.58imetdand
E WIND
BLAAST.
JieuMeton
SLECHTS SCT.PER PAK
tweede blad.
Vreeselijk familiedrama.
Moordaanslag op een
veldwachter.
Man vermoordt zyn vrouw, ver
wondt zyn zoon en pleegt daarna
zelfmoord.
Om vier uur vannacht kwamen twee
kinderen van den landbouwer Govers
te Borkel en Schaft (gem. Valkens-
waard) hevig ontdaan bij hun buur
man Verdonk, wien zij mededeelden,
dat er bij hen thuis geschoten was.
Verdonk ging onmiddellijk met de
kinderen mee. Tot zijn ontzetting vond
hij zijn buurman dood in de keuken
op den drempel van de buitendeur.
Govers had een schotwond in het
voorhoofd. In de aangrenzende slaap
kamer ontdekte hij het lijk van de
48-jarige vrouw, terwijl de zestien
jarige zoon Nico met ernstige verwon
dingen in zyn slaapkamer, welke aan
die van de ouders grenst, werd ge
vonden.
Men waarschuwde onmiddellijk dokter
Hoyinc van Papendrecht uit Bergeyck, die
kort hierop ter plaatse was. Hij kon by
den man en vrouw slechts den dood con
stateeren. De jongen verkeerde in ster
venden toestand. De pastoor van Borkel
en Schaft, die eveneens gewaarschuwd
was, heeft hem geestelijke hulp verleend
Over de aanleiding tot dit drama tast
men volkomen in het duister. Het gezin
Govers, bestaande uit man, vrouw en zes
kinderen, stond zeer goed aangeschreven
Men vermoedt, dat de man in een vlaag
van verstandsverbijstering heeft gehan
deld. Het lijkt dat hij eerst de vrouw heeft
vermoord, zij werd gevonden met een
gapende wonde in het voorhoofd, welke
haar met een hamer of bijl is toegebracht,
De zoon is door revolverschoten gewond
Uit een revolver van het kaliber 320 zyn
zes schoten op hem gelost, waarvan er 2
geketst zyn. De vader is hierop naar de
keuken gegaan en heeft met dit wapen 'n
einde aan zijn leven gemaakt.
Het onderzoek is in vollen gang. Van
ochtend om acht uur arriveerden de sub
stituut-officier van justitie, mr. Dubois
en de wachtmeester der Kon. Maré-
chaussée te Valkenswaard.
Gisternacht is een moordaanslag ge
pleegd op den rijksveldwachter van Wad-
dinxveen, den 34-jarigen C. van der Hoef,
die sinds vier maanden aldaar is gesta'
tioneerd. De rijksveldwachter was op sur
veillance geweest met zijn collega van de
gemeente Zevenhuizen. Na afloop van den
tocht ging ieder zijn eigen weg.. Op den
Onderweg is van der Hoef plotseling door
een schot hagel getroffen, dat op korten
afstand moet zijn gelost. Hij werd in den
rechter bovenarm getroffen, die verbrij
zeld is.
Het slachtoffer werd eerst eenige uren
later gevonden en naar het van Iterson-
ziekenhuis in Gouda overgebracht. Zijn
toestand is niet levensgevaarlijk. Vermoe
delijk zal hij een arm moeten missen.
Twee mannen aangehouden.
Het onderzoek, door de politie van
Waddinxveen in samenwerking met
de rijkspolitie heeft ingesteld, heeft
geleid tot de voorloopige aanhouding
van twee inwoners van Waddinx
veen, van wie gebleken is, dat zy aan
het stroopen waren, toen de aanslag
geschiedde.
De veldwachter van der Hoef, die het
tweetal had opgemerkt, liep op hen toe om
te zien, wat zij ter plaatse uitvoerden. Op
enkele meters afstand keerden de stroo-
pers zich om en losten enkele schoten op
hem, waardoor de veldwachter in den
bovenarm werd getroffen en ernstig ge
wond neerviel.
De daders namen ijlings de vlucht, zon
der zich om het slachtoffer te bekomme
ren.
Van der Hoef kroop twintig meter over
het land om den weg te bereiken. Zijn
hulpgeroep werd op den stillen landweg
niet gehoord. Niemand passeerde op dat
oogenblik. Gistermorgen om vier uur heeft
een bakkersknecht den veldwachter, to
taal uitgeput door het groote bloedver
lies, langs den w.'g aangetroffen. De jon
gen waarschuwde onmiddellijk den bur
gemeester en de politie. Het slachtoffer
werd daarop naar het van Itersonzieken-
huis te Gouda overgebracht.
Slachtoffer verkeert in levens
gevaar.
De toestand van den veldwachter was
gistermiddag vrij redelijk, doch gister
avond werd hy zeer zorgelijk.
MINISTER SLOTEMAKER DE BRUINE
TE GRONINGEN.
De minister van onderwijs, kunsten en
wetenschappen, prof. dr. J. R. Slotemaker
de Bruine, is gisterochtend om 11.57 uur
te Groningen aangekomen. Onmiddellijk
na aankomst begaf hy zich in gezelschap
van den commissaris der koningin naar 't
stadhuis, waar de muurschilderingen van
•Tohan Dykstra werden bezichtigd. Hierbij
was mede aanwezig de burgemeester van
Groningen. Vervolgens stelde de minister
zich op de hoogte van de werkzaamheden
aan den Martinitoren, waarvoor hij groote
belangstelling toonde.
Nadat de minister de lu-ch had gebruikt
ten huize van den commissaris der ko
ningin, werd een bezoek gebracht aan de
kerken en torens te Stedum. LoDnersum.
Appingedam, Schildwolde, Slochteren en
Harkstede.
Gisteravond woonde de minister het
jubileumconcert van de Groninger orkest-
vereenging in de Harmonie by.
WINDHOOS BOVEN MAASSLUIS.
Veel materieele schade.
Gisteravond omstreeks zeven uur trok
een windhoos over Maassluis, welke slechts
korten tijd duurde, doch op verschillende
plaatsen in de binnenstad materieele schade
aanrichtte. In enkele straten vlogen hon
derden dakpannen, enkele schoorsteenen
en dakramen van de daken. Ruiten werden
vernield en eenige gedeelten van glazen
daken werden losgerukt en op straat ge
worpen. Persoonlijke ongelukken kwamen
gelukkig niet voor.
LEEUWEN LIEPEN EEN KERK BINNEN.
Dierentemmer krijgt zes gulden boete.
Voor den kantonrechter te Sittard heeft
gisteren terecht gestaan een dierentemmer
van het circus Friso, omdat hy geen vol
doende zorg had gedragen voor het onscha
delijk houden van gevaarlijke dieren.
Het betrof hier de bekende leeuwenhisto
rie op Zondagmorgen 28 Augustus j.1. te
Sittard, toen twee leeuwen van het circus
uit hun kooien wisten te ontsnappen, over
het marktplein wandelden en de Sint-
Michielskerk binnenliepen.
Verdachte gaf toe, dat hij onvoorzichtig
was geweest.
De ambtenaar van het O. M. vorderde zes
gulden boete, subs. drie dagen hechtenis.
De kantonrechter veroordeelde hem tot de
zelfde straf.
D
54)
Door DONN BYRNE.
Uit het Engelsch door J. van P
XIII.
De naakte Shetslands waren nu aan
stuurboordszijde, de naargeestige Orkneys
aan bakboord. Sumburgh Head verdween
onder den horizon en zy stuurden pal
west. De golven lachten en de zon rees in
groote schittering achter hen op. De we
reld was een heel kleine plek het heelal
zoo groot met den morgenstond krasten
en huilden en schreeuwden de meeuwen
tot zij de onmetelijke eenzaamheid voelden
- men scheen binnen te dringen in een
wereld van blanke veeren en koude, vy-
andige oogen en klachten in een taal, die
men niet kon verstaan zoo eenzaam,
zoo ongerept het verblijf van den groo-
ten walvisch. Hier was de wereld zooals
God haar eerst gemaakt had, rein en
schoon en absoluut; stoomschepen schenen
hier belachelijk speelgoed, in den winter
de gladde zeehond en de groote witte beer
en het luide geroep van de meeuwen. Men
dacht aan het prachtige zingen van Ade-
line Patti en vroeg zich af, of het veel te
beduiden had.
En zij stuurden zuidwest bij zuid om de
Hebriden aan bakboord te houden; zij na
derden nu het einde van de reis en de
wind hield aan.
„O, Shane, het is prachtig", zij was in
haar mannenkleeren aan dek gekomen;
zij was zoo lang, zoo slank, haar beenen
waren zoo lang, het scheen een aangename
vrouwelijke luim van haar, niet een prac-
tische aanpassing aan het leven op een
schip.
„De wind houdt aan tot wij er komen".
„Ik vertrouw het niet", morde Shane.
„Waarom niet, Shane, het is God's wil".
„Hm!"Granya".
„Ja Shane".
„Ik sta zoo te denken, waarom konden
jelui samenzweerders geen beteren tijd
uitkiezen dan Augustus om die wapenen
aan land te brengen? Het is maar twee
uren nacht".
„Omdat de wapens in den herfst gereed
moeten zijn, als de oogst binnen is; dat is
de beste tijd voor een revolutie. En de wa
pens moeten worden uitgedeeld en de
mannen moeten een weinig oefenen. Nu is
de goede tijd".
„Hm."
„O, Shane, ik wenschte, dat je een beetje
enthousiast was".
„Enthousiast, om m'n negenenveertig-
ste jaar?"
„Ben je negenenveertig, Shane? Je lijkt
geen negendertig; niemand zou het zeg
gen, alleen maar dat beetje grys in je
haar. En, Shane
„Ja?"
„Ik vind je haar veel leuker zoo, een
beetje verwaaid door den zeewind veel
beter dan wanneer het zoo glad zit m
NATIONALE SYMPATHIEBETUIGING
AAN DR. EDWARD BENESJ.
De ondergeteekenden roepen op om
door inzending van Uw kaartje Uw instem
ming te betuigen met de hieronder volgende
verklaring die zij dr. Edward Benesj willen
doen toekomen:
Wij, burgers van een kleinen staat, die zijn
veiligheid slechts in een Europeesche rechts
orde verzekerd zien kan, betuigen U ons
diep medegevoel in de beproeving die Uw
volk door een zich op geweld verlatende
overmacht wordt opgelegd, en onzen dank
voor den dienst dien gy aan onze bedreigde
beschaving hebt bewezen door de waardig
heid van Uw houding daartegenover.
De verklaring is geteekeyd door: Dr. J
Bartstra te Haarlem; prof. dr. S. F. H. J
Berkelbach v. d. Sprenkel te Utrecht; prof.
dr. C. D. J. Brandt te Utrecht; prof. dr. J. D.
M. Cornelissen te Nymegen; prof. dr. P. Geyl
te Utrecht; prof. dr. J. Huizinga te Leiden;
dr. Th. J. G. Locher te 's-Gravenhage; prof.
mr. E. M. Meyers te Leiden; prof. dr. H. J.
Pos te Amsterdam; mr. G. Slotemaker de
Bruine te Heemstede; ds. D. Tromp te Zand
voort; prof. dr. J. H. W. Verzijl te Utrecht;
prof. mr. C. W. de Vries te Den Haag; mr.
G. E. van Walsum te Rotterdam; prof. dr.
N. van Wijk te Leiden en mr. dr. G. J. van
Heuven Goedhart.
Bewijzen van instemming zijn te richten
aan het adres van den laatsten onderteeke
naar: Soestdijkscheweg 95 N., Bilthoven.
De termijn van inzending sluit 12 October
a.s.
ONTPLOFFING OP EEN PLEZIERJACHT.
De twee opvarenden kregen brand
wonden.
Gistermiddag kort na vier uur is op de
rivier de Waal onder de gemeente Drcumel
een ongeluk gebeurd, dat in de gegeven
omstandigheden erger had kunnen zyn.
Ter plaatse lag een plezierjachtje, dat
wegens den storm voor anker was gegaan.
Aan boord bevonden zich twee Amsterdam-
sche jongens. Plotseling de oorzaak is
nog niet bekend sprong de benzinemotor
uit elkaar, waardoor het geheele dek in de
lucht werd geslingerd.
De twee opvarenden kregen brand
wonden aan gelaat, armen en beenen. Zij
konden zich slechts in veiligheid stellen
door overboord te springen en naar den wal
te zwemmen, want hun vaartuig was inmid
dels in brand geraakt.
De leden van de brandweer uit Ophemert,
die toevallig in de nabijheid met de brand
spuit oefenden, trachtten nog hulp te ver-
leeney, doch men kon niet verhinderen, dat
het plezierjachtje geheel verloren ging. De
twee jongens werden ter plaatse verbonden
en zyn op eigen gelegenheid naar Amster
dam gereisd.
-
DE UITVOER VAN ZWARE VARKENS
NAAR DUITSCHLAND.
De ontlasting van de markt moet
gunstig worden )geacht, zegt de
minister.
Op de vragen van den heer Van Vessem
betreffende den uitvoer van zware varkens
naar Duitschland luidt het antwoord van
den minister van Economische Zakën:
De minister heeft kennis genomen van
het bedoelde bericht in het Algemeen Han
delsblad. Zooals hy reeds op 29 September
j.L in de vergadering vari de Eerste Kamer
mededeelde, kan hy bevestigen, dat de
Nederlandsche Veehouderij centrale inge
volge een reeds op 1 April 1938 in principe
gesloten verkoopovereenkomst een aanvang
heeft gemaakt met den uitvoer van ongeveer
8000 varkens naar Duitschland. Deze over
eenkomst is een gevolg geweest van de om
standigheid, dat onvoldoende spek aanwezig
Was om het overeengekomen betalings
contingent voor spek uit te putten. Dit
overschot op het betalingscontingent voor
spek zal gedeeltelijk worden aangewend
voor den export van bovenbedoelde varkens.
Ingevolge deze overeenkomst, waaraan zij
uiteraard gebonden was, kon de Neder
landsche Veehouderij centrale op 1 Juli j.1.
bekend maken, dat zy een aantal varkens
tegen een bepaalden prijs uit de markt zou
nemen, waardoor tevens de noodzakelijke
steun aan de varkensmarkt kon worden
verleend. De door de Nederlandsche vee
houderij centrale van de varkenshouders af
te nemen varkens moesten krachtens con
tract met deze gedurende den termijn van
15 Augustus tot 15 October 1938 worden
afgenomen en in verband daarmede is met
Duitschland overeengekomen, dat de leve
ring aan dit land in dien tijd zou vallen.
De vleeschvoorziening van het Neder
landsche volk wordt door den boven
bedoelden export niet in gevaar gebracht
Bovendien zou een verscherping der inter
nationale omstandigheden waarschijnlijk
door den dan ontegenzeglijk bemoeilijkten
invoer van veevoeder, een groot aanbod
van varkens met zich mede hebben gebracht,
zoodat bovenbedoelde export slechts een
welkome transactie was met het oog op de
speciale maatregelen, die zonder eenigen
twijfel noodzakelyk zouden zyn geweest
Ontlasting van onze markt op dit moment
moet om deze reden gunstig worden ge
acht.
In verband met het hierboven vermelde
had de minister geen aanleiding, den
vleeschexport met het oog op onze nationale
voedselvoorziening te doen beëindigen.
DE NEDERLANDSCHE
BLOEMBOLLENKWEEKERS EN DE
BIJEENKOMST TE MUNCHEN.
Bloembollen-beplanting voor
regeeringsgebouwen der betrokken
mogendheden, aangeboden uit dank
baarheid voor behoud van den vrede.
Het Nederlandsche bloembollenbedrijf, dat
na dagen van angstige spanning of een
oorlog in Europa zou uitbreken, zich sterk
opgelucht gevoelt, nu de vertegenwoordi
gers der betrokken naties in de te München
gehouden conferentie een oplossing hebben
gevonden, heeft zyn dankbaarheid voor het
behoud van den vrede daadwerkelijk tot
uiting willen brengen. Het heeft gemeend,
dit niet beter te kunnen doen dan door aan
de regeeringen, die tot een vreedzame op
lossing hebben bijgedragen, een beplanting
met Nederlandsche bloembollen voor de
regeeringsgebouwen aan te bieden. Wan
neer deze bloembollen in het volgend voor
jaar in de onderscheidene hoofdsteden
bloeien, zullen zij metterdaad de vredes
boodschap verkondigen en eraan herinneren,
van hoe groote waarde het voor de Euro
peesche volkeren en voor de Europeesche
cultuur is, dat de betrokken regeeringen
aan een vreedzame oplossing van dit geschil
hebben medegewerkt.
Dezer dagen is door het Centraal bloem
bollen-comité namens het geheele Neder
landsche bloembollenvak telegrafisch aan
de betrokken regeeringen de dankbaarheid
voor het behoud van den vrede tot uiting
gebracht, en is een bloembollenbeplanting
voor de omgeving der regeeringsgebouwen
aangeboden. Er is nader overleg gevraagd
om de uitvoering van dit plan zoo goed
mogelijk te waarborgen, en op deze wijze
deze beplanting inderdaad te maken tot een
uiting van de daarmee uitgedrukte ge
voelens der Nederlandsche bloembollen-
kweekers.
jes om tot helpster van het R00d
te worden opgeleid, op afdoening wa 4is
2eer 'PoedVS
nu
HET NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS.
Het hoofdbestuur van het Nederland
sche Roode Kruis schrijft ons o.a.:
In den nood leert men zyn vrienden
kennen, zegt een oud spreekwoord. Dit is
ook nu weer bewezen en met dankbaar
heid constateert het Roode Kruis, dat het
vele, vele vrienden heeft. Er is den laat
sten tijd verschillende malen een beroep
gedaan op het Nederlandsche publiek en
men zal dit nog in toenemende mate moe
ten voortzetten om gelddmiddelen te ver
schaffen, om het ledental op te voeren, om
persoonlijke hulp. En daarop is op de meest
spontane en treffendste wyze gereageerd.
Waarvoor een oprecht woord van dank en
waardeering niet achterwege mag blijven.
In de dagen van acute donkere oorlogs
dreiging, die zoo onverwacht snel volgden
op den oproep van het Roode Kruis om
10000 helpsters in geval van oorlog, heb
ben .zich alom in den lande duizenden en
duizenden meisjes en vrouwen aangemeld.
De stroom van aanbiedingen, ook op het
Hoofdbureau in Den Haag, was zoo over
stelpend groot, dat men die niet onmid
dellijk verwerken kon.
Daar kwam nog bij, dat midden in dit
werk plotseling de oorlogsdreiging kwam,
waardoor de oorlogsorganisatie van het
Roode Kruis voor de verzorging van zieke
en gewonde militairen in mobilisatietoe
stand moest worden gebracht. Dit ver
klaart dan ook, dat er nog enkele honder
den aanbiedingen van vrouwen en meis-
Doch deze worden
hand genomen.B
Alhoewel men nog geenszins het
het geheele land benoodigde aantal wV°°r
sters van 12 a 14.000 bereikt heeft p"
toch voorloopig zeer tevreden 0ve'S men
bereikte resultaat. In 's Gravenha^ nhet
meldden zich niet ver van de leen
helpsters aan. U1*end
En ontroerend zyn de uitingen van h i
vaardigheid en offervaardigheid en k
reidheid tot dienen, die uit mondeling
schriftelijke aanmeldingen spreken
zijn tallooze jonge vrouwen bij ujt.7
standen, maar ook moeders en weduw
Een enkele opmerking moge evenwel
maakt worden. En wel deze: dat de an'gê~
van de zijde der vrouwen uit de hooi.
kringen onzer samenleving een weinis
leurstellend is geweest. In deze krin»
dient men voor oogen te houden dat
blesse oblige". By soortgelijke opro^!'
in Engeland büvoorbreeld is het den laat
sten tijd heel anders gegaan. Daar melddi*
vrouwen uit de allerhoog^
kringen aan, die reeds in den oorloeS
van 1914-1918 haar plicht deden op h
gebied van den verplegingsarbeid, en T
kwamen zy opnieuw haar diensten a»t
bieden, thans vergezeld van hare dochten
De arbeid van het Roode Kruis
ook wat zijn taak in oorlogstijd
betreft, moet energiek voortgezet.
De woorden van Vondel: „De vree m
schat by veelen onbekent. Die overtreft
triomfen sonder end" geven op treffend
nauwkeurige wyze de gevoelens weer diè
ons allen doorstroomden, toen Neville
Chamberlain eindelijk de verlossende
woorden kon spreken: „lts allright this
time". Niemand heeft vuriger gehoept.
dat de wereld en ons land van de oorlog*.!
ramp bevrijd mocht blijven, dan de menl
schen van het Roode Kruis. Het dagelyksch
bestuur was dan ook een der eersten, die
zich met een telegram van gelukwensch
en dank voor zyn succesvol optreden tot
Chamberlain wendde. Het is dan ook
geen zwartkykery of neiging tot onheils
profetie die het Nederlandsche Roode
Kruis ertoe nopen, een woord van waar
schuwing te laten hooren, om niet te ver
slappen in zijn voorzorgsmaatregelen. Men
wil de uitbundige vreugde om den vrede
wil de uitbundige vreugde om den vrede
die bewaard bleef niet verstoren, noch er
een domper op zetten. Maar men moet niet
gaan zeggen: „O. nu is er geen hulp meer
noodig. want er gebeurt immers toch
niets?!"
Zeker, met ons han hopen we vurig
„nooit meer oorlog". Maar ons verstand
zegt ons, dat we niet mogen verslappen.
Het geraamte van de Roode Kruis orga
nisatie voor de verzorging van gewonde
e" zi?ke militairen, en burgers, in oorlogs
tijd is gereed. Ziekenhuizen en hulpzie
kenhuizen zijn aangewezen. De transport
colonnes zijn opgeleid en geoefend. De
opleiding der helpsters is. begonnen, doch
zoowel opleiding als aanwerving moeten
krachtig worden voortgezet. De geheele
organisatie moet worden geperfectioneerd,
verbeterd en nog verder uitgebouwd. Al
lerlei verbeteringen, noodig gebleken bij
de jongste voor-moblisatie-maatregelen,
moeten worden aangebracht.
„Het tien milde gevers plan".
De versterking der geldmiddelen blijft
dus klemmender nog dan te voren, drin
gend vereischt. Laat men zijn dankbaar
heid en vreugde uiten, door een gift aan
het Roode Kruis (postgiro 22120, Hoofd
bestuur, Prinsessegracht 27, Den Haag) oï
door zich als lid op te geven (minimum
1. per jaar). En dan is er nog het „tien
milde gevers plan", dat door een week van
byna ondraaglijke spanning in de ver
drukking is geraakt. Men weet, dat een
Hagenaar 100 schonk, en aanbood dit tot
1000 aan te vullen, mits voor 15 October
nog 10 personen werden gevonden, die
ieder 1000 schonken. Er rest ons nog een
tiental dagen en in die luttele dagen moe-
/•e?nno^ een dozijn milde gevers van
i 1000 per hoofd gevonden worden. A boft
entendeur demi mot suffit.
Het groote voorzorgswerk van het Ne
derlandsche Roode Kruis moet met kracht
voortgezet worden.
Antrim'Shane, je weet niet, hoe goed je
er op een schip uitziet".
„O, zeur niet... Meneer Janssen, laat
een paar man achter openteren en zie, of
u wat meer uit den kruistop kunt halen;
een beetje meer bolheid te loevert!"
XIV.
Zij voeren langs de Butt of Lewis, pal
Zuid-West zeilende, zij lieten de Zeven Ja
gers aan bakboord en verlegden den koers
naar Zuid-West ten Zuiden. De Hebriden
schoven voorbij als eilanden in een droom,
paars, vreemd glanzend in het zonlicht, nu
eens gebukt onder een donkere bui, dan
weer overgoten met overvloedigen zonne
schijn. Lewis dreef voorbij en daarna Har-
ris en Noord-Uist, waar de winden zoo fel
waaien en men een oud spreekwoord heeft:
Is traugh fear na droiche air mhachair
Uistibh; Het is zielig voor den man van
een slons op de vlakte van Uist.. Je zult
er knoopen aan je jas noodig hebben, hoor.
Zij liepen langs Rona van de zeehonden en
Benbecula, passeerden Zuid Uist en Eris-
kay en de Ponboy eilanden de eilanden
van de kat worden ze in het Gaelsch ge
noemd. Flauw zagen ze de nevels van
Hecla en hoorden de pluvieren, zij zagen
visschersbooten met groote, bruine zeilen.
Het honk-honk van wilde ganzen in de
verte en soms de plons van een duikenden
vogel; de wind woei uit het noordwesten,
het schuim rumoerde onder den boeg.
„Ik vertrouw het niet ik vertrouw het
niet!"
„Shane, het is prachtig God is met
ons".
„Hm. Hy zag de lijken te loevert
trillen. „Niet oploeven", brulde hij den
roerganger toe. „Sturen moet je, jy Zweed-
sche lummel waar voor den donder heb
je ooit tevoren gestuurd? Op een kanaal?"
„Shane!"
„Wat is er Grany
„Die taal, Shane!
„Luister, Granya ik speel geen come-
die, ik kommandeer een schip, dat een be
stemming heeft... waar ik niets mee op
heb. Als je mijn taal niet kunt vedragen,
ga dan naar beneden'".
„Het spijt mij, Shane", zeide zij met on
derworpen hoffelijkheid. Zij bleef....
Zij zeilden langs Skerryvore, langs Dhu
Heartoch, Colonsay, Islay van McCrimmon;
Innistrahull was te loefwaartsOost
waarts stuurden zy en Innishowen Head
werd zichtbaar aan bakboorden op een
namiddag in Augustus liepen zij Lough
Foyle binnen...
XV.
De bleeke helderheid van een zomer
nacht heerschte er en er was een kleine
maan, die Shane vervloekte Voor hen
rees de ruglijn van Donegal op en aan
beide zijden konden zy zwak de omtrek
ken van de horens der baai onderschei
den... de schoener schoof onder stagzeilen
en bezaan voorwaarts. Van den boeg kwam
het plassen van het lood
„Vijf vaam!"
„Een weing oploeven, nog wat, vast zoo".
„Vier vaam, geen grond!"
„Afvallen een streek!"
„Vier!"
„Hoe is de bodem?"
„Schoon zand, kapitein".
„Drie, geen grond".
„Klaar bij het anker?"
„Klaar voor!"
„Drie vaam, geen grond!"
„BakboordsO, vast daar!"
Het langzaam ruischen van riemen, het
geratel van dollen, een bevelende stem:
„Vast roeien!" en daarna „Schoener
ahoi!"
Shane's hart zonk; hij gaf geen ant
woord.
„Welk schip is dat?" De stem schalde
over de baai vond een groteske echo te*
gen een rots.
„Wie daar?"
„Harer Majesteits kustwacht... Houdt u
gereed kom aan boord roeien!"
daarna een lange pauze, toen „Riemen bin
nen boord!"
„Breng haar op den wind!" beval Shane.
Een klauteren langs boord en iemand kwam
over de verschansing een ferme stfP
aan dek iemand glimlachte.
„Mijn naam is Flannagan, luitenant Flan-
nagan het spijt mij, meneer Campbell,
maar wij kunnen u niet toestaan de lading
en uw passagier aan land te brengen".
„Ik begrijp het niet".
„Wij weten, wat uw lading is en ik heb
orders die niet aan land te laten en Ik
moet u ook zeggen, dat u ze nergens lan
den kunt".
„O, ik wist, dat het zoo zou uitloopen.
Zijn wij in arrest?"
„Neen, kapitein, u mag alleen de lading
niet landen, het spijt mij zeer, maar
orders!"
„Wat duivel moet ik dan doen?"
(Wordi vervolgd)