.58imetdand E WIND BLAAST. JieuMeton SLECHTS SCT.PER PAK tweede blad. Vreeselijk familiedrama. Moordaanslag op een veldwachter. Man vermoordt zyn vrouw, ver wondt zyn zoon en pleegt daarna zelfmoord. Om vier uur vannacht kwamen twee kinderen van den landbouwer Govers te Borkel en Schaft (gem. Valkens- waard) hevig ontdaan bij hun buur man Verdonk, wien zij mededeelden, dat er bij hen thuis geschoten was. Verdonk ging onmiddellijk met de kinderen mee. Tot zijn ontzetting vond hij zijn buurman dood in de keuken op den drempel van de buitendeur. Govers had een schotwond in het voorhoofd. In de aangrenzende slaap kamer ontdekte hij het lijk van de 48-jarige vrouw, terwijl de zestien jarige zoon Nico met ernstige verwon dingen in zyn slaapkamer, welke aan die van de ouders grenst, werd ge vonden. Men waarschuwde onmiddellijk dokter Hoyinc van Papendrecht uit Bergeyck, die kort hierop ter plaatse was. Hij kon by den man en vrouw slechts den dood con stateeren. De jongen verkeerde in ster venden toestand. De pastoor van Borkel en Schaft, die eveneens gewaarschuwd was, heeft hem geestelijke hulp verleend Over de aanleiding tot dit drama tast men volkomen in het duister. Het gezin Govers, bestaande uit man, vrouw en zes kinderen, stond zeer goed aangeschreven Men vermoedt, dat de man in een vlaag van verstandsverbijstering heeft gehan deld. Het lijkt dat hij eerst de vrouw heeft vermoord, zij werd gevonden met een gapende wonde in het voorhoofd, welke haar met een hamer of bijl is toegebracht, De zoon is door revolverschoten gewond Uit een revolver van het kaliber 320 zyn zes schoten op hem gelost, waarvan er 2 geketst zyn. De vader is hierop naar de keuken gegaan en heeft met dit wapen 'n einde aan zijn leven gemaakt. Het onderzoek is in vollen gang. Van ochtend om acht uur arriveerden de sub stituut-officier van justitie, mr. Dubois en de wachtmeester der Kon. Maré- chaussée te Valkenswaard. Gisternacht is een moordaanslag ge pleegd op den rijksveldwachter van Wad- dinxveen, den 34-jarigen C. van der Hoef, die sinds vier maanden aldaar is gesta' tioneerd. De rijksveldwachter was op sur veillance geweest met zijn collega van de gemeente Zevenhuizen. Na afloop van den tocht ging ieder zijn eigen weg.. Op den Onderweg is van der Hoef plotseling door een schot hagel getroffen, dat op korten afstand moet zijn gelost. Hij werd in den rechter bovenarm getroffen, die verbrij zeld is. Het slachtoffer werd eerst eenige uren later gevonden en naar het van Iterson- ziekenhuis in Gouda overgebracht. Zijn toestand is niet levensgevaarlijk. Vermoe delijk zal hij een arm moeten missen. Twee mannen aangehouden. Het onderzoek, door de politie van Waddinxveen in samenwerking met de rijkspolitie heeft ingesteld, heeft geleid tot de voorloopige aanhouding van twee inwoners van Waddinx veen, van wie gebleken is, dat zy aan het stroopen waren, toen de aanslag geschiedde. De veldwachter van der Hoef, die het tweetal had opgemerkt, liep op hen toe om te zien, wat zij ter plaatse uitvoerden. Op enkele meters afstand keerden de stroo- pers zich om en losten enkele schoten op hem, waardoor de veldwachter in den bovenarm werd getroffen en ernstig ge wond neerviel. De daders namen ijlings de vlucht, zon der zich om het slachtoffer te bekomme ren. Van der Hoef kroop twintig meter over het land om den weg te bereiken. Zijn hulpgeroep werd op den stillen landweg niet gehoord. Niemand passeerde op dat oogenblik. Gistermorgen om vier uur heeft een bakkersknecht den veldwachter, to taal uitgeput door het groote bloedver lies, langs den w.'g aangetroffen. De jon gen waarschuwde onmiddellijk den bur gemeester en de politie. Het slachtoffer werd daarop naar het van Itersonzieken- huis te Gouda overgebracht. Slachtoffer verkeert in levens gevaar. De toestand van den veldwachter was gistermiddag vrij redelijk, doch gister avond werd hy zeer zorgelijk. MINISTER SLOTEMAKER DE BRUINE TE GRONINGEN. De minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen, prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, is gisterochtend om 11.57 uur te Groningen aangekomen. Onmiddellijk na aankomst begaf hy zich in gezelschap van den commissaris der koningin naar 't stadhuis, waar de muurschilderingen van •Tohan Dykstra werden bezichtigd. Hierbij was mede aanwezig de burgemeester van Groningen. Vervolgens stelde de minister zich op de hoogte van de werkzaamheden aan den Martinitoren, waarvoor hij groote belangstelling toonde. Nadat de minister de lu-ch had gebruikt ten huize van den commissaris der ko ningin, werd een bezoek gebracht aan de kerken en torens te Stedum. LoDnersum. Appingedam, Schildwolde, Slochteren en Harkstede. Gisteravond woonde de minister het jubileumconcert van de Groninger orkest- vereenging in de Harmonie by. WINDHOOS BOVEN MAASSLUIS. Veel materieele schade. Gisteravond omstreeks zeven uur trok een windhoos over Maassluis, welke slechts korten tijd duurde, doch op verschillende plaatsen in de binnenstad materieele schade aanrichtte. In enkele straten vlogen hon derden dakpannen, enkele schoorsteenen en dakramen van de daken. Ruiten werden vernield en eenige gedeelten van glazen daken werden losgerukt en op straat ge worpen. Persoonlijke ongelukken kwamen gelukkig niet voor. LEEUWEN LIEPEN EEN KERK BINNEN. Dierentemmer krijgt zes gulden boete. Voor den kantonrechter te Sittard heeft gisteren terecht gestaan een dierentemmer van het circus Friso, omdat hy geen vol doende zorg had gedragen voor het onscha delijk houden van gevaarlijke dieren. Het betrof hier de bekende leeuwenhisto rie op Zondagmorgen 28 Augustus j.1. te Sittard, toen twee leeuwen van het circus uit hun kooien wisten te ontsnappen, over het marktplein wandelden en de Sint- Michielskerk binnenliepen. Verdachte gaf toe, dat hij onvoorzichtig was geweest. De ambtenaar van het O. M. vorderde zes gulden boete, subs. drie dagen hechtenis. De kantonrechter veroordeelde hem tot de zelfde straf. D 54) Door DONN BYRNE. Uit het Engelsch door J. van P XIII. De naakte Shetslands waren nu aan stuurboordszijde, de naargeestige Orkneys aan bakboord. Sumburgh Head verdween onder den horizon en zy stuurden pal west. De golven lachten en de zon rees in groote schittering achter hen op. De we reld was een heel kleine plek het heelal zoo groot met den morgenstond krasten en huilden en schreeuwden de meeuwen tot zij de onmetelijke eenzaamheid voelden - men scheen binnen te dringen in een wereld van blanke veeren en koude, vy- andige oogen en klachten in een taal, die men niet kon verstaan zoo eenzaam, zoo ongerept het verblijf van den groo- ten walvisch. Hier was de wereld zooals God haar eerst gemaakt had, rein en schoon en absoluut; stoomschepen schenen hier belachelijk speelgoed, in den winter de gladde zeehond en de groote witte beer en het luide geroep van de meeuwen. Men dacht aan het prachtige zingen van Ade- line Patti en vroeg zich af, of het veel te beduiden had. En zij stuurden zuidwest bij zuid om de Hebriden aan bakboord te houden; zij na derden nu het einde van de reis en de wind hield aan. „O, Shane, het is prachtig", zij was in haar mannenkleeren aan dek gekomen; zij was zoo lang, zoo slank, haar beenen waren zoo lang, het scheen een aangename vrouwelijke luim van haar, niet een prac- tische aanpassing aan het leven op een schip. „De wind houdt aan tot wij er komen". „Ik vertrouw het niet", morde Shane. „Waarom niet, Shane, het is God's wil". „Hm!"Granya". „Ja Shane". „Ik sta zoo te denken, waarom konden jelui samenzweerders geen beteren tijd uitkiezen dan Augustus om die wapenen aan land te brengen? Het is maar twee uren nacht". „Omdat de wapens in den herfst gereed moeten zijn, als de oogst binnen is; dat is de beste tijd voor een revolutie. En de wa pens moeten worden uitgedeeld en de mannen moeten een weinig oefenen. Nu is de goede tijd". „Hm." „O, Shane, ik wenschte, dat je een beetje enthousiast was". „Enthousiast, om m'n negenenveertig- ste jaar?" „Ben je negenenveertig, Shane? Je lijkt geen negendertig; niemand zou het zeg gen, alleen maar dat beetje grys in je haar. En, Shane „Ja?" „Ik vind je haar veel leuker zoo, een beetje verwaaid door den zeewind veel beter dan wanneer het zoo glad zit m NATIONALE SYMPATHIEBETUIGING AAN DR. EDWARD BENESJ. De ondergeteekenden roepen op om door inzending van Uw kaartje Uw instem ming te betuigen met de hieronder volgende verklaring die zij dr. Edward Benesj willen doen toekomen: Wij, burgers van een kleinen staat, die zijn veiligheid slechts in een Europeesche rechts orde verzekerd zien kan, betuigen U ons diep medegevoel in de beproeving die Uw volk door een zich op geweld verlatende overmacht wordt opgelegd, en onzen dank voor den dienst dien gy aan onze bedreigde beschaving hebt bewezen door de waardig heid van Uw houding daartegenover. De verklaring is geteekeyd door: Dr. J Bartstra te Haarlem; prof. dr. S. F. H. J Berkelbach v. d. Sprenkel te Utrecht; prof. dr. C. D. J. Brandt te Utrecht; prof. dr. J. D. M. Cornelissen te Nymegen; prof. dr. P. Geyl te Utrecht; prof. dr. J. Huizinga te Leiden; dr. Th. J. G. Locher te 's-Gravenhage; prof. mr. E. M. Meyers te Leiden; prof. dr. H. J. Pos te Amsterdam; mr. G. Slotemaker de Bruine te Heemstede; ds. D. Tromp te Zand voort; prof. dr. J. H. W. Verzijl te Utrecht; prof. mr. C. W. de Vries te Den Haag; mr. G. E. van Walsum te Rotterdam; prof. dr. N. van Wijk te Leiden en mr. dr. G. J. van Heuven Goedhart. Bewijzen van instemming zijn te richten aan het adres van den laatsten onderteeke naar: Soestdijkscheweg 95 N., Bilthoven. De termijn van inzending sluit 12 October a.s. ONTPLOFFING OP EEN PLEZIERJACHT. De twee opvarenden kregen brand wonden. Gistermiddag kort na vier uur is op de rivier de Waal onder de gemeente Drcumel een ongeluk gebeurd, dat in de gegeven omstandigheden erger had kunnen zyn. Ter plaatse lag een plezierjachtje, dat wegens den storm voor anker was gegaan. Aan boord bevonden zich twee Amsterdam- sche jongens. Plotseling de oorzaak is nog niet bekend sprong de benzinemotor uit elkaar, waardoor het geheele dek in de lucht werd geslingerd. De twee opvarenden kregen brand wonden aan gelaat, armen en beenen. Zij konden zich slechts in veiligheid stellen door overboord te springen en naar den wal te zwemmen, want hun vaartuig was inmid dels in brand geraakt. De leden van de brandweer uit Ophemert, die toevallig in de nabijheid met de brand spuit oefenden, trachtten nog hulp te ver- leeney, doch men kon niet verhinderen, dat het plezierjachtje geheel verloren ging. De twee jongens werden ter plaatse verbonden en zyn op eigen gelegenheid naar Amster dam gereisd. - DE UITVOER VAN ZWARE VARKENS NAAR DUITSCHLAND. De ontlasting van de markt moet gunstig worden )geacht, zegt de minister. Op de vragen van den heer Van Vessem betreffende den uitvoer van zware varkens naar Duitschland luidt het antwoord van den minister van Economische Zakën: De minister heeft kennis genomen van het bedoelde bericht in het Algemeen Han delsblad. Zooals hy reeds op 29 September j.L in de vergadering vari de Eerste Kamer mededeelde, kan hy bevestigen, dat de Nederlandsche Veehouderij centrale inge volge een reeds op 1 April 1938 in principe gesloten verkoopovereenkomst een aanvang heeft gemaakt met den uitvoer van ongeveer 8000 varkens naar Duitschland. Deze over eenkomst is een gevolg geweest van de om standigheid, dat onvoldoende spek aanwezig Was om het overeengekomen betalings contingent voor spek uit te putten. Dit overschot op het betalingscontingent voor spek zal gedeeltelijk worden aangewend voor den export van bovenbedoelde varkens. Ingevolge deze overeenkomst, waaraan zij uiteraard gebonden was, kon de Neder landsche Veehouderij centrale op 1 Juli j.1. bekend maken, dat zy een aantal varkens tegen een bepaalden prijs uit de markt zou nemen, waardoor tevens de noodzakelijke steun aan de varkensmarkt kon worden verleend. De door de Nederlandsche vee houderij centrale van de varkenshouders af te nemen varkens moesten krachtens con tract met deze gedurende den termijn van 15 Augustus tot 15 October 1938 worden afgenomen en in verband daarmede is met Duitschland overeengekomen, dat de leve ring aan dit land in dien tijd zou vallen. De vleeschvoorziening van het Neder landsche volk wordt door den boven bedoelden export niet in gevaar gebracht Bovendien zou een verscherping der inter nationale omstandigheden waarschijnlijk door den dan ontegenzeglijk bemoeilijkten invoer van veevoeder, een groot aanbod van varkens met zich mede hebben gebracht, zoodat bovenbedoelde export slechts een welkome transactie was met het oog op de speciale maatregelen, die zonder eenigen twijfel noodzakelyk zouden zyn geweest Ontlasting van onze markt op dit moment moet om deze reden gunstig worden ge acht. In verband met het hierboven vermelde had de minister geen aanleiding, den vleeschexport met het oog op onze nationale voedselvoorziening te doen beëindigen. DE NEDERLANDSCHE BLOEMBOLLENKWEEKERS EN DE BIJEENKOMST TE MUNCHEN. Bloembollen-beplanting voor regeeringsgebouwen der betrokken mogendheden, aangeboden uit dank baarheid voor behoud van den vrede. Het Nederlandsche bloembollenbedrijf, dat na dagen van angstige spanning of een oorlog in Europa zou uitbreken, zich sterk opgelucht gevoelt, nu de vertegenwoordi gers der betrokken naties in de te München gehouden conferentie een oplossing hebben gevonden, heeft zyn dankbaarheid voor het behoud van den vrede daadwerkelijk tot uiting willen brengen. Het heeft gemeend, dit niet beter te kunnen doen dan door aan de regeeringen, die tot een vreedzame op lossing hebben bijgedragen, een beplanting met Nederlandsche bloembollen voor de regeeringsgebouwen aan te bieden. Wan neer deze bloembollen in het volgend voor jaar in de onderscheidene hoofdsteden bloeien, zullen zij metterdaad de vredes boodschap verkondigen en eraan herinneren, van hoe groote waarde het voor de Euro peesche volkeren en voor de Europeesche cultuur is, dat de betrokken regeeringen aan een vreedzame oplossing van dit geschil hebben medegewerkt. Dezer dagen is door het Centraal bloem bollen-comité namens het geheele Neder landsche bloembollenvak telegrafisch aan de betrokken regeeringen de dankbaarheid voor het behoud van den vrede tot uiting gebracht, en is een bloembollenbeplanting voor de omgeving der regeeringsgebouwen aangeboden. Er is nader overleg gevraagd om de uitvoering van dit plan zoo goed mogelijk te waarborgen, en op deze wijze deze beplanting inderdaad te maken tot een uiting van de daarmee uitgedrukte ge voelens der Nederlandsche bloembollen- kweekers. jes om tot helpster van het R00d te worden opgeleid, op afdoening wa 4is 2eer 'PoedVS nu HET NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS. Het hoofdbestuur van het Nederland sche Roode Kruis schrijft ons o.a.: In den nood leert men zyn vrienden kennen, zegt een oud spreekwoord. Dit is ook nu weer bewezen en met dankbaar heid constateert het Roode Kruis, dat het vele, vele vrienden heeft. Er is den laat sten tijd verschillende malen een beroep gedaan op het Nederlandsche publiek en men zal dit nog in toenemende mate moe ten voortzetten om gelddmiddelen te ver schaffen, om het ledental op te voeren, om persoonlijke hulp. En daarop is op de meest spontane en treffendste wyze gereageerd. Waarvoor een oprecht woord van dank en waardeering niet achterwege mag blijven. In de dagen van acute donkere oorlogs dreiging, die zoo onverwacht snel volgden op den oproep van het Roode Kruis om 10000 helpsters in geval van oorlog, heb ben .zich alom in den lande duizenden en duizenden meisjes en vrouwen aangemeld. De stroom van aanbiedingen, ook op het Hoofdbureau in Den Haag, was zoo over stelpend groot, dat men die niet onmid dellijk verwerken kon. Daar kwam nog bij, dat midden in dit werk plotseling de oorlogsdreiging kwam, waardoor de oorlogsorganisatie van het Roode Kruis voor de verzorging van zieke en gewonde militairen in mobilisatietoe stand moest worden gebracht. Dit ver klaart dan ook, dat er nog enkele honder den aanbiedingen van vrouwen en meis- Doch deze worden hand genomen.B Alhoewel men nog geenszins het het geheele land benoodigde aantal wV°°r sters van 12 a 14.000 bereikt heeft p" toch voorloopig zeer tevreden 0ve'S men bereikte resultaat. In 's Gravenha^ nhet meldden zich niet ver van de leen helpsters aan. U1*end En ontroerend zyn de uitingen van h i vaardigheid en offervaardigheid en k reidheid tot dienen, die uit mondeling schriftelijke aanmeldingen spreken zijn tallooze jonge vrouwen bij ujt.7 standen, maar ook moeders en weduw Een enkele opmerking moge evenwel maakt worden. En wel deze: dat de an'gê~ van de zijde der vrouwen uit de hooi. kringen onzer samenleving een weinis leurstellend is geweest. In deze krin» dient men voor oogen te houden dat blesse oblige". By soortgelijke opro^!' in Engeland büvoorbreeld is het den laat sten tijd heel anders gegaan. Daar melddi* vrouwen uit de allerhoog^ kringen aan, die reeds in den oorloeS van 1914-1918 haar plicht deden op h gebied van den verplegingsarbeid, en T kwamen zy opnieuw haar diensten a»t bieden, thans vergezeld van hare dochten De arbeid van het Roode Kruis ook wat zijn taak in oorlogstijd betreft, moet energiek voortgezet. De woorden van Vondel: „De vree m schat by veelen onbekent. Die overtreft triomfen sonder end" geven op treffend nauwkeurige wyze de gevoelens weer diè ons allen doorstroomden, toen Neville Chamberlain eindelijk de verlossende woorden kon spreken: „lts allright this time". Niemand heeft vuriger gehoept. dat de wereld en ons land van de oorlog*.! ramp bevrijd mocht blijven, dan de menl schen van het Roode Kruis. Het dagelyksch bestuur was dan ook een der eersten, die zich met een telegram van gelukwensch en dank voor zyn succesvol optreden tot Chamberlain wendde. Het is dan ook geen zwartkykery of neiging tot onheils profetie die het Nederlandsche Roode Kruis ertoe nopen, een woord van waar schuwing te laten hooren, om niet te ver slappen in zijn voorzorgsmaatregelen. Men wil de uitbundige vreugde om den vrede wil de uitbundige vreugde om den vrede die bewaard bleef niet verstoren, noch er een domper op zetten. Maar men moet niet gaan zeggen: „O. nu is er geen hulp meer noodig. want er gebeurt immers toch niets?!" Zeker, met ons han hopen we vurig „nooit meer oorlog". Maar ons verstand zegt ons, dat we niet mogen verslappen. Het geraamte van de Roode Kruis orga nisatie voor de verzorging van gewonde e" zi?ke militairen, en burgers, in oorlogs tijd is gereed. Ziekenhuizen en hulpzie kenhuizen zijn aangewezen. De transport colonnes zijn opgeleid en geoefend. De opleiding der helpsters is. begonnen, doch zoowel opleiding als aanwerving moeten krachtig worden voortgezet. De geheele organisatie moet worden geperfectioneerd, verbeterd en nog verder uitgebouwd. Al lerlei verbeteringen, noodig gebleken bij de jongste voor-moblisatie-maatregelen, moeten worden aangebracht. „Het tien milde gevers plan". De versterking der geldmiddelen blijft dus klemmender nog dan te voren, drin gend vereischt. Laat men zijn dankbaar heid en vreugde uiten, door een gift aan het Roode Kruis (postgiro 22120, Hoofd bestuur, Prinsessegracht 27, Den Haag) oï door zich als lid op te geven (minimum 1. per jaar). En dan is er nog het „tien milde gevers plan", dat door een week van byna ondraaglijke spanning in de ver drukking is geraakt. Men weet, dat een Hagenaar 100 schonk, en aanbood dit tot 1000 aan te vullen, mits voor 15 October nog 10 personen werden gevonden, die ieder 1000 schonken. Er rest ons nog een tiental dagen en in die luttele dagen moe- /•e?nno^ een dozijn milde gevers van i 1000 per hoofd gevonden worden. A boft entendeur demi mot suffit. Het groote voorzorgswerk van het Ne derlandsche Roode Kruis moet met kracht voortgezet worden. Antrim'Shane, je weet niet, hoe goed je er op een schip uitziet". „O, zeur niet... Meneer Janssen, laat een paar man achter openteren en zie, of u wat meer uit den kruistop kunt halen; een beetje meer bolheid te loevert!" XIV. Zij voeren langs de Butt of Lewis, pal Zuid-West zeilende, zij lieten de Zeven Ja gers aan bakboord en verlegden den koers naar Zuid-West ten Zuiden. De Hebriden schoven voorbij als eilanden in een droom, paars, vreemd glanzend in het zonlicht, nu eens gebukt onder een donkere bui, dan weer overgoten met overvloedigen zonne schijn. Lewis dreef voorbij en daarna Har- ris en Noord-Uist, waar de winden zoo fel waaien en men een oud spreekwoord heeft: Is traugh fear na droiche air mhachair Uistibh; Het is zielig voor den man van een slons op de vlakte van Uist.. Je zult er knoopen aan je jas noodig hebben, hoor. Zij liepen langs Rona van de zeehonden en Benbecula, passeerden Zuid Uist en Eris- kay en de Ponboy eilanden de eilanden van de kat worden ze in het Gaelsch ge noemd. Flauw zagen ze de nevels van Hecla en hoorden de pluvieren, zij zagen visschersbooten met groote, bruine zeilen. Het honk-honk van wilde ganzen in de verte en soms de plons van een duikenden vogel; de wind woei uit het noordwesten, het schuim rumoerde onder den boeg. „Ik vertrouw het niet ik vertrouw het niet!" „Shane, het is prachtig God is met ons". „Hm. Hy zag de lijken te loevert trillen. „Niet oploeven", brulde hij den roerganger toe. „Sturen moet je, jy Zweed- sche lummel waar voor den donder heb je ooit tevoren gestuurd? Op een kanaal?" „Shane!" „Wat is er Grany „Die taal, Shane! „Luister, Granya ik speel geen come- die, ik kommandeer een schip, dat een be stemming heeft... waar ik niets mee op heb. Als je mijn taal niet kunt vedragen, ga dan naar beneden'". „Het spijt mij, Shane", zeide zij met on derworpen hoffelijkheid. Zij bleef.... Zij zeilden langs Skerryvore, langs Dhu Heartoch, Colonsay, Islay van McCrimmon; Innistrahull was te loefwaartsOost waarts stuurden zy en Innishowen Head werd zichtbaar aan bakboorden op een namiddag in Augustus liepen zij Lough Foyle binnen... XV. De bleeke helderheid van een zomer nacht heerschte er en er was een kleine maan, die Shane vervloekte Voor hen rees de ruglijn van Donegal op en aan beide zijden konden zy zwak de omtrek ken van de horens der baai onderschei den... de schoener schoof onder stagzeilen en bezaan voorwaarts. Van den boeg kwam het plassen van het lood „Vijf vaam!" „Een weing oploeven, nog wat, vast zoo". „Vier vaam, geen grond!" „Afvallen een streek!" „Vier!" „Hoe is de bodem?" „Schoon zand, kapitein". „Drie, geen grond". „Klaar bij het anker?" „Klaar voor!" „Drie vaam, geen grond!" „BakboordsO, vast daar!" Het langzaam ruischen van riemen, het geratel van dollen, een bevelende stem: „Vast roeien!" en daarna „Schoener ahoi!" Shane's hart zonk; hij gaf geen ant woord. „Welk schip is dat?" De stem schalde over de baai vond een groteske echo te* gen een rots. „Wie daar?" „Harer Majesteits kustwacht... Houdt u gereed kom aan boord roeien!" daarna een lange pauze, toen „Riemen bin nen boord!" „Breng haar op den wind!" beval Shane. Een klauteren langs boord en iemand kwam over de verschansing een ferme stfP aan dek iemand glimlachte. „Mijn naam is Flannagan, luitenant Flan- nagan het spijt mij, meneer Campbell, maar wij kunnen u niet toestaan de lading en uw passagier aan land te brengen". „Ik begrijp het niet". „Wij weten, wat uw lading is en ik heb orders die niet aan land te laten en Ik moet u ook zeggen, dat u ze nergens lan den kunt". „O, ik wist, dat het zoo zou uitloopen. Zijn wij in arrest?" „Neen, kapitein, u mag alleen de lading niet landen, het spijt mij zeer, maar orders!" „Wat duivel moet ik dan doen?" (Wordi vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6