E WIND BLAAST. HEEMAF JxuMetm Voedselvoorziening in tijden van oorlog. HOMIG,bKEUKEHSTROOP^^^^:/ 0* sto«^r STO FZUIGER tweede blad. Binnenland Wetsontwerp tot Nederlands economische mobilisatie ingediend. Thans reeds bepaalde maatregelen genomen. Verkrijgbaar bij: HEUSEVELDT N.V., Een aanvaring op de Noordzee. Zweedsch motorschip „Nippon" gezonken. Branden. Bij koninklyke boodschap van 12 dezer is ingediend een ontwerp van wet, houdende voorziening ten be hoeve van voedselvoorziening in tijden van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden en de voorbereiding daarvan. Aan den considerans ontleenen wij dat het noodzakelijk moet worden geacht, in afwachting van een nadere wettelijke regeling, de mogelijkheid te openen tot het treffen van voorloopige maatregelen te dezer zake. De drie artikelen, waaruit het ontwerp van wet is samengesteld, luiden als volgt: Artikel 1. Van de bevoegdheden, bij of krach tens de landbouw-crisiswet 1933 aan ons en aan onzen met de zaken van den landbouw belasten minister ver leend, kan mede worden gebruik ge maakt ten behoeve van de voorberei ding van de voedselvoorziening en de voedselvoorziening zelve in tijden van oorlog, oorlogsgevaar of andere bui tengewone omstandigheden. Artikel 2. Uitgaven, welke strekken ter uitvoe ring en handhaving van uit deze wet voortvloeiende maatregelen en voor schriften komen niet ten laste van het landbouw-crisisfonds, bedoeld in ar tikel 2 van de landbouw-crisiswet 1933. Artikel 3. Deze wet treedt in werking met in gang van den dag na dien harer af kondiging en zal door ons op een na der door óns te bepalen tijdstip, doch uiterlijk op 31 December 1939, wor den ingetrokken. Memorie van toelichting. De memorie van toelichting, onder teekend door den minister van econo mische zaken, is van den volgenden inhoud: „De vermoedelijke aard van een toe- komstigen oorlog eischt, meer dan in vroe ger tijden, naast de militaire voorzorgen, evenzeer een volledige voorbereiding van de voorzieningen ten behoeve van 's lands economische weerbaarheid. Reeds de laatste groote oorlog heeft zoo wel voor de belligerenten, alsook voor de neutralen aangetoond, tot welke groote tekorten aan goederen van verschillende soort de afgesneden import geleid heeft. Met name baarde in ons land, dat voor een groot deel van den uitvoer uit het buitenland afhankelijk is, de voedselvoor ziening in de mobilisatie jaren groote zorg. De ervaring, in deze jaren opgedaan, ge paard aan de voorzorgsmaatregelen, welke dn andere landen in en buiten Europa reeds zijn getroffen, heeft de regeering aanlei ding gegeven ook aan de economische ver dedigingsvoorbereiding de volle aandacht te schenken. Een ontwerp van wet betref fende deze economische verdedigingsvoor bereiding, dat onder meer beoogt aan de regeering de bevoegdheid te geven de voorraadvorming te bevorderen of te ge lasten, dan ook in voorbereiding. Hoewel met spoed aan de verdere voorbereiding voor de indiening van dit wetsontwerp wordt gewerkt, noopt de huidige internationale toestand de regeering echter thans reeds maatre gelen te nemen ter voorziening in de behoeften van de bevolking in tijden van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden. In het bijzonder doet de noodzaak daar toe zich gevoelen voor wat betreft het aan leggen van grondstoffenvoorraden voor de voeding van mensch en dier. Aangezien gebleken is, dat op sommige tijdstippen de voorraden van eenige onmisbare voedings producten hier te lande van onvoldoenden omvang waren, acht de regeering en wel in de eerste plaats de minister, die meer in het bijzonder aansprakelijk is voor een richtige voedselvoorziening, het niet langer verantwoord het treffen van maatregelen, om tot een verplichte voorraadvorming te kunnen geraken, tot een later tijdstip, i.c. het in werking treden van bovenbedoelde wet, uit te stellen. Landbouwcrisiswet voorloopig basis. Ten aanzien van den wettelijken grond slag, waarop de hiervoren bedoelde ver plichting tot voorraadvorming zou kunnen berusten, meent de regeering de daartoe vereischte voorschriften, althans voorloo pig, te moeten baseeren op de landbouw- crisiswet 1933. Alhoewel haars inziens het gebruiken van deze wet als basis voor de voorraadvorming juridisch verantwoord kan worden geacht, ontveinst de regeering zich niet, dat een dergelijk gebruik niet in overeenstemming is met de uitdrukkelijke bedoeling, waarmede de landbouw-crisis wet in het leven is geroepen. Daar echter de genoemde wet met de daarop berustende voorschriften en bepa lingen een apparaat vormt, hetwelk een snelle en doeltreffende methode waarborgt om in den kortst mogelijken tijd de be oogde voorraadvorming te bewerkstelligen, heeft de regeering aanleiding gevonden voor te stellen de in de landbouw-crisiswet aan de kroon en aan den met de zaken van den landbouw belasten minister verleende bevoegdheden tijdelijk, d. w. z. totda ter zake nadere wettelijke regelingen zijn ge troffen, te doen gebruiken voor de voor bereiding van de voedselvoorziening in oorlogstijd en, indien dit onverhoopt noo- dig mocht zijn, voor de voedselvoorziening in oorlogstijd zelf. Hiertoe is dit ontwerp van wet ontworpen. Gelijk ook in het ontwerp tot uit drukking is gebracht, zullen uit de beoogde toepassing van de landbouw- crisiswet geen financieele consekwen- ties voor het landbouw-crisisfonds kunnen voortvloeien. Nadere wettelyke regeling komst. op Uit den aard der zaak is de regeering zich er van bewust, dat een zoodanig ge bruik slechts gerechtvaardigd is zoolang geen nadere wettelijke regeling ter zake is getroffen. Zij heeft dan ook gemeend aan deze toepassing der landbouw-crisiswet 1933 eerftijdelijk karakter te moeten geven en haar geldigheidsduur tot 31 December 1939 beperkt. Zoolang geen nadere regelen getroffen zijn, zullen ingevolge artikel 1 van dit wetsontwerp ook de maatregelen voor voedselvoorziening in tijden Van oorlog op de landbouw-crisiswet kunnen worden gebaseerd." D 36) Door DONN BYRNE. Uit het Engelach door J. van P X. In de idylle van Beiroet was nu de wor stelaar van Aleppo verschenen en het hin derde Campbell in zulk een mate, als hij niet voor mogelijk gehouden had. Daar ging hij de deur voorbij met zijn droomerig Syrisch gelaat, zijn rood roos, zijn witte burnoes, zijn slenterende volgelingen. En Fenzile glimlachte met haar rustigen, af zij- digen glimlach. Er mocht vermaak in schui len een vreemdsoortige Oostersche ko medie van een kermisklant, die de oogen ophief naar een prinses der Drusen en de vrouw van een Frankisch scheepskapitein; het mocht vermakelijk zijn voor Fenzile om dezen overwinnaar van mannen overwon nen te zien door haar aanwezigheid, maar het was niet waardig. Beslist het was niet waardig! Maar het was ook niet waardig erover te spreken, om Fenzile te toonen, dat het hem een zier kon schelen; zoodat hij niets zeide en de worstelaar iederen dag langs kwam. Het werd onverdraaglijk. Het scheen Fen zile te vermaken, maar hem vermaakte het niet. En plotseling overviel hem een kilte wat wist hij eigenlijk van deze menschen van het Oosten? In zes jaar kon iemand hun taal uitstekend leeren, hun gewoonten, henzelf kennen, maar kennen alleen voor zoover zij gekend wenschten te worden; de uiterlijke persoon, die verbeelding was, zou men kunnen kennen, maar wat betreft de innerlijke, die werkelijkheid is? Een vreemd land, waar de kooplieden spraken als vor sten en de vorsten als kameeldrijvers en de sakeyh, de waterdrager, een gedicht van Hafiz kon opzeggen, terwijl het water uit den zak borrelde. De gehoorzaamheid, de berusting in de oogen der vrouwen kon intrige verbergen en wat was er achter de oogen der mannen, zacht als die der vrou wen? „Fenzile, je zegt, dat je mij liefhebt, om dat ik vriendelijk ben. Heb je mij niet lief, omdat ik sterk ben?" „In ieder geval, om alles, lieve Zan". „Ik ben sterk, weet je, even sterk als je vriend, Ahmed Ali". „Natuurlijk, lieve Zan", maar er was toch geen overtuiging in haar stem. Als zij begreep, dat er niets was, dat deze wor stelaar bezat, dat hij niet in meerdere mate bezat, dan zou het goed zyn, alle attributen in de wereld zou zij dan in hem kunnen vinden. Maar zjj dacht, dat de worstelaar de eenige sterke was. Verduivelde vrou wen, konden zij het verschil niet begrijpen tusschen de spieren van een jacht-luipaard en het gewicht van een zeekoe? Het was dom, maar het prikkelde hem. En toen schoot hem een gedachte te bin nen, waarvan hü voelde, dat zij hem on waardig was, maar die hij niet van zich af DE WIJZIGING VAN HET RIJKSAMBTENARENREGLEMENT. Het kon. besluit, waarbij wijziging wordt gebracht in het algemeen rijks ambtenarenreglement, luidt als volgt: Artikel 97b van het algemeen rijksambte narenreglement wordt gelezen als volgt: 1. Aan den ambtenaar kan eervol ontslag worden verleend, indien, naar het oordeel van het gezag, hetwelk tot het verleenen van het ontslag bevoegd is, uit zijne gedra gingen van een zoodanige gezindheid blijkt, dat geen voldoende waarbbrg aanwezig is, dat hij zijn plicht als ambtenaar onder alle omstandigheden getrouwelijk zal vol brengen. 2. Een gedraging, als bedoeld in het eerste lid, is onder meer aanwezig, wanneer een ambténaar lid is van eeri vereeniging, waar van onze minister, voorzitter van den raad van ministers, verklaard heeft', dat zij om de doeleinden, die zij nastreeft, of de mid delen, die zij aanwendt, de behoorlijke ver vulling van zijn plicht als ambtenaar kan in gevaar brengen of schaden, 'of wanneer hü op eenigerlèi wijze medewerking of steun verleent aan een zoodanige vereeniging of van haar uitgaande actie. 3. Voor een ontslagverleening, als be doeld in hét eerste lid, is de medewerking of machtiging vereischt van onzen minister, voorzitter van den raad van ministers. Deze is gehouden, te voren het advies in te win nen van een commissie, bestaande uit vijf leden en vijf plaatsvervangende leden. Van de leden wordt één lid als voorzitter en één als plaatsvervangend voorzitter aange wezen. 4. De leden en plaatsvervangende leden van de in het vorige lid bedoelde commissie worden door ons benoemd, op voordracht van onzen minister, voorzitter van den raad van ministers. 5. Op deze commissie is niet van toepas sing het bepaalde in hoofdstuk IX. 6. Wij stellen regelen vast voor de werk- wyze van deze commissie. Aan artikel 115 van het algemeen ryks- ambtenarenreglement wordt, met vernum mering van het bestaande tweede en derde lid tot onderscheidenlyk het derde en vierde lid, een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende: 2. Ten aanzien van dè bijzondere com- missiën voor georganiseerd overleg voor de ambtenaren, ressorteerendè onder het de partement van defensie, kan door onzen minister, in overleg met onzen minister, voorzitter van den raad van ministers, van het bepaalde in het eerste lid, onder c, worden afgeweken. BELGISCH-LUXEMBURGSCHE DAG OP DE JAARBEURS. By gelegenheid van den Belgisch-Luxem- burgschen dag op de Utcechtsche najaars- beurs bracht gisteren een groote groep Belgen en Luxemburgers een bezoek aan Utrecht, o. jljj. Na een bezoek aan d«abeurs werden zij in de speciale zitting vajn de Utrechtsche Kamer van Koophandel door verschillende sprekers toegesproken, o.m. dr. F. E. Post- huma en minister Steenberghe. Aanwezig waren o.a. de Belgische minis ter van economische zaken, exc. P. Heymans, mr. B. Ph. baron van Harinxma thoe Slooten, Nederlandsch gezant te Brussel, de heer H. Boels, gouverneur van de provincie West- Vlaanderen en dr. F. E. Posthuma, voor zitter van de permanente commissie Neder- land-België-Luxemburg. - DE ALGEMEENE NEDERLANDSCHE ZUIVELBOND VERGADERDE. Moeilijkheden bij den export van melkproducten naar Engeland. Onder zeer groote belangstelling werd het congres van den Algemeenen Nederland- schen Zuivelbond (F.N.Z.) te Nymegen gistermiddag om twee uur geopend door den voorzitter, den heer L. F. Britzel. Uit de officieele mededeelingen bleek, dat de boterproductie van 1937 over het alge meen eenigszins boven die van het vorige jaar bleef. De boterprys was tot half Mei bevredigend. Vanaf eind Juli lag onze inter nationale boterprijs beneden dien van ver leden jaar. De kaaspryzen lagen over de ge- heele lyn beneden die Van 1937. De kaas pryzen werden in het derde kwartaal on gunstige beïnvloed doof de sterke verlaging van het Duitsche betalingscontingent. De melkpoederpryzert bleven evenmin kon zetten, hoe zeer hij ook trachtte. Wat wist hij van Fenzile, behalve dat zy jong, krachtig en schoon was? Niets! Waaraan dacht zij met die droomerige oogen, groen als de zee? En vrouwen bewonderden altijd kracht in een man, en hy was het grootste gedeelte van den tijd weg, minstens de helft. En intrige was de adem van het Oosten. „O, wees niet gemeen", zeide hy by zich zelf, maar de af en toe opkomende heete en schroeiende pyn bleef en de kleine don kere wolk was in zyn gedachten. Wanneer zij dicht byeen waren in de zachte scheme ring, schouder aan schouder, haar oogen gesloten, haar smalle, kaneelkleurige han den ineengestrengeld, rees de duistere twy- fel in hem, en in de vroolyke ochtenden, wanneer zij haar bloemen rangschikte in vazen van Perzisch blauw, dan maakte hem dat zwijgzaam als het graf. En in den avond,- als zij haar fijn Syrisch borduur werk maakte, verwekte dat in hem vreem de aanvallen van bedwongen woede Kon het mogelijk zyn? Een kermisklantEn de Duizend en één Nacht begonnen met Sjah Zamon's koningin en haar liefde voor een negerslaaf..-.. Als de worstelaar maar weg wilde gaan; moede werd van het paradeeren en Fenzile beu zou worden van het glimlachenEn later zou Campbell lachen Maar de worstelaar bleef en menigmaal ontmoette Campbell hem in de straten en iederen keer bleek dan de overdreven be- leedigende hoffelykheid van den man van Aleppo, als hy terzyde ging om den Frank te laten voorbygaan. £r lagen vyandigheid en minachting in zyn gesluierde oogen, er was nonchalance in het ruiken aan de roos Kunt U dat steeds contrólaeren Als U een Heemaf hebt, wel. Door mid del van een oranje dop is de zuigwerking te controleeren. Dus:- „Oranje boven en alles is in orde". Hij zuigt niet alleen het stol ui» Uw tapijt, maar ook het scherpe stoizandl Alleen de Heemal beeft een motor zon- der koolborstels. Radiostoring uitgaaio* ten! Vraagt U een demonstratie? Langestraat 24, 76, Achterstraat, Houttll, Alkmaar. Telefoon 4170, constant. De prys van vette poeder blijft thans nog belangrijk beneden dien van ver leden jaar. De regeling van den gecontingeerden ex port zal nauwkeuriger moeten geschieden, gezien de moeilykheden, welke men in Duitschland ontmoet. Een oplossing za! moeten worden gezocht in een betere orga nisatie der belanghebbenden op het gebied van den export. Eenige steun van de over heid zal daarby niet kunnen worden ge mist. De export van melkproducten naar Enge land ondervindt groote moeilykheden door de negatieve houding der Engelsche regee ring. In Engeland wil men de Engelsche melkproducten-industrie op de heen helpen dat beteekent een gevaar voor onzen export. Er is thans door de N.Z.C. gezien nog andere uitvoermoeilykheden een commis sie ingesteld om de moeilykheden inzake export o.m. naar Engeland en contin- genteering te onderzoeken. Het bestuur der F.N.Z. overweegt het weder instellen van centrale boterkeurin- gen om daardoor te kunnen bevorderen de uniformiteit by de bondsboterkeuringen. Onder leiding der commissie voor textiel- caseïne en melkwol is gedurende dezen zomer in een bedryf van textiel caseïne ge maakt en gedroogd en deze commissie is daardoor in het bezit gekomen van de noo- dige ervaring en gegevens, welke voor de be reiding van dit product van groot belang kunnen blyken te zyn. De commissie zal binnenkort haar eerste rapport over het organisatorische en technische deel van haar werk aan het bestuur uitbrengen. Na deze mededeelingen hield dr. ir. H. J. Frankema zyn rede over de productiekosten, welke wij reeds gisteren opnamen. DE UITVOERING VAN DE TRANSACTIE DETERDING. Algeheele overeenstemming verkregen. Dezer dagen heeft naar aanleiding van de nog bestaande verschillen inzake de uit voering van de z.g. „transactie Deterding" een bespreking plaats gehad, waarby tegen woordig waren de ministers dr. Colijn en mr. Steenberghe en de heeren dr. Deterding en ir. Louwes. Zooals men weet, ging het hierby vooral om de vraag, of kon worden aangenomen, dat de eerste besprekingen van den heer Deterding met de Nederlandsche regeering in dien geest waren gevoerd, dat dr. Deter ding met recht aanspraak kon maken op be rekening van de laagste pryzen voor het buitenland. In vorengenoemde bespreking is komen vast te staan, dat de zienswyze van den heer Deterding in deze juist is geweest. Doordat een afspraak in dezen geest aan de uitvoerende instantie, het toenmalige departement van landbouw en visschery en de daaronder ressofteerende crisiscentrales, niet bekend was, heeft zich het misverstand voorgedaan. Men is by deze bespreking tot algeheele overeenstemming gekomen. Ook wat betreft het eenige nog resteerende practische ver schilpunt. Op verzoek van dr. Deterding worden in dit stadium daaromtrent geen verdere me dedeelingen verstrekt. en Campbell liep yzig kalm voorby, alsof de man er niet was, maar voortdurend kookte hem het bloed. Maar wat kon men doen? Men kon toch geen scène maken ten aanschouwe van het gepeupel van Syrië? En daarbij, er was te veel kans om een mes in den rug te krygenFranken waren goedkoop in dezen tyd en het zou worden geweten aan den oorlog van de Drusen... Hy mocht met zichzelf redeneeren, zoo veel hy wilde, het was onverdraaglyk. Het was dwaas, het was onverdraaglyk. Te denken, dat iemand anders dat welriekende haar zou stryken, dat een ander de palm van die smalle hand zou kussen, dat een ander die slanke, lieve schouders zou zien... Was hy jaloersch? Neen, geprikkeld alleen, zoo maakte hy zichzelf wys; was hÜzelf op haar verliefd? Natuurlyk niet, zy was hem niet na genoeg daarvoor. Waarom dan? O, vervloekt, hy wist niet waarom, maar het was eenvoudig onverdraaglyk XI. De bark lag op'de reede, de lading be zorgd, de Levantynsche loods aan boord De wind woei voorlyker dan dwars uit het Noorden en alles was gunstig. En als hij thuis kwam in Liverpool, had hy het plan om een paar weken in Ulster door te brengen. De wegen daar zouden tintelen van de vorst en de prettige maan van Ul ster zou vol zyn. De velden zouden büna zwart en kaal zün als een plank en er zou op hazen gejaagd worden. Novembermist en roode en bruine hoo rnen! Ha! Stoer Ulster, prettig Ulster! Hy moest zich gelukkig gevoeld hebben, Het Zweedsche motorschip „Nippon" is vannacht naby het vuurschip „Wande laar" in aanvaring geweest met een onbekend vaartuig. Het motorschip is gezonken. Het schip was op weg van Antwerpen naar Rotterdam. De bemanning schünt gered te zün. Althans zün 20 personen, waaronder de eerste officier, in Zeebrugge geland en zün 27 anderen, onder wie de kapi tein, aan boord genomen van den sleep boot „Goliath", welke zich thans op weg naar Vlissingen bevindt. Omtrent de toedracht der aanvaring wordt het volgende vernomen: De „Nippon" is eerst in aanvaring ge weest met een onbekenden, doch vermoede- lük Belgischen, treiler, welke gezonken is, en vervolgens met het Fransche stoomschip „Aisne", dat op weg was van Le Havre naar Antwerpen. De „Aisne" heeft zün reis kun nen voortzetten en is vanmorgen om 7.45 uur, met een ingedrukten voorsteven, Vlis singen gepasseerd. De gezonken „Nippon" was op reis van Yokohama naar Antwerpen en Rotterdam. BOERDERIJ AFGEBRAND BIJ WOUBRUGGE. Inboedel grootendeels verloren. Vanmorgen brak brand uit in de boerdtry van A. C. van Santen te Ofwegen onder de gemeente Woubrugge. De brand breidde zich door den westen wind snol uit De brandweer van Wou-*1 brugge kon tegen het vuur weinig -ttit-f richten. De geheele boerderü met een groot gedeelte van den inboedel werd een prooi der vlammen. Een hooiberg en een vlak naast de boer derü gelegen arbeiderswoning konden be houden worden. De oorzaak van den brand is nog niet bekend. BRAND BIJ TEOLIN-FABRIEKEN TE BREDA. Belangrijke schade. In den afgeloopen nacht om twee uur werd brand ontdekt in de expeditie en opslagplaatsen van de bekende Teolin- fabrieken der N.V. Vernis- en Verfwaren- fabrieken voorheen J. Wagemakers en Zn. aan de Molengrachtschestraat te Breda. Ofschoon de brandweer spoedig ter plaatse was, bleek het onmogelyk iets tegen de vuurzee uit te richten, zoodat de expeditie en werkplaatsen geheel uit brandden. De brandweer, die met volledig materiaal aanwezig was, slaagde er echter in. de fabrieksgebouwen te behouden. Omstreeks vüf uur was het gevaar voor uitbreiding van den brand geweken. Om tien uur waren echter de brandende olie, lakken en verf nog één vuurzee. De ge- neele voorraad is verloren, waardoor de schade in de tonner, loopt. De oorzaak van den brand is nog niet bekend. Alles was verzekerd. terwyl hü door de straten van Beiroet liep op weg naar het schip, nu hü zün aangeno men land verliet voor zün geboorteland en de aardige Fenzile verliet voor de gevatte scherts van zün eigen landslieden. Een kor ten tijd Ulster en dan zou hü weer terug- keeren. Iemands hart zou opspringen van de heerlijkheid van de wereld, de stoute lijn van Ulster en de overdadige kleur van Syrië, de oprechte, koppige menschen van Ulster en de warmte van Fenzile... Hij had zoo hartelük afscheid moeten nemen. „Binnen korten tüd, liefste, zal ik terug zün en mün hart zal spreken tot je - beide groene oogen". „Ja, Zan, Ik zal er zyn Maar hü was koppig weggegaan. En enzile had hem nagestaard met trillende ip. O, vervloekt zü hüzelf om zü'n achter- .°m er8ernig en vervloekt zü de ydele Arabische dwaas om die op te wfk- ken v a O!,-als hü dien kerel maar eens aanboord vanjün-achip had» En plotseling ontmoette n« hem met-zün geleide en volgelingen. D« worstelaar ging met zün brutalen glimlach op,zti en Gampbell's woede brak los: ,-,Luister, o zeker iemand", zoo beleedlg- de hy den man van Aleppo, „er is een straat in Beiroet, waarvan het mü niet aanstaat, dat gy er doorloopt". „Wil de vreemde heer mü vertellen", sprak de worstelaar langzaam, terwül hü aan zyn roos rook, „wie een Moslem zal beletten door een Moslemsche straat te loopen?" „Ja. dat zal Ik!" De Syrlërs van Ahmed Ali s gevolg schaarden zich glimlachend om hen heen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6