Wie kwaliteit prefereert en gezondheid Agenda de Vries VIRGINIA lang niet op mooi weer staat, heeft men besloten de geheele versiering maar op te bergen en ook enkele groote magazijnen hebben op politie-advies niet datgene aan hun gevels gehangen dat bestemd was de straat in het algemeen en het winkelpand in het bijzonder een feestelijk cachet te geven. De stadsbeiaardier is gisteravond al met het gebruikelijke klokkenspel begonnen en heeft vandaag weer een groot deel van het programma voor zijn rekening te nemen. De lampion-optocht. Lang is er geaarzeld of de lampion optocht gisteravond zou doorgaan, maar ten slotte hebben een 150-tal kinderen het er op gewaagd en zijn met muziek door een groot deel van de stad getrokken. Het was wel een beetje magere optocht maar het bewees toch, dat de jeugd zich in haar feestplannen niet door het weer laat dwarsboomen en dat hield al de belofte in, dat men ook heden niet veel van het programma zou afwijken, De reveille. Het begin van vandaag was natuurlijk als steeds weer de reveille, een onderdeel van de feestviering, waarvan de organisatoren zeker niet graag zouden afzien. En het is goed gezien om de jeugd zooveel mogelijk te laten meewerken aan de ontzet-herden king. De groep jeugdige zangers en zangeressen was vanmorgen kleiner dan gewoonlijk, na tuurlijk een gevolg van storm en regen. Ten gevolge hiervan ook was de belangstelling van het publiek op straat veel geringer dan anders. Wel zag men groote aantallen menschen voor de ramen hunner woningen. Vóór den aftocht van de Steenenbrug werden onder leiding van den heer Corn. Jonker gezongen (natuurlijk) het Alk- maarsche volkslied en het Herdenkingslied. Daarna trok de stoet voorafgegaan door ruiterpolitie en bestuursleden en onder be geleiding van het muziekcorps „Soli Deo Gloria" de stad door, zingend en jubelend en overal de menschen opwekkend. Na een marsch van ongeveer drie kwartier kwam de optocht bij het huis van den bur gemeester aan den Nieuwlandersingel, waar zich geleidelijk een groep belangstellenden had gevormd, evenals aan den overkant in het Kennemerpark, al moet gezegd worden, dat die belangstelling ook danig geleden had onder de ongunstige weersomstandigheden. Aan mevr. van Kinschot, die met den bur gemeester op de stoep mede de zanghulde in ontvangst nam, werd door een paar meisjes een bouquet witte en roode anjers aange boden, gebonden met een lint in dezelfde kleuren. Na den zang sprak jhr. van Kinschot een woord van hartelijken dank tot de jeugd, terwijl hij het in den heer Jonker zeer prees, dat deze telken j are zich weer belast met de leiding ervan. Een „Leve Alkmaar", door den burge meester ingezet, werd enthousiast onder streept, gelijk men ook deed met een „Leve de burgemeester". De kinderen ontvingen allen weder de ge bruikelijke tractatie, de burgemeester sprak eenige oogenblikken met de bestuursleden van de 8 October-vereeniging en toen ging het weer via Ritsevoort en Langestraat naai de Steenenbrug, waar de stoet ontbonden werd. Koraalmuziek. En toen haastte zich „Soli Deo Gloria" "weer, om de aangekondigde koraalmuziek vanaf het bordes van het stadhuis te laten weerklinken. Het waren oud-Hollandsche liederen ,alsmsde de Psalmen 33 en 138, Gezang 50 en „Van Alkmaar de Victorie", waarna besloten werd met het Wilhelmus. De kinderoptocht. Van half tien tot 11.15 uur werd er een kinderoptocht gehouden met versierde fietsen, autopeds, trekkarren enz. Voor dezen optocht verleende het muziekgezel schap „Soli Deo Gloria" zijn medewerking. Honderden hadden zich langs de route voor den optocht opgesteld. Ondanks het minder gunstige weer trokken de kinde ren met blijde gezichten zegevierend ach ter hun verschillende vehikels. De vreugde van de kinderen sloeg over op de toeschouwers. Voor het kind is het zelfgemaakte num mertje van een stel wielen met een paar plankjes al even waardevol als de prachtig uitgevoerde boot met meisjes in het blauw en jongens in witte matrozenpakjes. Ver schillende jongens stapten althans met evenveel trots voor hun stijfselkistje. Van de commissie is het goed gezien alles toe te laten, want daardoor wordt het een feest waaraan allen deel kunnen nemen en het doel van een dergelijke optocht is bovenal de kinderen er aan deel te doen hebben en in dit opzicht kan de optocht, die bij de brandweerkazerne ontbonden werd, geslaagd worden ge noemd. De plechtigheid bij het Victoriebeeld. Om half twaalf is het bestuur van de 8 October-vereeniging, als gewoonlijk met muziek en met een krans dragende meisjes naar het Victoriepark getrokken waar de voorzitter, mr. C. J. de Lange het spreek gestoelte beklom en de volgende rede heeft gehouden: Even zoovele jaren als een jaar dagen telt scheiden ons heden van den dag, waarop Alkmaar werd ontzet. Het lijkt een onaf zienbare tijd. En toch is er in dit jaar 1938, waarin het regeeringsjubileum van onze geëerbiedigde Koningin werd gevierd, meer ncjg dan in andere jaren reden om onze ge dachten op het lang vervlogen verleden te richten. Immers stelde het regeeringsjubi leum ons in staat om het laatste gedeelte van den tot heden door het Nederlandsche vólk afgelegden weg te beschouwen, Alk- maar's ontzet schenkt ons de gelegenheid om onzen blik op het begin van dien weg te vestigen. Is het een vermetelheid om bij het over zien van den weg, dien ons volk tot heden heeft afgelegd, het ontzet van Alkmaar als het beginpunt daarvan aan te merken? Kan men werkelijk in ernst aannemen, dat het ontzet van het stadje, dat Alkmaar in het jaar 1573 vormde, met zijn aarden wallen, zijn houten poorten en. zijn geringe bevol king, van zulk een beslissenden invloed is eischt CH IE F WH1P geweest? Hebben de 800 burgers en de 1400 man sterke bezettingstroepen werke lijk een daad van historische beteekenis verricht, toen zy het bestonden om zeven weken lang de in aantal en uitrusting over machtige belegeraars te weerstaan? Is een dergelijke verheffing van de belangrijkheid van dit gebeuren misschien het gevolg van chauvinisme, begrijpelijk voor burgers van deze stad, maar onaanvaardbaar voor hen, die elders woonachtig zijn? Wel steeds zul len deze en dergelijke vragen oprijzen bij hem, die zich voor de taa"k ziet gesteld om op den achtsten October een herdenkings rede uit te spreken. Toen in het jaar 1864 dr.'J) J. de Gelder, de toenmalige Rector van het Gymnasium, ter herdenking van Alkmaar's ontzet een toespraak hield niet hier aan den voet van dit Victoriebeeld, daar dit eerst twaalf jaar later en juist dank zij zijn aansporin gen zou worden onthuld stelde hij in den aanvang van zijn betoog de vraag:. „Is het dan welgedaan dien altoos gedenkwaardi- gen 18 September met zooveel ophef te vermelden?" Een vraag, die de Gelder met een wel zeer krachtig ja heeft beantwoord. Maar omtrent de beteekenis van Alk maar's ontzet is er een getuigenis van iemand, aan wiens gezag ten aanzien van de waardeering der toenmaals plaats heb bende gebeurtenissen niet te twijfelen valt. Als het Prins Willem de Eerste is, de Va der des Vaderlands, de grondvester van ons vrij en onafhankelijk volksbestaan, die deze getuigenis uitspreekt, wil dan nog iemand een uitspraak doen, die afwijkt van zijn inzichten? Welnu, in ons Gemeente archief wordt een brief bewaard, op den 21 September 1573 door den Prins tot de regeering van Alkmaar gericht, waarin na dat dank en lof aan de door de belegerden betoonde dapperheid zijn gebracht en nadat de toestand van het oogenblik is uiteengezet, dit „vrindelyck vermaen" volgt: „dat ghijl. volherdende ü.L vromicheyt noch eenen cleynen tijt den vyandt wederstaet, ver- sekert zijnde, dat hij sal moeten ontwijcken waardoer ghyl. nyet alleenlyck die stadt Alckmaer ende u selven, maer oock allen uwen naebueren, Jae 't gheheele landt van alle voorder overlast ende tyrannye ten eewigen daeghe sult bevrijden". Een krach tiger bewijs, dat het „Van Alkmaar de Vic torie" niet -een juichkreet is, die door Alk- maarders werd aangeheven als een poging om aan hun stad onverdiend een roemrijke plaats in de geschiedenis van het vaderland te bezorgen,, is moeilijk denkbaar. Op gezag van Prins Willem van Oranje mogen wij aannemen, dat een andere afloop van de belegering dezer vesté op de verdere ontwikkeling der krijgsverfichtïngen een zoo grooten invloed zou hebben uitgeoefend, dat de vraag gerechtvaardigd is of zonder Alkmaar's ontzet de strijd ter verkrijging van onze onafhankelijkheid niet op een nederlaag ware uitgeloopen. Aldus be schouwd lijdt het geen twijfel, dat de dap perheid door Alkmaar's burgery betoond zoowel in haar besluit om zich tegen het Spaansch geweld te verzetten als 0 in de standvastigheid, waarmede dat besluit werd ten uitvoer gelegd, de prille aanvang is van den weg, die het Nederlandsche volk als een onafhankelijke en ondeelbare staat is ingeslagen. En het is onmogelijk om deze beteekenis te verkleinen door te wijzen op de simpelheid van het toenmalig krijgs bedrijf vergeleken bij de afschuwelijkheid van het oorlogsbedrijf zooals het zich in onzen tijd heeft ontwikkeld, omdat een besluit om zich tegen een overmachtigen, ja misschien wel zevenmaal sterkeren vijand te verzetten in alle tijden dezelfde zedelijke kracht vordert. Juist dit laatste is het, dat de herdenking van Alkmaar's belegering en ontzet plicht doet zyn niet alleen tegenover het voor geslacht, maar ook en vooral tegenover ons zeiven en hen, die na ons zullen komen. Want de verdienste van het voorgeslacht bestaat en is onafhankelijk van de mate van waardeering, die wy er aan toe kennen. Maar niet bestendig is onze standvastigheid, onze kracht, ons vertrouwen in de toe komst, onze waardeering voor het vaderland, onze klaarheid van besef omtrent de zege ningen van ons staatsbestel. De geschiedenis van ons vaderland bewijst de veranderlijkheid van al deze gevoelens. En ook de jongste tijd wijst aan, hoe de mate onzer waardeering kan dalen en stijgen. Nog slechts een betrekkelijk gering aantal jaren geleden dreigde voor velen het begrip „vaderland" weg te vallen. Het werd be schouwd als het resultaat van een kunst matige trekking van grenzen, door niets ge boden, door niets gerechtvaardigd. Ons volkslied was een lied, dat door weinigen werd gekend en door hen, die het niet kenden, ternauwernood werd aangehoord; de kleuren van onze vlag, ja men wist, dat ze rood wit en blauw waren, en men. zag wel vlaggen, maar niet was het ónze vlag, de vlag van een èlk, die Nederlander is. Het Koningshuis? We hadden een Koningin, omdat nu eenmaal onze grondwet dat zoo bepaalde. Maar welk een wezenlijke waarde onze Vorstin voor volk en vaderland ver tegenwoordigt, werd door al te velen niet of onvoldoende begrepen. En nu is het goede en het hoopvolle van dezen tijd, dat dit alles zoo veranderd is. Niet langer is het vaderland een ongewe ten begrip, niet langer bestaat er blind heid voor de schoonheid der geschenken, die ons in vrijheid van denken en gelooven worden geschonken, Ons volkslied wordt weer gekend en gezongen en het brengt ons samen in eensgezinde burgerschap. Het rood wit en blauw is weer ons aller vlag, de Nederlandsche vlag, die met trots wordt ontplooid zoodra daartoe een aanleiding bestaat. En onze Koningin? Nu weten we in wijden kring: Zy schonk ons onnoeme lijk veel. Maar het schoonste geschenk, dat Zij ons gaf, is hierin gelegen, dat Zij door Haar lichtend voorbeeld, Haar nimmer verflauwende liefde voor het vaderland en Haar geduldige goedheid jegens Haar onderdanen de bewoners onzer elf provin ciën ondanks de verschillen, die naar aard, godsdienst en politiek inzicht bestaan, tot één volk heeft gevormd. Aldus zijn we in staat den eersten en laatsten mijlpaal van den reeds afgelegden weg in eenen blik te aanschouwen. On danks een tusschenliggende afstand van 365 jaren ontwaren we zoowel bij het be gin- als bij het eindpunt: Oranje. Ginds Prins Willem van Oranje, die met ons voorgeslacht den strijd tegen de verdruk king begon en met opoffering van goed en bloed daarin volhardde. Hier Koningin Wilhelmina, Prinses van Oranje Nassau, die ons veertig jaar lang voor verdrukking behoedde en door opoffering van Haar vrijheid onze vrijheid bewaarde. Ginds een volk, dat strevend naar de mogelijk heid om in het essentieele van zijn bestaan zich zelf te kunnen zijn, zich schaarde om Oranje. Hier een volk, dat door de ge schiedenis van het verladen en door het gebeuren van het heden voorgelicht, er naar streeft om zijn onafhankelijkheid te behouden en er van doordrongen is, dat het nergens beter dan in Oranje zijn aard- schen steun zal vinden. Wat zou het voor zin hebben om de dapperheid van ons Voorgeslacht te herdenken indien de geko zen weg tot ondergang had geleid? Maar nu wij ook na verloop van meer dan drie en een halve eeuw kunnen aanschouwen dat het den eenigen juisten weg is ingesla gen door Nederland aan Oranje te binden, is nu het woord van dank een ijdele klank of een behoefte der ziel? Hechten wij dan ook nu een krans aan dit Victoriebeeld, hetwelk werd opgericht om de herinnering te bewaren aan de tij dens het beleg betoonde moed en eensge zindheid van Alkmaar's burgery. Steeds zal blijven gelden, dat de kracht van een volk niet alleen gemeten wordt naar het aantal zijner burgers, maar ook en vooral naar den moed, die hen vervult, en naar de eendracht, die hen onderling verbonden houdt. Aldus herinnert dit Victoriebeeld ons niet alleen aan hetgeen achter ons ligt, maar wijst het ons ook den weg, dien wij hebben te vervolgen teneinde ons van „overlast ende tyrannye" bevrijd te houden. De krans was inmiddels aan het beeld ge hecht, de vlaggen waren geheschen en de aanwezigen hebben met begeleiding van de muziek de bekende coupletten van het Wil helmus gezongen. De versiering en de verlichting. Het woord van Jan Pietersz. Coen „Ende desespereert niet" hebben de buurtcommis- sies tot het hunne gemaakt. Pluvius is deze week hun waarlijk niet gunstig geweest en eerlijk gezegd, hadden wij verwacht, dat vele commissies door hem verslagen zou den zijn. Gisteravond hebben wij de ver lichting in oogenschouw genomen en gecon stateerd, dat dit slechts met vijf buurten, die in het programma als aan de versiering deelnemende, stonden vermeld, het geval is geweest; de overige twee-en-dertig hadden den strijd volgehouden en naar ons is ge bleken, met veel succes, want de verlichting van onze stad, ter eere van Alkmaars Ont zet, kan toch nog wel geslaagd genoemd worden. Voor de zooveelste maal werd bewezen, dat er wat bereikt kan worden door samenwer king, wanneer men maar over flinke initia tiefnemers beschikt. Het middeleeuwsche karakter van onze binnenstad komt door de duizenden lichtjes wel bizonder tot uiting. Dit was vooral het geval in de Magdalenastraat, het Fnidsen, de Hekelstraat, de St. Annastraat, de Konings weg, de Ramen, het Luttik Oudorp, het Ver- dronkenoord, de Oudegracht en het Hof plein. Gisteravond bewogen zich nog slechts weinig feestelingen langs de verlichte stra ten. Hoeveel feestelijker zal de verlichting vanavond nog aandoen, wanneer deze stra ten met duizenden vroolijke menschen zijn gevuld. Vanaf het Waagplein spreekt vooral de versiering in de Ramen tot de verbeelding. Men heeft daar in het midden van de straat een middeleeuwsche poort gebouwd en die door lichtcontouren aangegeven, terwijl een groot Victoriebeeld de poort bekroont. Aan de huizenkanten heeft men banen van doek in de stadskleuren aangebracht, die van on deren door indirect licht worden belicht, waardoor een aardig effect wordt verkre gen- De Magdalenenstraat maakt een briljanten indruk. Hier heeft men groene slingers ge drapeerd en in het middengedeelte electri- sche lampjes aangehracht, die als sterren glinsteren. Het Fnidsen is omgetooverd in een Iicht- galerij en maakt den indruk van oneindig heid. De Hekelstraat komt ook goed voor den dag. Dit typische oude straatje is met rood witte banen versierd, afgewisseld door een geslaagde verlichting.t De St. Annastraat bewijst weer, dat men daar vindingrijk is. Ditmaal heeft men daar op gelijke afstandengroote verlichte vlin ders aangebracht, waardoor een mooi effect wordt verkregen. In de Huigbrouwerstraat heeft men de versiering in hoofdzaak tot stand gebracht door het aanbrengen van vlaggedoek in de stads- en nationale kleuren, afgewisseld door lichtbakken. Aan het Luttik Ouddorp en de Zaadmarkt heeft men een aardige versiering gekregen door aan groote armen lichtkronen boven het water te hangen, die daarin fantastisch weerspiegelen. Staande vóór het Waagge bouw, heeft men hierop wel het mooiste gezicht. Het Hofplein, dat vanavond wel weer het centrum van de feestelijkheid zal zijn, zorg de voor een dansvloer met muziektent en er omheen een verlichting als van een motor- scooter. Boven op de tent is het verlichte wapen van Alkmaar aangebracht. In de Langestraat hangen de bekende groote achten in de stadskleuren. Eergister- nacht om twee uur zagen wij de werkers nog in den regen bezig, deze versiering, die overdag feestelijk aandoet, nog aan te bren- gn. Des avonds missen wij daarin de zoo noodige verlichting. De toren van het Stad huis is in floodlight gezet en vooral vanaf de Steenenbrug heeft men daarop een prachtig gezicht. In het Zevenhuizen hangen aardige ver lichte klokken, versierd met het Alkmaar- sche wapen en de bekende vaantjes in de stadskleuren. De verlichting van onze grachten. Onze grachten leenen zich wel bizonder voor het aanbrengen van een geslaagde verlichting. Die van de Zaadmarkt en het Luttik Ouddorp noemden wij reeds. Aan het Verdronkenoord ziet men dit jaar in lichtlijnen de fraaie contouren van de op haalbrug tegenover de St. Annastraat en vanaf de platte Steenenbrug, die met vaan tjes in de stadskleuren versierd is, heeft men daarop een fraai gezicht. In het ge deelte VerdronkenoordKraanbuurt heeft men een drijvenden tuin gemaakt met een metershoog spuitende fontein. Vooral over dag zal deze versiering kijkers trekken. Het gedeelte Oudegracht vanaf de Rid derstraat tot het Ritsevoort baadt in een zee van licht. Hier heeft men draden over de gracht gespannen, waaraan honderden lampjes schitteren, die in het water weer spiegelen. Bizonder fraai komen de Bergerbrug en de Lamoraalsluis aan onze Singelgracht uit. In het donkere water weerkaatsen de hon derden lichtjes, die de lijnen van deze brug gen aangeven. De overige buurten in de binnenstad. De Laat komt dit jaar goed voor den dag. Hier werken drie buurtcommissies en men was daar nog druk bezig, de versiering te voltooien, die bestaat uit monumentale zuilen, afgewisseld door standaards met guirlandes, vanen en wimpels. In de Wildemanstraat heeft men een eerepoort opgericht en een verlichting aangebracht, bestaande uit driekante lan- taarntjes afgewisseld door vaantjes in de stadskleuren. De Koorstraat en het Ritsevoort zijn weer versierd met de bekende vaantjes, waar- tusschen groote lichtkronen hangen. De Schoutenstraat maakt een aardigen indruk. De verlichting bestaat hier uit roode en witte ballen, terwijl bovendien een rijke vlaggenversiering is aangebracht. Aan den Koningsweg bouwde men eere poorten en zuilen en bracht men verder groene slingers en lichtguirlandes aan. De versiering buiten de wallen. De Stationsstraat is weer op dezelfde wijze verlicht als het vorige jaar. De roode lampjes en de daar aangebrachte oranje zuilen geven aan deze straat een gedistin- geerden indruk. In de Fores.tusstraat bouwde men eere- pcorten en zuilen in de stadskleuren ter wijl de straat overspannen is met lampjes, voorzien van kapjes in de stadskleuren. Het Scharloo heeft zich dit jaar aan de versiering van de Stationsweg aangesloten Reeds gisteravond was die perfect. In een men daar de oude stadspoorten op die op ons het vorig jaar zoo'n geslaagden indruk maakten. De storm heeft deze poorten ech ter vernield, zoodat men ze moest wegne men en een belangrijke schadepost moest boeken. De stemming van deze buurtbewo ners heeft daaronder evenwel niet geleden Reeds giscteravond was die perfect In een grooten wagen met tentdak, getrokken door een tractor, reden de Scharloo-bewo- ners, gestoken in de meest fantastische costuums, als een vroolijke studentengroen geassisteerd door de straatmuzikanten De Volendammers", achter de Postfanfare aan d'f. do°r de andere buurtcommissies meer officieel in landauers werd gevolgd De Spoorstraat maakte op ons'gister avond een bizonder goeden indruk Dank zy de geslaagde versiering, bestaande uit standaards met bloembakken, oranje bal lons en vaantjes, benevens aardige licht bakken met het jaartal 1573 en dèn dat^ 8 October deed deze echt feestelijk aan. In het Groene laantje by den Bergerh0vit had men een -ardige verlichting aange. bracht. De wuivende roode lampjes maak ten een feestelyken indruk. Aan het bzgin en het einde van de Metiusgracht waren lichtbakken gehangen met de opschriften „Alkmaars Ontzet" terwijl men ook hier de bekende vaantjes in de stadskleuren zag wapperen. De Lindelaan en het Varnebroek moet men vooral gaan zien. De electrische lamp jes tusschen het boomengroen, in de Linde- laan, en de bloemversiering sorteeren g0ed effect, terwyl de oranje en beschilderde zuilen en de overvloedige verlichting van het Varnebroek feestelijk aandoen. Ook geheel aan den Zuidoostkant der stad aan de Schaepmankade, is een versiering en verlichting aangebracht, op dezelfde wijZe als bij de feesten van het regeeringsjubi. leum. Het Nassaukwartier. Het Nassaukwartier geeft iets zeer aparts te zien. In de Nassaulaan zyn zuilen met de Alkmaarsche burcht en een leeuw erop, aangebracht. De fontein in 't Nassaukwar tier wordt met schijnwerpers belicht, ter wijl met daar ook 'n verlichten, draaienden keurig uitgevoerden molen kan aanschou wen. De Egmonderstraat heeft men op ge slaagde wijze van een groot aantal ver- keerslichen voorzien. Onze indruk is, dat de versiering en de verlichting getuigt van liefde voor de stad. Mogen vanavond duizenden van het fan tastische schouwspel genieten! Bioscopen. Victoria-theater, 8 uur, hoofdnummer Testpiloot (sens.-dram.); hoofdrollen Clark, Gable, Myrna Loy, Spencer Tracy. Toegang boven 18 jaar. Zondagmiddag van 2 uur af doorloopende voorstelling. Woensdagmiddag, half drie, matinee. City-theater, 8 uur, hoofdnummer Meis jes achter tralies (rom.-dram.); hoofdrollen Annie Duceau, Roger Duchesne, Corinne Luchaire. Toegang boven 18 jaar. Hedenmiddag, half 4, voorstelling, stelling. Zondagmiddag van 2 uur af doorloopende voorstelling. Woensdagmiddag, half drie, matinee. Bioscoop Harmonie, tot en met Woens dagmiddag (uitgezonderd 8 Oct.), 's av. 8 uur, hoofdnummer Het balboekje (rom.); hoofdrollen Harry Baur, Marie Bell, Pierre Blanchar, Francoise Rosay e.a. Toegang beven 18 jaar. Zondagmiddag van 2 uur af doorloopende voorstelling. Woensdagmiddag, half drie, matinee. Zaterdag 8 October. 't Gulden Vlies, 4 uur thé dansant; 8 uur, feestavond met muziek. Harmonie, 8 uur, groote zaal en dancing, feestavond met muziek in beide zalen. 7.30 uur, Groote kerk, Jubileumconcert Alkm. dubbel-mannenkwartet Zang en Vriendschap. Maandag 10 October. 8.15 uur, vrijm. loge Nieuwesloot 111, mej. J. van Wijngaarden over Het leven na den dood. Onze groote omzet maakt het moge lijk om U met onze groote ervaring steeds Juist voor te lichten en steeds billijker te zijn. Centrale Verwarming Alkmaar Rotterdam TeL 2197-3897TeL 44504 GOED AFGELOOPEN. Hedenmorgen kwam, tengevolge van den. storm van de laatste dagen, in de Langestraat een lantaarn naar beneden. Een passeerende verpleegster ontkwam aan letsel, doordat zij, teger den wind in voorover op haar fiets zat, waardoor de lantaarn, langs haar rug op het plaveisel terecht kwam. BLAVATSKY-LOGE. Men schrijft ons: Op de eerste openbare voordracht van dit seizoen zal het zoo actueele onderwerp: „Het leven na den dood" door mej. Van Wijngaarden behandeld worden. Dit gegeven is door de spiritisten cn anderen meerdere malen in bijzonderheden naar voren gebracht. De reden waarom de Theosofie 't noodig vindt hiervoor de aan dacht te vragen ligt in 't feit dat zij daarop een veel ruimer licht kan werpen dan welke zienswijze ook. De directe occulte waarnemingen maken het mogelijk met cosmische bewustzyns-toestanden in aan raking te komen die elke mediamieke scha kel onnoodig maken. Het eerstehands zien en evaren door hen die langs den weg van geestelijke training inhoudende reinheid en zelftucht dit innerlijke hoogtepunt in evalutie hebben bereikt waarborgt de juist heid en zuiverheid van hun mededeelingen. Zij kan daarom meer geven en dieper in gaan op dit vraagstuk dat van 't grootste elang is voor de geheele menschheid. Zy weet door de bloem der menschheid: door hen die de voorlichters zijn van de wereld wat de leemten en onvolkomen heden zijn van hen die passief waarne men en daarvan slechts gedeeltelijk kun nen getuigen omdat zij niet in staat zijn he cosmisch verband te leggen tusschen al wat is.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 2