Waar het recht zijn loop heeft
Stad en Om
Politierechter
Kantongerecht te Alkmaar.
Voorbij is de tijd, dat Uw pen, na het vullen, Uw handen en
Uw papier besmeurde, en dat de penpunten verbogen bleken!
Talens' „Elite" flacon, met vulbassin in den hals, voorkomt inkt»
vingers! De penpunten kunnen niet meer tegen het glas stooten
en verbuigen! Voortaan dus Talens' „Elite" flacon,en alle vul»
misère behoort tot het verleden. Daarbij is de flacon gevuld
met den onvolprezen en wereldvermaarden Talens' vuipeninkt!
De prijs van dezen prachtflacon is slechts 60 ceot!
Alom ver
DERDE BLAD.
ALKMAARSCHE COURANT VAN DINSDAG 4 OCTOBER 1938.
Zitting v«ti Maandag 3 October.
Wel leeUjke dingen, maar niet
strafbaar.
De Maandagsche zitting van den Alkmaar-
gehen politierechter ving dezen keer aan met
«en uitspraak en wel in het zaakje tegen den
handelsreiziger L. H. uit Amsterdam, die de
vorige week terecht had gestaan wegens op
lichting te Bovenkarspel, waar hij den
pastoor en de zusters eenige guldens armer
had trachten te maken. De officier had 35
of 15 dagen geëischt en mr. Muller Massis
was toen tot de conclusie gekomen, dat er
wel leelijke dingen waren gebeurd, maar
dat van oplichting eigenlek geen sprake
was, zoodat hij tot ontslag van rechtsvervol
ging concludeerde.
De politierechter bleek het daar mee eens
t« zijn, zoodat de Amsterdammer van rechts
vervolging werd ontslagen en werd vrij ge
sproken.
Urk ontbreekt zelden op het appèl.
Urk ontbreekt zelden op het appèl en zoo
verscheen de Urker visscher Klaas de V., die
den veldwachter N. Kamman, die de visch
kwam controleeren, met geweld in de uit
oefening zijner functie had belemmerd.
Voor1 deze vrijmoedigheid eischte de offi
cier, mr. van der Feen de Lille, twee maan
den gevangenisstraf, mede, omdat Klaas'
houding niet ideaal was. Mr. Krabbe, de
politierechter, maakte er 1 maand van.
De volgende Urker was Jan B., die de hier
genoemde kwestie had meegemaakt en zich
zoo had opgewonden, dat hij den rijksveld
wachter een stomp had gegeven en met
doodslag had bedreigd, waartoe hij reeds
een stoel omhoog had geheven teneinde den
gerechtsdienaar op het hoofd te timmeren.
De veldwachter vertelde, dat de Urker on
gunstig bekend stond. Wijl deze zijn horloge
had stuk geslagen, diende de veldwachter een
vordering van 1,75 in, zijnde de kosten
Van reparatie aan het horloge.
De officier verklaarde een kijkje op den
Urker te hebben. Urk is een eiland met
een lastige bevolking. „We zullen de Urkers
wel krijgen, als ze in onzen greep komen",
zei de officier, daarmee blijkbaar die Urkers
bedoelende, die krachtens hun onsociale
daden voor een greep van de justitie ge
schikt zijn.
De eisch was vier maanden gevangenis
straf.
„Daar sla ik van achterover", was het com
mentaar van den Urker vechtersbaas.
Het vonnis was 3 maanden, met toewijzing
van de civiele vordering ad 1.75.
Huurkoopkachel verkocht.
Een domme daad beging de niet-versche-
nen P. V. uit Winkel, die op 19 Mei een
haardkachel, welke hij van den smid R.
Schreur in huurkoop had, voor 23 ver
kocht aan A. B.
Hü bleek het uit armoede gedaan te heb
ben, zoodat de officier maar tien dagen ge
vangenisstraf vroeg, tot welke straf de Win
kelaar ook werd veroordeeld.
Excuses aangeboden.
Ook niet verstandig was de 30-jarige mu
zikant G. H. uit Beemster geweest. Die kreeg
op zekeren dag ruzie met den brigadier
majoor der rijks veld wacht Berger, en wel
over een hond. De hond was van den ma
joor, maar H., die den hond in zijn bezit had,
weigerde het beest terug te geven.
Bij die ruzie had de muzikant den gezags
drager uitgescholden, welk feit hij zich voor
den politierechter niet meer kon herinneren,
al wilde hij het ook niet ontkennen. In ieder
geval bood hij den heer B. zijn excuses aan.
Dat maakte op den politierechter zulk een
Indruk, dat de straf van f 15 of 10 dagen,
welke de officier eischte, werd verlaagd tot
slechts 10 of 5 dagen.
Nieuw land met oude ondeugden.
Wie zou denken, dat in een nieuw land
als de „Wieringenmeerpolder" is, ook nieuwe
menschen met frissche ideeën zijn komen
wonen, vergist zich in meerdere of mindere
mate. Tenminste: er zijn daar menschen te
vinden, die ook in dat nieuwe land hun on
hebbelijkheden demonstreeren. Zoo bestaat
er tusschen de familie van B. eenerzij ds en
de families L. en Z. anderzijds een perma
nente kibbelarij, welke op 7 Juli tot uit
barsting kwam. Toen werd van B. des mor
gens vroeg wakker van geklop en gehamer
bij de buren L., en veronderstellende, dat
het weer plagerij was, ging hij er op af en
maakte ruzie. Vrouwlief kwam er ook bij en
die wond zich zoo op, dat ze met een stuk
Ijzer begon te dreigen. De man pakte haar
dat stuk ijzer, hetwelk een knap gewicht
had, af en zou toen, volgens de buren, me
juffrouw L. met doodslag hebben bedreigd.
De man ontkende dat nu hardnekkig, maar
adjn beide buurvrouwen beweerden perti
nent, dat hij wel met den dood had gedreigd,
zoodat de man dus met 2 tegen 1 in de
rechtszaal het onderspit moest delven.
De officier vond het erg en vorderde 14
dagen gevangenisstraf.
Verdachte hield zijn onschuld vol. De ge
tuigen stonden te liegen en zijn vrouw was
al meer dan een jaar lang door beiden hevig
getreiterd.
De politierechter dacht wellicht: Waar
drie kijven, hebben drie schuld, en veroor
deelde den man tot de vrij lichte straf van
25 of 10 dagen.
Haar-verwijdering langs niet-
electrischen weg.
Van de eene ruzie in de andere. Mej. Anna
de V.—K. uit Wieringen zou op 13 Juli ten
huize van haar schoonouders herrie hebben
gemaakt en de daimes H.G. en G.R. héb
ben mishandeld, toen die tusschenbeide
kwamen in een ruzie, welke de schoondoch
ter met haar schoonmoeder had.
Mej. Anna erkende, dat ze wel wat hard
handig was geweest, maar dat was feitelijk
uit noodweer geschied, want ze werd door de
anderen aangevallen.
Mej. H., een der slachtoffers, trachtte als
getuige een schril verhaal op te hangen van
het familiedrama, waarin sprake was van
fiksche klappen, haren, die bij handen vol
werden uitgetrokken en nog ergere dingen,
maar mr. Krabbe houdt niet erg van zulke
sensatie en verzocht daarom de sjiek ge-
kleede dame zich wat te matigen. Het ver
zoek werd niet spoedig genoeg opgevolgd,
zoodat mr. Krabbe werkelijk boos werd,
met de hamer een fikschen klap op den tafel
gaf en dreigde getuige buiten de deur te laten
zetten, als ze zich niet aan de door zijn edel
achtbare voorgeschreven orde hield. De an
dere getuige was bescheidener in haar mede-
deelingen. Ze bevond zich in den winkel van
de schoonouders, werd te hulp geroepen en
kreeg, toen ze in de kamer kwam, meteen
een klap.
Verdachte gaf als commentaar op deze
mededeeling, dat de getuige er ook niets
mee noodig had.
De officier vorderde in deze onverkwikke
lijke kwestie, welke een familietragedie na
tuurlijk weer als achtergrond had, 20 of
10 dagen.
Verdachte: Mijnheer, ik protesteer daar
tegen. De getuigen staan te liegen. Ik begrijp
niet, hoe zij durven te zweren, dat waar is
wat zij zeggen. Is er dan geen recht voor
mij?
Het vonnis was conform.
De verdachte ging de deur uit met een ge
schokt rechtsgevoel.
Niet-betalende klanten en de
gevolgen.
Een Alkmaarsche koude bakker V. stond
terecht, omdat hij op 21 Juli mej. L. te Alk
maar had mishandeld. Mej. L. was, zooals
zooveel gebeurt tegenwoordig, aan den bak
ker geld schuldig voor geleverd brood en
wel tot een bedrag van 2. De bakker, zelf
een arme stakker zonder een cent bedrijfs
kapitaal, zat zeer om dat geld verlegen en
ging daarom eens manen. Hij belde aan en
de heer des huizes deed de deur open, om
„besj oer" te zeggen en de deur weer dicht
te smijten. De bakker werd kwaad, schopte
tegen de deur, rammelde aan de bel en stak
tenslotte een broodmes door de gleuf van
de brievenbus, om het touw door te snijden,
waarmee van binnen de deur was vastge
bonden en wijl juffrouw L. vlak achter de
deur stond, kreeg die een klein schrammetje
aan haar pols.
Daarvoor stond de bakker nu op het matje.
De juffrouw verklaarde, dat ze niet be
taalde, omdat haar man werkloos was en
omdat de bakker was weggebleven.
Dat is nogal wiedes, zei de bakker, ik heb
het niet dik en brood leveren aan klanten,
die niet betalen, kan ik niet.
De officier hield een streng requisitoir,
niet tegen den bakker, maar tegen ae juf
frouw. Die hield er een zeer onsympathiek
systeem op na van wel brood te laten leve
ren, maar niet te betalen, zooals zooveien
doen. Als ze die twee gulden niet in eens
kon betalen, kon ze het met een dubbeltje
of een kwartje per week doen, maar dat
wilde ze blijkbaar niet, alleen maar denken
de aan zich zelf, en niet aan den armen sloe
ber van een bakker. Het was verkeerd, maar
heel begrijpelijk, dat de bakker tenslotte
kwaad werd. Spr. verbaasde zich er over, dat
menschen, als getuige, tenslotte nog den
moed hadden hun slachtoffer aan te brengen.
De eisch was 15 of 10 dagen en het von
nis was conform.
Uitspraken van de strafzitting
van Vrijdag 30 September 1938.
Overtredingen van de motor
en r ij w i e 1 w e tG. P. te Alkmaar,
P. A. te Alkmaar, G. D. te Zijpe, J. H. te
Bergen, K. de B. te N.-Scharwoude, D. C.
te N.-Scharwoude, J. S. te N.-Scharwoude,
J. B. te N.-Scharwoude, I. B. te N.-Schar
woude, M. de M. te Warmenhuizen, J. M.
te Assendelft, J. B. te Uitgeest, ieder 2
boete og 1 dag hechtenis; G. de G. te
Alkmaar, 3 boete of 2 dagen hechtenis;
R. R. te Franeker, P. L. te Bergen, B. de
K. te Alkmaar, P. de B. te Haarlem, A. M.
te Willemstad, ieder 3 boete of 3 dagen
hechtenis; S. Z. te Castricum, C. P. J. te
Akersloot, P. v. d. L. te Zwaagdijk, J. P. te
Alkmaar, ieder 4 boete of 2 dagen hech
tenis; G. A. B. te Heemstede, J. A. M. te
Doetinchem, H. V. te Castricum, M. I. P.
te Bergen, M. B. te Noordwijk, S. K. te
Heerhugowaard, ieder 4 boete of 4 da
gen hechtenis; P. B. te Schermerhorn, A.
W. van G. te Haarlem, A. C. W. te Beem
ster, ieder 5 boete of 3 dagen hechtenis;
A. M. D. te Schagen 4 en 3 en 2 boete
of 2 en 1 en 1 dag hechtenis; G. B. te
Leiden, 2 en 4 en 3 boete of 1 en 2 en
1 dag hechtenis; J. T. te Warmenhuizen,
J. W. Czn. te Winkel, ieder 3 boete of 2
dagen hechtenis; J. B. te Warmenhuizen
4 en 3 boete of 4 en 3 dagen hechtenis;
N. de W. te Alkmaar -r boete of 5 dagen
hechtenis; H. B. te Andijk 6 boete of 4
dagen hechtenis; L. N. J. te Lergen, 7.50
boete of 5 dagen hechtenis; F. A. K. te
Alkmaar, 10 boete of 8 dagen hechtenis;
A. W. te Alkmaar, 12 boete of 8 dagen
hechtenis; J. B. te Lutjewinkel, 20 boete
of 10 dagen hechtenis; J. J. te Alkmaar,
6 boete of 4 dagen hechtenis.
Overtredingen van de poli
tieverordeningen: I. B. te
Alkmaar, teruggave aan de ouders zonder
toepassing van straf; C. L. te Schagen 2
boete of 1 dag hechtenis; G. B. te Schagen
2 boete of 1 dag hechtenis; F. A. N. v. A.
te Amsterdam, 2 boete of 2 dagen hech
tenis; W. C. v. d. P. te Oudorp, 2.50
boete of 2 dagen hechtenis; A. B. te Nij
megen, S. L. te Oude Niedorp, P. de J. te
Oude Niedorp, R. H. te Utrecht, H. v. W.
te Alkmaar, H. H. te Alkmaar, P. P. te
Beverwijk, P. P. te Beverwijk, C. S. e
Amersfoort, A. S. te Alkmaar, F. G.
te A'dam, A. B. te Haarlem, ieder 3 boete
of 2 dagen hechtenis; C. W. te Uitgeest,
3 boete of 3 dagen hechtenis; P. B. te
Schagen, J. R. te Schagen, ieder 4 boete
of 4 dagen hechtenis.
Overtreding van artikel 453
van het wetboek van straf
recht (openbare dronkenschap): G. R.
A. T. te Haarlem, 6 boete of 6 dagen
hechtenis.
Overtredingen van artikel
461 van het wetboek van straf
recht (loopen over verboden grond):
E. B. te Assendelft 2 boete of 1 week
tuchtschool, P. L. te Castricum, 2 boete
of 2 dagen hechtenis; E. P. te Egmond aan
Zee, 7.50 boete of 5 dagen hechtenis.
Overtredingenvandewater-
leidingverordening v a n de ge-
m e e n t e U i t g e e s tP. P. te Uitgeest
1 boete of 1 dag hecht.; K. B. en A. S.,
ieder 2 boete of 1 dag hechtenis; K. B.,
J. A„ J. S„ J. T., H. P„ A. V., J. P„ B. B.,
D. M., G. A., H. P., J. P., D. R., allen te
Uitgeest, ieder 3 boete of 3 dagen hecht.
Overtredingen van de vis-
scherijwet:C. W. te Schagen, vrij
spraak, A. v. A. te Haarlem, C. K. te Am
sterdam, ieder 3 boete of 3 dagen hech
tenis.
Overtreding van de trekhon
den w e t J. L. te Winkel 2 boete of 1
dag hechtenis.
Overtreding vandewinkel-
sluitingswet: J. N. te Alkmaar 3
boete of 3 dagen hechtenis.
Overtreding va n dewetop de
u i t v e r k o o p e n G. F. W. N. te
Alkmaar, 4 boete of 4 dagen hechtenis.
NA AANRIJDING DOORGEREDEN.
Detectieve tot veertien dagen ge-
vangenistraf veroordeeld.
Het gerechtshof te Den Haag bevestigde
gister het vonnis van de Haagsche recht
bank, waarbij de 49-jarige particuliere
detectieve P. J. K. veroordeeld is tot een ge
vangenisstraf van veertien dagen.
K. had in de Torenstraat imet zijn auto een
wielrijdster aangereden, waarna hij, zonder
zich om het slachtoffer te bekommeren,
haastig doorreed en thuis de sporen van de
aanrijding zoo goed mogelijk verwijderde.
AGENDA VAN DEN RAAD.
De burgemeester deelt mede, dat punt
10 van de agenda is vervallen.
Dit betreft het voeren van een rechts
geding tot vordering van schadevergoe
ding wegens beschadiging van een der
gebeeldhouwde leeuwen van het Stadhuis
door aanrijding met een vrachtauto.
OPHOOGING TERREIN TEN ZUIDEN
VAN HET DR. SCHAEPMANPLEIN.
In bijlage no. 162 schrijven B. en W.:
Aan de Oostzijde van de stad heeft de
gemeente thans geen bouwterrein meer be
schikbaar. Intusschen blijken er reeds ge
gadigden te zijn voor grond, gelegen ten
Zuiden van het Dr. Schaepmanplein en ten
Oosten van de Molentocht.
In verband met het bovenstaande komt
het ons gewenscht voor, dat een aanvang
wordt gemaakt met het bouwrijp maken
van genoemd terrein. De ophooging van het
terrein, ter oppervlakte van ongeveer
1.20.00 H.A., (met het verbreed en van een
gedeelte van de Molentocht en het omleg
gen van een poldersloot) vordert naar ra
ming een uitgave van 22.000.bij aan
voer van het noodige zand per auto en van
52.000.bij aanvoer per vlet. Aanvoer
per vlet stuit echter op practische bezwa
ren, zoodat aan autovervoer de voorkeur
moet worden gegeven.
Aangezien het hier een productief werk
betreft, achten wij het njet gewenscht deze
werkzaamheden bij wijze van werkver
schaffing te doen uitvoeren.
Genoemde som van 22.000.omvat niet
den aanleg van straten en rioleering. Het
ligt in onze bedoeling daartoe eerst bij ver-
koep van den grond als bouwterrein over
te gaan.
De commissie van bijstand voor het
grondbedrijf kan zich, blijkens haar voor U
ter inzage gelgde advies met de uitvoering
van de bedoelde werken vereenigen. Naar
aanleiding van dit advies merken wij nog
op, dat er naar ons voorkomt geen aanlei
ding bestaat deze werkzaamheden te combi
neeren met het werk, verbonden aan de
vernieuwing van de Piersonbrug enz. Daar
voor zou dan weer een nieuwe aanbesteding
moeten worden gehouden, wat naar ons
voorkomt moet worden vermeden.
B. en W. stellen voor het desbetreffend
besluit te nemen.
TEWERKSTELLING JEUGDIGE
WERKLOOZEN.
B. en W. schrijven in bijlage No. 168:
De mogelijkheid bestaat om een 30 tot 40-
tal jeugdige werkloozen uit deze gemeente
te werk te stellen bij het Staatsboschbeheer
in de boschwachterijen Schoorl en Petten
Camp.
Het gaat hier vooral om de jeugdige
werkloozen, die geen vakopleiding ontvan
gen en derhalve niet in de centrale werk
plaats werkzaam zijn. Het werk, dat hun
aldaar zal worden opgedragen, bestaat uit
zaadplukken, wieden, wegenaanleg enz., in
het algemeen werkzaamheden, welke niet
in aanmerking komen voor werkverschaf
fing voor volwassenen. De arbeidsduur is
35 uur per week, terwijl aan de deelnemers
een vergoeding wordt toegekend van ten
hoogste 3 per week. Terzake van deze
vergoeding, waarvan het bedrag onder meer
afhankelijk is van den leeftijd, wordt op
den eventueelen steun van het gezinshoofd
geen korting toegepast.
Bovendien wordt, zoo de deelnemers een
afstand van meer dan 10 K.M. moeten af
leggen, een rijwielvergoeding uitgekeerd,
varieerende van 0.40 tot 0.60 per week.
De materiaalkosten enz. zijn geheel voor
rekening van het Staatsboschbeheer. Voor
rekening der gemeente komen de aan de
deelnemers uit te betalen vergoedingen en
de sociale lasten; in deze kosten ontvangt
de gemeente echter een rijkssubsidie tot
hetzelfde percentage als zij in de kosten van
steunverleening en werkverschaffing ont
vangt.
De deelneming aan de bovenbedoelde
werkzaamheden is geheel vrijwillig.
Aangezien wij het van groot belang
achten, dat de jeugd ook voorzoover ze
staat buiten de centrale werkplaats, aan
werk wordt geholpen, meenen wij, dat de
gemeente de gelegenheid tot deelneming
moet openstellen. Den directeur van het
bureau voor sociale zaken hebben wij in
middels opgedragen te onderzoeken of
daarvoor onder de werklooze jeugd belang
stelling bestaat. Opdat eventueel spoedig
met de tewerkstelling een aanvang kan
worden gemaakt, stellen wij U voor ons te
machtigen het daarvoor noodige te verrich
ten.
VERKOOP GROND AAN DE
REMBRANDTSTRAAT EN AAN DE
FERDINAND BOLSTRAAT.
B. en W. schrijven in bijlage no. 157:
De heer J. Glas te Heiloo, heeft ver
zocht voor zich of zijn lastgevers van de
gemeente te mogen koopen:
a. een perceel bouwterrein, gelegen aan
de Rembrandtstraat, groot ongeveer
509 M2., voor den prijs van 3485 in to
taal, ten einde daarop 3 woningen of 2
woningen en 1 woon- en winkelhuis te
bouwen;
b. een perceel bouwterrein, gelegen aan
de Ferdinand Bolstraat, groot ongeveer
1469 M2., voor den prijs van 10283 in
totaal, ten einde daarop 10 woningen te
bouwen.
Tegen verkoop van eerder genoemde
perceelen bestaat bij B. en W. geen be
zwaar.
OPHEFFING BETREKKING ONDER
WIJZER SCHOOL VOOR CENTRAAL
7e EN 8e LEERJAAR.
In bijlage Nr. 159 schrijven B. en W.
De aantallen leerlingen van de School voor
centraal 7e en 8e leerjaar bedroegen op 16
Januari, 16 Mei en 16 September 1938 onder
scheidenlijk 127, 78 en 138, zoodat het gemid
deld aantal leerlingen over 1938 114 1/3 is.
Krachtens artikel 28, lid 4 bis, der Lager On
derwijswet 1920 heeft de gemeente op grond
van dit gemiddelde (vallende i n de schaal
91120) van 1 Januari 1939 af aanspraak op
Rijksvergoeding der wedden van het hoofd
en van drie onderwijzers (essen) van bij
stand aan deze school.
Thans zijn, behalve het hoofd, aan de
school verbonden vier leerkrachten. Het
moet uitgesloten worden geacht, dat over
1939 het voor dit aantal leerkrachten ver-
eischte gemiddelde (121) wel zal worden
bereikt, zoodat er geen bijzondere omstan
digheden zün, op grond waarvan aan het
Rijk een extra-leerkracht zou kunnen wor
den aangevraagd.
Aangezien de financiëele toestand van de
gemeente niet toelaat een z.g. boventallige
leerkracht in dienst te houden, zien wij ons
genoodzaakt uwe vergadering voor te stellen
één betrekking van onderwijzer aan de
school met ingang van 1 Januari 1939 op te
heffen. De voor eervol ontslag in aanmer
king komende onderwijzer de heer G.
van Gulik heeft aanspraak op wachtgeld
ten laste van het Rijk.
B. en W. stellen voor het desbetreffend
besluit te nemen.
WERKEN IN DEN POLDER O VERDIE
EN ACHTERMEER.
B. en W. schrijven in bijlage no. 163:
In de raadsvergadering van 8 September
j.1. werd ons voorstel, opgenomen in bijla
ge nr. 152, aangehouden, opdat daarom
trent nader overleg zou kunnen worden
gepleegd met de commissie van bijstand
voor de openbare werken.
De commissie heeft thans het ter inzage
gelegde advies uitgebracht, waarin zij in
overweging geeft, de vernieuwing der
Piersonbrug aan den aannemer J. Hui-
berts Jr. te gunnen, doch het verder door
graven van de verbindingsgracht uit te
voeren in eigen beheer. Dit laatste voor
stel grondt de commissie hierop, dat naar
haar oordeel de aannemers hebben samen
gespannen om een haars inziens te hooge
som voor dit werk te bedingen.
De directeur der gemeentewerken voert
ter verklaring van het verschil tusschen
de bij de oorspronkelijke credietaanvrage
gemaakte raming en de inschrijvingssom
o.a. aan, dat in het plan tot vernieuwing
van de Piersonbrug eenige werken zijn
opgenomen (verbreeden Molentocht, aan
leggen gedeelte polderdijk en vergrooten
en verstraten Dr. Schaepmanplein), waar
op aanvankelijk niet was gerekend, ter
wijl evenmin rekening was gehouden met
de later gebleken omstandigheid, dat het
graven van de gracht zou worden be
moeilijkt door de aanwezigheid van z.g.
pik- of katteklei. Het door uwe vergade
ring verleende crediet bleek dus reeds uit
dien hoofde te laag, zoodat, wanneer deze
omstandigheden vroeger waren bekend
geweest, reeds onmiddellijk een hooger
crediet zou zijn aangevraagd.
In hoever bij deze aanbesteding tevens
invloed heeft uitgeoefend een factor als
waarop de commissie van bijstand voor de
openbare werken wijst, kunnen wij niet
beoordeelen. Gegevens daaromtrent zullen
de inschrijvers wel nimmer verschaffen
en zoolang dit niet het geval is, blijft men
zich verdiepen in gissingen.
Niettemin zou die factor, zoo daarvoor
indien al niet bewijs dan toch een gegrond
vermoeden ware aan te voeren, van groote
beteekenis zijn indien het ging om een
verschil van zoodanigen omvang, dat de
gemeente daarin aanleiding zou moeten
vinden, van haar tot dusver gevolgde ge
dragslijn van aanbesteding voor een be
paald geval af te wijken.
Hierin nu verschillen wij met de
commissie van meening. Wij krijgen den
indruk, dat zelfs indien mocht blijken, dat
de gemeente het werk niet goedkooper zou
kunnen uitvoeren dan de aannemer (en
uiteraard ontbreekt daaromtrent volstrek
te zekerheid nu de gemeente zelf geen
aannemersbedrijf exploiteert) de commis
sie in dit geval aan uitvoering in eigen
beheer de voorkeur zou geven. Zij acht
hierbij n.1., blijkens het slot van haar ad
vies, ook een vraag van prestige voor de
gemeente betrokken.
Op dit punt nu zouden wij de commissie
niet wenschen te volgen. Uwe vergadering
en ons college hechten te zeer aan het
inachtnemen van den regel, dat eenigszins
omvangrijke werken moeten worden aan
besteed (met alle daaraan voor beide
partijen verbonden risico's) dan dat wij
dien regel voor dit geval zouden willen
opzij zetten. Daartoe zou een veel mar
kanter tegenstelling tusschen gemeente en
aannemers aan den dag moeten zijn ge
treden dan thans het geval is. En zeker
doet men naar ons voorkomt verkeerd,
van een dergelijk geval een prestige
kwestie te maken, omdat men dan allicht
het gevaar loopt, een beslissing te nemen
die niet geheel vrij is van eenzijdigheid.
Wij meenen daarom het standpunt, in
genomen in ons in bijlage nr. 152 opge
nomen voorstel, te moeten handhaven en
geven u mitsdien ook thans in overweging,
de bij raadsbesluit van 7 April j.1. toege
stane credieten van 14390 en 12000
respectievelijk voor de verbindingsgracht
en voor de Piersonbrug te verhoogen on
derscheidenlijk met 800 en 3000.
Wij voegen hieraan toe, dat de aannemer
Huiberts blijkens zijn ter inzage gelegden
brief niet bereid is, zich alleen met den
bouw van een nieuwe Piersonbrug te be
lasten.