E WIND BLAAST. ÏBiwtwland UCRÊMË JCeek d School JmilktM Oostenrijkers naar Australië. Interview in Batavia. voor llwhu/d^ Moutfabriek te Swalmen ingestort. Motorboot omgeslagen. GEMENGD NIEUWS. TWEEDE BLAD. Gisteren lag de „Nieuw Holland" op de reede van Batavia zoo vertelt de „Loc." van 24 September met aan boord ruim 40 Oostenrfjksche uitgewekenen, joden, voor wie in hun land geen plaats meer was en die een nieuwe toekomst tegemoet gaan in een jong land, in Australië. Aan boord knoopten we met enkelen een gesprek aan. Om te beginnen in het Engelsch, want je kunt niet weten: het kunnen ook wel Australiërs zyn. Het lag er allerminst dik bovenop dat dit uitgeweken Weensche joden waren. Maar aan het Engelsch merkte men dan wel dat het geen Britten waren of Australiërs en de gezich ten verhelderden als we in het Duitsch overgingen. Dat lag hun beterl Men praat niet veel over het algemeen. De eerste dien we spraken, was een mis schien 35-jarig man, hoogblond en rossig. Of hij uit Weenen kwam, vroegen we. Ja, hij kwam uit Weenen. „Wat zal ik U vertellen", zei hy. Als ik U vertelde wat velen meegemaakt hebben, dan zoudt U het niet eens gelooven. Dat kunt U zch hier in dit land niet voorstel len. U zoudt zeggen dat ik fantaseerde. Dat geldt trouwens niet alleen voor mij en andere joden, het geldt voor vele anderen in het vroegere Oostenrijk. „Hoe was het in Tsjechoslowakije", vroeg de verslaggever aan een ander lid van het gezelschap, dat daar drie weken geweest was, voor de reis naar Holland werd aan vaard. Bijna nog „unheimischer" dan in Weenen, zei hij. In Praag voelde men haast den komenden oorlog, of althans de ko mende moeilijkheden, als een tastbaarheid. „En toen einde Augustus per trein naar Nederland?" „Neen, per vliegtuig" zei hij. „Ik had een verklaring geteekend, waarin ik beloofde nimmer meer Duitschen bodem te betreden. Ik was bly toen het vliegtuig boven Uw gastvrije land was". „Wat gaat U doen in Australië?" vroegen we. „Ik zal beginnen te trachten in een strijk je opgenomen te worden. In Oostenrijk speelde ik vaak viool op partijtjes e.d. uit liefhebberij. Nu ga ik probeeren er mijn brood mee te verdienen. Och, dat lukt wel weer". We gaan hard werken en probeeren goe de Australiërs te worden, viel een der an deren in. Nu we weer eens kans krijgen komt alles terecht. We gaan naar een nieuw land, een land met een groote toekomst, waar men nog iets kan opbouwen. OPKOMST VAN DIENSTPLICHTIGEN. Niet op 4, maar op 10 Oct. De opkomst ter inlijving van hen, die bestemd waren om vandaag te worden ingelijfd en de opkomst van hen, die als gevolg van verleend uitstel enz. wel zijn ingelijfd, doch heden de eerste oefening moesten aanvangen, moet thans op 10 Oc- tober 1938 plaats hebben. Dit geldt ook voor hen, die bestemd waren om heden op te komen voor opleiding tot reserve officier. Op 10 October moet de opkomst geschie den, op plaats en uur, zooals voor 4 Octo ber was bepaald, ook al wordt geen nieu we oproeping ontvangen. Degenen, die voor vrij vervoer naar de plaats van op komst een vervoerbewijs noodig hebben en niet in het bezit zijn van een bewijs, geldig voor 10 October, kunnen zoodanig bewijs aanvragen ter gemeente-secretarie van hun woonplaats, bureau voor militaire zaken. Ten aanzien van de herhalingsoefenin gen van de dienstplichtigen, voor wie het opkomen voor deze oefeningen in verband met de buitengewone omstandigheden werd uitgesteld, is nog geen beslissing genomen. eeAMve/cte^a/ Een arbeider gedood Gistermiddag omstreeks twee uui heeft te Swalmen (L.) een instorting plaats gegrepen in de mouterij der firma J. Hendrickx-Crijns, waarbij een per soon zoo ernstig werd gewond, dat hij des avonds aan de gevolgen overleed. Het ongeluk is gebeurd in een nieuw ge deelte der moutfabriek, dat drie jaar geleden gebouwd werd. Er waren hier twee arbei ders aan het werk met het „omzetten" van gerst. Eén van hen bevond zich op de boven ste etage van het uit vier verdiepingen be staande gebouw, Even vóór. de instorting voelde hij den grond lichtelijk trillen. Hij schonk hier weinig aandacht aan. Op een gegeven oogenblik evenwel hoorde de man een hevig gekraak. Tegelijkertijd zakte de grond onder hem weg. Gelukkig bezat hij nog de tegenwoordigheid van geest om zich aan een balk vast te grijpen, welke slechts langzaam doorzakte. Hierdoor bereikte de man zonder noemenswaardig letsel den be- ganen grond. De tweede arbeider, die zich op het gelijk- vloersche gedeelte bevond, werd onder het vallende hout en ijzer bedolven. Op zijn hulpgeroep en het lawaai, waarmede de in storting gepaard ging, schoten de arbeiders uit het oude fabrieksgedeelte onmiddellijk te hulp. Men maakte dadelijk een aanvang met het reddingswerk, waaraan ook werd deelge nomen door enkele inwoners van Swalmen. Dit ging evenwel met groote moeilijkheden gepaard, aangezien men een ijzeren balk en twee houten dwarsbalken electrisch moest doorzagen om het slachtoffer te bereiken. Met dit karwei was meer dan twee uur ge moeid. Inmiddels had het slachtoffer kans gezien zich zoodanig los te werken, dat zijn lichaam vrij kwam. De man bleek een bekkenfractuur te heb ben opgeloopen, terwijl zijn rechterbeen bij na geheel verbrijzeld werd. Verder had hij een bloedende wonde aan het hoofd. Het slachtoffer werd naar een ziekenhuis te Roermond overgebracht, waar hij gister avond is overleden. Omtrent de oorzaak van de instorting tast men in het duister. Op den zolder van het nieuwe gedeelte lag een hoeveelheid gerst van 80.000 K.G. opgeslagen. Het parket uit Roermond kwam eenigen tijd na het onge luk ter plaatse om een onderzoek in te stel len. Twee menschen verdronken? Tengevolge van den hevigen storm is in den afgeloopen nacht op het Brasemermeer, onder Alkemade, een motorboot omgeslagen. De twee opva renden, de 35-jarige kapitein J. Klein en de 40-jarige knecht A. Bil, zijn ver moedelijk verdronken. Van een politieboot, die op het Brasemer meer op nachtelijke surveillance was, heeft men gezien, dat de motorboot, welke toe behoort aan den Bijlloos' Motorbootdienst N.V. te Schiedam, is omgeslagen. Door de ruwe zee kon men echter geen hulp bieden. Vanochtend is men opnieuw met het on derzoek begonnen. Van de twee opvaren den is echter niets meer vernomen, zoodat men vreest, dat zij verdronken zijn. HANDIGE OPLICHTERSTRUC. Zaterdagavond werd een der filiaal houdsters van de broodfabriek der firma Paul Kaiser te Den Haag opgebeld door een man, die zeide employé der firma te zijn en inderdaad den naam van één hun ner opgaf. Hij gaf haar toen opdracht in verband met den diefstal, welke dien ochtend in het filiaal Zorgvlietstraat had plaats gehad, de ontvangsten af te geven aan een man, dien hij zou sturen. De bewuste man kwam en ontving bij het filiaal in de Fahrenheitstraat 70. In een tweede filiaal aan de Vaillantlaan ge lukte de truc eveneens en de „afgezant" kreeg ook hier 70 mee. De filiaalhoudster aan de Weimarstraat was listiger, want zij belde, toen de man het geld kwam halen, eerst het hoofdkan toor op, omdat zij zich herinnerde, dat een dergelijke truc vroeger bij een groot be drijf in de residentie was toegepast. De man bemerkte onraad en nam de vlucht. Het spreekt vanzelf, dat de firma de opdracht niet h^d gegeven. BRANDENDE MOTORBOOT OPGEPIKT. Vanochtend omstreeks half vijf heeft de „Groningen IV" nabij Urk de motorboot Amstel 10, kapitein Jongsma, opgepikt, aangezien deze noodseinen gaf. Toen de Groningen IV bij het schip was gekomen, bleek, dat de kajuit in brand stond. Dooi den hevigen storm was de kachel omge vallen, waardoor brand was ontstaan. Er hadden zich geen persoonlijke ongevallen voorgedaan. De Amstel 10 is op sleeptouw genomen en om negen uur Amsterdam bin nengebracht. De kajuit is geheel vernield. LIJKEN GEVONDEN. Van twee der opvarenden van het op het IJselmeer omgeslagen jacht. Gistermorgen heeft de visscher J. Ploeger uit Uitdam, die met zijn boot op het IJsel meer voer, een mast en eenige planken zien drijven. Even later ontwaarde hij een van de lijken van de vermiste jongelui uit Weesp en vijftig meter verder werd het tweede lijk gevonden. KELDERONTPLOFFING TE ROTTERDAM. Drie meisjes gewond. Gistermiddag werden de voorbijgangers op de Schiekade O.Z. te Rotterdam opge schrikt door een hevigen knal, welke werd veroorzaakt door een ontploffing in pand 172, waar is gevestigd de N.V. Eerste Neder- landsche Snarenfabriek van den heer Jacq. W. Hakkert. Ofschoon de politie tot nog toe in het duister tast omtrent de oorzaakt, schijnt men te moeten aannemen, dat een of twee meisjes van het uit acht personen bestaande perso neel van de fabriek zich met een mandflesch benzine in den kelder ophielden. Toen alom hulpvaardigen toeschoten, bleek, dat drie meisjes min of meer ernstig met brandwonden overdekt waren. De 15- jarige mej. G. Busse rende, hevig geschrok ken, het huis uit en sprong luid gillend in de Schie. Met vereende krachten bracht men haar op het droge. Zij bleek brandwonden aan armen en gelaat te hebben opgeloopen, evenals de 17-jarige mej. F. van Rooyen. Beide meisjes werden naar het ziekenhuis aan den Bergweg overgebracht. Het derde slachtoffer, de 26-jarige mej. A. Kros, was er ernstig aan toe. Haar geheele lichaam was overdekt met brandwonden. Zy is in het ziekenhuis aan den Coolsingel opgenomen. Door de ontploffing ontstond een begin van brand in den kelder, dat spoedig ge- bluscht kon worden. De door de ontploffing aangerichte schade is vry groot. HET AMBTENARENVERBOD EN „KERK EN VREDE". Het hoofdbestuur der vereeniging van christen-antimilitaristen Kerk en Vrede heeft een adres aan den ministerraad gezon den, in verband met de plaatsing dezer orga nisatie op de lijst van voor rijksambtenaren verboden vereenigingen. Hierin wordt gezegd, dat de leden van Kerk en Vrede loyale burgers van hun land wenchen te zyn en dat zij bereid blijven alles te doen wat tot het welzijn van ons volk strekt, echter onder dit oprechte voor behoud, dat zy om des evangelies en des ge wetens wil aan de toerusting tot en de uit oefening van het oorlogsbedrijf hun mede werking niet mogen verleenen. In de grondwet ligt voor iederen staats burger, dus ook voor den rijksambtenaar, het recht verankerd, indien zijn geloofs overtuiging en geweten dit verbieden, de overheid op andere wijze te dienen dan door den militairen dienst. Adressante meent derhalve, dat het besluit een groote onrecht vaardigheid beteekent, welke een sfeer van onbillijke verdenking om de vereeniging schept en spreekt derhalve de hoop uit, dat de regeering alsnog op haar beslissing zal terugkomen. NOODLOTTIGE AANRIJDING. Eén jongen gedood, één zwaar gewond, Op de Gelderschekade, tusschen Ede en Veenendaal, is gistermiddag een ongeluk gebeurd, dat aan den 15-jarigen Evert Jan van de Hoef het leven heeft gekost, terwijl zijn 10-jarig broertje Willem ernstig werd gewond. De beide jongens waren aan' het aard- appelrooien geweest en keerden per rij wiel naar huis terug. Het jongste broertje zat voor op den stang. Toen zij van het land af de Gelderschekade wilden oprij den, naderde juist een vrachtauto van de firma Nap uit Ederveen. De chauffeur kon een aanrijding niet meer voorkomen. De oudste jongen werd in de sloot langs den weg geslingerd en was op slag dood; zijn broertje kreeg zware verwondingen aan hoofd en lichaam en is naar het Diacones- senhuis te Arnhem overgebracht. Uit het onderzoek van gemeente- en rijkspolitie uit Ede is komen vast te staan, dat den chauffeur van de vrachtauto geen s"'->ild treft. BOTSING TUSSCHEN MOTOR EN AUTO. Gisteravond is op den Wouwscheweg te Bergen op Zoom de 30-jarige motorrijder C. Stiphorst uit Breda teg-,'> e°n personen auto gereden. Door den schok vloog hij van het zadel en kwam met groote kracht tegen de auto terecht, waarna hij bewus teloos tegen den grond smakte. In ernsti- gen toestand is hij naar het Algemeen Burgergasthuis te Bergen op Zoom over gebracht. Storm. - In verband met den Zuid wester storm is gisteravond om negen uur de loodsdienst voor den Nieuwen Waterweg gestaakt. 9l- Vereeniging van veeweiders en mesters. - De Nederlandsche vereeniging van vee weiders en mesters heeft telegrammen ge zonden aan de ministers van Algemeene zaken en van Economische Zaken, waarin de vereeniging, nu in de laatste dagen is gebleken, dat zelfvoorziening in levensbe hoeften één der voornaamste landsbelangen is, het ten zeerste toejuicht, dat door deze ministers thans de oplossing van dit vraag stuk zal worden ter hand genomen. De ver eeniging dringt er op aan, dat ook aan de belangen van haar leden de noodige aan dacht wordt besteed door het uit den weg ruimen van de moeilijkheden, welke voor hen bestaan. De motoren voor de Oranje. - Dezer dagen zyn in de fabrieken van Gebr. Sulzer A. G. te Winterthur (Zwitserland) de moto ren voor het nieuwe vlaggeschip van de Stoomvaart Maatschappij Nederland, de Oranje, dat op 8 September j.1. door de koningin werd te- water gelaten, gereed gekomen. Met deze gebouwde machine installatie zal de Oranje één der grootste en snelste motorschepen ter wereld worden. De berekende snelheid zal minimum 21 zee mijlen per uur bedragen. Geestelijke weerbaarheid. - Op uit- noodiging van het kunstenaars-centrum voor geestelijke .weerbaarheid zijn Zaterdag onder voorzitterschap van Jelle Troelstra te Utrecht eenige vooraanstaande Nederland sche psedagogen bijeengekomen. Er werd besloten op de basis van de gevoerde be sprekingen maatregelen te nemen om te komen tot een concentratie van psedagogen voor geestelijke weerbaarheid tegen de ge- weldsgedachte. Tegen verlaging pensioenen spoorweg personeel. - De vakgroep gepensionneerden der Nederlandsche vereeniging van spoor- en tramwegpersoneel heeft in een gister gehouden druk bezochte vergadering een motie aangenomen, waarin de hoop wordt uitgesproken, dat bij het thans in behande ling zijnde wetsontwerp tot wijziging van de pensioenwet voor de spoorwegambte naren 1925 de artikelen 80a en 80b zullen worden weggenomen en de reeds verlaagde pensioenen weer op het oorspronkelijk peil zullen worden gebracht. De koningin naar t Loo. - Gistermi^ te 3 uur is H.M. de koningin per auto 8 Soestdijk naar 't Loo vertrokken. Van - Vandaag zullen de troepen, welke 0 i*8, de wapenen zijn geroepen ter versterkte van de grensbeveiliging, naar de tnobiu' satiecentra terugkeeren, alwaar een feest lijke intocht zal plaats vinden en voor d~ militaire en burgerlijke autoriteiten worden gedefileerd. Donderdag zal op over. eenkomstige wijze de terugkeer van a grensbataljons in hun garnizoenen plag^ vinden. M. Goud. t - Zondag is te Utrecht te den ouderdom van 63 jaar overleden de heer M. Goud, oud-lid van het hoofdbestuur van den Bond voor Staatspensionneerln|, Regelinggeschil met de Ver. Staten. De minister van Buitenlandse!» Zaken heeft aan de Tweede Kamer doen toekomen den tekst van de te Washington tusschen Nederland en de Vereenigde Staten vsn Amerika gesloten overeenkomst betreffende de vriendschappelijke regeling, zoo nood!» door arbitrage, van een geschil nopens ds schadeloosstelling ter zake van de opvords. ring van 1917 door de regeering van ds Vereenigde Staten van bepaalde militi^ voorraden, toebehoorende aan de Ned»t. landsche regeering. Herdenking Invoering nationale wtt. geving. - In de aula der universiteit te Am. sterdam is vanmiddag in een bijzondsrt openbare zitting van den senaat de invoering der nationale wetgeving herdacht. De her- denkingsrede werd uitgesproken door prof. mr. Paul Scholten. Collectebus gestolen. - In de doops> gezinde kerk te Hoorn is de collectebus ge stolen. De inhoud is niet nauwkeurig op te geven. Minister Romme naar Drente. - Mef de Douglas-machine, die om 9.10 uur van Schiphol via Leeuwarden naar Groningen vertrekt, reisde vanochtend de minister van Sociale Zaken, die vandaag vergezeld van den hoofdinspecteur voor de werkver schaffing, den heer Meyer de Vries een bezoek brengt aan de provincie Drente, waar een aantal werkverschaffingsobjecten werden bezichtigd. Vertrek Javaansche delegaties. Mor gen zal de sultan van Pontianak met den trein van Den Haag via Antwerpen naar Londen vertrekken. De pangeran Hangabebi van Jokjakarta en de pangeran Maria Soer- josoemarno, gedelegeerden van het Mengkoe Negoro'sche zelfbestuur, vertrekken morgen naar Parijs. DE DOOPSGEZINDE GEMEENTEDAG. Zondagochtend waren een 500-tal doops gezinden uit alle deelen van Noord- Holland naar Alkmaar in 't Beursgebouw samengekomen, tot 't bijwonen van een gemeentedag: Nadat de heer H. Wilmink uit Haarlem geopend had en z'n vreugde over de groote opkomst geuit had, ging ds. F. Kuiper voor in den dienst. Na Lucas 10 3842 voor gelezen te hebben, nam hy als z'n tekst woord Romeinen 1 16: „Ik schaam mij het evangelie van Christus niet, want het is een kracht tot behoud". Het lijkt logischer, zei ds. K., dat we in de natuurkrachten en in het de wereld doen sidderen door één mensch, de krach ten Gods zouden her- en erkennen, dan in de blijde boodschap, die niet vreesaan jagend, maar blij is, die niet uit een grootsch, maar uit een toen ook al ver smaad volk is. Ondanks verdrukking, on danks 't leed wat niet aan ons voorbij mag gaan, is er behoud, is er zaligheid, 't We ten dat God zegeviert, door het lijden heen, geeft heerlijkheid en rust in den strijd. Het is maar de vraag of we hierop „j*" kunnen zeggen, want wie kan weten of we in dit geloof stand zullen houden als het er op aan komt? Maar laten we niet vergeten dat God getrouw is, als wij onze ker zijn, en dat Christus de keuze van Maria die Christus zocht, zooals blijkt uit Lucas 10, belangrijker heeft gevonden dan de keuze van Martha, die in haar ijver toch de dingen der wereld zocht. Voor en na den dienst zong het doops- D Door DONN BYRNE. Uit het Engelsch door J. van P 52) „Shane, na een poosje wist ik, dat ik te gemakkelijk geweend hadeen weinig zachte regen van genegenheid.. April. Ik vergat ze niet en ik wilde mijzelf ze niet la ten vergeten en toen dacht ik: God, als ik mijn man had liefgehad, zou mijn hart als een gebarsten kop geweest zijn, toen hij stierf. En toen mijn babies stierven, zou ik niet hebben kunnen leven. En alles, wat ik aan tranen stortte, was een korte Aprilbui. O, Shane, men is niet zoo, als men ge troffen wordt... Herinner je je David, Shane, toen hij naar de zaal boven de poort ging., en toen hij ging, zeide hij: Mijn zoon Absolom, mijn zoon, mijn zoon Absolom! Och dat ik voor u gestorven ware, Abso lom, mijn zoon, mijn zoon; en hij was slechts een man, Shane". „Verveel ik je, Shane?, neen?ik denk slechts hardop in je bijzijn.. Ik heb nooit kunnen denken, dat ik dat zou kunnen doen met eenig menschelijk wezen... En toen begreep ik, Shane,een deel van my was niet levend, dat was vreeselijk om te weten, zooals het ontdekken van een vreeselijke mismaaktheid, of weten, dat je gek bent. En ik begon de menschen op te nemen; ik kon zeggen: daar is een vrouw, die weet, dat zij bemind wordt, Shane; er straalt iets uit haar gelaat, een onbeschrijflijk iets. Je her innert je het bijbelsche woord Skekinah, de Eere GodsEn daar waren vrouwen met kinderen, die zichzelf verloren hadden in de vreugde van het geven zouden steeds die vreugde van het geven behoudenEn het gaf mij een vreemd gevoel, vol schaam te, alsof ik geen borsten hadIk moet 'n beetje krankzinnig geweest zijn, Shane, ik placht over de straat te gaan, kijkende naar menschen en zeggende: die persoon ziet er uit alsof hij zou begrijpen en ik dacht er over ze aan te houden met de vraag: een oogenblik alstublieft, er is iets niet in orde met mijmaar ik wist, dat zij niet zou den gelooven; zelfs als zij vriendelijk wa ren geweest, zou alles wat zij gezégd zou den hebben, geweest zijn: Het is alles ver beelding alsof verbeelding niet 't vree- selijkste iets in de wereld isalles, wat er aan arme krankzinnige menschen mankeert, is verbeeldingShane, ik was een arme kreupele, die zijn mismaking aan de voor bijgangers toont en om hulp vraagt; hij kon slechts geld noodig hebben, maar ik wilde 0, ik weet niet wat ik wenschte „En toen placht ik naar de kerk te gaan en bad en wachtte, geknield, op iets, dat gebeuren zou. Het gebeurde nooitDan begon ik te lachen; de menschen draaiden zich dan om en keken mij aan en ik begon ze te hatenik werd trotsch en ik haatte hen meer en meerIk zeide eindelijk, dat ik weer aan het werk zou gaan en alles vergeten; ik ben zooals ik benaanvaard het; ik meende, dat ik het kon en ik zou lady Macbeth spelen in Nottingham. Je weet, hoe zy opkomt, Shane, zij komt op, een brief lezende. Zij is alleen op het too- neel in Macbeth's kasteel te Inverness. „Zij ohtmoetten mij op den dag van voorspoed", leest zij Macbeth schrijft over de heksen in het verlaten oord „en ik heb verno men dóór de meest juiste mededeeling, dat zij meer in zich hebben dan menschelijke kennis". Ik kwam op zooals ik steeds op kwam en op het oogenblik, dat ik uit de coulissen trad, Shane, en de zaal zag, ge beurde er iets vreemdsde verbeelding stierf, of stierf niet, maar was doodEn daar verondersteld werd, dat ik een brief las, die nooit geschreven was door menschen die misschien nooit bestaan hadden, voor een gehoor, dat een weinig geld had be steed om te worden vermaaktIk kon het niet lezen, ik kon het absoluut niet „Achter mij tusschen de coulissen werd gesouffleerd, heftig gesouffleerd, maar ik kon het niet. Ik stond daaren toen zeide ik: Ik zal van het tooneel afgaan. Maar zelfs dat kon ik niet; mijn voeten waren aan den grond genageld; ik scheen betooverd te zijn mijn hand viel langs mijn zijde neerEn toen kwam een panische schrik; mijn knieën knikten te gen elkander, mijn tanden klapperden vreeselijkvreeselijk. En er was zulk een stilte; de menschen schuifelden, fluis terden en toen lachte iemandLach nooit plotseling, Shane, bij mij... Ik zakte en ik sloop weg naar IerlandWanneer ik niet genoeg haat, dan komt de gedachte aan dien lach bij mij op..." Zij beefde op haar stoel. „Dat was slechts zenuwachtigheid, Gra- nya. Iemand werd zenuwachtig en lachte". „Neen, Shane, neen!" „Men spreekt wel van menschen, die lachen in het aangezicht van den dood; het is slechts een zenuwuiting, Granya". „Ik zeg je, neen, Shane" zij werd heftig. „Het is een wreed land, Enge land, en, Shane, ze haten ons Ieren. Zoo lang als wij aardig zijn en geestig, zoo lang als wij grapjassen zijn maar laat ons menschelijke wezens worden, Shane, dan haten zij ons". „Wees niet dwaas, Granya". „Ik ben niet dwaas, Shane, ik weet het; zij haten ons omdat wij iets bezitten, dat zy niet hebben. De verhongerde Iersche boer staat hooger dan een Engelsch edel man hij heeft een lied in zijn hart, een vroolijk lied en een treurig lied en zijn oogen zien wonderen „Maar Granya, wij zijn maar een klein volk en zij regeeren bijna de halve we reld Je hebt het mis, zij haten ons niet". „Herinner jij je Haman, Shane, Haman, die alles bezat? En Haman vertelde hun alles waarin de koning hem groot gemaakt had; en hij zeide: „doch dit alles baat mij niet zoolangen tijd als ik den Jood Mor- dechai zie zitten in de poort des konings". Shane, herinner jij je, hoe Haman stierf" „Granya!" Zij stond op, haar handen strekten zich naar de Iersche heuvels, haar stem klonk als het dreunen van trommen: O, de Erne zal rood vloeien Met overvloed van bloed, De aarde zal beven onder onzen tred En vlammen heuvel en bosch verschroeien En kanongedonder en leuze kreet, Een serene vallei doen ontwaken, Voor ge zult verwelken, voor ge zult Mijn donkere Rosalie, Mijn eigen Rosalie! „Arme Granya", zeide hy en hy greep haar hand en kuste die. Zij liet de andere een oogenblik op zijn schouder rusten. „Goeden nacht, Shane!", zeide zij kort. Vlug ging zy door de iepen naar het huis in haar lichtkleurig kleed tegen het maanbeschenen gras, tusschen de donkere boomen, was zij als een oude, hart-roe- rende geest... X. Dien nacht bracht hU van Tusa hErin een gevoel van angst mee; wat had Grany* toch gedaan? Waartoe had zij zich verbon den? Er gingen geruchten, dat de mannen van '67 nog niet dood warenIn Ame rika, in de heuvels van Kerry, in Galway. werd samengespannen, niet eervol, maar duister. Hadden zy haar verstrikt? Driemaal had hy de oude Ulster ballade van generaal Munro hooren zingen: Daar kwam Munro's zuster, zij was gekleed in het groen! En zijn zwaard aan haar zij, dat was blinkend en scherp! En zij zeide tot de dapperen, die met haar gingen, Kom, wij zullen wraak nemen voor mijn broeder Munro! Hij had dat slechts als een eigenaardigi romantiek gebaar beschouwd, maar na het geen zij gisteravond zeide, kwam het hem voor, dat er een diepere reden voor alles was Zij was dezer dagen vaak in Du blin geweest Deden zy... Hadden zij? (Worde vervolgd)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6