Wie kwaliteit prefereert en gezondheid
Agenda
de Vries
VIRGINIA
lang niet op mooi weer staat, heeft men
besloten de geheele versiering maar op te
bergen en ook enkele groote magazijnen
hebben op politie-advies niet datgene aan
hun gevels gehangen dat bestemd was de
straat in het algemeen en het winkelpand
in het bijzonder een feestelijk cachet te
geven.
De stadsbeiaardier is gisteravond al met
het gebruikelijke klokkenspel begonnen en
heeft vandaag weer een groot deel van het
programma voor zijn rekening te nemen.
De lampion-optocht.
Lang is er geaarzeld of de lampion
optocht gisteravond zou doorgaan, maar ten
slotte hebben een 150-tal kinderen het er op
gewaagd en zijn met muziek door een groot
deel van de stad getrokken. Het was wel een
beetje magere optocht maar het bewees toch,
dat de jeugd zich in haar feestplannen niet
door het weer laat dwarsboomen en dat
hield al de belofte in, dat men ook heden
niet veel van het programma zou afwijken,
De reveille.
Het begin van vandaag was natuurlijk als
steeds weer de reveille, een onderdeel van
de feestviering, waarvan de organisatoren
zeker niet graag zouden afzien. En het is
goed gezien om de jeugd zooveel mogelijk
te laten meewerken aan de ontzet-herden
king.
De groep jeugdige zangers en zangeressen
was vanmorgen kleiner dan gewoonlijk, na
tuurlijk een gevolg van storm en regen. Ten
gevolge hiervan ook was de belangstelling
van het publiek op straat veel geringer dan
anders. Wel zag men groote aantallen
menschen voor de ramen hunner woningen.
Vóór den aftocht van de Steenenbrug
werden onder leiding van den heer Corn.
Jonker gezongen (natuurlijk) het Alk-
maarsche volkslied en het Herdenkingslied.
Daarna trok de stoet voorafgegaan door
ruiterpolitie en bestuursleden en onder be
geleiding van het muziekcorps „Soli Deo
Gloria" de stad door, zingend en jubelend en
overal de menschen opwekkend.
Na een marsch van ongeveer drie kwartier
kwam de optocht bij het huis van den bur
gemeester aan den Nieuwlandersingel, waar
zich geleidelijk een groep belangstellenden
had gevormd, evenals aan den overkant in
het Kennemerpark, al moet gezegd worden,
dat die belangstelling ook danig geleden had
onder de ongunstige weersomstandigheden.
Aan mevr. van Kinschot, die met den bur
gemeester op de stoep mede de zanghulde in
ontvangst nam, werd door een paar meisjes
een bouquet witte en roode anjers aange
boden, gebonden met een lint in dezelfde
kleuren.
Na den zang sprak jhr. van Kinschot een
woord van hartelijken dank tot de jeugd,
terwijl hij het in den heer Jonker zeer prees,
dat deze telken j are zich weer belast met de
leiding ervan.
Een „Leve Alkmaar", door den burge
meester ingezet, werd enthousiast onder
streept, gelijk men ook deed met een „Leve
de burgemeester".
De kinderen ontvingen allen weder de ge
bruikelijke tractatie, de burgemeester sprak
eenige oogenblikken met de bestuursleden
van de 8 October-vereeniging en toen ging
het weer via Ritsevoort en Langestraat naai
de Steenenbrug, waar de stoet ontbonden
werd.
Koraalmuziek.
En toen haastte zich „Soli Deo Gloria"
"weer, om de aangekondigde koraalmuziek
vanaf het bordes van het stadhuis te laten
weerklinken. Het waren oud-Hollandsche
liederen ,alsmsde de Psalmen 33 en 138,
Gezang 50 en „Van Alkmaar de Victorie",
waarna besloten werd met het Wilhelmus.
De kinderoptocht.
Van half tien tot 11.15 uur werd er een
kinderoptocht gehouden met versierde
fietsen, autopeds, trekkarren enz. Voor
dezen optocht verleende het muziekgezel
schap „Soli Deo Gloria" zijn medewerking.
Honderden hadden zich langs de route
voor den optocht opgesteld. Ondanks het
minder gunstige weer trokken de kinde
ren met blijde gezichten zegevierend ach
ter hun verschillende vehikels.
De vreugde van de kinderen sloeg over
op de toeschouwers.
Voor het kind is het zelfgemaakte num
mertje van een stel wielen met een paar
plankjes al even waardevol als de prachtig
uitgevoerde boot met meisjes in het blauw
en jongens in witte matrozenpakjes. Ver
schillende jongens stapten althans met
evenveel trots voor hun stijfselkistje.
Van de commissie is het goed gezien
alles toe te laten, want daardoor wordt
het een feest waaraan allen deel kunnen
nemen en het doel van een dergelijke
optocht is bovenal de kinderen er aan deel
te doen hebben en in dit opzicht kan de
optocht, die bij de brandweerkazerne
ontbonden werd, geslaagd worden ge
noemd.
De plechtigheid bij het Victoriebeeld.
Om half twaalf is het bestuur van de
8 October-vereeniging, als gewoonlijk met
muziek en met een krans dragende meisjes
naar het Victoriepark getrokken waar de
voorzitter, mr. C. J. de Lange het spreek
gestoelte beklom en de volgende rede heeft
gehouden:
Even zoovele jaren als een jaar dagen telt
scheiden ons heden van den dag, waarop
Alkmaar werd ontzet. Het lijkt een onaf
zienbare tijd. En toch is er in dit jaar 1938,
waarin het regeeringsjubileum van onze
geëerbiedigde Koningin werd gevierd, meer
ncjg dan in andere jaren reden om onze ge
dachten op het lang vervlogen verleden te
richten. Immers stelde het regeeringsjubi
leum ons in staat om het laatste gedeelte
van den tot heden door het Nederlandsche
vólk afgelegden weg te beschouwen, Alk-
maar's ontzet schenkt ons de gelegenheid
om onzen blik op het begin van dien weg te
vestigen.
Is het een vermetelheid om bij het over
zien van den weg, dien ons volk tot heden
heeft afgelegd, het ontzet van Alkmaar als
het beginpunt daarvan aan te merken? Kan
men werkelijk in ernst aannemen, dat het
ontzet van het stadje, dat Alkmaar in het
jaar 1573 vormde, met zijn aarden wallen,
zijn houten poorten en. zijn geringe bevol
king, van zulk een beslissenden invloed is
eischt CH IE F WH1P
geweest? Hebben de 800 burgers en de
1400 man sterke bezettingstroepen werke
lijk een daad van historische beteekenis
verricht, toen zy het bestonden om zeven
weken lang de in aantal en uitrusting over
machtige belegeraars te weerstaan? Is een
dergelijke verheffing van de belangrijkheid
van dit gebeuren misschien het gevolg van
chauvinisme, begrijpelijk voor burgers van
deze stad, maar onaanvaardbaar voor hen,
die elders woonachtig zijn? Wel steeds zul
len deze en dergelijke vragen oprijzen bij
hem, die zich voor de taa"k ziet gesteld om
op den achtsten October een herdenkings
rede uit te spreken.
Toen in het jaar 1864 dr.'J) J. de Gelder,
de toenmalige Rector van het Gymnasium,
ter herdenking van Alkmaar's ontzet een
toespraak hield niet hier aan den voet
van dit Victoriebeeld, daar dit eerst twaalf
jaar later en juist dank zij zijn aansporin
gen zou worden onthuld stelde hij in den
aanvang van zijn betoog de vraag:. „Is het
dan welgedaan dien altoos gedenkwaardi-
gen 18 September met zooveel ophef te
vermelden?" Een vraag, die de Gelder met
een wel zeer krachtig ja heeft beantwoord.
Maar omtrent de beteekenis van Alk
maar's ontzet is er een getuigenis van
iemand, aan wiens gezag ten aanzien van
de waardeering der toenmaals plaats heb
bende gebeurtenissen niet te twijfelen valt.
Als het Prins Willem de Eerste is, de Va
der des Vaderlands, de grondvester van
ons vrij en onafhankelijk volksbestaan, die
deze getuigenis uitspreekt, wil dan nog
iemand een uitspraak doen, die afwijkt van
zijn inzichten? Welnu, in ons Gemeente
archief wordt een brief bewaard, op den
21 September 1573 door den Prins tot de
regeering van Alkmaar gericht, waarin na
dat dank en lof aan de door de belegerden
betoonde dapperheid zijn gebracht en nadat
de toestand van het oogenblik is uiteengezet,
dit „vrindelyck vermaen" volgt: „dat ghijl.
volherdende ü.L vromicheyt noch eenen
cleynen tijt den vyandt wederstaet, ver-
sekert zijnde, dat hij sal moeten ontwijcken
waardoer ghyl. nyet alleenlyck die stadt
Alckmaer ende u selven, maer oock allen
uwen naebueren, Jae 't gheheele landt van
alle voorder overlast ende tyrannye ten
eewigen daeghe sult bevrijden". Een krach
tiger bewijs, dat het „Van Alkmaar de Vic
torie" niet -een juichkreet is, die door Alk-
maarders werd aangeheven als een poging
om aan hun stad onverdiend een roemrijke
plaats in de geschiedenis van het vaderland
te bezorgen,, is moeilijk denkbaar.
Op gezag van Prins Willem van Oranje
mogen wij aannemen, dat een andere afloop
van de belegering dezer vesté op de verdere
ontwikkeling der krijgsverfichtïngen een
zoo grooten invloed zou hebben uitgeoefend,
dat de vraag gerechtvaardigd is of zonder
Alkmaar's ontzet de strijd ter verkrijging
van onze onafhankelijkheid niet op een
nederlaag ware uitgeloopen. Aldus be
schouwd lijdt het geen twijfel, dat de dap
perheid door Alkmaar's burgery betoond
zoowel in haar besluit om zich tegen het
Spaansch geweld te verzetten als 0 in de
standvastigheid, waarmede dat besluit werd
ten uitvoer gelegd, de prille aanvang is van
den weg, die het Nederlandsche volk als
een onafhankelijke en ondeelbare staat is
ingeslagen. En het is onmogelijk om deze
beteekenis te verkleinen door te wijzen op
de simpelheid van het toenmalig krijgs
bedrijf vergeleken bij de afschuwelijkheid
van het oorlogsbedrijf zooals het zich in
onzen tijd heeft ontwikkeld, omdat een
besluit om zich tegen een overmachtigen, ja
misschien wel zevenmaal sterkeren vijand
te verzetten in alle tijden dezelfde zedelijke
kracht vordert.
Juist dit laatste is het, dat de herdenking
van Alkmaar's belegering en ontzet plicht
doet zyn niet alleen tegenover het voor
geslacht, maar ook en vooral tegenover ons
zeiven en hen, die na ons zullen komen.
Want de verdienste van het voorgeslacht
bestaat en is onafhankelijk van de mate van
waardeering, die wy er aan toe kennen.
Maar niet bestendig is onze standvastigheid,
onze kracht, ons vertrouwen in de toe
komst, onze waardeering voor het vaderland,
onze klaarheid van besef omtrent de zege
ningen van ons staatsbestel.
De geschiedenis van ons vaderland bewijst
de veranderlijkheid van al deze gevoelens.
En ook de jongste tijd wijst aan, hoe de mate
onzer waardeering kan dalen en stijgen. Nog
slechts een betrekkelijk gering aantal jaren
geleden dreigde voor velen het begrip
„vaderland" weg te vallen. Het werd be
schouwd als het resultaat van een kunst
matige trekking van grenzen, door niets ge
boden, door niets gerechtvaardigd. Ons
volkslied was een lied, dat door weinigen
werd gekend en door hen, die het niet
kenden, ternauwernood werd aangehoord;
de kleuren van onze vlag, ja men wist, dat
ze rood wit en blauw waren, en men. zag
wel vlaggen, maar niet was het ónze vlag,
de vlag van een èlk, die Nederlander is. Het
Koningshuis? We hadden een Koningin,
omdat nu eenmaal onze grondwet dat zoo
bepaalde. Maar welk een wezenlijke waarde
onze Vorstin voor volk en vaderland ver
tegenwoordigt, werd door al te velen niet of
onvoldoende begrepen.
En nu is het goede en het hoopvolle van
dezen tijd, dat dit alles zoo veranderd is.
Niet langer is het vaderland een ongewe
ten begrip, niet langer bestaat er blind
heid voor de schoonheid der geschenken,
die ons in vrijheid van denken en gelooven
worden geschonken, Ons volkslied wordt
weer gekend en gezongen en het brengt
ons samen in eensgezinde burgerschap. Het
rood wit en blauw is weer ons aller vlag,
de Nederlandsche vlag, die met trots wordt
ontplooid zoodra daartoe een aanleiding
bestaat. En onze Koningin? Nu weten we
in wijden kring: Zy schonk ons onnoeme
lijk veel. Maar het schoonste geschenk, dat
Zij ons gaf, is hierin gelegen, dat Zij door
Haar lichtend voorbeeld, Haar nimmer
verflauwende liefde voor het vaderland
en Haar geduldige goedheid jegens Haar
onderdanen de bewoners onzer elf provin
ciën ondanks de verschillen, die naar aard,
godsdienst en politiek inzicht bestaan, tot
één volk heeft gevormd.
Aldus zijn we in staat den eersten en
laatsten mijlpaal van den reeds afgelegden
weg in eenen blik te aanschouwen. On
danks een tusschenliggende afstand van
365 jaren ontwaren we zoowel bij het be
gin- als bij het eindpunt: Oranje. Ginds
Prins Willem van Oranje, die met ons
voorgeslacht den strijd tegen de verdruk
king begon en met opoffering van goed en
bloed daarin volhardde. Hier Koningin
Wilhelmina, Prinses van Oranje Nassau,
die ons veertig jaar lang voor verdrukking
behoedde en door opoffering van Haar
vrijheid onze vrijheid bewaarde. Ginds
een volk, dat strevend naar de mogelijk
heid om in het essentieele van zijn bestaan
zich zelf te kunnen zijn, zich schaarde om
Oranje. Hier een volk, dat door de ge
schiedenis van het verladen en door het
gebeuren van het heden voorgelicht, er
naar streeft om zijn onafhankelijkheid te
behouden en er van doordrongen is, dat
het nergens beter dan in Oranje zijn aard-
schen steun zal vinden. Wat zou het voor
zin hebben om de dapperheid van ons
Voorgeslacht te herdenken indien de geko
zen weg tot ondergang had geleid? Maar
nu wij ook na verloop van meer dan drie
en een halve eeuw kunnen aanschouwen
dat het den eenigen juisten weg is ingesla
gen door Nederland aan Oranje te binden,
is nu het woord van dank een ijdele klank
of een behoefte der ziel?
Hechten wij dan ook nu een krans aan
dit Victoriebeeld, hetwelk werd opgericht
om de herinnering te bewaren aan de tij
dens het beleg betoonde moed en eensge
zindheid van Alkmaar's burgery. Steeds zal
blijven gelden, dat de kracht van een volk
niet alleen gemeten wordt naar het aantal
zijner burgers, maar ook en vooral
naar den moed, die hen vervult, en naar de
eendracht, die hen onderling verbonden
houdt. Aldus herinnert dit Victoriebeeld
ons niet alleen aan hetgeen achter ons ligt,
maar wijst het ons ook den weg, dien wij
hebben te vervolgen teneinde ons van
„overlast ende tyrannye" bevrijd te houden.
De krans was inmiddels aan het beeld ge
hecht, de vlaggen waren geheschen en de
aanwezigen hebben met begeleiding van de
muziek de bekende coupletten van het Wil
helmus gezongen.
De versiering en de verlichting.
Het woord van Jan Pietersz. Coen „Ende
desespereert niet" hebben de buurtcommis-
sies tot het hunne gemaakt. Pluvius is deze
week hun waarlijk niet gunstig geweest en
eerlijk gezegd, hadden wij verwacht, dat
vele commissies door hem verslagen zou
den zijn. Gisteravond hebben wij de ver
lichting in oogenschouw genomen en gecon
stateerd, dat dit slechts met vijf buurten,
die in het programma als aan de versiering
deelnemende, stonden vermeld, het geval is
geweest; de overige twee-en-dertig hadden
den strijd volgehouden en naar ons is ge
bleken, met veel succes, want de verlichting
van onze stad, ter eere van Alkmaars Ont
zet, kan toch nog wel geslaagd genoemd
worden.
Voor de zooveelste maal werd bewezen, dat
er wat bereikt kan worden door samenwer
king, wanneer men maar over flinke initia
tiefnemers beschikt.
Het middeleeuwsche karakter van onze
binnenstad komt door de duizenden lichtjes
wel bizonder tot uiting. Dit was vooral het
geval in de Magdalenastraat, het Fnidsen, de
Hekelstraat, de St. Annastraat, de Konings
weg, de Ramen, het Luttik Oudorp, het Ver-
dronkenoord, de Oudegracht en het Hof
plein. Gisteravond bewogen zich nog slechts
weinig feestelingen langs de verlichte stra
ten. Hoeveel feestelijker zal de verlichting
vanavond nog aandoen, wanneer deze stra
ten met duizenden vroolijke menschen zijn
gevuld.
Vanaf het Waagplein spreekt vooral de
versiering in de Ramen tot de verbeelding.
Men heeft daar in het midden van de straat
een middeleeuwsche poort gebouwd en die
door lichtcontouren aangegeven, terwijl een
groot Victoriebeeld de poort bekroont. Aan
de huizenkanten heeft men banen van doek
in de stadskleuren aangebracht, die van on
deren door indirect licht worden belicht,
waardoor een aardig effect wordt verkre
gen-
De Magdalenenstraat maakt een briljanten
indruk. Hier heeft men groene slingers ge
drapeerd en in het middengedeelte electri-
sche lampjes aangehracht, die als sterren
glinsteren.
Het Fnidsen is omgetooverd in een Iicht-
galerij en maakt den indruk van oneindig
heid.
De Hekelstraat komt ook goed voor den
dag. Dit typische oude straatje is met rood
witte banen versierd, afgewisseld door een
geslaagde verlichting.t
De St. Annastraat bewijst weer, dat men
daar vindingrijk is. Ditmaal heeft men daar
op gelijke afstandengroote verlichte vlin
ders aangebracht, waardoor een mooi effect
wordt verkregen.
In de Huigbrouwerstraat heeft men de
versiering in hoofdzaak tot stand gebracht
door het aanbrengen van vlaggedoek in de
stads- en nationale kleuren, afgewisseld
door lichtbakken.
Aan het Luttik Ouddorp en de Zaadmarkt
heeft men een aardige versiering gekregen
door aan groote armen lichtkronen boven
het water te hangen, die daarin fantastisch
weerspiegelen. Staande vóór het Waagge
bouw, heeft men hierop wel het mooiste
gezicht.
Het Hofplein, dat vanavond wel weer het
centrum van de feestelijkheid zal zijn, zorg
de voor een dansvloer met muziektent en er
omheen een verlichting als van een motor-
scooter. Boven op de tent is het verlichte
wapen van Alkmaar aangebracht.
In de Langestraat hangen de bekende
groote achten in de stadskleuren. Eergister-
nacht om twee uur zagen wij de werkers
nog in den regen bezig, deze versiering, die
overdag feestelijk aandoet, nog aan te bren-
gn. Des avonds missen wij daarin de zoo
noodige verlichting. De toren van het Stad
huis is in floodlight gezet en vooral vanaf
de Steenenbrug heeft men daarop een
prachtig gezicht.
In het Zevenhuizen hangen aardige ver
lichte klokken, versierd met het Alkmaar-
sche wapen en de bekende vaantjes in de
stadskleuren.
De verlichting van onze grachten.
Onze grachten leenen zich wel bizonder
voor het aanbrengen van een geslaagde
verlichting. Die van de Zaadmarkt en het
Luttik Ouddorp noemden wij reeds. Aan
het Verdronkenoord ziet men dit jaar in
lichtlijnen de fraaie contouren van de op
haalbrug tegenover de St. Annastraat en
vanaf de platte Steenenbrug, die met vaan
tjes in de stadskleuren versierd is, heeft
men daarop een fraai gezicht. In het ge
deelte VerdronkenoordKraanbuurt heeft
men een drijvenden tuin gemaakt met een
metershoog spuitende fontein. Vooral over
dag zal deze versiering kijkers trekken.
Het gedeelte Oudegracht vanaf de Rid
derstraat tot het Ritsevoort baadt in een zee
van licht. Hier heeft men draden over de
gracht gespannen, waaraan honderden
lampjes schitteren, die in het water weer
spiegelen.
Bizonder fraai komen de Bergerbrug en
de Lamoraalsluis aan onze Singelgracht uit.
In het donkere water weerkaatsen de hon
derden lichtjes, die de lijnen van deze brug
gen aangeven.
De overige buurten in de binnenstad.
De Laat komt dit jaar goed voor den dag.
Hier werken drie buurtcommissies en men
was daar nog druk bezig, de versiering te
voltooien, die bestaat uit monumentale
zuilen, afgewisseld door standaards met
guirlandes, vanen en wimpels.
In de Wildemanstraat heeft men een
eerepoort opgericht en een verlichting
aangebracht, bestaande uit driekante lan-
taarntjes afgewisseld door vaantjes in de
stadskleuren.
De Koorstraat en het Ritsevoort zijn weer
versierd met de bekende vaantjes, waar-
tusschen groote lichtkronen hangen.
De Schoutenstraat maakt een aardigen
indruk. De verlichting bestaat hier uit
roode en witte ballen, terwijl bovendien
een rijke vlaggenversiering is aangebracht.
Aan den Koningsweg bouwde men eere
poorten en zuilen en bracht men verder
groene slingers en lichtguirlandes aan.
De versiering buiten de wallen.
De Stationsstraat is weer op dezelfde
wijze verlicht als het vorige jaar. De roode
lampjes en de daar aangebrachte oranje
zuilen geven aan deze straat een gedistin-
geerden indruk.
In de Fores.tusstraat bouwde men eere-
pcorten en zuilen in de stadskleuren ter
wijl de straat overspannen is met lampjes,
voorzien van kapjes in de stadskleuren.
Het Scharloo heeft zich dit jaar aan de
versiering van de Stationsweg aangesloten
Reeds gisteravond was die perfect. In een
men daar de oude stadspoorten op die op
ons het vorig jaar zoo'n geslaagden indruk
maakten. De storm heeft deze poorten ech
ter vernield, zoodat men ze moest wegne
men en een belangrijke schadepost moest
boeken. De stemming van deze buurtbewo
ners heeft daaronder evenwel niet geleden
Reeds giscteravond was die perfect In een
grooten wagen met tentdak, getrokken
door een tractor, reden de Scharloo-bewo-
ners, gestoken in de meest fantastische
costuums, als een vroolijke studentengroen
geassisteerd door de straatmuzikanten De
Volendammers", achter de Postfanfare aan
d'f. do°r de andere buurtcommissies meer
officieel in landauers werd gevolgd
De Spoorstraat maakte op ons'gister
avond een bizonder goeden indruk Dank
zy de geslaagde versiering, bestaande uit
standaards met bloembakken, oranje bal
lons en vaantjes, benevens aardige licht
bakken met het jaartal 1573 en dèn dat^
8 October deed deze echt feestelijk aan.
In het Groene laantje by den Bergerh0vit
had men een -ardige verlichting aange.
bracht. De wuivende roode lampjes maak
ten een feestelyken indruk.
Aan het bzgin en het einde van de
Metiusgracht waren lichtbakken gehangen
met de opschriften „Alkmaars Ontzet"
terwijl men ook hier de bekende vaantjes
in de stadskleuren zag wapperen.
De Lindelaan en het Varnebroek moet
men vooral gaan zien. De electrische lamp
jes tusschen het boomengroen, in de Linde-
laan, en de bloemversiering sorteeren g0ed
effect, terwyl de oranje en beschilderde
zuilen en de overvloedige verlichting van
het Varnebroek feestelijk aandoen.
Ook geheel aan den Zuidoostkant der stad
aan de Schaepmankade, is een versiering en
verlichting aangebracht, op dezelfde wijZe
als bij de feesten van het regeeringsjubi.
leum.
Het Nassaukwartier.
Het Nassaukwartier geeft iets zeer aparts
te zien. In de Nassaulaan zyn zuilen met
de Alkmaarsche burcht en een leeuw erop,
aangebracht. De fontein in 't Nassaukwar
tier wordt met schijnwerpers belicht, ter
wijl met daar ook 'n verlichten, draaienden
keurig uitgevoerden molen kan aanschou
wen. De Egmonderstraat heeft men op ge
slaagde wijze van een groot aantal ver-
keerslichen voorzien.
Onze indruk is, dat de versiering en de
verlichting getuigt van liefde voor de stad.
Mogen vanavond duizenden van het fan
tastische schouwspel genieten!
Bioscopen.
Victoria-theater, 8 uur, hoofdnummer
Testpiloot (sens.-dram.); hoofdrollen Clark,
Gable, Myrna Loy, Spencer Tracy. Toegang
boven 18 jaar.
Zondagmiddag van 2 uur af doorloopende
voorstelling.
Woensdagmiddag, half drie, matinee.
City-theater, 8 uur, hoofdnummer Meis
jes achter tralies (rom.-dram.); hoofdrollen
Annie Duceau, Roger Duchesne, Corinne
Luchaire. Toegang boven 18 jaar.
Hedenmiddag, half 4, voorstelling,
stelling.
Zondagmiddag van 2 uur af doorloopende
voorstelling.
Woensdagmiddag, half drie, matinee.
Bioscoop Harmonie, tot en met Woens
dagmiddag (uitgezonderd 8 Oct.), 's av. 8
uur, hoofdnummer Het balboekje (rom.);
hoofdrollen Harry Baur, Marie Bell, Pierre
Blanchar, Francoise Rosay e.a. Toegang
beven 18 jaar.
Zondagmiddag van 2 uur af doorloopende
voorstelling.
Woensdagmiddag, half drie, matinee.
Zaterdag 8 October.
't Gulden Vlies, 4 uur thé dansant; 8 uur,
feestavond met muziek.
Harmonie, 8 uur, groote zaal en dancing,
feestavond met muziek in beide zalen.
7.30 uur, Groote kerk, Jubileumconcert
Alkm. dubbel-mannenkwartet Zang en
Vriendschap.
Maandag 10 October.
8.15 uur, vrijm. loge Nieuwesloot 111,
mej. J. van Wijngaarden over Het leven
na den dood.
Onze groote omzet maakt het moge
lijk om U met onze groote ervaring
steeds Juist voor te lichten en steeds
billijker te zijn.
Centrale Verwarming
Alkmaar Rotterdam
TeL 2197-3897TeL 44504
GOED AFGELOOPEN.
Hedenmorgen kwam, tengevolge van
den. storm van de laatste dagen, in de
Langestraat een lantaarn naar beneden.
Een passeerende verpleegster ontkwam
aan letsel, doordat zij, teger den wind in
voorover op haar fiets zat, waardoor de
lantaarn, langs haar rug op het plaveisel
terecht kwam.
BLAVATSKY-LOGE.
Men schrijft ons:
Op de eerste openbare voordracht van
dit seizoen zal het zoo actueele onderwerp:
„Het leven na den dood" door mej. Van
Wijngaarden behandeld worden.
Dit gegeven is door de spiritisten cn
anderen meerdere malen in bijzonderheden
naar voren gebracht. De reden waarom de
Theosofie 't noodig vindt hiervoor de aan
dacht te vragen ligt in 't feit dat zij daarop
een veel ruimer licht kan werpen dan
welke zienswijze ook. De directe occulte
waarnemingen maken het mogelijk met
cosmische bewustzyns-toestanden in aan
raking te komen die elke mediamieke scha
kel onnoodig maken. Het eerstehands zien
en evaren door hen die langs den weg van
geestelijke training inhoudende reinheid
en zelftucht dit innerlijke hoogtepunt in
evalutie hebben bereikt waarborgt de juist
heid en zuiverheid van hun mededeelingen.
Zij kan daarom meer geven en dieper in
gaan op dit vraagstuk dat van 't grootste
elang is voor de geheele menschheid.
Zy weet door de bloem der menschheid:
door hen die de voorlichters zijn van de
wereld wat de leemten en onvolkomen
heden zijn van hen die passief waarne
men en daarvan slechts gedeeltelijk kun
nen getuigen omdat zij niet in staat zijn
he cosmisch verband te leggen tusschen
al wat is.