Herdenkingsvergadering Bart de Ligt
Agenda
üBucqectilke Stand
Onze kaasexport naar
België bedreigd.
„Onwrikbaar geloof in de wedergeboorte der wereld."
Gé Nabrink en ds. Mispelblom Beyer
spreken over Bart de Ligt.
EERSTE BLAD
Alkmaar, Maandag.
AFSCHEID VAN DEN HEER
J. HOOGERVORST.
Zaterdagmorgen werd op het kantoor
in de remise van de Spoorwegen van het
depót Alkmaar door het personeel afscheid
igenomen van den heer J. Hoogervorst,
bureelambtenaar, die met ingang van 26
September wegens overplaatsing naar
Utrecht vertrekt.
De heer H. G. Vos heeft namens het
depót Alkmaar den scheidenden ambte
naar toegesproken. Hij heeft laten uit
komen, dat de vertrekkende na een
diensttijd van 19 jaar in Alkmaar vele
vrienden had verworven door zijn vrien
delijk optreden. Steeds was hij bereid te
helpen en men is daarvoor grooten dank
schuldig. De heer Vos wilde dit tevens
mededeelen aan de vrouw en de moeder
van den heer Hoogervorst die bij dit af
scheid aanwezig waren. Hy dankte har
telijk voor alles wat den heer Hoogervorst
gedaan had en bood1 vervolgens een pols
horloge aan waarnaar de vertrekkende
ambtenaar in zijn nieuwe standplaats zijn
tijd en levensloop zal kunnen regelen.
Spr. besloot met het uitspreken van de
hoop dat het den heer Hoogervorst goed
mag blijven gaan en hij een nog hoogeren
rang bij de spoorwegen zal mogen be-
kleeden.
De heer Vos was er van overtuigd, dat
de heer Hoogervorst ook in Utrecht vele
vrienden zal verwerven.
Ten slotte bood spreker nog een zilveren
lepel, gesierd met de kaasdragertjes, aan.
Zeer onder den indruk sprak de heer
Hoogervorst eenige dankwoorden, belo
vende het personeel uit Alkmaar niet te
zullen vergeten waarna hij van ieder
persoonlijk afscheid nam.
MEISJE VERDRONKEN.
Zondagmiddag om een uur is het 1'A-
jarig dochtertje van den heer C. Meijer te
Warmenhuizen in een sloot achter de
ouderlijke woning verdronken.
WIE MIST ER EEN GROENE PAPEGAAI?
In een tuin in de Hekelstraat zit sedert
eenige dagen een groene papegaai in een
pereboom.
Het beest laat zich niet vangen, het ver
dwijnt zoo nu en dan en komt dan weer bij
de peren terug.
Volgens omwonenden maakt de vogel een
afschuwelijk geluid en is door zyn gekrijsch
lastig voor de buurtbewoners.
Aangezien het dier niet spreekt en ook
niet den naam van zijn eigenaar uit
schreeuwt, weet men niet waar deze vogel
vandaan komt en wie hem is kwy't geraakt.
Wie een groenen papegaai mist, weet nu
althans waar het dier is gebleven en waar
men het misschien weer zal kunnen op
vangen.
DE 8 OCTOBER-FEESTEN.
Naar men ons mededeelt, is de jeugd van
den Koningsweg alreeds druk in de ^weei
om de versiering klaar te maken voor 8 Ocl.
Dit jaar zal men voor de eerste maal de
straat electrisch verlichten en dit brengt heel
wat kosten met zich mede. Het busje van de
Nutsspaarbank, waar de jeugd de Konings
wegbewoners het afgeloopen jaar steeds mee
heeft bezocht, moet nog Wel wat gespek
worden, maar men vertrouwt, dat dit de
laatste weken nog wel in orde komt.
ROODE KRUIS-OEFENING.
Zaterdagmiddag heeft de transportcolonne
van de afd. Alkmaar van het Ned. Roode
Kruis in samenwerking met de helpsters dier
afdeeling, eën oefening gehouden in hulp
verleening en vervoer van gewonden in de
duihen by Bergen aan Zee.
Aan deze oefening nam ook een ploeg
Roode Kruismannen uit Bergen deel, terwijl
een groep padvinders en padvindsters uit
Alkmaar bij deze oefening waren ingescha
keld.
Onder degenen die belangstelling toonden
voor deze oefening was ook een groep ver
pleegsters van het Centraal Ziekenhuis uit
Alkmaar, evenals het bestuur van de afd.
Bergen.
Zeer teleurstellend voor de menschen uit
Alkmaar was het feit dat geen der be
stuursleden van de afd. Alkmaar van hun
belangstelling in het werk der transport
colonne heeft doen blijken.
Deze leerzame oefening stond onder lei
ding van de heeren dr. Steensma en Stout-
jesdijk en had een vlot verloop.
BRAND IN HET HARGERGAT.
Terwijl de heer A. S. Zaterdagmiddag
te Camperduin aan het garnalenvisschen
was, ontstond er door onbekende oorzaak
brand in zijn woning bij het Hargergat. In
een minimum van tijd stond het geheel van
hout opgetrokken gebouwtje in lichte laaie.
De brandweer stond voor een verloren zaak.
Gered werd er zoo goed als niets; alleen
werd er later uit de asch een ijzeren kistje
met waardevolle papieren opgediept. Of
schoon huis en inboedel verzekerd waren,
dekt de verzekering lang niet de schade, en
bovendien mist Schoorl weer één van zyn
mooie plekjes, tenzij het mogelijk is, alles
in den ouden trant te herbouwen.
Van dit huisje, dat door kunstenaars tal-
looze malen op het doek is gebracht, kan
nog als bijzonderheid worden vermeld, dat
het 40 jaar geleden met financeele hulp van
de ingezetenen en van de koningin-moeder
is opgetrokken. Toen toch eischte de hut van
zoden en riet, waarin de familie S. ver
bleef, dringend vernieuwing. Om de noodi-
ge middelen daarvoor te krijgen, werd er
gecollecteerd bij de ingezetenen en wendde
moeder Tr. de J. zich niet tevergeefs met 'n
bede om hulp tot H. M. de koningin-moeder.
Het nationaal comité van den internatio
nalen zuivelbond schrijft ons het volgende:
De vorige week is in België een Kon.
besluit verschenen, waarbij de invoer van
harde en half-harde kaas aan de overleg
ging van een invoervergunning wordt
onderworpen. Dit bericht heeft in de Ne-
derlandsche veehouders- en zuivelkringen
groote ongerustheid en ontstemming ver
wekt, daar men hierin een nieuwe belem
mering van den handel op België ziet en
vreest, dat dit het begin van een zelfde
contingenteeringsmaatregel is als die, waar
van de Nederlandsche zuivelexport reeds
op verschillend gebied de zeer nadeelige
gevolgen ondervindt.
In hoe sterke mate de Nederlandsche zui-
velbelangen betrokken zijn bij den kaas
export naar België, moge blijken uit het
feit, dat in 1937 bijna 20 mill. K.G. kaas
naar dit land werd uitgevoerd, hetgeen ge
lijk staat met 34 pCt. van onzen geheelen
kaasexport. Ook in het Nederl.-Belgische
handelsverkeer vormt de kaas een zeer be
langrijken post, daar van de 68 mill. gld.,
waarvoor in de eerste 8 maanden van 1938
naar België geëxporteerd werd, alleen
voor 5.8 millioen of 8 pCt. aan kaas werd
uitgevoerd.
Van een sterke toename van den export
van dit artikel naar België kan intusschen
niet worden gesproken. Sinds 1930 nam
deze, na een daling in de jaren 19311933
tot rond 17 mill. K.G., slechts van 19 tot
20 mill. K.G. toe. De van Belgische zijde
genomen maatregel schijnt echter verband
te houden met het bezwaar, dat men heeft
tegen de wijze, waarop deze export zich den
laatsten tijd heeft ontwikkeld, doordat
men tengevolge van het betere autoverkeer
wel kaas met vrachtauto's naar België ver
voert en daar aan kleine handelaren en
winkeliers verkoopt tegen zoodanige prij
zen, dat de grootere importeurs zich daar
door in hun winstmarge beknot zien. Ove
rigens schijnt men van die zijde bezwaar
te hebben tegen een bij de uitvoering der
Duitsche contingenteering getroffen maat
regel, waarbij aan kaasexporteurs nieuw
exportrecht wordt verleend op grond van
in een bepaalde periode verrichten export
naar andere landen Men meent nu in
België, dat op deze wijze de export naar
België geforceerd wordt om zoodoende ex
portrecht naar Duitschland machtig te wor
den. Hoewel wij ernstig betwijfelen, of dit
in eenigszins belangrijke mate het geval is
- de exportcijfers wijzen dit althans geens
zins uit zou er van Nederlandsche zijde
zonder veel bezwaar aan deze grief der
Belgen kunnen worden tegemoet gekomen
en dit is vanaf het begin van dit jaar trou
wens reeds in zekeren zin gedaan door de
exporteurs te waarschuwen, dat zij er niet
op moesten rekenen, dat ook de export van
1938 tot het verkrijgen van nieuw export-
recht zou bijdragen.
Ook aan het bezwaar van het z.g. „leu
ren" met kaas zou van Nederlandsche zijde
in belangrijke mate kunnen worden tege
moetgekomen, door aan deze zyde van de
grens op grond van de landbouwcrisiswet
maatregelen te treffen, die dit in sterke
mate belemmeren.
Indien het dus van Belgische zijde alléén
de bedoeling is om de beide genoemde
euvelen te keeren, dan gelooven wy, dat
men dat veel beter en meer afdoende van
Nederlandsche zijde kan doen dan op de
wijze, welke men thans in België wil toe
passen.
Zijn wij wel ingelicht, dan zou het in de
bedoeling liggen om na dezen administra
tieven maatregel, waaruit een registreering
van den kaasimport volgt, alléén die han
delaren tot den import toe te laten, die per
jaar in de laatste drie jaren ten minste
20.000 K.G. kaas hebben geïmporteerd. Doet
men dit, dan brengt men een groot deel
van den van oudsher tusschen Nederland
en België bestaanden bona-fide kaashandel
om hals en komt de macht in handen van
een klein aantal groote importeurs. Wij
kunnen niet inzien, dat hiermede een alge
meen Belgisch belang gediend wordt, voor
al waar juist onder de kleine importeurs
velen zijn, die steeds de beste soorten kaas
uit. Nederland importeeren.
Hoewel de door België genomen maatre
gel natuurlijk voor alle ingevoerde harde en
half-harde kaas geldt, mag niet worden
voorbijgezien, dat deze juist in sterke mate
het Nederlandsche belang treft, omdat van
de 22.2 mill. KG. door België in 1937 inge
voerde kaas van deze soort, 19.2 mill. K.G.
of 87 pCt. uit Nederland kwam.
Gezien het groote belang, dat een onge
hinderde kaasexport naar België voor onze
geheele Nederlandsche veehouderij en zui
velbereiding beteekent, en het feit, dat de
van Belgische zijde vernomen grieven, die
de aanleiding tot den genomen maatregel
zouden zijn, door onderling overleg uit den
weg zijn te ruimen, wordt van de zijde der
Nederlandsche belanghebbenden sterk op
dit overleg aangedrongen.
Zou dit overleg niet tot het gewenschte
resultaat leiden en zou onverhoopt de be-
1 doeling van Belgische zijde voorzitten om
met deze z.g. saneering van den kaas-
importhandel tevens een contingenteering
en/of belasting van den kaasimport in te
voeren, dan schrome men van Nederland
sche zijde niet, krasse maatregelen daar
tegenover te stellen. Hierop wordt uit zui
velkringen thans reeds bij de Nederland
sche regeering aangedrongen, daar deze
b.v. aan de hand der crisisinvoerwet over
de middelen beschikt om maatregelen als
deze met wederkeerigheid te beantwoorden.
Wij hopen echter, dat het niet zoover zal
behoeven te komen, daar dit noch in het
Nederlandsche, noch in het Belgische belang
zou zijn.
Zoo werd in het kroningsjaar het huisje op
getrokken, om in het jubileumjaar weer e
verdwijnen, naar te hopen is slechts tyde-
Ujk.
POSTDUIF VERSCHEURD.
Op het erf van den heer Boldewijn in de
Schermeer is een door kraaien verscheurde
postduif gevonden. Deze duif, een jonge van
dit jaar, was tweemaal geringd met de num
mers 4340 en 7585 en bovendien voorzien van
een gummi-wedstrydring. De eigenaar kan
de ringetjes aan ons bureau bekomen.
VEREENIGING VOOR
LUCHTBESCHERMING
Op initiatief van den burgemeester heeft
zich te Alkmaar een comité gevormd om
te geraken tot oprichting van een plaat
selijke afdeeling van de Nederlandsche
Vereeniging voor Luchtbescherming
In dit comité, waarvan het dagelijksch
bestuur wordt gevormd door de heeren
mr. C. A. de Groot, voorzitter; mr. R. Veen-
dorp, secretaris en M. F. Spruyt, penning
meester, hebben overigens zitting genomen
de dames Moolhuyzen, Peet en Voorthuy-
sen en de heeren S. W. Arntz, P. Dekker,
jhr. C. H. C. Flugi van Aspermont, G. H.
Hoytink, dr. B. J. Leeuwenberg, H. C.
Lind, mr. H. Th. A. van der Loos, dr. J.
Lourens, dr. C. C. P. Pacilly, mr. P. van
Sonsbeek en ir. D. A. Wittop Koning.
DE WINTERDIENSTREGELING DER
NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN.
Vanmorgen heeft de hoofdinspec
teur en chef van de dienstregeling
der Nederlandsche Spoorwegen, de
heer G. F. H. Giesberger, in een pers
conferentie eenige mededeelingen ge
daan over de nieuwe dienstregeling
der Nederlandsche Spoorwegen voor
den aanstaanden winter.
In deze persconferentie heeft de
heer 'Giesberger medegedeeld, dat de
dienstregeling, zooals deze op 15 Mei
j.1. is ingevoerd, en waarbij zeer be
langrijke wijzigingen werden aange
bracht, uitstekend heeft voldaan. Dit
is oorzaak, dat voor de dienstregeling
in den aanstaanden winter geen prin-
cipieele wijzigingen behoeven te wor
den ingevoerd.
De nieuwe dienstregeling.
De gewijzigde dienstregeling van
15 Mei brengt voor zoover de bin-
nenlandsche treinen betreft een aantal
aanvullingen en wijzigingen, waarmede
zooveel mogelijk aan de tot uiting ge
brachte wenschen en bezwaren wordt
teinv?rbmid°met'den terugkeer tot den
normalen Amsterdamschen tyd moesten
de internationale treinen, welke van, naar
en over Duitschland loopen, alsmede en
kele treinen over België naar en van
Zwitserland worden gewijzigd en dlont®""
gevolge eenige daarmede samenhangende
binnenlandsche treinen.
Van wijzigingen in deze omgeving ver
melden wij de volgende:
Voortaan zullen o. a. stoppen:
te Castricum: trein 2411 Amsterdam
C S v 8 04, Castricum a. 8.33; trein 241/,
Amsterdam C. S. v. 9.04. Castricum a. 9.33;
trein 2439 Amsterdam C. S. v. 13.04, Cas
tricum a. 13.32.
Te Heiloo: trein 2411» Amsterdam C.
v. 8.04, Heiloo a. 8.39; trein 2417, Amster
dam C. S. v. 9.04, Heiloo a. 9.39; trein
2439, Amsterdam C. S. v. 13.04, Heiloo a.
13.38; trein 2465, Amsterdam C. S. v.
17.04, Heiloo a. 17.39.
Te Velsen hoogovens de treinen 2211,
2239 en 2283, van Haarlem vertrekkende
resp. 8.04, 13.04 en 21.04 en de treinen
2236 en 2282 van Uitgeest vertrekkende
resp. 12.06 en 20.06.
Te Koog Bloemwijk: trein 2497 Amster
dam C. S. v. 23.40.
Op Zon- en Feestdagen worden inge
legd trein 2530 den Helder (v. 9.53)Alk
maar (a. 10.38; in aansluiting aan trein
2430 naar Amsterdam (a. 11.25) en trein
2591 Alkmaar (v. 23.23—den Helder
(a. 0.05), in aansluiting aan trein 2491
van Amsterdam C. S. (v. 22.37).
Gestaakte verbindingen.
Op de baanvakken WinsumZoutkamp
en EmmenGasselternijveen wordt het
reizigersvervoer gestaakt.
In de buitenlandsche verbindingen
komen de gewone wijzigingen als gevolg
van den terugkeer tot den normalen Am
sterdamschen tijd. De treinen naar
Duitschland vertrekken 1 uur vroeger en
die van Duitschland komen 1 uur vroeger
aan, behoudens geringe afwijkingen.
Nieuw worden ingelegd twee paar snel
treinen EindhovenBrussel en terug over
Valkenswaard.
De ingaande 15 Mei 1938 ingelegde
dieseltreinen MaastrichtParijs en terug
komen te vervallen en worden vervangen
door stoomsneltreinen.
In het boekje „Voornaamste buitenland
sche verbindingen", is op den binnenom-
slag een kaart opgenomen, met vermel
ding van de betreffende tabelnummers,
terwijl een nieuwe tabel is opgenomen,
Bioscopen.
Bioscoop Harmonie, 8 uur, hoofdnummer
Olympiade (sport). Toegang voor eiken
leeftijd.
Woensdagmiddag, half drie, matinee.
Victoria-theater, 8 uur, hoofdnummer De
vrouw in 't rood (rom.-dram.); hoofdrollen
joan Crawford, Franchot Tone, Robert
Young e.a. Toegang boven 18 jaar.
Woehsdagmiddag, half drie, matinee.
City-theater, 8 uur, hoofdnummer De
gevangene van Zenda (rom.); hoofdrollen
Ronald Colman, Madeleine Carrol, Douglas
Fairbanks Jr. e.a. Toegang boven 18 jaar.
Woensdagmiddag, half drie, matinee.
Woensdag 28 September.
7.30 uur, de Unie, ledenvergadering Pro
Juventute.
waarin vermeld worden de verbindingen
Eindhoven over Valkenswaard naar Brus
sel-Noord en terug.
De nieuwe winterdienstregeling treedt
2 October a.s. in werking.
MAANDELIJKSCHE RONDGANG VAN DE
POSTFANFARE.
Hedenavond tusschen 8 en 9 uur zal, in
dien het weer goed is, de Postfanfare haar
eersten muzikalen maandelijkschen rond
gang maken.
De route is vastgesteld als volgt: Gast
huisstraat, Bergerbrug, Geestersingel, Tuin
straat, Snaarmanslaan, Stuartstraat, Gees
tersingel, Spoorstraat, Snaarmanslaan, Sta
tionstraat, Gashouderstraat, Snaarmanslaan
tot Helderscheweg, Stationsweg, Scharloo,
Geesterweg, Zevenhuizen, Gasthuisstraat.
ALKMAAR.
GEBOREN:
Pieternella Jacoba, d. van Jan Govertden
Hollander en Geertruida Gijsbertha Appel
man. Robert, z. van Frederik Rentenaar
en Albertina Maria Afra van Amersfoord.
Bernard Anton, z. van Wilhelm Zimmer
en Anna Theodora Pels.
OVERLEDEN:
Wilhelmina Afina Elisabeth Hendrikse,
gehuwd met Adriaan Jacobus van Beugen,
52 jaar. Elisabeth van Poelgeest, gehuwd
met Reinier Hendrik Gerardus van der
Liet, 80 jaar. Annetje van Wolven, wed.
van Jan Willem Schut, 81 jaar.
Gistermiddag werd in de Unie een
vergadering, uitgaande van het prov.
comité tot samenwerking op anti-mili
taristisch gebied, gehouden ter herden
king van den korten tyd geleden te
Parijs op 55-jarigen leeftijd overleden
militanten strijder voor den vrede Bart
de Ligt.
De voorzitter van het provinciaal comité,
de heer G. Zwart, gaf, na een kort openings
woord, waarbij De Ligt een oogenblik door
de aanwezigen staande werd herdacht, direct
het woord aan den eersten spreker, den heer
Gé Nabrink.
De Ligt: vernieuwer en hervormer.
't Nederlandsche volk aldus de heer
Nabrink heeft met het verscheiden van
Bart de Ligt een groot verlies geleden. Wij
kunnen het ons nog moeilijk realiseeren,
zijn plaats nog niet zuiver bepalen. Want
hiervoor is afstand noodig, welke thans, zoo
kort na het overlijden van De Ligt, een groot
en goed kameraad, die ons nieuwe wegen
gewezen heeft, nog niet bestaat.
Juist in dezen tijd is een herdenking van
Bart de Ligt noodig. Juist nu, dat de atmos
feer weer zoo geladen is, nu er elk oogenblik
opnieuw een uitbarsting kan komen is be
zinning noodig, moeten wij De Ligt als den
sociaal-anarchist, den vernieuwer en hervor
mer, den anti-militarist herdenken.
De Ligt heeft de anti-militaristische be
ginselen uitgewerkt tot een levens- en
wereldbeschouwing. Op geniale wijze heeft
hij een groot geheel opgebouwd, geen enkel
gebied van het menschelijk denken waaruit
hij zyn materiaal niet verzamelde, de groote
lijnen aangevend, die het anti-militarisme
tot wetenschap maakten.
Vervolgens ging spreker den ontwikke
lingsgang, dien De Ligt in zijn leven door
maakte, na' en wees daarby op de groote
parallellen, die te trekken zyn tusschen Fer-
dinand Domela Nieuwenhuis als den wek
keren Bart de Ligt als den verdieper
van de anarchistische idealen: de stryd tegen
de sociale onrechtvaardigheid, den staat, het
militarisme, het imperialisme, den gods
dienst en alle autoriteit.
Beide figuren kwamen uit een orthodox,
naar christelijke principes en tradities levend
predikantenmilieu. Tegen deze vaste waar
den van het christelijk geloof kwam De
Ligt in verzet. Een verzet, dat in de eerste
twintig jaren van zyn leven langzaam
groeide en dat tegelijk een verzet tegen den
vader beteekende.
Op 15-jarigen leeftijd leert De Ligt door
een rede van Abraham Kuyper „Sociale
vraagstukken en christelijke religie" de
mogelijkheid en noodzakelijkheid van de
bestrijding van de bestaande klassentegen
stellingen kennen. Hierop volgt de kennis
making met het socialisme, dat in zijn demo-
cratischen verschijningsvorm echter weinig
bekoring voor den nog meest uit gevoelens
levenden jongen heeft. In De Ligts studen
tentijd volgt in 1904 dan de verdedi
ging van den dienstweigeraar Jan Terwey,
een van de eerste uitingen van De Ligts
anti-militarisme, dat hij nadien nooit meer
losgelaten heeft, en waaruit ook dan al zijn
eerbied voor de bewuste persoonlijkheid
blijkt. In 1908 werkt hij met Kruit en A.
R. de Jong samen aan het weekblad
„Wereldvrede", van welke periode even
eens het nauwe contact dateert met den
Bond van Christensocialisten. In de jaren na
1910, in welk jaar hij beroepen werd als
dominee van het Brabantsche dorp Nunen,
werkt hy mede aan het orgaan van deze be
weging „Opwaarts". Deze jaren brengen een
bezinning en verdieping, die hem duidelijk
de steeds inniger wordende relatie staat-
godsdienst leeren inzien, waardoor de kloof
tusschen de waarden en de practijk van het
christendom steeds grooter wordt.
In 1913 volgt dan zijn „Profeet en volks
feest", een scherpe afbakening van de ter
reinen van den staat en den godsdienst en
een scherpe aanval op de practijk van de
kerk, op 3 Augustus 1914 het beroemde
manifest „De schuld der kerken". Gedurende
den geheelen wereldoorlog maakt hij anti
militaristische propaganda, o.a. getuigt hij
op Pinksteren van het jaar 1915 in een kerk,
gevuld met militairen, tegen het immoreele
van het militarisme. Dit vormt de aanleiding
tot de ontzetting uit zijn ambtsgebied: hem
wordt verboden te preeken in Brabant.
Limburg en Zeeland, in 1917 volgen Over-
ijsel en Gelderland. Het dienstweigerings
manifest verschijnt hierop. Langzamerhand
keert De Ligt zich nu af van het oude mi
lieu, een diepe kloof tot het christendom
ontstaat: De Ligts anarchistische periode be
gint, die zich kenmerkt door een grooten in
vloed van Bakounin. In dezen tyd leert De
Ligt thans ook de wijsbegeerte van het Oos
ten kennen, die eveneens haar invloed doet
gelden.
1917 en 1918, jaren van revolutie brengen
nieuwe hoop, gaan voorbij, geven nieuwen
twijfel en teleurstelling. Groote problemen
over doel en middelen worden aan de orde
gesteld. De Ligt neemt hierbij positief stel
ling tegen het idee, dat het doel de middelen
zou heiligen.
Na den oorlog is Bart de Ligt een 5-tal
jaren redacteur van „De wapens neder", in
welke periode alle mogelijke kwesties be
sproken worden, o.m. wat de beste verdedi
ging is tegen een aanvallenden imperialisti-
schen, of tegenwoordig: fascistischen staat.
Het scherp ontledend verstand van De Ligt
komt dan tot de conclusie, dat naast de ge
bruikelijke militaire ook een pacifistische
volksverdediging mogelijk is.
De Ligt heeft ondanks alles zijn ver
trouwen in de idealen, die hij zich stelde,
behouden, door den anarchist Elisée
Reclus had hij de overtuiging, dat de evolu
tie van de wereld zich, zij het ook met
schokken, in opwaartsche lijn bewoog
Daérdoor was het ook, dat De Ligt in het
jaar 1928 foy een enquete getuigen kon van
zijn optimistisch geloof in de toekomst der
cultuur,^ welke toekomst o.m. Marsman zoo
donker inzag. „Het is een wet der slavernij,
dat zij niet eeuwig voort kan duren", schreef
De Ligt. Het is uit deze zekerheid, dat hij
heeft geleefd. Een zekerheid, die wij in
dezen tijd juist zoo noodig hebben. Deze
zekerheid, dit blijde geloof in de ontwikke
ling der wereld is 't allerbelangrijkste bij
hem.
Wy kunnen, aldus spr., De Ligt alleen her
denken door zyn werken tot zich te nemen,
zyn ideeën te propageeren, hem te eeren als
den grooten voorganger, die nieuwe wegen
gewezen heeft, en te zorgen, dat het beste
van De Ligt deel gaat uit maken van onze
eigen persoonlijkheid.
Ds. Mispelblom Beyer spreekt
Na een korte pauze volgde hierop een rede
van den tweeden spreker, ds. Mispelblom
Beyer. Bart de Ligt zoo zeide spr. is
zyn geheele leven geweest de verdediger
van de menschelyke persoonlijkheid. Als een
rooden draad is deze geestelijke Instelling in
zijn leven te volgen. Spr. ging na, hoe dit in
verschillende perioden van zijn leven tot
uiting kwam. In het in 1917 opnieuw uitge
geven geschrift van Van der Hoeven, ver
schenen in 1854, vond Bart de Ligt datgene
wat er in hem omging terug: een pleidooi
voor de zelfstandige, zich in vryheid ont
wikkelende msnschelijke persoonlijkheid.
De Ligt was niet alleen anti-militarist, had
niet alleen een vrije maatschappijbeschou
wing, maar wilde verder: een revolutie over
alle. fronten van het leven, op alle gebieden
van het menschelijk denken De Ligt
streed tegen zyn eigen afkomst en het ortho
doxe milieu, waarin hij opgegroeid was.
Fichte en Hegel hadden grooten invloed
op De Ligt. Hierdoor ook verwijdde zich
langzaam zijn standpunt tot het universeele.
Bart de Ligt maakte in zijn leven waar,
dat de mensch een actieve factor is in het
wereldgebeuren 'een principe, dat hij bij
Van der Hoeven teruggevonden had. Steeds
heeft hij zich verzet tegen de wereldbe
schouwing, die den mensch ziet als een wil
loos raadje in de machine der wereld.
Hij heeft zijn „Vrede als daad" geschreven
om een nieuwe traditie te scheppen voor
het anti-militarisme, van overal, uit alle
tijden verzamelde hy hiervoor zijn mate
riaal.
Bart de Ligt heeft als verdediger der men
schelyke persoonlijkheid, zich tegelijk be
wust van de beperktheid van den mensch.
actief deelgenomen en zijn intellect dienst
baar gemaakt aan de beweging. Hij heeft de
menschheid alles willen geven vóór zijn
dood, die hij in verband met zijn zwakke ge
zondheid vroeg verwachtte.
Telkens heeft De Ligt naast het feit, dat
hij overtuigd is van de vergankelijkheid van
wat bereikt wordt (wellicht door den ouden
orthodoxen invloed) vertrouwen in de mo
gelijkheid van den mensch om door een
eeuwige hervorming op een telkens hooger
niveau te komen door zich innerlijk zoo vrij
mogelijk te maken. Vandaar De Ligts uit
spraak „Voedt U op tot datgene, wat ge
werkelijk zijt", vandaar, dat deze sprak van
„opvoeden tot het meer-dan-menschelyke",
hetgeen hy in zyn studie uit de ontwikke
lingsgang der geschiedenis heeft pogen te
bewijzen.
Verder wees spreker op de overeenkomst,
die De Ligt met Erasmus vertoont. Meer
dan deze heeft de Ligt echter aandacht go-
schonken aan sociale en economische kwes
ties. Voorts heeft De Ligt de plaats bepaald
van het kapitalisme en haar uitingen si*
element in de ontwikkeling der cultuur.
Laten we aldus spreker er blijk van
geven, dat we van De Ligt geleerd hebben,
door te strijden tegen militarisme en reactie.
^'en hechte aaneensluiting voor deze ver
dediging van de vrijheid der menschelijk6
peTsoonlykheid is noodig. De Ligt wekt ook
nu nog allen op verder te strijden, te blijven
gelooven in de wedergeboorte van de
wereld, die naar zyn onwrikbare overtuiging
n.oet komen. Wij weten ons mede door De
Ligt met elkaar verbonden, laat ons dit ons
zelf voorhouden in den strijd tegen mili
tarisme en reactie.
rtrwui J I r.sv.