijk zijn, sneller te rijden om de snelste man ter wereld op het land genoemd te kunnen worden. Den rit .in noordelijke richting reed Cobb met een gemiddelde snelheid van ruim 553 K.M. ,in zuidelijke richting was hij iets langzamer en maakte toen een gemiddelde snelheid van ruim 549 K.M. Maar de volhardende Engelschman is niet van plan, om het er nu bij te laten. Integen deel, binnenkort denkt Cobb een nieuwe poging te doen en hij heeft alle vertrouwen in zijn wagen, welke gister getoond heeft de op één na snelste ter wereld te zijn. loofde, H. M. uit te noodigen, het jaarhjk sche koninklijke bezoek aan Amsterdam 1938 te doen samenvallen met het 40-jarige regeeringsjubileum, meende ik daarmede uiting te geven aan den wensch, die in Amsterdamsche burgerij leefde. Dat ik mi, daarin niet heb vergist, is wel overduidelijk gebleken. De bijzonder hartelijke medewer king uit alle lagen der bevolking, de onver getelijke wijze, waarop haar eenheid werd gemanifesteerd in de gevoelens van haar groote liefde voor en verknochtheid aan koningin en aan het Huis van Oranje, waren grootsch en indrukwekkend. Het is derhalve met de meeste voldoening, dat ik gevolg geef aan den wensch onzer koningin, den inhoud van dit telegram open baar te maken en gaarne voeg ik hieraan toe mijn persoonlijken harteüjken dank aan geheel de burgerij en aan allen, die tot het welslagen van deze herdenkingsweek op zoo treffende wijze hebben bijgedragen. Leve de koningin!" KINDERVERLAMMING BIJ 38-JARIGE VROUW. By den directeur van den G. G. D. te Rotterdam is aangifte gedaan van een ge val van kinderverlamming by een acht-en- dertig-jarigen vrouw in Hillegersberg woonachtig. De vrouw is in een der barakken te Rot terdam opgenomen. Behandeling voor het hoog militair gerechtshof. De dienstplichtigen, die in verband met de verlenging van hun diensttijd van 5 A tot 11 maanden, in de nood-kazerne te Amersfoort waren ondergebracht, waren op dat tijdstip in een allesbehalve gemoedelijke stemming. Op alles maakten ze aanmerking en niet het minst op het eten, dat, volgens hen, zeer slecht was, hoewel de luitenant verzekerde, dat het beter was dan bij 90 pCt. van de soldaten thuis. Op een middag kwam de luitenant de eet zaal binnen en onmiddellijk kwam een soldaat naar hem toe, die hem een bord eten voorhield met de woorden: „proef dat eens". Pe luitenant gaf toe, dat de aardappelen niet bijzonder goed waren, „maar", zoo voegde hij er aan toe, „er zijn in dezen tyd van het jaar geen betere te krijgen, ik eet ze thuis precies zoo". Hierop volgde een luid gejoel, waarop de luitenant stilte beval. De stilte liet evenwel nog geruimen tyd op zich wachten, waarop de luitenant, in overleg met den kapitein, besloot de soldaten des avonds nog eens ter verantwoording te roepen. Hy gaf bevel, dat de manschappen des avonds om tien uur voor hun bedden moes ten aantreden, doch daar hy vermoedde, dat men dit bevel zou saboteeren, nam hij des avonds vijf sergeants mede. Wat hij vreesde, bleek waar. Toen hy op de slaapzaal kwam, was daar het licht reeds uitgedraaid en alle manschappen lagen in bed en hielden zich slapende. Op het com mando: „Voor de bedden en in het grijs kleeden" werd slechts gedeeltelijk en schoor voetend gereageerd. Hierop bevalen de sergeants iederen sol daat persoonlijk op te staan. Twee soldaten weigerden toen nog. Zij weigerden ook, toen de luitenant hen beval zich in arrest te stellen. Pas toen de militaire politie er bij werd geroepen, kon men de soldaten tot rede brengen. De twee soldaten hebben zich wegens op zettelijke ongehoorzaamheid voor den krijgsraad te 's-Hertogenbosch moeten ver antwoorden. Zij werden veroordeeld tot ge vangenisstraffen van 8 en 4 maanden. Heden diende deze zaak in hooger beroep voor het hoog militair gerechtshof. Op de terechtzitting bleek, dat beide beklaagden den luitenant excuus hebben aangeboden en dat hun toen door den kapitein min of meer was beloofd, dat de zaak krijgstuchtelijk zou worden afgedaan. Generaal van Munnekrede wees er even wel op, dat de kapitein niet had te beslissen over de al- of niet berechting van deze zaak, maar dat deze beslissing genomen moest worden door den auditeur-militair in overleg met den garnizoens-commandant, omdat het niet een zaak betrof tegen den kapitein of luitenant persoonlijk, doch te gen de krijgstucht. De advocaat-fiscaal, mr. L. D. J. Vermeu len, zeide in zijn requisitoir, dat hij in ver band met den ernst van het feit de opge legde straffen niet te zwaar vond. De eene soldaat, wien acht maanden ge vangenisstraf opgelegd, was in zijn korten diensttijd al vijftien maal gestraft, de ander tweemaal. Spr. vorderde daarom bevestiging van het vonnis van den krijgsraad. De verdedigers, mr. J. Weijl en mr. van Everdingen, wezen erop, dat het rechtvaar diger ware geweest, indien de zaak dis ciplinair zou zijn afgedaan, nu dit beloofd is en pleiters drongen voorts op de meeste clementie aan. Nog een derde soldaat moest in dit ver band terecht staan en wel de 19-jarige D. R., die geweigerd had naar buiten te gaan, toen de luitenant hem dat beval. Hij had, naar hij mededeelde, aan de herrie des middags niet meegedaan, was 's avonds op het eerste bevel uit zijn bed gekomen, doch toen de luitenant allen beval naar buiten te gaan. meende hij, dat dit bevel niet voor hem gold. Toen de luitenant hem duidelijk maak te, dat dit wel degelijk het geval was, voeg de de soldaat zijn meerdere toe: „Wacht maar, ik zal je onthouden, mijn tyd komt ook nog wel". Voor deze feiten opzettelijke ongehoor zaamheid en bedreiging van een meerdere had de krijgsraad hem een gevangenis straf van vier maanden opgelegd, van welke straf de advocaat-fiscaal heden bevestiging vorderde. Het Hof zal in deze zaken nader senten wijzen. Het bericht in „Het Volk" over de op heffing der z.g. defensieverboden wordt thans bevestigd door het A.N.P., ver" neemt, dat hedenavond een Staatsblad te verwachten is, behelzende een kon. besluit tot wijziging van het rijksambtenaren reglement. In aansluiting bij dit kon. be sluit heeft de voorzitter van den raad van ministers een btschikking gegeven tot wijziging van de lijsten van verboden ver eenigingen in welke beschikking de S.D.A.P. en het N.V.V. betreffende het departement van defensie zijn komen te vervallen. ROTTERDAM—NEW-YORK IN NEDEKLANDSCHEN RECORDTIJD. Vanmorgen om 18 minuten voor zeven is de „Nieuw Amsterdam" in de Rotterdam sche haven aangekomen. Het schip heeft den afstand New-YorkRotterdam afgelegd in 6 dagen 13 uur en 18 minuten, hetgeen een Nederlandsch record beteekent. De Tsjechische pers wijst op den slechten indruk in Tsjecho-Slowakije, gewekt door de ruwe woorden van Hitier jegens den president der repu bliek. De bladen stellen een tegenstel ling vast tusschen de gisteren door Hitier uitgesproken redevoering en die, welke Zaterdag werd gehouden door den president der republiek Benesj. Diens rede was kalm van toon en inhoud en waardig. Zij vormde een vastbera den bijdrage tot den vrede, niet alleen een vrede der nationaliteiten, maar een algemeenen vrede. De „Venkow", het orgaan der republikein- sche boerenpartij, schryft: Hitier ontweek zijn meening uit te spreken over de ontwik keling der situatie. Het was een redevoering eerder bestemd voor het binnenland dan een redevoering van den woordvoerder van het naburige Duitschland tot Tsjecho-Slowakije. De rijkskanselier maakte ternauwernood een toespeling op de besprekingen der Tsjecho- Slowaaksche regeering met de Sudeten- Duitschers. Voor Tsjecho-Slowakije is de toe stand uit internationaal oogpunt bezien niet veranderd. Het is moeilijk op de meer dan krachtige woorden te antwoorden met nog grooter woorden. De verantwoordelijkheid voor de verdere ontwikkeling ligt vooral by de nationaliteiten in Tsjecho-Slowakije. De redevoering van Hitier heeft onze Duitschers niet van de verantwoordelijkheid ontheven, doch deze nog vergroot. DE INCIDENTEN TE EG FR. Het Duitsche Nieuws Bureau meldt uit Eger, dat toen de arbeiders tegen acht uur de fabrieken binnen gingen en zich groote groepen kinderen op weg naar school be vonden, plotseling op het marktplein waar juist jaarmarkt wordt gehouden door ver scheiden manschappen der staatspolitie eenige schoten op de menigte werden ge lost. Daarbij werd de 40-jarige Miklas Gibner door een schot in het hoofd gedood. Zes andere voorbijgangers liepen ernstige wonden op. De toegang tot het marktplein en daar mede tot de jaarmarkt is afgezet. De koopvrouwen braken in allerijl haar kfaampjes af. Direct werden te Eger alle bedrijven en zaken gesloten en de school kinderen naar huis gezonden. Om negen uur trokken militairen de stad binnen. Zij verspreidden volksoploopen. Er staan acht pantserauto's gereed. De correspondent heeft op straat voortdurend hooren schieten. De Sudetenduitsche partij heeft bevolen dat de bewoners zich niet op straat moeten begeven. Slechts in de trap portalen staan angstige lieden, aldus het D. N. B. bijeen. Met het oog op den tegenwoordigen in ternationalen toestand heeft de Fransche regeering het besluit genomen den uitvoer van zekere producten, welke van belang zijn voor de landsverdediging, te verbie den. Het betreft: ruwe wol en huiden, be werkte huiden, zijde, lappen, katoen, lin nen, hennep, Jute, sisal, Ijzer, blik, staal, enz. De Fransche ministerraad bijeen. Om tien uur vanochtend heeft president Lebrun den Franschen ministerraad ge opend. Daladier én zijn collega's begonnen direct met de beraadslagingen, welke, ge zien de belangrijkheid van den buiten- landschen toestand, waarschijnlijk tot na het middaguur zullen voortduren. Non-actief. Door een, overigens onbeteekenende bles sure, die Siegfried aan den rug heeft, zyn we op non-actief. Mèt bezwaar voor de schatkist. De mijne dan, wel te verstaan. Omdat zelf dokteren vaak tijd kost en ik in alle gevallen liever het zekere voor het onzekere neem, vraag ik den dokter om hem even na te zien. Hy constateert ook, Suntebankeris, 8 September 1938. Weer zou ik nou aars over skroive, as over et feist, dat we houwen hewwe, hier op et dilrp. Alles hewwe we vanzellef meemaakt, vanof de optocht tot an de ofschoidsrede van onzen burgemeister toe. Den hewwe we vanzellef et hille durp rond weest, dat et end was, dat we meer as loof wazze en deur de onwennighoid van et veule loopen en staan nou nag stoif ok. Ik wil nou niet over et feist in zen geheel skroive, want deer verskoint al meer as genog van, maar der benne altoid wel van die kloine dlnge die zoo maar zonder erg beure, weer un aar gien erreg in heb, maai weer je zellef den efkes over neidenke en ik in dut geval over neiskroif, en den ken ik alles nag lang niet neerpenne, want den had ik an un heel blad nag tekort. En over onze Jublleerende Landsvrouwe zal ik et ok niet hewwe, want deer kenne we ok nag genog over leze, as we de kranta van de lest# weke naggeris neikoike. Toidens de ochendfeiste dwarrelde we over et teroln, en zagge overal et jongere geslacht hard werken voor eer en prois. Niet veer van oons of stlng un Jochie ta peeuwen. Moeder der baai, en met horten en stooten kwam et er uit, dat ie niet meer mocht mee doen met zakloopen. Moeder op de kemissie of, en weerom heur Jan je nou niet meer mocht. „We hewwe em ofroepen, maar toe was ie der niet en toe benne we deurgaan en is ie skrapt". Janje was nei un aare hoek loopen, weer alles nei toe holde op un mement en et pebliek liep zoo maar dwarsof over de baane heen. En op zoo'n mement den benne de groote ok nag weer kloin en niet woizer, as er ien gaat den gaan ze allegaar. Dier wier nag un touw van een paalke oftrapt deur de wildeghoid. Henderik skoot toe om et weer vast te binden, haai gong op zen kniebolle legge en bond et touw weer vast, om un bien van un jonge moid. „Hei jo, das men bien!" riep die. „Nou moidje zeg dat den eerder, ik doch dat et un paalke was". Toe gonge we nag efkes koike nei un spel- leke, dat de moeite waard was. In un groote ben, die an twei touwe hing efkes van de grond, deer lagge un hooge hoed en lange jas en die moste ze in de ben staande antrekke en opzette, en wie den et gouwst klaar was. Ik zag er ien die meist et zootje op en an had, en nag efkes an de leste mouw foe terde, de ben wankelde, haai greep nei de rand en touwe, maar kon et goeie steun niet vinde, en lag efkes later naast de mand hoed of en jas weer zoowat uit en toe kon ie weer overnuw beginne. Zoo gong et deer aldeur zoo antrekke en omrolle en lache vanzellef, maar de joos die bezig wazze werke en zweite. Al veul later asdat we docht hadde gonge we te eten en dat smaakte maar heel best. Ik had docht, we rake an de kouwe tafel, maar nei, Trointje was efkes eerder vort gaan en had un eenig potje kookt en lekker eten dat ik heb, foin hoor. En toe wou ze nog borde woschen hewwe, maar ik zoi „Doei komt niks van in oor, doen dat murgen maar, we gaane n6ll te voetballen. Et was wel veer te halen, maar ze g0ng toch de boel weg zette, niet tevreden van- zellef maar dat kon moin niet skele, et was nou feist, ik gong toch ok niet nei de akker En hillekendal vroeg wazze we ok al niet want Dirk en Soitje wazze al vort, afoin Kees en Brlcht wazze nog thuis en samen gonge we toe weer nei et teroin, nou deer liep un raar zootje achter de bal an, maar et was leuk en op un dag as deuze den staat de lol vooran. Later ok as er Ien viel toidens de wetj. stroide den was et lachen niet van de lucht of en degeen weer om et was, deid ok maar mee. Biecht deid ok nag met Kees mee an et hardhoepelen en de derde keer dat ze loope moste gong Kees te hard. dat Brecht et niet besloffe kon en deer kwakte ze neer, et was netuurlek weer un „Hoera Er was nagal best afkommen, maar et was metien ofloopen ok met hullie looperaai, maar der liepe weer aare en der viele weer aare. v Deer kwam Henderik op Brecht of: ..Wel moidje wat viel je deer netzeeven bar, hew j» je nag bezeerd?" „Noi oor", zot Brecht. „Nou, zoi ie toe, ik loof toch wel dat je ver sierd benne met de kleure van de vlag." Brecht zoi niks, wel goed ok, aars had ze nag wel meer hoore moeten, moet je maar rekene. Net as 's eivena met de stoomfietseraai, deer zouwe ze un hoop kunsie» op doen leite hier en deer omheen en zoo. Eerst was er nag sprake van weest, dat tr un wupplank komme zou, en Dirk Minnesma die zoide 's ochens nag, der most wel zoo'n ding komme, want den was er nag wat an voor et pebliek ok. Maar Dirk had gien wupplank noodeg, die reed zoo best, dat et hek deer reed ie maar dwars deur heene, en stel je nou ders voor dat er wel un wupplank weest was, nou den had Dirk vast vliegenier worren. Affoin Dirk heb un hek stik reden en et heb em gien cent kost, nou dat beurt niet veul teugenwoordeg, nei haai heb er zelfs nag un reep sukkelaat mee verdient. Zoo was er nag ien die reed ook et hek an barrele en wou metien Jan Jonker der nag baai neme, maar die sprong opsaai as un kikker, maar haai keek zoo lillek as un boeman. „As ze me der voor over hewwe, den zal ik hullie ok wel kroige", zoi ie en skreef metien de straf neer. Ja et ken lang an, maar je moete niet an de zuurie zellef komme, wnt den ben je in de regel zellef zuur. Toe krege we as slot zang van de vereen i- ging en un ofskoikswoord van de burge meister en twei verze van et Wilhelmes en et oinde was deer, of nei nog lang niet, want overol op streit deer liepe groepkes mensche, deur et versierde dürp. Oindcluk wier et wat stiller, hier en deer gong un lampioen uit en de dag was om on- vergeetelyk voor degene die em meemaakt hewwe. Maar, 0 groote me grut ik moet er noodeg uitskoije. Nou allegaar maar weer de groete van MAARTEN cn TROINTJE. dat het een kleinigheid is, schrijft een zalfje voor, dat wel helpen zal, maar dat ons in dit geval in den steek laat, en besluit dan om, ter bespoediging van de genezing, het kwaad er uit te snyden. Dat klinkt uiterst eenvoudig, maar in de praktijk valt het niet mee. 't Zou het werk van een oogenblik zyn, als de schimmel maar éven, twee minuten hoogstens, stil wou staan. En dat is natuurlijk juist wat hy niét doet. In de eerste plaats is hy verschrikkelijk kleinzeerig; in de tweede plaats nogal wan trouwend, als een vreemde dicht by hem wil komen; in de derde vindt hij dat ge peuter aan zijn rug, die gevoelig is, heel vervelend, in de vierdeOch, is het noodig er nóg meer argumenten bij te halen? Hij heeft zoo al meer dan voldoende motieven. En we kunnen doen wat we willen, maar het lukt niet. Met zijn vieren kunnen we hem niet rustig houden. O ja, ik weet het wel, een praam! Maar de dokter kent mijn zwak voor het paard, houdt misschien zelf ook niet erg van het martelwerktuig want dat is het, al kan het misschien wel eens onontbeerlijk zyn en constateert, dat het ook wel plaatselijk verdooven kan. Een volgenden keer. Die komt na twee dagen. Siegfried eet appelen, terwijl het verdoovingsmiddel wordt toege past en vergeet, dat ze aan zijn'rug staan te morrelen, te meer, omdat iemand zijn oogen bedekt houdt. De appelen zijn èrg lekker en Eer hij 't weet, is het gebeurd. Nu is 't gauw in orde, verzekert de dokter optimist. 't Is ook gauw In orde, dat wil zeggen, bijna. En juist dat laatste loodje weegt zoo erbarmelijk zwaar, 't Wondje is dicht, maar nog niet geheel gaaf en we wachten, wachten met engelengeduld (dit met een korreltje zout te nemen). Siegfried begint zich te ver velen, hoewel hij iederen dag beweging krygt en dan nog in de buitenmanège vrij mag rondloopen. Hij eet uit verveling de ventersbank van zijn box op, naast bossen wortelen, heele brooden en mudden appe len. Met dankbaarheid bedenk ik, dat het zomer is al is het weer tamelijk win- tersch zoodat het me nu althans niet een deken kan kosten. Want tijdens sneeuw- en vorstperiodes kost de ongedurigheid van Siegfried me Iederen winter minstens één kostelijke wollen deken. Ik verveel me ook lichtelijk en breng uren in den stal zoek, pratende tegen hem en tegen andere paarden, me verdiepende in psychologische en opvoedkundige problemen. Tristan is de buurman van Siegfried lang.' zamerhand komt de heele Germaansche legendenrUkdom in den stal, we hebben Brünhilde nu ook al en vanzelf maakt hij aanspraak op een deel van de aandacht. Hij is heel wat rustiger geworden in de afge- loopen maanden en zelfs wanneer hij zijn eten krijgt, gedraagt hy zich min of meer als een gewoon paard, al kan hy wat dat betreft niet tippen aan den schimmeL Die gaat, als de haver wordt aangedragen, netjes by zyn voerbak staan en wacht rustig en met een hooghartig gezicht tot hy geserveerd wordt, op de manier waarop een aristocraat zich aan tafel zet en op den maltre d'hotel wacht. Of, zoo ge liever wilt, op den butler. Tristan verzekert me, dat hy niet meer byt, dat hij niet anders- dan vriendeiyke bedoelingen heeft en hy lacht me daarbij vriendelyk toe. Binnen 'n paar dagen met een halve bos wortelen doe je een massa heb ik hem zoo ver, dat hy al uit de verte begint te grynzen en het moet voor een buitenstaander een tameiyk onwys ge zicht zijn. Wat niet wegneemt, dat hU in zyn vryen tyd nog vlug weer eens in de oude zonde vervalt en toehapt. De bewyzen zijn er, in den vorm van een blauwe plek, anders zou ik het haast niet gelooven. Hij moét toch op te voeden zyn, dat blykt uit den vooruitgang, dien hy gemaakt heeft. Om te ryden is hy lief genoeg. Ik leg hem uit, wat er aan mankeert en ik laat het hem zien. Je bent braaf, daar heb je een worteL Zoo, nog een. En nu keer ik me om en nu mag je niet naar me happen. Begrijp je dat? Kijk, zóó keer ik me om. Uit de verte roept iemand met de blauwe plek dat ik toch zal oppassen, want dat hij me zóó beet heeft. Ik blijf praten en dan keer ik langzaam myn hoofd om, want ik wil toch wel zien, hoe hy op myn redevoering reageert. En uit den hoek vsui één oog zie ik een even opgeheven, schuin gehouden hoofd, waarvan de neus is opgekrinkeld en de lippen weg getrokken in den bekenden vriendeiyken grijns. De sterke, gele tanden zyn bloot en liggen vast open. Tristan lacht me toe, als een wélgezinde kannibaal. Voorzichtig doe ik nog een stap achter waarts. maar ik houd hem in het oog, in het halve oog dan. De gryns wordt sterker, de neus rimpelt nog meer, je verwacht, dat hU er by zal gaan kwispelstaarten. Hij wordt hevig beloond en geprezen en geliefkoosd en vindt zichzelf ook erg braaf en hy bedelt om meer lekkers, tot de schimmel ongeduldig begint te hinniken, en zegt: ]-oc< bewaar voor my ook nog wat, ik t^eeste rechten- En ik ken óók kun sten. Kyk maar, ik geef een poot en knik ja en neem niets uit de linkerhand en ik wil alles voor je doen. Alleen lichen. zooals die clown daar, dat kan ik niet. TRIXIE. Telefoon 2378. TK»*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 10