E WIND
BLAAST.
EGMOND AAN ZEE
UITGEEST
HET PUK EN DE GEMEENTEN.
Ook het Foren.en-vr.eg.tuk wordt gerogeld.
Natuurlijk zijn bij de indiening der mil-
lioenennota ook beschouwingen gewijd aan
de financieele positie der gemeenten.
Ook de gemeenten moeten in het alge-
meen gaan bezuinigen.
Ongeveer 700 gemeenten behoeven geen
bijzondere hulp, zij kunnen ziel. zelf red
den en hebben zelfs in deze voor Over
heidsbudgetten zoo moeilijke crisisjaren
het evenwicht in haar begrootingen kun
nen handhaven. De overige gemeenten
hebben hiertoe geen kans gezien en ver-
keeren in dezelfde positie als het Rijk
Waar de positie gelijk was, zou een ont
houding van hulp uit de Rijkskas aan die
gemeenten te verdedigen zijn geweest,
omdat zoodanige hulp niet met werkelijk
beschikbare middelen kon wonden ver
leend, doch slechts tot effect had, dat de
tekorten van de gemeenten geconcentreerc
werden bij het Rijk,
Niettemin heeft de verhouding tusschen
het RUk en de gemeenten zich in andere
richting in de afgeloopen jaren ontwik
keld. In het Werkloosheidssubsldiefonds
werd een middel gezien om de gemeenten
met budgetalre tekorten te helpen en daar
naast bleef het Rijk de gemeenten, die des
ondanks niet voldoende geholpen konden
worden, rechtstreèks steunen. In de ge
geven omstandigheden was deze toestand
aanvankelijk bevredigend. Wel moest
van Rijkswege een controle op een zuinig
beleid dezer gemeenten worden uitge
oefend, doch waar reeds een zeer vérgaan
de nivelleering tusschen uitgaven en in
komsten van de verschillende gemeenten
bU de wet op de financieele verhouding
tusschen het Rijk en de gemeenten en de
wet op het Werkloosheidssuteidiefonds
was ingevoerd en desondanks zulke groote
verschillen tusschen de gemeenten onder
ling bleven bestaan, dat een iCO gemeen
ten aanvankelijk meer, op eigen beenen
konden staan ,en de overige bijzondere
hulp noodig haddon, moest de tijdelijke
inperking van de gemeentelijke zelfstan
digheid als een noodzakelijk gevolg van de
abnormale omstandigheden worden aan
viard.
De snelle achteruitgang had evenwel al
ras tot gevolg, dat het Werkloosheidsub-
sldiefonds niet meer bij maentu was in de
begrotingstekorten te voorzier. Toen de
tekorten van dit Fonds zich gingen accu-
muieeren, werden de bijdragen in de te
korten voor een doel in den vorm van een
renteloos voorschot en voor het overige
als bijdrage fonds perdu verstrekt
De Regeering koestert het voor
nemen voor te stellen, dat deze bij
dragen voortaan rechtstreeks uit
's Rijks kas volledig fonds perdu
zullen worden verstrekt.
Indien dit voorstel wordt gevolgd, zal
dus van de nieuwe belastingmiddelen, tot
invoering waarvan het voors.el wordt ge
daan ,een bedrag van 21.6 millioen die
nen ter verstrekking van bijdragen a fonds
perdu aan de gemeenten ter vervanging
van rentelooze voorschotten
Deze wijziging - uiteraard van groot
belang voor de gemeenten.
Hiermede zijn de gemeenten evenwel in
haar financieel beleid nog niet zelfstandig
geworden. Wil men tot die zelfstandigheid
geraken, dan zal het noodig zijn er naar te
streven voor de toe te kennen bijdragen
objectieve normen te vinden, waarvan de
consequentie echter niet mag zijn, dat in
müS üf minder« mate aan tal van ge-
hehh.« bijdragen niet noodig
u_ „n' ®v«n««ns nieuwe middelen toeval-
',8 verantwoord, de opbrengst
e nJ®uwe belastingen voor een be-
?i *e bestemmen voor gemeen
ten, welke daaraan geen strikte behoefte
neooen, Intusschen maakt de thans ge-
gloeide toestand van bijpassing van tekor
ten in zoovele gemeenten het gevaar geens
zins denkbeeldig, dat het verantwoordelijk
heidsgevoel voor het financieele beleid
verslapt, hetwelk gevolgen teweeg kan
brengen, welker voorkoming een offer
rechtvaardigt.
Saneering der gemeentelijke
financiën.
Aangezien het streven naar de vaststelling
van objectieve normen stellig ten gevolge
zal hebben, dat een kleine verruiming van
de voor 1939 strikt noodige bijdragen moet
plaats vinden, heeft de minister van fi
nanciën termen gevonden, in de opstelling
van het reëele budgetalre tekort een bedrag
van 5 millioen op te nemen voor de sa
neering van de gemeentelijke financiën. Dit
bedrag, in combinatie met de thans voor
bijdragen in de begrootlngstekorten uitge
trokken bedragen, zal moeten dienen voor
een zoodanige herziening van de financieele
uitkeerlngsregelen, dat een aanmerkelijk
grooter aantal gemeenten haar zelfstandig
heid weder verkrijgt
Het vraagstuk van de noodlijdende ge
meenten kan langs dezen weg van verdere
nivelleering en grootere bijdragen wellicht
tijdelijk tot geringe proporties worden te
ruggebracht, Doch een afdoende oplossing,
voor zoover daarvan althans in deze tijden
sprake kan zijn, zal aleen mogelijk zijn, in
dien in veel sterkere mate dan thans 't ge
val is, de eigen verantwoordelijkheid der
gemeenten voor het doen van uitgaven we
der wordt ingeschakeld en allerwegen ver
staan wordt dat het centraal gezag de ver
antwoordelijkheid voor het financieel be
heer der gemeenten niet kan en mag over
nemen.
Vooral in de huidige omstandigheden,
waarin bezuiniging op het Overheidsappa
raat zoo dringend noodig is, kan deze meest
reëele waarborg voor een zuinig beheer
niet worden gemist,
In welke richting de regeering dezen
waarborg meent te kunnen verstevigen,
kan blijken uit het ontwerp van wet tot
wijziging van de wet tot steun aan de nood
lijdende gemeenten, hetwelk zeer binnen
kort wordt aangeboden,
Eveneens zal een regeling van het
forensenvraagstuk, waarvan het doel
o.m, is een betere financieele verhou
ding tusschen de gemeenten onderling
te scheppen, gelijktijdig worden aange
boden.
De regeering heeft het vertrouwen,
dat deze verschillende middelen in
combinatie met elkaar in staat zullen
zijn de saneering van de gemeentelijke
financiën daadwerkelijk te bevorderen.
Als voorwaarde van haar medewerking
aan deze saneering moet zij in 's Lands be
lang, zoolang de omstandigheden niet ver
anderen blijven stellen den eisch van ver
sobering van de gemeentelijke huishouding
en van beperking van de gemeentelijke taak
tot het noodzakelijke, Zij overweegt, of ter
waarborging van zoodanig beleid nadere
wettelijke maatregelen noodig zijn.
Met 6VOROL poetsen
geeft een frlssche mond met witte tanden.
Ivorol (Nieuw recept). Tube 60-40 en 25 ct.
QetneetUecaden
Laitate vergadering met den heer van
Kleef.
In de gistermiddag gehouden raadsverga
dering waren afwezig de heeren Prins en
Visser, eerstgenoemde met kennisgeving.
Na opening door den voorzitter, burge
meester C. J. Eyma, werden de notu
len, gelezen door den secretaris, mr. J. J.
Spit, zonder op- of aanmerking goedge
keurd.
Voor kennisgeving werd aangenomen een
bericht van Ged. Staten, mededeelende de
goedkeuring van het raadsbesluit tot ruiling
van grond met de Reddingmaatschappij. Een
zelfde beslissing werd genomen op de me-
dedeeling van den minister van sociale za
ken, dat hij niet kan meewerken tot het ver-
hoogen van de iteunnormen voor deze ge-
meente, waarvoor hij als reden aangaf, dat
de huishuren in Egmond aan Zee eerder la-
ger dan hooger zijn dan in omliggende ge
meenten. De voorzitter zei nog, dat B.
en W. nogmaals zullen probeeren de ge
wenschte beslissing uit te lokken.
De geloofsbrieven van het nieuwgekozen
raadslid, den heer A, Blok, werden door
een commissie, gevormd door de heeren
Snoeks en Halff, nagezien en in orde bevon
den, waarna eerstgenoemde den raad advi
seerde den heer Blok als raadslid toe te
laten. Aldus werd besloten,
Afscheidswoorden.
Wanneer men een bekwaam, eerlijk, ijve
rig, trouw en betrouwbaar medewerker ziet
vertrekken aldus begon de voorzitter
een afscheidswoord tot den heer van Kleef,
die voor de laatste maal een raadsvergade
ring dezer gemeente bijwoonde stemt dat
tot weemoed. In dat geval verkeeren wy, en
lk in het bijzonder, door het vertrek van
pastoor van Kleef. Spr. wilde weemoedig en
dankbaar gedenken alles wat de heer van
Kleef In en voor de gemeente heeft gedaan,
en hij wist namens velen te spreken, als hij
dit zelde, Spr. wilde slechts wijzen op het
geen de vertrekkende wist te bereiken in tal
van commlsslën (o.a. het armbestuur, thans
Maatschappelijk Hulpbetoon, en het Witte
Kruis), waar hij met groot optimisme en een
helderen kijk op de dingen zeer veel goeds
mee tot stand bracht. Dat alles hebben wij
ten zeerste geapprecieerd en we zijn u er
dankbaar voor, zei spr. Ook dank ik u, dat
ge Indertijd het raadslidmaatschap hebt
willen aanvaarden en later ook de functie
van wethouder. In al die zaken hebben we u
gezien als een ijverig, trouw en betrouw
baar medewerker, en persoonlijk dank ik u
voor de vriendschap, welke ik van u heb
mogen ondervinden. Wij wenschen u toe, dat
gij in uw nieuwen werkkring voldoening
zult vinden, dat het u en uw gezin in de
nieuwe woonplaats goed zal gaan.
De heer van Kleef was gevoelig voor
de waardeerende woorden, zoo hartelijk en
spontaan gesproken. Inderdaad was de sa
menwerking zeer goed, doordat wij altijd
uitgingen van de gedachte: wat is er te be-
reiken in het belang van de heele gemeente?
Ik dank u voor uw vriendschap en hulp
vaardigheid en voor de wijze, waarop gij
naar mijn wenschen en ideeën hebt willen
luisteren. Door goede samenwerking kon
den goede resultaten worden verkregen.
Spr. dankte ook de raadsleden, die evenmin
bepaalde groepen of kleuren dienden, maar
ook de belangen van heel de gemeente
zochten te behartigen. Ook hun dankte hij
voor hun hulpvaardigheid, vriendschap en
het persoonlijk contact.
Spr, eindigde met den wensch uit te spre
ken, dat de gemeente onder het beleid van
den burgemeester een gelukkiger en tevre-
den stellende toekomst tegemoet zal gaan.
De heer Snoeks dankte den pastoor
voor de goede en prettige samenwerking,
welke ht) steeds had nagestreefd.
Wethouder Broék bracht hem dank
voor de medewerking, welke hU als wethou
der en als raadslid^Viad betoond en hoopte
dat deze vergadering lang in herinnering zal
blijven.
De heer Halff herinnerde eraan, dat hij
den heer van Kleef eigenlijk in het crisis
comité had leeren kennen, waar hij mede
werkte aan de weder-oprichting van Eg-
mond. Spr. had hem steeds gevonden een
eerlijk en betrouwbaar mensch, iemand met
gevoel, die niet voör zichzelf, maar vooral
voor anderen leefde. Spr. hoopte dat de
scheidende In Amersfoort een goeden, pret-
tigen werkkring zal vinden en Egmond niet
zal vergeten.
Wethouder Dekker dankte den heer
van Kleef voor wat Mi in Egmond heeft Re-
daan en wenschte hem een gelukkige toe
komst.
De grond verkoop gaat niet door.
Omdat omwonenden bezwaar hadden ge
maakt tegen den verkoop van grond aan de
Bergstraat en de Visschersstraat aan de hee
ren A. ten Wolde en P. Zwart, stelden B.
en W. voor dezen grond niet te verkoopen.
Alzoo werd besloten.
Salarisverhoogingen.
B. en W, stelden voor om, in verband
met de overname van het gasbedrijf van de
gemeente Egmond-Binnen, het salaris van
den tweeden fitter, den heer Bakker Jr„ te
verhoogen van f 980 tot 1240 en dat van
den meter-opnemer, den heer van der Plas,
met 100 tot 1434. Ook dit voorstel werd
zonder bespreking goedgekeurd.
0oo©e©ee JladiopcogtÜHUtiU
Donderdag 22 September.
HILVERSUM, 1875 M. (AVRO-
uitz.) 8.— Gr.pl. (8,15 Ber.) 10.—
Morgenwijding. 10.15 Gr.pl, 10.30
Omroeporkest en deel. (12.15 Ber.)
12.30 Gr.pl. 1.15 De Palladians. 2.—
Interview. 2.30 Ensemble J. Kroon
en gr.pl. 4.Voor de zieken. 4.30
Violavoordr. met planobegeleiding.
5,— Voor de kinderen. 5,30 Avro-
Amusementsorkest. 0.30 Sportpr.
7.— Avro-dansorkest mmv. soliste.
7.30 „Is Pan-Arabië het levens
werk van Ibn-Saoed een uto
pie?" causerie. 8,ANP-ber., me-
dedeelingen. 8.15 Omroeporkest,
de Koninkl. Oratoriumver. „Kerk
gezang" en soHaten. 9.15 Radlo-
tooneel. 9.45 Avro-Amusements-
orkest mmv. soliste. 10.30 Gr.pl.
met toelichting. 11.ANP-ber„
gr.pl, 11,4512.— Orgelspel.
HILVERSUM, 301,5 en 415,5 M.
(8.—9.15 en 11.—2.— KRO, de
NCRV van 10.—11.— en 2.12.
uur). 8.—9,15 Gr.pl. (8.15 Ber.)
10.— Gr.pl. 10.15 Morgendienst.
10,45 Gr.pl, 11.30 Godsd. causerie.
12.— Ber. 12,15 Gr.pl. 12.30 KRO-
orkest, (1.—1.20 Gr.pl.) 2.— Hand-
werkuurtje. 3.— Gr.pl. 3.45 Bijbel
lezing. 4.45 Gr.pl, 5.— Cursus han
denarbeid voor de jeugd. 5.30 Or
gelspel. (8.—6.05 Pauze). 6.30 Gr.
pï 7,— Ber. 7.15 Journalistiek
weekoverzicht. 7.45 Rep., evtl, gr.pl,
8,— ANP- en herh. SOS-ber. 8.15
NCRV-orkest, 8,30 Waarom een
Christ. Padvindersver;?, causerie.
8,45 Verv, concert. 9,05 Causerie
over het werk van de Neder!, Chr.
Ver, van Padvinders, 9.20 Verv.
concert, 9.45 Gr.pl. 10.— ANP-ber.
10.05 Verv, concert. 10.45 Gymnas
tiekles. 11.— Gr.pl. 11.50—12,—
Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 11,25 Het
Keltische trio. 11.50 Orgelspel,
12,35 Gr.pl. 12.50 Vioolveordr. 1.20
Gr.pl, 1,50 Pianovoordr, 2,20 Gr.pl.
2.50 Roland Powell's kwintet. 3.20
Zang en piano. 3.35 Het Sted.
orkest van Bournemouth m, m. v.
solist, 5,05 Gr.pl. 5.50 Het Norbert
Wethmar Trio, 6.20 Ber. 8,45 BBC-
Harmonie-orkest. 7.40 Peter Yorke
en zijn orkest, 8.20 Juridische cau
serie, 8,35 BBC-Symph,-orkest en
solisten. 10,— Ber. 10,25 Korte
kerkdienst. 10.45 BBC-orkest, -koor
en solisten. 11.40 Joe Loss en zijn
Band. 11.50—12.20 Dansmuziek
gramofoonplaten
RADIO PARIS, 1648 M. 8.10—9 20
en 10.30 Gr.pl. 12.40 Het BalUy-
orkest. 2.35 Gr.pl. 3.20 Pianovoor
dracht. 4.20 Zang. 4.35 Gr.pl. 5.20
Radiotooneel. 7.20 Pianovoordr.
7.35 Gr.pl. 8.35 Zong. 8.50 Nat.
orkest mmv. soliste. 10.50—11.05
Gramofoonplaten.
KEULEN, 456 M. 6.50 Gr.pl. 7.30
O. Fricke's orkest. 8.50 Omroep-
dansorkest. 10.20 Volksliederen-
concert. 12.20 Omroeporkest. 2.30
Populair concert. 3.40 Gr.pL 4.20
Amusementsorkest mmv. solisten.
C.50 Zang en piano. 7.20 De „Drei
Muslkanten". 8.30 Omroeporkest en
-koor. 10.35 Gr.pl. 10.50 Omroep-
klelnorkest, Balalaika-orkest en
solisten, 12.20—3.20 Danziger Lan-
desorkest en solist.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 en 1.30—2.20 Omroeporkest.
5.20 Omroepdancorkest en gr.pl.
6.50 en 7.23 Gr.pL 8.20 Omroep
orkest en gr.pl. 10.30—11.20 Om-
roepdansorkest, 484 M.: 12.20 Gr.
pl. 1.— en 1.30 Omroepkleinorkest.
1.50—2.20 en 5.20 Gr.pL 6.35 Om
roepkleinorkest. 7.35 en 6.50 Grpl.
9.20 Omroepsymph.-orkest mmv.
soliste. 10.30—11.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
8.30 BerlUnsch Phllh. orkest. (9.20
—9.35 Deel.) 10.20 Ber. 10.50 Cello
en plano. 11.05 Ber. 11.20 Gr.pL
12,20—2.20 Nachtconcert.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn i: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.—10.50, Parijs
Radio 10.50—12,05, Radio PTTNord
12.05—12.20, Parijs R. 12.20—13.20,
Brussel VI. 13.20—14.20, Keulen
14.20—15.20, Lond. Rog. 18.20
16.20, Keulen 16.20—17.20, Brussel
Fr. 17.20—17.50, Radio PTT Nord
17.50—18,20, Lond, Reg, 18.20
19.20, Keulen 19.20-20.20, Brussel
Fr. 20,20—20.50, Parijs Radio 20.50
—22,50, Keulen 22,50—24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.—9.20, Lu
xemburg 0.20—10.35, Lond. Reg.
10.35—11.50, Droitwlch 11.50-24
Lijn 5: Diversen.
Gemeenterekeningen over 1937,
De heer Halff bracht namens de com
missie voor het nazien der gemeentereke
ningen daarover rapport uit, Er was geen
aanleiding gevonden tot het stellen van vra
gen daarover, zoodat de commissie voorstel
de de rekeningen goed te keuren op de vol
gende eindbedragen:
Gemeenterekening, gewone dienst ont
vangsten 288.414.45, uitgaven 279.750.41,
voordeelig saldo 8664.04; kapitar.ldienst
uitgaven f 282.668.55, inkomsten 261.471.52,
nadeelig slot f 21.197.03;
gasfabriek, baten 38.894.26, lasten
38.816.89, winst 77.37; kapitaaldienst uit
gaven 66.000.68, ontvangsten f 63.578.50,
nadeelig slot 2422.18;
waterleiding, baten f 14.626,39, lasten
13.389.34, winst f 1237.05; kapitaaldienst
ontvangsten f 44.090.18, uitgaven 43.403.54,
voordeelig saldo f 686.64;
electriciteitsbedrijf, baten f 23.795.05, las
ten 22.910.88, winst f 884.17; kapitaal
dienst uitgaven f 78.353.64, ontvangsten
f 77.787.19, nadeelig slot f 566.45;
Maatschappelijk Hulpbetoon uitgaven
20.836.03, inkomsten 20.399.41, nadeelig
slot 436.62;
R, P. Jonker, beiden met elgemeene stem
men.
Afrekeningen bijzondere lagere scholen.
Goedgekeurd werden de afrekeningen
voor de christelijke school over 1035, 1936
en 1937 met een nog aan haar te betalen
bedrag van totaal f 188.85 en van de r.k.
school over de jaren 1934, 1935 en 1936 met
een door de gemeente nog te betalen bedrag
van 89.66; hierbij deelde de voorzitter
mede, dat laatstbedoelde school over 1937 te
veel heeft ontvangen 1.78, waarmede haar
tegoed dus vermindert.
Na rondvraag, waarbij geen der leden
iets had te zeggen, volgde sluiting.
Dinadag kwam de raad dezer gemeente
in vergadering bijeen waarbij door den
burgemeester den heer Groot als nestor,
den heer Krom als wethouder en den heer
Klaver wijlen den heer Twaalfhoven her
dacht werd.
Vervolgens ging men over tot het onder
zoek der geloofsbrieven van het nieuw be-
Gasthuisfonds ontvangsten f 5069,06, uit-^noemde lid, den heer A. Zonje welk accoord
werden bevonden, De vereischte eeden
werden afgelegd.
Na de rondvraag die niets belangrijks
opleverde werd de openbare vergadering
gesloten en ging men over in comité waar
in thans door het Hoogheemraadschap
Noordholands Noorderkwartier een toelich
ting werd gegeven met teekeningen inzake
den eventueel te maken weg Uitgeest-Aker
sloot.
gaven f 4599.94, voordeelig saldo 469.12.
Alle rekeningen werden overeenkomstig
het advies goedgekeurd.
Benoemingen.
In de vacature-Bosschaart werd tot lid
van de commissie van schoolverzuim be
noemd de heer L. de Graaff en tot lid van
het Maatschappelijk Hulpbetoon werd geko-
zen in de vacature-C. Plulmgraaff de heer
fauMetm
D
Door DONN BYRNE.
Uit hot Engelsch door J. van P
42)
Maar hy was voor eeuwig gedoemd hier
te blijven, op deze troostelooze, weenende
plek, plek van regen, plek van neve^s'
grauwe keien en klagende winden? Moest
hij in de Vallei van het Zwarte Varken
blijven tot het Zwijn zonder Borstels uit
het rossige Weiten log kwam aanloopen,
als uitgehongerd etende, etende -van bu -
gemaakte zielen, totdat hij zich neerlegde
in obscenen slaap en de sterren een voor
een uitsputterenden als kaarsen, de zon met
een hevige explosie uiteenspatte, de "ia*n
een handvol turfasch werd en het geheele
heelal als een kanonschot uiteenviel en de
overblijfselen van alle geschapen dingen
naar beneden vielen als een gescheurde
muur? Sneller, sneller, sneller, waarheen,
waarheen, waarheen?
VI.
Een zeeman in een trui en jekker vatte
hem bij den arm in de Avenida de Mayo.
„Allen gemonsterd", zelde Campbell
bruusk.
„Dat is het niet".
Campbell stak de hand in zijn zak om
een geldstuk te zoeken.
„Je schijnt de valleien van Antrim ver
geten te zijn, Shane Campbell",
Shane bloosde, het geldstuk brandde hem
tusschen de vinger».
„Hoe kan ik weten, dat je uit de vallei-
en ven Antrim komt?"
„Je hebt me een paar keer gezien, hoe
wel je me nauwelijks zou kennen. Simon
Fraser van Ballycastle. Je zou me werkelijk
niet herkennen door mijn witte haren. Ik
zat vier jaar gestrand op de kust van Bor-
neo; toen ik er kwam, was mijn haar zwart
misschien wat grijze haartjes maar
wat je zwart kunt noemen; en toen ik werd
opgepikt en mezelf in een spiegel zag, was
het wit. Ze kenden me niet, toen ik in Bal-
lycastle terug kwam".
„Wil je een borrel, Simon?"
„Ik geef er niet om, Shane Campbell, en
als ik erg naar een borrel verlang, heb ik
altijd het geld ervoor. Ik zou niet willen,
dat je dacht, det ik Je aanhield om een
borrel te schooien. Ik ben niet zoo. Maar
ik was bi) je oom Alan toen hij stierf, of,
om secuur te zijn, ik zag hem even voor
zijn dood. Ik was juist in Cushendun, ik
heb een halfbroer daar, die je misschien
kent, Tames McNeil, Roole Tam noemen
ze hem. En toen ik da»r was, zag ik Alan
Dopn verdrinken".
„M'n oom Alan dood! Ach man, je bent
gek".
„Je oom Alan is dood".
„Je hebt het mis man, het moet iemand
ander» geweest zijn".
„Je oom Alan ls dood en wat meer zegt,
ik heb een boodschap van hem voor je".
„Maar. dan zou ik het toch wel gehoord
hebben?"
„Ik kwam uit op een stoomboot; het
stuitte me wel tegen de borst, maar ik voer
uit onder stoom. Van Belfast met een
nieuwe boot van Queen's Island Alan
Donn is dood, daarom heb ik je aangehou
den, om je te zeggen, dat je oom Alan is
heengegaan".
„Kom mee, hierheen", zeide Shane ver
suft; hij trok den man een bar binnen en
ging in-een hoekje zitten: „Vertel op",
„Het was zoowat negen uur 's morgens
en het was een vreeselijk grauwe dag met
een zwaren zeegang en een Noord-Ooster
en de spanten weraen uit dien schoenor
gebeukt. Het boventuig was geheel verlo
ren gegaan en we konden niet zien, hoe het
er daaronder uitzag door de hooge golven.
Het was een Franschman of een Portugees
en hij was verloren. We waren allen aan
het strand en begrepen niet, waarom ze
niet in Greenock of Stanrear binnenliepen,
of wat voor zeelui dat waren",
„Toen komt je oom Alan en hij zegt: Is
er iemand naar buiten gegaan om die arme
bliksem» te helpen? zegt-ie".
„Geen kans, Alan Donn, zeggen wij",
„Toen zegt-ie: Hoe voor den donder weet
jelui dat?, zegt-le",
„En we antwoorden: „Kun je het zelf
niet zien Alan Donn, met zulk een zee en
de wind, die er waai en den stroom, dat er
geen kans is om ze te helpen?"
„Dus jelui gaat niet? vraagt-ie",
„Ach, Alan Donn, wees verstandig, zeg
gen we".
„Als jelui niet gaan, dan zal ik gaan!"
„Hij keerde zich tot een van de mannen
daar, een viascher, Raffarty van naam, cn
zegt: Hughie, maak die kleine boot van je
klaar met dat pittige stagzeiltje en het klei
ne gaffelzeil zonder boom".
„Toen zeiden wij: Je gaat niet, Alan
Donn".
„Wie zal me tegenhouden? zegt-ie en
we moesten aldoor schreeuwen om dien ge
weldigen wind. We hebben te veel met je
op, om je te laten gaan, Alan Donn".
„Als een van jelui vervloekte lummels me
een haarbreedte in den weg legt, dan zal
ik hem zijn verdomden nek omdraaien!"
„Toen zegt Hugie Raffarty tegen ons
je weet, Hughie 1» een zwijgzaam man,
een wija man zegt-ie. Hij zal vijftig yard
ver komen, honderd yards van de kust mis
schien en dan niet verder en dan zal-ie
zeggen, nou, ik heb mijn best gedaan,
adieu, loop naar de hel en sterf als man
nen! En dan komt-ie terug.. En, als de boot
omslaat, zegt Hughie Rafferty dan kan-ie
zwemmen als een rat en hij zal binnen een
paar minuten vloekend bij ons terug zijn,
zooals die goeie kerel nu eenmaal is".
„Toen zei Hughie Raffarty: Ik zal met
uwe hoogheid meegaan, Alan Donn'".
„Om den donder niet, zegt Alan Donn,
je blijft bij je kinderen en de moeder van
je kinderen".
„Toen sprak een oude man, een doedel-
zalspaler, hy stond in tweeën gebogen t.e
leunen over een esschetak in zyn rechter
hand, de linker hield hy op zyn rug.
,,'t Is dwaasheid wat je gaat doen, Alan
Donn, zegt-ie; hoe kun je die arme men-
schen afbrengen?"
„Ik behoef die armen menschen niet af te
brengen, Shamus-a-Feeba, Jacob de Pijper,
maar er is geen rots, geen wind, geen
stroom, geen golf zelfs van de Moyle, die ik
niet ken en ik reken er op een soort zee
anker te kunnen maken, zegt Alan Donn
en, zegt ie, de domme buitenlanders te zeg
gen dat ze de masten moeten kappen en
den storm afrijden. Maak je maar niet be
zorgd, Shamus-a-Feeba.
„Dat was zoo de manier van je oom Alan
Donn Campbell, hy was erg ruw met de
sterken maar erg meegaand met de ouden
en zeer jongen. Hy zou ruw zyn tegen den
koning van Engeland, maar heel beleefd
tegen een oud man".
„Och, is Alan Donn dood?" Shane was
tot tranen bewogen. „Sterven zulke men
schen als Alan Don.
„Juist, die sterven ook", zeide Simon Fra
ser, „en de schurken biyven leven, 't Is
vreemd!... De boot was klaar om ln zee
te gaan, toen je oom my aan den rand van
een troep kykers ziet staan; hy komt recht
•ep mij af, je weet nog wel, hoe Alan Donn
door een menigte menschen placht te
dringen.
„Ben jy niet de Zeeman, zegt-ie, die een
halfbroer is van dien Rooien Tam McNeill
van de Tien Roeden?
„Ja meneer, Alan Donn. Is het om met
u mee te gaan, zeg ik„ dan ga ik.
„Neen, neen zegt-ie, dat ia het niet. Wat
anders. Je kent mijn broers zoon wel,
Shane Oge Campbell, die schipper is op
zee?
„Ik heb hem eens of tweemaal ontmoet
en heb over hem gehoord.
(Wordt vervolgd).