DE TROONREDE. De economische vooruitzichten zijn minder gunstig dan het vorig jaar het geval was. f* ||1 Voor defensie en werkloosheid zullen nog grooter financiëele offers noodzakelijk zijn. H.H. de Koningin heeft heden bij de opening van de vereenigde zitting der Staten Generaal de volgende troonrede uit gesproken grondslag wordt gelegd, waarbü in het bijzonder gelet zal worden op do Wat de Troonrede ons zegt. Luchtbescherming, volks huisvesting en Suppletoire begrooting ingediend. DERDE BLAD. ALKMAARSCHE COURANT VAN DINSDAG 20 SEPTEMBER 1938. Leden der Staten-Generaal, Bjj den aanvang van het zittingjaar tot hervatting Uwer werkzaamheden gevoel Ik allereerst behoefte uitdrukking te geven aan Mijne gevoelens van diepe erkentelijkheid voor de in de afgeloopen weken uit alle lagen van Mijn Volk ontvangen bewijzen van gehechtheid aan Mij en Mijn Huis. De herinne ring daaraan zal bij Mij onvergetelijk zijn. Kon Ik ten vorigen jare in Uw midden gewagen van hoop op verbetering in den economischen toestand des lands, de gang van zaken sinds dat tijdstip heeft deze hoop niet in vervulling doen gaan. Wel is de werkloosheid sinds dat tijdstip nog eenigszins afgenomen, maar over het algemeen zijn de economische vooruitzichten minder gunstig dan destijds het geval was. Deze toestand plaatst de Regeering opnieuw voor de vraag wat gedaan kan worden tot verlevendiging van het bedrijfsleven en de daarmede saam-, hangende werkgelegenheid voor groote groepen van ons Volk. Met het oog hierop zullen bijzondere voorzieningen worden getroffen ter bevordering van den uitvoer onzer producten, terwijl voor bepaalde bedrijven tariefmaatregelen van matig beschermenden aard in voorbereiding zijn. Ook zal aan de verdere ontplooiing onzer nationale nijverheid en aan de belangen der scheepvaart bij voortduring aandacht worden geschonken. Mag worden gehoopt, dat van deze voorzieningen een gunstige invloed op de werkgelegenheid zal uitgaan, daarnevens zal worden voortgegaan met het treffen van bijzondere maatregelen tot bestrijding der werkloosheid. In zonderheid zal belangrijke uitbreiding worden gegeven aan de uitvoering van die werken, welke bijdragen tot verhooging van het voortbrengingsvermogen van den bodem en daardoor leiden tot het ontstaan van blijvende werkge legenheid. De verdere uitvoering van de drooglegging van den Noord-Oost polder en de voorbereiding van de overige inpolderingen in het IJselmeer zullen krachtig worden voortgezet. Teneinde remmende invloeden op de uitvoering van werken tot bestrij ding der werkloosheid zooveel mogelijk uit den weg te ruimen, zullen voorstel len van wetgevenden aard U eerlang bereiken. De werkloosheid onder de jeugd heeft de bijzondere aandacht der Regeering, maatregelen tot krachtiger bestrijding worden voorbereid. Ter voldoening stemt, dat in deze bewogen tijden de betrekkingen van Nederland tot de andere Mogendheden haar vriendschappelijk karakter onver anderd hebben mogen behouden. De Regeering blijft er op bedacht, de positie van Nederland door onze even zorgvuldig als bestendig gevolgde politiek van zelfstandigheid te bevestigen en te versterken. Daartoe blijft de verdere uit voering der voorgenomen maatregelen tot versterking van 's lands weermacht onontbeerlijk. De toestand van de openbare financiën blijft in zeer bijzondere mate zorg vereischen, en noopt mitsdien tot een zoo groot mogelijke beperking der uitgaven. Dit is te meer geboden omdat de offers, welke in de huidige omstan digheden gebracht moeten worden voor de defensie, alsmede die, welke nu reeds gedurende een reeks van jaren gevorderd worden voor de bestrijding der werkloosheid en de leniging van haar gevolgen, zeer zware eischen aan del publieke kassen stellen. Grooter offers zullen echter nog noodig zijn om in deze voor ons volks bestaan zoo eminente belangen op de juiste wijze te blijven voorzien. Voorstellen, welke erop gericht zijn het geheele volk zooveel mogelijk in deze nationale offers te doen deelen, zullen U in dit zittingjaar worden aange boden. Het ligt in het voornemen hiermede gepaard te doen gaan voorstellen, tot belastingherziening, teneinde een meer rechtvaardige verdeeling van den druk te verkrijgen en de in bepaalde belastingen gelegen belemmeringen tegen verruiming van de werkgelegenheid zooveel mogelijk weg te nemen. v In verband met het feit, dat de wijzigingen in de economische verhoudin gen op het gebied van den landbouw meer en meer van bovenden aard blijken te zijn is het gewenscht, dat aan de genomen maatregelen een organisatie ten handhaving der bij het landbouwbedrijfsleven behoorende eigen verantwoor delijkheid. Blijft Curagao zich verheugen in een gestadige ontwikkeling en vertoont de financiëele toestand van Suriname een lichte verbetering, de in het vorig jaar ingetreden terugval in dSe conjunctuur heeft niet nagelaten een ongunsti- gen invloed uit te oefenen op den algemeenen economischen en financiëelen toestand van Nedcrlandsch-Iddië. Hoewel een voorzichtig financiëel beleid terughouding eischt bij het beramen van maatregelen met geldelijke gevolgen, zal niettemin worden voortgegaan met het streven naar verbreeding van de economische basis des lands. De doelmatige inrichting van de verdediging van Nederlandsch-Indië te land en ter zee, welke van de schatkist zware offers eischt, heeft de voort durende aandacht der Regeering. Met erkentelijkheid maak Ik gewag van de toewijding waarmede Leger en Vloot, zoomede de ambtenaren in burgerlijken dienst in het geheelel Koninkrijk hunne taak vervullen. Ook in het komende zittingjaar zal weer veel arbeid en toewijding van Regeering en Staten-Generaal worden gevorderd. In het vertrouwen, dat die arbeid verricht zal kunnen worden in hartelijke saamwerking en met de bede, dat de Almachtige God ons allen de noodige kracht en wijsheid schenke, verklaar Ik de gewone zitting der Staten-Generaal geopend. Men noemt een nietszeggend stuk wel eens „een antwoord op de troonrede", maar ook een troonrede zelf kan groot van omvang en weinig-zeggend van in houd zyn. Het was wel te verwachten, dat een regeering die haar beginselen en toe komstplannen al zoo menigmaal heeft verkondigd, weinig nieuwe gezichtspunten naar voren zou brengen, maar wij leven in een veelbewogen tijd en daarom wordt ook een troonrede met eenige spanning tegemoet gezien als een staatsstuk dat wellicht eenige verrassende regeerirfgs- maatregelen zal kunnen verkondigen. Van dat laatste blijkt uit de thans door Hare Majesteit voorgelezen troonrede bit ter weinig en en wat hierin verkondigd wordt is eigenlijk van zoo algemeene bekendheid, dat het weinig opzien meer zal baren. Een bijzondere mededeelir.g maar daarom geen onverwachte is de erken telijkheid welke de Koningin uitspreekt voor de wijze waarop Haar volk zyn aan hankelijkheid betuigd heeft by het veer tigjarig regeeringsjubileum. Zoo ooit, dan heeft de spontane feestvreugde Hare Ma jesteit het bewys gegeven, dat Oranje en Nederland één en onverbreekbaar zyn. Werd in 1935 een exposé der algemeene verarming gegeven, kwam er in 1936 voor het eerst een vleugje hoop, dat wy een voorspoedigen tyd naderen, het vorig jaar werd met blijdschap van een verbe tering van den economischen toestand gesproken. Het ging dus crescendo, maar dit jaar is het weer mis. Wel is de werkloosheid nog eenigszins afgenomen maar de economi sche vooruitzichten zyn minder mooi dan het zich verleden jaar liet aanzien en het bedrijfsleven zal dan ook kunstmatig weer aangewakkerd worden door bijzondere voorzieningen ter bevordering van den uitvoer en tariefmaatregelen van bescher menden aard. Het vorig jaar werd reeds medegedeeld, dat voortgegaan zal worden met de uit voering van openbare werken als middel tot werkverruiming, met de werkverschaf fing en met het cultureele werk voor de werkloozen. Ook nu worden weer bij zondere maatregelen aangekondigd en men zal thans bijzondere aandacht schen ken aan de uitvoering van werken die het voortbrengingsvermogen van den bodem verhoogen en olyvende werkgelegenheid zullen scheppen. Dat met drooglegging en inpoldering zooveel mogelijk zal worden voortgegaan was ook reeds bekend voor het in de troonrede werd uitgesproken. Een verblijdend geluid is thans, dat in het bijzonder aandacht zal worden ge schonken aan de werkloosheid onder de jeugd. Reeds vroeger is melding gemaakt van plannen tot uitgebreide tewerkstelling van jeugdige werkloozen in werkkampen. Nederland leeft nog altijd in vrede en \yiendschap met alle buurstaten, maar het heeft zich geleidelijk aan alle internatio nale verplichtingen inzake sancties en andere gevaarlijke afspraken onttrokken om een politiek van volkomen zelfstandig heid te volgen. Niemand heeft er behoefte aan Neder land in internationale verwikkelingen te betrekken, maar in 1914 is bewezen, dat een staat als België, die eveneens voor nemens was zich in alle opzichten afzijdig te houden, in een minimum van tyd het slagveld van Europa kan worden. Tusschen Duitschland en Engeland ligt ons land in een zoo gevaarlijke positie, dat het begrijpelijk is, dat wy onze onzijdig- heidsleuze door het op de been houden van een krachtige weermacht moeten versterken. Vandaar het thans genomen regeerings- besluit tot versnelling van den kruiser- bouw en de plannen op de komende be grooting meer gelden aan te vragen voor torpedo-vliegtuigen en motorbooten en de aanschaffing van modern materieel voor onze landmacht en dit teekent het feit dat onze regeering zich van oorlogsge vaar bewust is van een verhoogde uit gave voor de algemeene luchtbescherming. Dat onze financiën nog in zorgwekken- den toestand verkeeren en beperking van uitgaven is geboden, is geen nieuw geluid en wij hebben het trouwens in een reeks van troonreden kunnen beluisteren. De fensie, werkverschaffing en werkloozen- zorg zijn een drietal bodemlooze putten, waarin onze belastingpenningen verdwij nen. Er zullen nog zwaardere offers ge vergd worden en wie in de toekomst op eenige belastingverlaging gehoopt had den, zullen teleurgesteld zyn, al zal het aantal dezer optimisten dan ook niet groot zijn geweest. De regeering heeft by de kennisgeving van den versnelden kruiserbouw reeds medegedeeld, dat „eenige belastingver- hooging niet schynt te kunnen uitblij ven". De troonrede kondigt voorstellen aan, welke er op gericht zyn het geheele volk zooveel mogelijk in de nationale offers te doen deelen, alsmede voorstellen tot be lastingherziening teneinde een meer recht vaardige verdeeling van lasten te ver krijgen en tevens om belemmeringen tegen verruiming van werkgelegenheid weg te nemen. Het vorig jaar werd reeds een bëeindi- ging van de landbouwcrisismaatregelen in het vooruitzicht gesteld met handhaving van den pryssteuiThans wordt gecon stateerd, dat de wijzigingen in de econo mische verhoudingen op landbouwgebied steeds meer van blijvenden aard blyken en wordt een organisatie aangekondigd als grondslag voor de reeds genomen maat regelen, waarbij de eigen verantwoorde lijkheid in het landbouwbedrijfsleven op den voorgrond gesteld wordt. In 1937 werd nog even over het onder wijs gesproken, waarvoor nuttige maat regelen eerst genomen konden worden, wanneer de inwendige positie van het budget voldoende versterkt zou zyn. Thans zwijgt de troonrede over dit voor velen zoo belangrijke onderwerp, al schijnt de regeering wel voornemens een soepeler toepassing te bevorderen van de regeling inzake de vergoeding van extra leerkrachten ter voorkoming van abnor maal groote klassen. Onze bezittingen in Oost en Wast, die 't vorig jaar het eerst aan de beurt kwamen en waarvan voornamelijk Ned. Oost-Indië een uitvoerige bespreking kreeg, hebben hun oude plaatsje bij het slot van de troonrede weer ingenomen en de toestand in onze koloniën en bezittingen vergt thans slechts enkele woorden. Curagao blijft zich gestadig ontwikkelen, Suriname vertoont in zijn geldmiddelen een lichte verbete ring, de terugval in de conjunctuur heeft een ongunstigen invloed uitgeoefend op den algemeenen economischen en finan- cieelen toestand van Ned.-Indië. Men blijft naar verbreeding van de economische basis streven, maar de vreugdevolle woorden over een stijgend welvaartspeil der bevolking in Indië blijven thans ach terwege en er wordt alleen aandacht aan de zware offers eischende verdediging dezer overzeesche gewesten geschonken. Het is opmerkelijk, dat een vorig jaar een groot deel van de troonrede aan de beveiliging en versteviging der positief christelijke grondslagen onzer samenleving was gewijd en de politieke eerbaarheid, alsmede de Zondagsheiliging op den voor grond gesteld werden en dat hetzelfde kabinet zelfs eenige zinspeling daarop thans achterwege heeft gelaten. De troonrede eindigt met het gebruike lijke complimentje aan militairen en amb tenaren voor de wijze, waarop zy hun taak vervulden en verder heeft de regee ring het handhaven van den gevolgden koers zelfs gedemonstreerd in de slot woorden van de troonrede die zij het dan in eenigszins andere rangschikking In geen enkel opzicht verschillen van die welke het vorig jaar werden gesproken. In een zoo bewogen tijd als deze biedt de troonrede inderdaad weinig nieuwe gezichtspunten. Zij geeft geen demon stratie van een energiek regeeringsbeleid voor de naaste toekomst, maar van een politiek van afwachten met noodgedwon gen uitvoering van datgene, wat in deze tijdsomstandigheden nu eenmaal onver mijdelijk is gebleken. Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging en verhooging van het vijfde hoofdstuk der rijksbegrooting voor het dienstjaar 1938. Gelden voor luchtbescherming. Nu ten aanzien van de uitvoering van de wet betreffende bescherming tegen luchtaanvallen, practische ervaring is ver kregen, heeft de regeering ten einde binnen afzienbaren tijd U geraken tot een toe stand, welke, met inachtneming van eischen van soberheid, toch h.i. bevredi gend mag worden genoemd, naar een berekening aangaf, jaarlijks een bedrag van 500.000 noodig. De regeering stelt zich voor, in de komende jaren dan ook de middelen tot dat bedrag aan te vragen. Om echter de voorziening volgens het programma, dat de regeering zich voorstelt te verwezenlijken, zoo spoedig mogelijk tot stand te brengen spoed toch is inhaerent aan den aard dezer veiligheids maatregelen meent de minister reeds voor het dienstjaar 1938 de gelden te moeten aanvragen, tot het bedrag van 500.000, weshalve hij bij dezen aanvraagt de som van 175.000, zijnde het verschil tusschen genoemde 500.000 en het be drag, aanvankelijk voor 1938 gevoteerd, n.1. 325.000. Aparte inspectie Noordholland t.a.v. de volkshuisvesting. De wenschelijkheid is gebleken om tot wijziging van enkele ambtsgebieden van de inspecteurs voor de volkshuisvesting over te gaan, mede in verband met het per 1 November 1938 aftreden van een der te genwoordige functionarissen. Deze wijzigingen van ambtsgebieden brengen met zich mede, dat het aantal inspecteurs met één tot tien dus moet wor den uitgebreid. De nieuwe indeeling van de ambtsge bieden wordt als volgt 1. Groningen en het noordelijk deel van Drenthe; 2. Friesland en Drenthe behalve het onder 1 vermelde gedeelte; 3. Overijsel zoomede het eiland Urk; 4. Gelderland; 5. Utrecht en het zuidoostelijk deel van Noordholland tot en met de gemeenten Amsterdam en Nieuwer-Amstel; 6. Noord holland behalve het onder 5 vermelde ge deelte en het eiland Urk, zoomede het noordel. deel van Zuidholland; 7. Zuidhol land behalve het onder 6 vermelde ge deelte; 8. Zeeland en het westelijk deel van Noordbrabant; 9. Noordbrabant behalve het onder 8 vermelde gedeelte; 10. Limburg. Hierdoor worde voldaan aan een reeds lang gevoelde behoefte, nl. de splitsing van de inspectie Zeeland en Noordholland be noorden het IJ. Het ligt in de bedoeling den inspec teur in de provincie Groningen over te plaatsen naar de nieuw gevormde inspectie Noordholland, omvattende het hiervoren onder 6 omschreven ge bied. De volkstelling moet in 1940 ge houden worden. In 1940 zal ingevolge de wet van 22 April 1879 een nieuwe tienjaar- lijksche volkstelling gehouden moeten worden, waarmede, vindt zy plaats overeenkomstig de beginselen, welke in 1930 gegolden hebben, een bedrag van rond 1.38(.000 gemoeid zal zyn. Het behoeft get-n betoog, dat de minister zich, in overleg met zyn ambtgenoot van financiën, ernstig heeft beraden of aan deze belangrijke uitgaaf niet geheel of ten deele zou kunnen worden ontkomen. Ampele overweging van de desbetreffende adviezen heeft geleid tot de erkenning, dat uitstel of afstel van de volkstelling niet verdedigbaar zou zijn. De vraag of de me thode niet zoo/eel zou kunnen worden vereer voudigd, dat, met behoud van het beginsel, dat een redelijke waarborg voor verkrijging van 'n deugdelijk resultaat zal bestaan, een deel der kosten bespaard zou kunnen worden, heeft gevoerd tot de be studeering van onderscheidene mogelijk heden, welke, met uitzondering van één, als ondeugdelijk, moesten worden ver worpen. Deze ééne mogelijkheid berust op het gebruik van de bevolkingsboek houding als voornaamste grondslag voor de volkstelling, waartoe het evenwel noodzakelijk is, dat die be volkingsboekhouding zal zijn verbeterd' door toepassing van het gezinsper- soonskaartenstelsel, tot welks alge meene invoerine, na de in alle opzich ten geslaagde proef, reeds geruimen tijd geleden door de regeering in principe is besloten. De minister ziet niet voorbij, dat de bezuiniging op de kosten van de volks telling, welke, by gebruik van de bevol kingsboekhouding, kan worden verkregen, weer wordt te niet gedaan, doordat de algemeene invoering van het gezins-per- soonSkaartenstelsel het bedrag der te be sparen kosten opvordert. Bedacht dient echter te worden, dat de regeering thans met het bedrag

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 9