DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Chamberlain over zijn optreden van de
vorige week.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven irancc aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HF.RMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telel. 3320, redactie 3330.
No. 233 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Dinsdag 4 October 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Premier wijst op de verschillen tusschen Godesberg en München
DUFF COOPER VERKLAART ZIJN
AFTREDEN.
De algemeene toestand.
ALKMAARS
In het Engelsche Lagerhuis heeft
gistermiddag de Britsche eerste
minister Chamberlain in een lange
rede zijn houding in het wereldcon
flict uiteengezet en verdedigd, nadat
tevoren Duff Cooper een verklaring
had afgelegd over diens aftreden, dat
in direct verband stond met het
ernstige conflict, dat Europa de vorige
week meemaakte.
Cooper verklaarde, dat toen Hitier ten
slotte teekenen begon te vertconeri van
een gematigder houding, hij reeds wist
van een mobilisatie eer Britsche vloot.
Chamberlain was uit Godesberg terug
gekeerd met niets anders dan een ultima
tum, met voorwaarden, welke slechts een
wreede, wraakzuchtige vijand zou dictee-
ren aan een verslagen vijand, r.a een lan
gen oorlog.
Cooper veroordeelde ook de voorwaar
den van Miinchen. Hij voegde hieraan toe:
„daar de Duitschers hun man onder heb
ben, zullen zij niet het genoegen missen
hem te slaan en het Duitsche leger zal zijn
buit niet missen".
Cooper critiseerde het feit, dat Cham
berlain de Engelsch-Duitsche verklaring
had onderteekend, zonder overleg te ple
gen met het kabinet, de bondgenooten of
de dominions.
„Dit is niet de manier, waarop de bui-
tenlandsche aangelegenheden van het
Britsche rijk moeten worden geleid".
Als resultaat van Münschen, aldus Coo
per, heeft Groot-Brittannië nu voor den
eersten keer op zich genomen een grens in
midden-Europa te verdedigen. Daarom
zouden wij nu een leger op de basis van
het Europeesche vasteland moeten op de
been houden en onze herbewapening ver
snellen.
Cooper zeide nog dat de minister-presi
dent geloofde tot een redelijke regeling te
kunnen komen van alle open kwesties.
„Hij kan gelijk hebben. Ik hoop en bid, dat
hij gelijk heeft, doch daar ik dat niet kan
gelooven, is het beter, dat ik ga".
De rede van Chamberlain.
Vervolgens kwam de groote rede van
Chamberlain, die allereerst hulde bracht
aan den moed, het geduld en het beleid
van Halifax en daarna het Huis verzocht,
bij het bezien van de overeenkomst van
Miinchen zich te willen herinneren, dat hij
niet naar München was gegaan om te over
wegen, of de overwegend Duitsche ge
bieden naar het Duitsche rijk zouden
overgaan, daar daartoe reeds besloten was,
toen de Tsjechische regeering de Engelsch-
Fransche voorstellen had aanvaard.
Wat overwogen werd waren de voor
waarden en den tijd van overdracht.
Bovendien was de tijd één der essentieele
factoren.
Alle elementen waren voorhanden voor
het uitbreken van een conflict, dat tot
een catastrophe zou hebben geleid.
Chamberlain verklaarde, dat de beoor
deeling, of men succesrijk was geweest bij
het vinden van een orderlijke in plaats
van een slechte methode voor de ten uit
voerlegging van het overeengekomen be
sluit, afhing van de verschillen tusschen
de door Duitschland te Godesberg voorge
stelde voorwaarden en de voorwaarden
der te München onderteekende overeen
komst
Het memorandum van Godesberg was
in feite een ultimatum met een tijdlimiet
van zes dagen, terwijde overeenkomst
van München terugkeerde tot 't Engelsch-
Fransche plan en de voorwaarden vast
legde voor de toepassing van het hoofd
beginsel van dat memorandum inzake de
verantwoordelijkheid der vier mogend
heden en internationaal toezicht.
Voor hen, die het ultimatum afkeurden
en streefden naar een redelijke en orde
lijke procedure, was elk dezer wijzigingen
een stap in de juiste richting.
„Bij het doen van een uitspraak hier
over, zouden wij er goed aan doen, niet te
spreken over een persoonlijken of natio-
nalen triomf voor iemand. Een waarachtige
triomf is, dat aangetoond is, dat de ver
tegenwoordigers der vier groote mogend
heden de mogelijkheid kunnen vinden tot
overeenstemming te komen over de wijze,
waarop zij door middel van een beraadsla
ging uit een moeilijke en delicate aange
legenheid kunnen komen, in plaats van met
Chamberlain.
verlies van menschenlevens en aldus een
ramp hebben afgewend, welke een einde
zou hebben gemaakt aan de beschaving,
zooals wij die hebben gekend".
„Uit naam van dit Huis en de bevol
king van dit land zeg ik", aldus Chamber
lain, „dat Tsjecho-Slowakije onze bewon
dering en eerbied heeft verdiend voor de
zelfbeheersching, waardigheid en prach
tige discipline tegenover een dergelijke
beproeving, waarvoor slechts weinige
naties zich geplaatst hebben gezien."
(Applaus).
Chamberlain werd herhaaldelijk van de
labourbanken af heftig geïnterrumpeerd.
Eén keer heeft hij scherp geantwoord op
het geroep: „schande!" Hij zeide: „Ik heb
niets, waarover ik mij zou moeten scha
men".
Verzoek om een leening.
Voortgaande zeide Chamberlain, van de
regeering van Tsjecho-Slowakije door be
middeling van haar gezant te Londen het
beroep te hebben ontvangen, te helpen
aan een leening van dertig millioen pond
onder garantie der Britsche regeering.
Sprekende over de andere deelnemers
aan de conferentie van München zeide
Chamerlain:
Er zijn harde dingen gezegd over
den rijkskanselier in het heden en in
het verleden. Ik ben van meening, dat
het Huis de moeilijkheden moest er
kennen van iemand van die positie
om krachtige verklaringen, zooals hij
reeds had afgelegd, terug te nemen en
te erkennen, dat door toe te stemmen,
hoewel op het laatste oogenblik, in een
bespreking met andere landen over
kwesties, waarover hij reeds eens voor
al had besloten, een werkelijke sub-
stantieele bijdrage vormde.
Wat Mussolini betreft, diens bijdrage
was zeer zeker van groot belang en mis
schien beslissend. Het was op diens voor
stel, dat de laatste schikkingen voor een
mobilisatie 24 uur werden uitgesteld om
ons gelegenheid te geven over den toe
stand te beraadslagen en op de conferen
tie zelve waren zoowel hij als graaf Ciano
zeer behulpzaam bij de besprekingen.
Zij waren het, die reeds spoedig na het
begin der onderhandelingen voor den dag
kwamen met een memorandum, dat Dala-
dier en ik als een basis voor de bespre
kingen konden aanvaarden.
Ik ben van meening, dat Europa en de
geheele wereld reden hebben om het
hoofd der Italiaanschw regeering dank
baar te zijn voor hetgeen hij heeft gedaan
om bij te dragen tot een vreedzame op
lossing.
Daladier had in sommige opzichten de
moeilijkste taak van ons alle vier, met het
oog op de speciale betrekkingen, die zijn
land met Tsjecho-Slowakije verbonden.
Ik stel er prijs op te verklaren, dat zijn
moed, zijn bereidwilligheid om verant
woordelijkheid te aanvaarden, zijn volhar
ding en zijn altijd goede humeur geduren
de den geheelen duur van onze bespre
kingen van onschatbare waarde waren.
Chamberlain zeide verder, dat de Ver-
eenigde Staten voortdurend een steeds
toenemenden invloed hadden uitgeoefend.
„Deze boodschappen van Roosevelt, zoo
krachtig en zoo overtuigend, toonden, dat
de meening van het machtigste land ter
wereld zich over 3000 mijlen Oceaan kon
laten hooren aan de menschen in Europa",
Naar de meening van Chamberlain
was de grootste kracht echter niet
die van eenigen enkeling, doch de
„onmiskenbare eenstemmigheid onder
de volkeren der wereld, dat een oorlog
diende te worden vermeden en
de volken van het Britsche rijk waren
één met die van Duitschland, Frankrijk
en hun bezorgdheid en diep verlan
gen naar vrede beheerschten de ge
heele atmosfeer van de conferentie. Ik
geloof, dat dit de concessies mogelijk
gemaakt heeft en niet de bedreigin
gen".
Sprekende over zijn onderhoud met Hit-
Ier van j.1. Vrijdag, zeide Chamberlain:
„Ik weet niet, waarom deze bespreking
aanleiding zou geven tot achterdocht en
nog minder tot critiek. Ik heb geen pact
gesloten, ik heb geen nieuwe verplichtin
gen aangegaan, er is geen geheime af
spraak en ons onderhoud was geen ander
land vijandig".
De premier zette uiteen, dat het doel,
dat hij met deze bespreking had beoogd,
was te trachten, het persoonlijk contact
met Hitier verder uit te breiden en te
zien ,of het hoofd van een democratische
mogendheid en de leider van een totalitai-
ren staat punten gemeen konden hebben.
Hij gaf als zijn meening te kennen, dat
dé door den Duitschen rijkskanselier en
hemzelf geteekende verklaring wel iets
meer was dan een vrome meeningsweer-
gave en dat aan beide zijden oprechtheid
en goede wil bestonden.
„Indien er", zoo voegde spr. eraan toe,
„één les is, die wij, naar ik meen, uit de
gebeurtenissen der laatste weken kunnen
putten, dan is het wel deze, dat een duur
zame vrede niet bereikt kan worden door
stil te zitten en erop te wachten. Daad
werkelijke en positieve pogingen zijn hier
toe noodig".
Chamberlain zeide teveel realist te zijn
om te gelooven, dat thans in één dag het
paradijs kan worden verwezenlijkt. Slechts
de fundeeringen zijn gelegd, doch met den
bovenbouw is nog in het geheel niet be
gonnen.
Laat niemand, omdat nu te München
dit accoord tusschen de vier mogend
heden is geteekend, denken, dat men zich
kan veroorloven de hand te lichten met de
uitvoering van het groote bewapenings
programma, die van dag. tot dag in snel
heid en omvang toeneemt.
„Indien er ontwapening moet komen, zal
dit stap voor stap moeten geschieden, in
overeenstemming en in daadwerkelijke
samenwerking met andere lancen. Totdat
wij weten, dat wij deze samenwerking tot
stand kunnen brengen, en totdat wij het
eens zijn over de werkelijke stappen, die
genomen moeten worden, moeten wij hier
op onze hoede blijven".
Chamberlain vervolgde: „Terwijl wij
vastbesloten moeten blijven, de tekort
komingen van onze bewapening en defen
sieve toebereidselen aan te vullen, opdat
wij gereed zijn om ons te verdedigen en
onze diplomatie kracht bij te zetten, zie ik
nieuwe mogelijkheden, om de kwestie der
ontwapening ter hand te nemen, en ik ge
loof, dat zij thans op zijn minst even hoop
vol zijn als ooit te voren.
Aan zulk een taak, het terugwinnen van
het vertrouwen, het geleidelijk wegnemen
van de vijandelijke gevoelens tusschen de
naties, zoodat zij voelen, dat zij veilig
haar wapens stuk voor stuk kunnen af
schaffen, zou ik alle energie en tijd willen
wijden, die mij nog resten vóór ik mijn
ambt aan een jongere overdraag".
Attlee critiseert Chamberlain.
Nadat Chamberlain zijn verklaring be
ëindigd had, nam Attlee het woord. Deze
zeide, dat, terwijl allen zich erdoor opge
lucht voelden, dat er geen oorlog is ge
komen, zij zich hierover niet onbezorgd
konden verheugen.
„Dit is niet een overwinning geweest
van de rede en de menschheid, het is jen
overwinning geweest van het brute ge
weld", aldus Attlee.
De gebeurtenissen der laatste paar
dagen vormen een der grootste diploma
tieke nederlagen, die dit land en Frankrijk
ooit te boeken hebben gehad en het lijdt
geen twijfel, dat het een enorme zege is
voor Hitier".
Attlee vervolgde, dat terwijl ieder er
kende, dat de ministerpresident zich groote
inspanning had getroost, en dat hij de man
was, die den vrede had gered, hij ook de
man was, die hem in gevaar had gebracht.
Het waren de Tsjechen, die den vrede in
Europa hadden bewaard. Zij hadden prach
tige zelfbeheersching getoond en de mees
te menschen in Engeland geloofden, dat
de Tsjechen op beschamende wijze verra
den zijn. Hun eminente president was een
groot patriot, een gioot Europeaan. Hij
was door de Duitsche leiders op smadelijke
wijze belasterd, doch had zich nimmer ver
waardigd om te antwoorden. „Zijn geheele
gedrag heeft het verschil laten zien tus
schen een beschaafd man en een gangster."
„Europa", aldus Attlee, „leeft thans on
der voortdurende dreiging van wapenge
weld, en daaro kunnen vele menschen
zich op het oogenblik niet gelukkig voelen.
Zij voelen, dat geweld en het kwade een
ontzaglijke overwinning hebben behaald."
Attlee wenschte te weten, welke be
scherming er zal komen voor de minder
heden, wat den aard en de waarde van de
Britsche garantie was, en waartoe Cham
berlain Engeland had gebonden.
Sedert Eden was afgetreden, was
Chamberlain zyn eigen minister van
buitenlandsche zaken geweest. Dit was
gevaarlijk, want men zou zoo den indruk
kunnen krygen, dat Engeland, evenals
Duitschland en Italië slechts by monde van
één enkeling spreekt.
Als Hitier eens vroeg om Sumatra?
Wat zou de premier zeggen, als Hitier
thans om koloniën vraagt? Veronderstel,
dat hij alleen maar vraagt om den Belgi
schen Congo of Nederlandsch Sumatra.
Hoe zou men daar dan tegenover staan?
Een vier-mogendhedenpact is beslist ge
vaarlijk, omdat Engeland de ten achter
gestelde partij zou zijn in een pact tegen
de vrijheid en het Britsche volk zou deze
niet hebben.
De premier is overtuigd van de goede
trouw van Mussolini en Hitier. Laat deze
dan blijken door het opgeven van plannen
tot agressie en het deelnemen aan een
conferentie tot het opbouwen van een
nieuwen volkenbond. Het werkelijke
vraagstuk, zoo besloot Attlee, is: wat kun
nen wij doen voor de toekomst van de
menschheid?
Eden neemt het woord.
Daarna nam Eden onder toejuichingen
het woord. De oud-minister verklaarde,
dat iedere burger den premier oneindig
veel dank verschuldigd is voor de oprecht
heid en vasthoudendheid, die hij in de
slotphase van de crisis gewyd heeft aan
het voorkomen van de grootste ramp, den
oorlog.
Eden bracht hulde aan de zelfbeheer
sching van de Tjechoslowaaksche regee
ring en aan de kalme waardigheid en den
onversaagden moed van Benesj.
Eden meende, dat nagegaan diende te
worden, welke de omstandigheden waren,
die de Britsche regeering genoopt hadden,
voorstellen aan een bevriende natie op te
dringen en hoe stappen moesten worden
overwogen Om te verzekeren, dat Enge
land niet nogmaals zulk een onaangename
rol zal spelen. De Britsch-Fransche voor
stellen boden meer dan algeheele voldoe
ning aan de Sudeten-Duitschers en toch
bevatten de voorstellen van München nog
meer concessies.
De voorsteden van München waren
geen zelfbeschikking. „Er zullen niet velen
van ons zijn, hoe wij ons ook opgelucht
voelen, die niet een zeker gevoel van ver
nedering hebben ondervonden, toen wij
deze voorstellen lazen.
Eden zeide, dat hij verheugd was over
de leening aan Tsjecho-Slowakye, doch hy
stelde de vraag, of Duitschland een deel
van den schuldenlast van Tsjecho-Slowa
kije zou dragen.
Na gewezen te hebben op de noodzake
lijkheid van voorzorgsmaatregelen op
Alkmaar, 4 October.
Chamberlain heeft gistermiddag een
lange rede gehouden in het Engelsche La
gerhuis en daar een uiteenzetting gegeven
over zijn handelwijze in het groote Euro
peesche conflict. Wat verwacht werd, is ge
beurd: Chamberlain werd nu eens geluk-
gewenscht met zijn handelwijze, waardoor
Europa voor een oorlog gespaard bleef, dan
weer scherp becritiseerd, omdat hij feitelijk
een nederlaag geleden had.
Het was Sir Samuel Hoare, die de door
de verschillende sprekers uitgeoefende cri
tiek beantwoordde. Hij zeide o.m.: enkele da
gen geleden stonden wij op nog geen haar
breedte afstand van den grootsten ramp
spoed, dien de wereld ooit gezien heeft.
Sommigen in het Lagerhuis en onder het
volk gelooven, dat geen vrede in Europa
mogelijk is en dat de oorlog onvermijdelijk
is, zoolang dictaturen bestaan en dat het
beter zou kunnen zijn den oorlog thans te
hebben, nu wij een geschilpunt hebben,
waarvan kan worden verondersteld, dat het
tot de geheele wereld spreekt, dan een
oorlog uit te stellen tot een toekomstigen
datum, waarop onze positie moeilijker zou
kunnen zijn. De conclusie van een derge
lijke opvatting is voor mij zoo ontzettend,
dat ik haar niet zou kunnen aanvaarden
zoo lang er nog een vonkje hoop bestond,
dat de catastrophe nog zou kunnen worden
vermeden. Ik geloof dat de catastrophe kan
worden vermeden en de eerste minister is
vast die overtuiging toegedaan.
Daarom ook heeft hij zijn bovenmen-
schelijke krachtsinspanning ondernomen. Ik
beweer, dat, toen de eerste minister de ver
antwoordelijkheid op zich had genomen
voor een bemiddeling, het uitlokking van
een zeker lot zou zijn geweest, wanneer hij
terzelfdertijd, nadat hy pogingen had on
dernomen tot bemiddeling, zichzelf zou
hebben begeven in een politiek van bedrei
gingen en ultimata. Wanneer wij een ulti
matum hadden gesteld in de dagen onmid
dellijk voor de redevoering van Neuren
berg, zou Europa thans in een wereldoorlog
zijn gedompeld.
Ter beantwoording van Dalton, die de
vraag had gesteld, waarom er geen nauwe
re betrekkingen waren onderhouden met
Rusland tijdens die critieke weken, ver
klaarde Hoare, dat de Russische waarborg
slechts in werking zou zijn getreden, wan
neer de Fransche waarborg reeds in wer
king getreden was. Wij stelden ons er mede
tevreden de Fransche regeering de leiding
te laten nemen bij de beraadslagingen met
de Sowjetregeering, welker positie analoog
was aan de hare. Te verklaren, dat Urss ge
negeerd werd, is een volkomen overdrij
ving van de positie.
Hoare vervolgde: de oorlog is afgewend
en de vraag is: was de prijs te hoog? Ik
geef openhartig toe, dat Tsjechoslowakije
een vreeselijken slag heeft gekregen. Ik
betreur zeer diep de positie, waarin het ge
drongen is. De feiten waren echter te sterk
en onweerstaanbaar. Tengevolge van de
geographische positie van Tsjechoslowakije
kwam het er niet op aan wie den oorlog zou
hebben gewonnen of verloren.. Tsjecho
slowakije, zooals wij dat thans kennen, zou
verwoest zijn en ik geloof niet, dat de on
derhandelaars over een vredesverdrag ooit
de tegenwoordige grens zouden hebben in
gesteld.
De minister voegde hieraan toe: de koers
dien wij ingeslagen zijn, stelt de Tsjechi
sche republiek in staat te blijven. Ik ben
niet de opvatting toegedaan, dat een inter
nationale garantie waardeloos zou zijn of
dat de Tsjechische republiek noodzakelijk
zwakker zal zijn. De waarborg, dien ik over
weeg, zal,'naar ik geloof, doeltreffender zijn
dan de Fransch-Tsjechische of de Russisch-
Tsjechische verdragen. Ik overweeg een ga
rantie waaraan alle groote mogendheden
deel zullen nemen. Wij zijn geenszins van
plan de Urss uit te sluiten. De garantie te
zamen met de nietaanvalsverdragen tus
schen Groot Brittanje, Frankrijk, Rusland,
Duitschland en Italië zal, wanneer de min-
derhedenkwestie in Tsjechoslowakije is ge
regeld, de nieuwe republiek even veilig
maken als Zwitserland gedurende vele ge
neraties is geweest.
De minister besloot: tegelijk met het
hardnekkig volgen van een politiek des
vredes zullen wij onze voorbereidingen
voortzetten, teneinde ons sterk te houden
en te maken.
Ik geloof, dat wij van meening kunnen
zijn, dat wy een nieuwe periode ingaan
waarin wij de problemen onder oogen zien,
welke jaren geleden onder oogen hadden
moeten worden gezien, en zullen bevinden,
dat het mogelijk is ook al keuren wij
bijna iedere methode af, die in de dicta-
tuurlanden aangenomen is voor Europa
om in vrede te leven voor de democratieën
en de dictaturen naast elkander.
Men ziet, Hoare heeft zich niet aan een
scherp debat gewaagd, doch zich bepaald
tot algemeenheden. Hij heeft als 't ware
de rede van Chamberlain nog eens aange
dikt en de debaters slechts terloops be
antwoord. Hij heeft niet gesproken over de
overwinning van Hitier, hij heeft evenmin
als Chamberlain iets gezegd over de toene
mende macht van Duitschland, dat thans
bijna 80 millioen inwoners telt, wat onge
veer twee keer zooveel is als Frankrijk
heeft. Hij heeft niet gewaagd van de nieuwe
positie van het Derde Rijk, dat thans de
eerste industrieele mogendheid van Europa
zal worden dank zij de ertsrijke gebieden
in Sudeten-Duitschland, nog minder van
het feit, dat Duitschland thans heer en
meester geworden is van alle verkeer in
midden Europa.
Chamberlain sprak nog over ontwape
ning. Ook na 1918 is er over ontwapening
heel veel gepraat. Wat is er van terecht ge
komen? Niets!
Wij gelooven, dat het ontwapeningsvraag-
stuk regelmatig zal terugkeeren na dagen
van dreigend oorlogsgevaar, zooals we nu
gehad hebben, of na een oorlog. En dat het
steeds zal mislukken.
Thans over ontwapening praten, is zelfs
gevaarlijk. Want zoo lang een enorme mili
taire macht als Duitschland nog steeds bezig
is, zich nog meer te moderniseeren, zoolang
kan geen ander land over ontwapening den
ken. En zoolang er zoo fel gestreden wordt
tusschen twee wereldideeën democratie
en dictatuur zoolang zal er altijd min of
meer gevaar voor een oorlog zijn.
En hetzelfde zouden wy kunnen zeggen
in verband met het rassenvraagstuk: zoolang
dat bestaat, is een permanente vrede een
utopie!