S AMBO DE OLIFANT
@gg&oggh> Jiadiopcoqccunma o©o®©®®#
SRucgectiike Stand
Het departement van Water
staat en de heer Broersma.
Glimlachje
GEMENGD NIEUWS.
TWEEDE BLAD.
Een open brief aan H.M. de koningin.
Aan H.M. de koningin is door den heer
j Broersma te Bergen de volgende „Open
Brief" gezonden:
gij dezen neem ik, ondergeteekende, Jo-
hannes Broersma, wonende Meerweg 29 te
Bergen (N.H.) eerbiedig de vrijheid het vol
gende onder den aandacht van Uwe Majes
teit te brengen:
Op mijn verzoekschrift d.d. 19 Maart 1938
mocht ik d.d. 24 Mei van den heer directeur
van hét kabinet vernemen, dat dit adres
vanwege Uwe Maesteit bij kabinetsrenvooi
van 22 Maart 1938 aan den minister van wa
terstaat was toegezonden.
Op of omstreeks 4 Juni 1938 werden
mij namens den heer Officier van Justitie te
Alkmaar inlichtingen verzocht terzake van
mijn brochure „Ik zal handhaven" en mijn
Open brief aan den Raad van Ministers".
Waar hierbedoelde vlugschriften dateer
den van 16 September 1937 resp. 14 Januari
1938, dus ca. negen maanden, resp. vijf
maanden oud waren en het hier dus blijk
baar geen klacht van dr. Wentholt fcetrof,
vermoedde ik, dat een vervolging tegen mij
werd ingesteld op verzoek van hoogerhand,
welk vermoeden nadien bij het vooronder
zoek werd bevestigd.
M.i. mag dus nauw verband worden ge
zocht tusschen mijn verzoekschrift bovenbe
doeld en deze vervolging.
Dit klemt te meer, waar, zooals mij daar
bij werd meegedeeld, de vervolging is dror-
gézet ondanks het vrij sterke verzet van
dr. Wentholt.
Van een beschuldiging in den gewonen
zin van het woord was hier dus geen sprake.
Duidelijk sprak hier de bedoeling, dat door
de Justitie een grondig onderzoek zou wor
den ingesteld naar de door mij gedane be
schuldigingen aan het adres van dr. Went
holt, wat geheel strookte met mijn wen-
schen.
En de wijze, waarop de rechter-commissa-
ris in eerste instantie het vooronderzoek
leidde, verwekte bij mij den indruk dat het
onderzoek serieus was bedoeld. Tweemaal
ben ik door den rechter-commissaris ge
hoord, dat ik zeer welwillend werd behan
deld en men een open oor bleek te hebben
voor mijn opmerkingen. Ja, mij werd rond
uit de vraag gesteld, hoe het naar mijne
meening mogelijk was, dat men dr. Went
holt zoolang de hand boven het hoofd had
gehouden.
Zooveel temeer trof het mij, dat ik de
derde maal het betrof thans de confron
tatie met dr. Wentholt reeds dadelijk bij
't binnenkomen zeer onheusch werd ontvan
gen. In tegenstelling met vorige malen moest
ik blijven staan. De toon waarop dit mij
werd gelast was onbehoorlijk.
In zal op de behandeling door den rechter
commissaris niet nader ingaan, doch wensch
vast te stellen, dat zelfs van schijn of scha
duw van een onpartijdig onderzoek geen
sprake was.
Van mijn argumenten tegen de bewerin
gen van dr. Wentholt werd geen notitie
genomen, wat wel hieruit kan blijken, dat
van al, wat ik gedurende het z.g. verhoor
naar voren heb gebracht, slechts twee re
gels in het proces-verbaal zijn opgenomen,
vermeldende, dat hetgeen dr. Wentholt had
aangevoerd, mij niets zeide.
En tenslotte werd mij toegeduwd, dat het
vooronderzoek hiermede werd gesloten. Het
had al teveel tijd gekost, meende de rechter
commissaris.
Aangezien ik hiermede onmogelijk genoe
gen kon nemen, heb ik te juister tijd ik
had mij ondershands voorzien van rechts
kundigen bijstand een verzoek ingediend
tot heropening van het vooronderzoek. Ik
grondde dit verzoek op een drietal punten.
Zoo wees ik er op, dat dr. Wentholt bij
het vooronderzoek had verklaard, dat de
onderhandsche aanbesteding van het vol
tooien van ons werk te Weurt plaats vond
op 10 Maart 1924 en de goedkeuring van
den minister volgde op 11 Maart 1924, ter
wijl het contract later was opgemaakt.
Hiertegenover stelde ik, dat blijkens het
door dr. Wentholt ingezonden afschrift van
de afrekeningstaat als datum van aanbeste
ding werd genoemd 9 April 1924.
datum van goedkeuring 23 April
loZ4.
Waar deze kwestie ten nauwste verband
hield met mijn beschuldiging, gedaan in
mijn open brief onder le achtte ik het van
zeer groot belang, dat het oorspronkelijke
contract met onzen opvolger werd overge
legd, althans de voorloopige gunning.
Verder voerde ik aan en dit betrof
mijn beschuldiging gedaan onder 2e dat
dr. Wentholt beweerde van de procedures
niets af te weten, dat hij ook geen verstand
had van uridische zaken en den minister op
dracht had gegeven aan den landsadvocaat,
waarmede hij dr. Wentholt niets te
maken had.
Ten dezen merkte ik op, dat dr. Wentholt
bij het verhoor had toegegeven, dat hij
niet de minister dus met behulp van den
landsadvocaat de rekening van den Staat
had ingediend.
Nadien bleek mij op het moment van
het verhoor waren dé betreffende beschei
den onder berusting van den rechter-com
missaris dat ik hiervoor geen beroep op
die bevestiging behoefde te doen, omdat uit
de betreffende rekening blijkt, dat dr. Went
holt die rekening had ingediend en wel d.d.
29 October 1925.
Het derde punt was, en dit betgof mijn
beschuldiging onder 3e dat dr. Wentholt
had beweerd, dat de afrekeningen waren
geschied volgen-s bij Waterstaat
geldend gebruik, en dat er niets ge
beurd was, wat niet geoorloofd was. Van de
Algemeene Rekenkamer waren geen opmer
kingen ontvangen, voor zoover hem bekend
was en
dat de minister bevoegd was om zelf de
bestemming te bepalen van gelden, welke
ten laste van een bepaald begrootingsartikel
komen, mits die' bestemming klopt met de
tekst van dat artikel.
Ten deze stelde ik, dat niet uit de afre
ken o"staten bleek, dat de minister ons
115.500 het bedrag, dat de Staat beweert
te hebben schade geleden tegen, onzen
wil had vrij gescholden; dat de Alg. Reken
kamer, zoo deze er mede bekend was ge
weest, de afrekeningstaat niet had goedge
keurd en dat het voor een juist inzicht in de
zaak noodig was, dat de origineele staten
werden overgelegd.
Uit een en ander kan blijken, dat het tot
op heden dr. Wentholt niet is gelukt om
ook maar voor een klein deel mijn beschul
digingen te ontzenuwen.
Integendeel, de zaak is voor hem ernstiger
geworden. Want tengevolge van het voor
onderzoek zijn nieuwe feiten aan den dag
getreden, van zeer ernstigen aard, t.w.:
le. De Algemeene Rekenkamer is afge
zien van al het andere door mij gesteld
misleid ten aanzien van den datum, waarop
de aanbesteding is geschied;
2e. Eveneens de Staten-Generaal, die bij
de behandeling van ons adres juist door die
onjuiste datum een verkeerde voorstelling
van zaken verkreeg.
Waarbij dan nog komt, dat dr. Wentholt
ten aanzien van de tweede beschuldiging in
mijn open brief een onjuiste mededeeling
in het proces-verbaal van het vooronderzoek
heeft doen opnemen.
De rechter-commisssaris is nu dus met dit
alles bekend, uitgezonderd dan de mis
leiding van de volksvertegenwoordiging.
Niettemin acht hij heropening van het voor
onderzoek niet noodig. Het eerste punt
noemt hij niet ter zake dienende, hét twee
de punt niet gefundeerd, het derde nevelig.
Mijn rechtskundige adviseur staat ten
aanzien van een in beroep gaan dezer be
slissing zeer sceptisch. Ook vreest hij, dat
by de openbare zitting behandeling van de
feiten niet zal worden toegestaan, dat mij bij
elke poging daartoe onmiddellijk den mond
zal worden gesnoerd.
M.a.w. dat het de rechtbank om de waar
heid niet zal zijn te doen, dat deze zich zal
bepalen tot „eenvoudige beleediging".
Nuchter bezien lijkt zoo'n door de recht
bank aan te nemen houding haast ondenk
baar. Immers, de justitie vervolgt op last
van hoogerhand en tegen den wil van dr.
Wentholt, onder verdenking van smaad
schrift t.a.v. een ambtenaar in de rechtma
tige uitoefening van zijn functie.
Minstens zal door den officier dan moe
ten worden bewezen, dat er van recht
matige uitoefening sprake was. M.a.w.
het bewijs der waarheid van mijn kant
moet worden toegelaten. Doch wat al dan
niet bij een rechtbank mogelijk is, zal mijn
adviseur wel beter weten dan ik.
Gezien dit alles kan ik mij niet onttrek
ken aan den indruk, dat men aan hooger
hand geschrokken is van het intense onder
zoek, met name het plan tot verhoor van dr.
Wentholt. En dat nu de justitie, in meer of
mindere mate onder invloed van die stem
ming, hare houding gewijzigd heeft.
Natuurlijk, ook hoogerhand is dan van
houding veranderd. Maar gezien het in de
zen door dr. Wentholt ingenomen standpunt
is dat wel denkbaar. Dit standpunt is, blij
kens de voor den rechter-commissaris afge
legde verklaring, dat de afrekeningen van
ons werk waren geschied volgens bij
Waterstaat ge ld end gebruik.
Wie bekend is met dat geldend gebruik,
kan in die uitlating ook een bedekte bedrei
ging tegen het departement meenen te hoo-
ren. Hij zou er ook in kunnen verstaan:
„Weet wel, hooge ambtenaren aan het- de
partement, dat, zoo ik schuldig wordt ver
klaard, Gij allen het eveneens zijt. Het is
ook in Uw belang mij niet los te laten".
En wie niet bekend is met dat algemeen
geldend gebruik, die vrage den oud-rijks-
bouwmeester Vrijman toezending van zijne
dit voorjaar den minister van financiën toe
gezonden open brief.
Het is dus lang niet uitgesloten, dat men
aan hoogerhand voor dezen volle openbaar
heid vreest.
Maar was het in dat geval dan niet veel
eenvoudiger, dat Waterstaat, gelijk dr. Co-
lijn handelde met dr..Deterding, zonder ver
dere uitvluchten recht deed en overging tot
een afrekening met ons van ons werk, waar
van, het klinkt misschien fantastisch
na ruim veertien jdar nog geen afrekening
is geschied.
Zelfs de Algemeene Rekenkamer weigert
mij inlichtingen. Bij brief d.d. 11 Juli 1938
en nadien bij brief d.d. 21 Juli werd mij
kortweg inzage van 'de authentieke staten
geweigerd. En dat, terwijl ik toch direct be
langhebbende ben, immers medecontractant
van den Staat. Ja stérker, terwijl op die af
rekeningen mijn handteekening niet mag
ontbreken, doch wat wel het geval is.
En dit in een land, waar men zich toch
zoo gaarne beroept op de openbaarheid van
's Rijks financiën.
Zooals duidelijk Mijkh om onregelmatig
heden bij Waterstag aan de openbaarheid
te onttrekken, wóftft op haast ondenkbare
wijze de doofpot gehanteerd.
Wat de rechtbank zal doen, staat natuur
lijk nog niet vast.
Maar gezien de Houding van de justitie
vrees ik, dat de rechtbank, tengevolge van
het gansch onvolledige vooronderzoek niet
met volle kennis van zaken wordt toege
rust,
En dit zal medewerken tot het tot stand
komen van een onjuist vonnis.
Ik acht het mijn plicht Uwe Majesteit in
tijds op de hoogte te brengen van den stand
van zaken.
Want ik'weiger te gelooven, dat Zij zal
dulden, dat ten tweede male Haar uitgespro
ken wil, dat recht zal geschieden, voor de
groene tafel van de Alkmaarsche rechtbank
wordt krachteloos gemaakt.
't Welk doende, enz. J. BROERSMA.
OBLIGATIES „ARTIS".
Bezwaren tegen het aanbod.
Het bestuur der Ver. v. Fondsenhouders
stelt een circulaire verkrijgbaar naar aanlei
ding van het aanbod voor de „Artis"-obliga-
ties.
Hierin wordt herinnerd aan de taxaties van
de vaste active van „Artis" tegenover het
voornemen van Amsterdam om 8 ton be
schikbaar te stellen, welk aanbod aldus
de ciculaire een „koopmans-aanbod" is,
dat vèr blijft beneden de waarde. Vroeger
heeft het bestuur van „Artis" den obligatie
houders steeds voorgehouden, dat de hypo
thecaire leening volkomen door het onder
pand was gedekt.
Eerst thans zullen de eigenlijke belang
hebbenden, de 3 le hyp. obl.houders, de
gelegenheid krijgen zich er over uit te spre
ken, of zij hun vordering van ruim 115
(de onvoldane rente inbegrepen) willen
prijsgeven voor een „vergoeding' 'van 52
De circulaire herinnert er aan dat ir. J. L.
Inckel, hoofd der afd. grondbedrijf van Arn-
„In afwachting!"
terdam, in Dec. 1932 de waarde van den
grond van Artis op ten minste 2.100.000
schatte.
Niemand kan er meer dan wij aldus
de circulaire van doordrongen zijn, dat
het voorbestaan van Artis een cultureel be
lang van de eerste orde is, waarvoor het
waard is offers te brengen. Deze zullen dan
echter behooren te komen ten laste van de
gemeenschap. Ze voor een zeer groot ge
deelte af te wentelen op de obl.houders en
zulks door een middel, dat in een rechts
staat niet behoort te worden gehanteerd
anders dan voor het doel waarvoor het is ge
geven, zou zijn een misbruik van een be
denkelijk gehalte. De obl.houders, die zich
zouden verzetten en daarmede niets anders
dan hun goed recht willen handhaven, loo-
pen gevaar in een onjuist daglicht te wor
den gesteld en de publieke opinie tegen zich
in te nemen, door de voorstelling alsof zij in
de eerste plaats een zwaar offer moeten
brengen. Als beleggers in Artis-obl. stellen
zij zich op zuiver zakelijke basis; als Neder
landers hopen zij, dat Artis behouden moge
blijven. Deze zakelijkheid brengt mede, dat
zij voor een redelijk bod, stel bijv. 75 van
hun vordering, wellicht te vinden zijn, maar
dan zonder bedreiging al of niet in bedekten
vorm met een söort onteigening door „dé-
tournement de pouvoir".
Indien dus het thans aan de orde zijnde
voorstel mocht worden verworpen, kan obl.
houders geen blaam deswege treffen; het
Rijk zou dan te elfder ure nog de gelegen
heid krijgen te erkennen, dat het bestaan
van Artis een landsbelang is.
TWEEDE HANDSCH-GOEDEREN?
Vraag en Aanbod.
35 cent per 5 regels contant.
WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Vrijdag 7 October.
HILVERSUM, 415,5 M. (8—12.—
4.—7.30 en 9—12.— VARA, de
AVRO van 12.—4— en de VPRO
van 7.30—9.—). 8— Gr.pl. (8.16
Ber.) 10.VPRO-morgen wij ding.
10.20 Deel. 10.40 Viool en piano.
11.10 Verv. deel. 11.30 Orgelspel.
12— Gr.pl. (12.15 Ber.) 12.30
Avro-Am.-orkest en soliste. 1.15
De Palladians. 2.De tuin in Oct.,
causerie. 2.30 Zang met pianobege
leiding. 3.Ensemble B. Decker.
4.Gr.pl. 5.Voor de kinderen.
5.30 Esmeralda en soliste. 5.50
Oome Jan van Zutphen 75 jaar,
causerie. 6.The Ramblers. 6.39
Orgelspel. 7.Opvoeding tot de
mocratie, causerie. 7.20 ANP-ber.
7.30 Ber. 7.35 De kerk nu aan het
werk, causerie. 8.Pianovoordr.
8.30 Onze vrienden in Amerika,
causerie. 9.Fragmenten uit Gra-
fin Maritza, operette. 10.15 Gr.pl.
10.30 ANP-ber. 10.35 Damnieuws.
10.40 VPRO-avond wij ding. 11.
Pianovoordr. 11.30 Jazzmuziek (gr.
pl.) 11.55—12— Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 en 301,5 M.
(Alg. progr. NCRV). 8.Schrift
lezing, meditatie. 8.15 Ber., gr.pl.
(9.309.45 Gelukwenschen). 10.30
Morgendienst. 11.Gr.pl. 11.15
Vioolvoordr. met pianobegeleiding.
12.Ber. 12.15 Gr.pl. 1.„Quin-
tolia" en gr.pl. 2.30 Christ. lectuur.
3.Gr.pl. 3.20 R'damsch piano
kwartet en solist. (Ca. 3.55 Ber.)
(3.55—4— Pauze). 4.50 Gr.pl. 5.30
Orgelspel. 6.30 Voor tuinliefheb-
bers. 7.Ber. 7.15 Lit. causerie.
7.45 Rep., evtl. gr.pl. 8.ANP- en
herh. SOS-ber. 8.15 NCRV-orkest,
solisten en deel. 9.30 Gr.pl. 10.
ANP-ber. 10.05 NCRV-orkest. 10.45
Sportpr. 11.Gr.pl. 11.5012.
Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 11.4011.45
Pianosoli. 12.10 Orgelspel. 12.40
Brian Lawrence en zijn sextet. 1.15
Deel. 1.352.20 't Birminghamsch
Philh. strijkorkest en solist. 2.45
3.05 Gr.pl. 4.15 Jack Wilson en zijp
Versatile Five. 4.50 Gr.pl. 5.20
Zang. 5.40 Ernest Leggett en de
Continental Players. 6.20 Ber. 6.45
RadiotooneeL 7.05 Practische wen
ken. 7.20 Pianovoordr. 7.40 Ken
Johnson en zijn West-Indisch dans-
orkest. 8.20 Radiotooneel met mu
ziek. 9.05 Rep. 9.20 Ber. 9.45 Lucht-
vaartpr. 10.05 Het Nieuw Hon-
gaarsch strijkkwartet en solisten.
and his Colle-
Dansmuziek
11.20 Jack White
gians. 11.5012.20
gramof oonplaten)
RADIO PARIS, 1648 M. 8.10—9.20,
10.10 en 12.35 Gr.pl. 1.50 Zang.
2.05 en 3.05 Gr.pl: 4.35 Zang. 5.20
Kamermuziek. 6.20 Zang. 7.20 Gr.
pl. 8.35 Pianovoordr. 8.50 Radio
tooneel. 10.50 Gr.pl. 11.20—12.50
Nachtconcert.
KEULEN, 456 M. 5.50 Gr.pl. 6.30
en 7.50 Tentoonstellingsorkest.
11.20 Orkestconcert. 12.35 Omroep-
sextet. 1.30 Populair concert. 3.20
Omroeporkest. 5.40 Quatre-mains.
6.20 L. Eysoldt's orkest. 7.30 Wies-
badens Collegium Musicum. 8.20
Gr.pl. 19.5011.20 O. Fricke's or
kest en solisten.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroep
orkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Zang.
5.50 en 6.20 Gr.pl 6.50 Koorcon
cert. 7.20 Omroepsalonorkest. 8.20
Omroeporkest. 9.05 Radiotooneel.
9.40 Vervolg, concert. 10.3011.20
Omroepsalonorkest. 484 M.: 12.20
Gr.pl. 1.en 1.30 Omroepklein-
orkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 en
5.50 Omroepkleinorkest. 6.35 Gr.pl.
7.05 Zang. 7.35 Grpl. 8.20 en 9.35
Belgisch Nat. orkest mmv. soliste.
10.30—11.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Bruinier-kwartet en solist. 8.20
Radiotooneel. 9.20 Ber. 9.50 Piano
voordr. 10.05 Ber. 10.20 Omroep
orkest en solisten. 10.5511.20
Gr.pl.
GEMEENTELIJKE
RADIODISTKiBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.20, Luxem
burg 9.2010.05, Parys Radio
10.05—12.05, Radio PTT Nord 12.05
—12.20, Brussel VI. 12.20—14.20,
Radio PTT Nord 14.20—14.45,
Droitwich 14.4515.05, Parijs Radio
15.05—15.35, Keulen 15.35—17.20,
Brussel VI. 17.20—17.50, Fr. 17.50—
18.20, Keulen 18.2021.50, Lond.
Reg. 21.50—22.20, Brussel VI. 22.20
—22.30, Fr. 22.30—23.20, Parijs R.
23.20—24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Nor-
mandië 9.2010.35, London Reg.
10.35—17.20, Droitwich 17.20—18.45,
Lond. Reg. 18.4519.20, Droitwich
19.20—20.20, Lond. Reg. 20.20—
21.20 en Droitwich 21.2024.
Lijn 5: Diversen.
KINDERVERLAMMING.
Te Borsselen.
Te Borsselen op Zuid-Beveland is kin
derverlamming geconstateerd bij een meis
je van anderhalf jaar. Dit is het zevende
geval, dat zich tot nu toe in Zeeland heeft
voorgedaan.
Verkeersstremming Harlingen
Franeker. - De verharding van de rijbaan
van het gedeelte van den weg afsluitdijk-
Leeuwarden zal voor zoover betreft het
wegvak HarlingenFraneker worden
verbeterd.
In verband hiermede zal dit wegvak
plaatselijk voor alle verkeer, met uitzon
dering van het rijwielverkeer, meermalen
per dag, telkens gedurende korten tijd, ge
stremd worden van 10 October tot en met
31 October 1938 op werkdagen van 718
uur, waarbij bedoeld verkeer in de perio
den tusschen deze stremmingen gelegen
heid verkrijgt door te rijden.
Vakonderwijs voor schippersjongens.
- Prins Bernhard heeft aan den heer T. C.
Mellema te Groningen als voorzitter van
het. naar hem genoemde fonds ten behoeve
van het vakonderwijs aan schippersjon
gens aan boord boord van het schoolschip
„Koningin Wilhelmina' van het Onder
wijsfonds voor de sch ..vaart een gift
doen toekomen.
Mr. Verschuur naar Indië. - In zijn
functie van lid van den raad van beheer der
Nederlandsch-Indische aardoliemaatschappij
is gistermiddag de voorzitter van de r.k.
staatspartij, oud-minister Verschuur, naar
Nederlandsch-Indië vertrokken. Hij zal in
Febr. terugkeeren.
175. 's Avonds kleedden ze zich maar half uit en gingen
op de rand van hun bed zitten wachten tot het hotel in
rust was. Het licht hadden ze uit gedaan, zodat niemand
kon zien, dat ze nog op waren. Eerst gooiden ze hun
schoenen uit het raam en toen klommen ze op de tak
van een dikke boom, die net voor hun slaapkamerraam
stond. Voorzichtig lieten ze zich naar beneden glijden.
176. Vlak langs de huizen slopen ze verder en eindelijk
bereikten ze de buitenkant van de stad. Het liep al tegen
het morgenuur. Bij de stadspoort stonden muilezels,
geladen om naar de markt te gaan. De kooplui zaten nog
bij elkaar in de stadsherberg om een kop koffie te drin
ken voor ze ter markt gingen.
Pensioenwet spoorwegambtenaren. - De
heeren van Braambeek en Hermans hebben
op het wetsontwerep tot wijziging van de
pensioenwet voor de spoorwegambtenaren
1925 een amendement voorgesteld, waarvan
de bedoeling is de pensioenen, die reeds als
gevolg van het tegenwoordige artikel 80a op
een lager peil zijn vastgesteld, opnieuw te
berekenen en om dit artikel buiten werking
te stellen voor de pensioenen, die nog moe
ten worden toegekend.
Het luchtverkeer en de storm. - De
hevige storm, welke de laatste dagen over
West-Europa heeft gewoed, heeft in het
Europeesche luchtnet der K.L.M. geen sto
ringen teweeggebracht. Alhoewel de Wind
kracht zoo sterk was, dat de scheepvaartver
bindingen tusschen Engeland en het vaste
land eenigen tijd zelfs stilgelegd waren, zijn
de luchtdiensten normaal uitgevoerd.
De sultan van Pontianak vertrokken. -
De sultan van Pontianak is gistermiddag met
zijn gevolg van Den Haag vertrokken naar
Rotterdam, waar hij met de nachtboot naar
Londen ging, om daar eenige dagen te ver
toeven.
NOORDSCHARWOUDE (September).
Geboren: Sijtske, d. v. Gerrit Cornelis
Kleimeer en Fetje Witteveen.
Overleden (te Alkmaar): Jantje
Boon, oud 55 jaar, echtg. van A. van de?
Molen.
Levenloos aangegeven kind van Frederik
Appel en Neeltje Swager.
ZUIDSCHARWOUDE (September).
Geboren: Jacob Cornelis, z. v. Johan-
nes Hermanus Buter en Martha Catharina
Beerse. Petrus Johannes, z. v. Adrianus
Bakker en Jacoba Commandeur. Hen-
riëtha Maria, d. v. Johannes Broersen en
Catharina Floris.
Ondertrouwd: Johannes van der
Ham te Oudkarspel en Anna Maria Horio.
Hendrik Witte te Alkmaar en Hilda Anna
Kautschitsch.
Getrouwd: Johannes Kraakman en
Maria Bekker. Johannes van der Ham te
Oudkarspel en Anna Maria Horio.
Overleden: Jacobus Henmanus
buter, oud 4 dagen.
EGMOND-BINNEN (September).
Geboren: Dirkje, d. v. Douwe van der
Woude en Sijbregje Sterk. Margaretha
Maria, d. v. Willem Liefting en Gerarda
Duinmeijer. Pieter Ernst, z. v. Cornelis
Mooij en Antje Maria Johanna Molenaar.
Getrouwd: Gerardus Beentjes en
Guurtruida Catharina de Goede. Jacobus
Johannes Wittebrood te Den Helder en Dieu-
wertje Johanna Zentveld. Johannes
Anthonius Zentveld van Egmond aan Zee en
Johanna Bras. Marius Gerardus Huber-
tus Collignon en Aleida Roelofje van Regte-
ren te Alkmaar. Jacob Deutekom te St.
Pancras en Adriana Beentjes.
Overleden: Betje Schuijt, oud 37
jaar, d. v. J. Schuijt en Maria Plak.
Petrus Ranzijn, oud 63 jaar, echtg. v. Dieu-
wertje Straat.