Agenda
iOTovAÖis]
„De taak van Christus' kerk nü.''
Engelsche Colbert Costuums
alkmaarsche courant
!Bucqectiikt Stond
49.50
In 1798 begon de geschiedenis
der
eerste blad.
Openbare getuigenisavond van
„Kerk en Vrede".
Ds. Hugenholtz spreekt.
De beroemde
Gerard Worm, in de Houttu.
Voor de huisvrouw.
advertenti- in du
Alkmaar, Donderdag1.
Gisteravond werd door de afdeeling
Alkmaar van „Kerk en Vrede" in de
Lut'hersche kerk alhier een openbare ge
tuigenisavond gehouden, waarop ds. J. B.
Th. Hugenholtz uit Ammerstol, de secre
taris dezer vereeniging van christen-anti-
militairisten, het woord voerde.
Na het gezamenlijk zingen van psalm
89 7 en 8 werd door ds. Kuiper, predi
kant der doopsgezinde gemeente alhier,
de avond geopend met het voorlezen van
een gedeelte van het vijfde hoofdstuk van
Mattheus, n.1. de verzen 13 tot 16 en 38
tot en met 49. Na het gebed sprak ds.
Kuiper vervolgens een kort openingswoord
tot de aanwezigen.
Wij komen, aldus ds. Kuiper, heden,
kort na de bewogen dagen van de jongste
internationale spanningen, bijeen in 't
besef een nieuw begin te moeten maken
en getuigenis te moeten geven midden in
deze wereld van wat in ons leeft,
In verband met een binnen gekomen
vraag zeide ds. Kuiper voort9 nog iets over
het z.g. „ambtenarenverbod." Dit verbod,
dat de aanhangers van Kerk en Vrede
stempelt tot staatsgevaarlijke personen, is
voor velen een groot onrecht. Hiermede
wordt tekort gedaan aan de vrijheid tot
het belijden van het Christelijk geloof.
Na het zingen van „Een vaste burcht is
onze God" was het woord aan ds. Hugen
holtz, die spreken zou over het onderwerp
„De taak van Christus' kerk nü".
Voor on9 christenen is het aldus ds.
Hugenholtz in deze dagen noodzakelij
ker dan ooit ons te bezinnen op ons gees
telijk bezit. We moeten weten op welke
plaats we staan in deze wereld ten op
zichte van het oorlogsgeweld.
In de laatste dagen van September
bleek opnieuw, dat het pp critieke mo
menten, zooals Luther zei „met onze
kracht alras gedaan" is. Maar ondanks dit
feit, blijve de eenehid bewaard. Jezus bad
in de laatste dagen van Zijn leven voor
Zijn discipelen: Dat zij allen één mogen
zijn. Alles wat de éénheid kan breken moet
worden afgewezen. Laten wij allen staan
achter het Kruis, niet eensdenkend, maar
eenswillend. Laten we een gemeenschap
vormen, die allen verbindt, een gemeen
schap, zooals die in de eerste tijden van
het christendom te vinden was, gedreven
door eenzelfden geest, een éénheid, waar
op ook Paulus in zijn brieven aan de
Corinthiërs telkens wqgs.
Het geheele Romeinsche ryk door vin
den we die eenheid in de oud-christelijke
gemeenten. Vergelijken we deze eenheid
met de verdeeldheid in de wereld van nu,
dan geeft dit ons een gevoel van groote
schuld. Een schuld, doordat thans een
verscheurde kerk staat tegenover de pro
blemen van onzen tijd. Niet alleen uit het
feit, dat de aanhangers van het christelijk
geloof over zoovele kerken verdeeld1 zijn,
maar ook en vooral blijkt de verschrikke
lijke verdeeldheid uit de genationaliseer
de kerken, die het belang van den Staat
het belangrijkst maken, die afwijzend
staan tegenover de boven-nationale ver
bondenheid.
Vóór 1914 waren we ons niet zoo bewust
van de genationaliseerden vorm van de
kerken. In den oorlog kwam het voor, dat
de kerken den zegen afsmeekten van God
over den strijd van hun land, dat gebeden
uitgesproken werden voor de vernietiging
van andere broeder-christenvolken, dat
Duitsche predikanten van den kansel ver
kondigden: „God zij dank, dat de oorlog
gekomen is" en „God lief hebben betee-
kent thans oorlogvoerenIn Neder
land was en is de tendenz: God bidden en
het kruit droog houden.
De eerste eeuwen stond men anders
tegenover den oorlog. Bekende kerkvaders
hebben den oorlog veroordeeld als een
zonde tegenover God. Nadat de chr. kerk
staatskerk geworden is, wijzigt zij al
spoedig haar houding. Het jaar der her
vorming, 1517, brengt t.a.v. van het oor-
logsvraagstuk géén hervorming. De her
vormde landskerk past zich integendeel
nóg meer aan en maakt mede daardoor de
genationaliseerde kerk mogelijk. Wel is er
hier en daar verzet en weigeren bepaalde
groepen oorlogsdiensten te verrichten:
Doopsgezinden, Quakers, Franciscanen e.a.
1914 echter brengt pas weer een herleving
van het gevoel dat een oorlog beteekent
het overtreden van alle geboden Gods en
dé verbreking van de eenheid van het
lichaam van Christus. Ook builen Kerk en
Vrede erkent men, dat Christus, die Zijn
leven voor de volken gaf, den oorlog ver-
oordeelt. De oorlog staat of valt met de
vijandschap, die veroordeeld wordt. Eras
mus geeft ons te verstaan, dat het Onze
Vader in wezen een van de beste en
krachtigste getuigenissen tegen den oor
log is.
Kerk en Vrede heeft de overtuiging, dat
oorlog zonde is. Deze overtuiging breekt
meer en meer baan. Ze is nog wel zwak,
maar evenals de strijd' tegen de slavernij,
die eens van dê kansels zooals de oor
log nü als een van God' gewilde instel
ling werd verdedigd, zal ook de strijd
tegen den oorlog gewonnen worden.
Er zijn reeds teekenen, dat zjj, die de
dingen niet zoo zien als wij, niet meer zoo
zeker van zich zelf zijn als voorheen. Er
is in de laatste twintig jaar toch wel wat
veranderd. Zoó heeft het congres van den
Wereldbond van Kerken verleden jaar te
Oxford den oorlog toch vrijwel geheel
onvoorwaardelijk afgewezen. Alleen de
Duitsche broeders konden niet aanwezig
zijnAl wordt dit standpunt hierna nóg
weer verzwakt en al wordt uit dit afwijzen
van den oorlog niet de consequentie ge
trokken, zooals wij dat doen door persoon
lijke onthouding, 20 jaar geleden was zoo
iets toch niet mogelijk geweest.
Onze taak is het evangelie los te maken
van den oorlog, getuigen tegen den oorlog.
De z.g. godlposheid is niet los te maken
van de goddeloosheid van de kerk tegen
over het oorlogvoeren.
De kerk zal de consequenties van de
langzame verandering moeten trekken.
Wat zij thans doet is halfslachtig: Hoe kan
ze om den vrede bidden als ze zelf op de
critiekste momenten nalaat haar stem te
verheffen tegen den oorlog of zelfs goed
keurt wat gaande is?
Einde September stond de wereld aan
den rand van een oorlog nergens ter
wereld heeft de kerk het verlossende
woord gesproken, nergens stelling geno
men tegen den oorlog.
„Geestelijke herbewapening?" Goed
al is deze leuze geenszins nieuw: wordt
niet eiken Zondag in de kerk aangedron
gen op de bekeering des harten? Maar
hoe kunnen de aanhangers van Oxford een
geestelijke herbewapening verwachten
zonder een positieve afwijzing van alle
oorlog en oorlogstoerusting?
Het is thans de taak der kerk „neen" te
zeggen en den „vrede" van München te
ontmaskeren, die geen vrede is, evenals
Versailles omdat hij gegrondvest js op
macht. De kerk heeft een groote taak te
vervullen. Wij zijn bereid ons vaderland
te dienen, maar op de wijze van onzen
Heer: eigen bloed vergieten om een ander
te redden.
Ieder houde in zijn eigen kerk dapper
stand voor en getuige van wat hij als
waar heeft leeren zien, n.1. dat oorlog en
evangelie onverzoenlijke tegenstellingen
zyn, Getuigen is in ons land nog mogelijk,
al wordt het ons wel moeilijk gemaakt.
In 1914 werd gevraagd: Waar zijn de
getuigenissen van de voorgangers tegen
den oorlog? Inderdaad werden zij nauwe
lijks gehoord. Vandaag zal dat anders zijn:
Kérk en Vrede telt 380 voorgangers, d. i.
12 van allen in de protestantsche ker
ken. In andere landen is eveneens de
vredesbeweging gegroeid. Thans vragen
de voorgangers: Waar zijn de gemeentele
den? Kerk en Vrede met haar 6000 leden
moet er veel meer hebben. Veel meer
moeten er althans, komen, die rusteloos
arbeiden voor de Waarheid, getuigen van
de 'boveri-nationale verbondenheid met
elkaar.
Na het uitspreken van het dankgebed
en het zingen van gezang 237 4 werd de
bijeenkomst gesloten.
In het gebouw van de Vrije Gemeente
aan de Weteringschans te Amsterdam zal
a.s. Zaterdag een groote vergadering
worden'belegd. Inlichtingen hierover zijn
bij ds. Kuiper, Stationsweg 34, te ver
krijgen.
HET LEVEN NA DEN DOOD.
Men schrijft ons
Maandag hield voor de Blavatsky-loge
alhier mej G. van Wijngaarden een lezing
over: „Het leven na de dood."
Dit onderwerp trekt in hooge mate en
dat het door velen met verschillende le
vensinzichten behandeld is, getuigt van 't
groote gewicht voor de geheele mensch-
heid. Dat het noodig is hier van theoso
fische zijde meer licht op te werpen, blijkt
uit de verwarde inzichten daaromtrent.
De meest karakteristieke houding is wel
de groote angst en onzekerheid die in on
ze samenleving in hoofdzaak gevoed wor
den door de Roomsche en OrthodoX-Pro-
testantsche Kerk.
In het Oosten treffen wij juist een geheel
tegenovergestelde opvatting aan.
De theosofie beschouwt dit anders en
wel omdat zij de absolute zekerheid heeft
dat alles gaat volgens een vaste wet die
onzichtbaar en allesbeheerschend is in
eiken vorm van openbaring.
In deze beweging, trilling, leven en be
wegen wij. Dat leven heeft zich omhuld
met stof en voert naar de verschillende
levensuitingen. Als wij de kracht van
willen, van liefde gebruiken, dan werken
we met in 't verborgen liggende elemen
ten die hier in de stoffelijke wereld hun
uitwerking doen zien.
Maar ook zijn er krachten die op on
zichtbaar gebied blijven.
En juist dit is oorzaak dat wij in zulk
een verwarring geraakt zijn, omtrent het
vraagstuk van den dood. Wij leven ons
leven in de stof en maken bijna uitsluitend
stoffelijke contacten. Voor de stof is de
dood een scheiding, een mysterie.
Wij zijn leen. En om uitdrukking te
kunnen geven hebben wij een vorm noo
dig. En de vorm legt ons beperking op al
is ze gemakkelijk vervormbaar.
En de botsingen met de buitenwereld
Bioscopen.
Victoria-theater, 8 uur, hoofdnummer
Testpiloot (sens.-dram.); hoofdrollen Clark,
Gable, Myrna Loy, Spencer Tracy. Toegang
boven 18 jaar.
City-theater, 8 uur, hoofdnummer Meis
jes achter tralies (rom.-dram.); hoofdrollen
Annie Duceau, Roger Duchesne, Corinne
Luchaire. Toegang boven 18 jaar.
Nederland heeft van eind 1929 tot
1 1937 toe onafgebroken in crisistoestand I
geleefd. Wanneer 1937 eenige ver- I
betering bracht, dan mogen wij vooral
niet vergeten, dat die verbetering niet
van binnen uit kwam, niet dus een
I opleving was uit eigen kracht voort- v
komend, doch een verbetering dank J
zij de hoogconjuctuur op dat oogen-
blik in Amerika. Engeland en nog
eenige andere landen. Z
W.C.
Bidt. 9-10
Ml
houden ons wakker en de groote schepper
die altijd goed is, kan niet anders bedoeld
hebben dan dat we in de stoffelijke wereld,
die de meest massieve is en waar de sluier
't dichtst is met onze gevoelens en ge
dachten moeten werken en deze we
reld de baas worden. Hier komt 't leven
dan ook met zn' tweestrijd. Lukt een over
winning niet dan moet er opnieuw ge
poogd worden. Wij krijgen ervaring van
goed en kwaad, maar de oogst is meestal
aan 't eind van ons leven nog niet klaar.
Als nu de dood komt en een eind maakt
aan wat voor ons stof is dan hebben wij
geen tijd gehad om alles te beleven, want
vele roerselen der ziel zijn ongebruikt
gelaten.
Voor den gestorvene geeft 't afleggen
van de buitenste jas een groot gevoel van
bevrijding, het is als een wakker worden
in een gevoel van zalig welbehagen.
Is iemand vriendelijk dan blijft hij dat.
Niemand verandert in wezen met 't uit
trekken van zijn jas. Het verdriet van de
achtergeblevenen is natuurlijk, maar schrijf
dat niet op rekening van hen die zijn heen
gegaan, Er is geen ziekte, er zijn geen be-
staanszorgen, geen angsten voor de toe
komst maar een mogelijkheid zijn eigen
kunnen uit te zetten. Daar is geen misver
stand maar een groeiproces voor 't ziele-
leven. Hier heeft hij gezaaid, daar maait
hij, Alles wat we nu zijn wordt daar uit
gewerkt. Voor wie geestelijk leeft is de
dood een bevrijding. Ons leven moet ge
baseerd zijn op 't hoogste; is 't geconcen-
treed op de stof dan ontstaat egoïsme.
Het verschil tusschen slaap en dood is
dat bij de laatste de draad voor goed van
't lichaam wordt afgesneden. Bood is een
voortgezette slaap. Wij levenden hebben
een direct contact met de dooden door ons
zieleleven maar eens komt, zooals de spi
ritist zegt, een tijd dat we niet meer met
hen in verbinding kunnen komen. De
theosoof roept hen die stierven niet op
zooals de spiritisten doen. Trek hen niet
tot ons maar stijg tot hen op. Zalig zijn
degenen die na een leven van strijd iets
van den hemel hebben kunnen bewaren
zooals we het soms in de oogen van een
kind kunnen zien.
PETER PECH IN DE „HARMONIE".
De groote zaal van de „Harmonie" was
gisteravond tot de laatste plaats bezet met
een enthousiast publiek bij den Pech-
avond, welke gisteravond door de Vara
was belegd. De voorzitter der afdeeling
Alkmaar, de heer G. Fisscher, sprak zijn
vreugde uit over deze groote opkomst,
hetgeen volgens spr. te danken was aan
den goeden naam, dien de Vara-avonden
in den loop der jaren hebben verworven.
Hij riep een welkom toe aan de bezoe
kers uit de buitengemeenten en den spre
ker Arie Plesier, onder het motto „Lach met
Peter Pech Uw pech weg". Daarna is dóór
het gezelschap een non-stop programma
opgevoerd dat er zijn mag.
Hofenk's' Melody-makers openden den
avond met enkele goed uitgevoerde num
mers waarna het bekende Pech-lied de
komst van den populairen Vara-medewer-
ker Peter Pech aankondigde. Door zijn pa-
rapluie en het lorgnetje, die hem den hee-
len avond niet verlaten hebben, maar bo
venal door zijn stem, is hij het uitgespro
ken type van een pech-vogel.
Zoodra hij op het tooneel verscheen, had
hij het juiste en onmisbare contact met
zijn publiek. Vele avonturen heeft hij ver
teld. Zijn toekomst is hem voorspeld; tot
zijn 88e jaar goede gezondheid. Dat zijn
„Knelia" een jaar langer gezond bleef,
vond hij niet aardig.
Zjjn mimiek maakt zijn soms eenvoudige
uitlatingen komisch.
Het „aangenaam" dat hem bij den aan
vang door de zaal is toegeroepen, was in
derdaad juist.
Wat door de andere artisten verricht is
mag geenszins onderschat worden. Beppie
Murray wist de zaal door haar liedjes zeer
te boeien. Vele bekende refreintjes zijn door
de zaal meegezongen. Verbluffend was het
werken van Walter Sealtiel, die blijk gaf
van een sterk geheugen en groote goochel-
talenten en die over zeer vlugge vingers
bleek te beschikken.
In minder dan geen tijd had hij eenige per
sonen horloges, zakjes tabak, e.d. afhandig
gemaakt, ondanks het feit, dat men meen
de zich goed beschermd te hebben.
De verschillende onderdeelen van het
programma, waren met een berijmden tekst
aan elkaar verbonden, waardoor een goed
geheel was ontstaan.
In de pauze heeft de heer A. Plaisier een
korte toespraak gehouden. Spreker herin
nerde aan een uitlating van den bekenden
schrijver Rousseau, die eens zei, dat alles
gaaf van den Schepper komt, maar als
het in menschen-handen komt, dan ver
zicht het. In dezen woorden schuilt veel
waarheid. Men gaat uit van de gedachte,
dat de mensch als een onbeschreven blad
papier het leven begint en dat de opvoe.-
ding, die hij ontvangt de bepalende factor
is. Hoewel deze woorden heden niet meer
zoo volledig worden geloofd, is ons in de
afgeloopen September-maand de waarheid
hiervan maar al te duidelijk gebleken.
De heer Plaisier besprak daarna in af
keurenden zin de houding van de Duitsche
politici.
De opvoeding van den mensch alleen is
in staat de goede of de verkeerde instinc
ten in hem wakker te roepen. Zij is van
groote beteekenis voor den geestelijken
welstand van een volk.
De techniek gaat voort, maar de resul
taten hiervan in menschenhanden gesteld,
kunnen den mensch tot verderf voeren. Zoo
is b.v. een vliegtuig in hadden van be
schaafde menschen een zegen. Stelt men
het in handen van de machten, die oorlog
willen, dan is het een gevaar voor het le
ven.
Ook de radio is van het grootste belang,
omdat men daardoor de massa kan berei
ken. In ons land kan men zeggen, dat de
helft van de bevolking er naar luistert.
Dit bepaalt haar groote waarde' voor de
opvoeding van het volk. Men kan het ge
bruiken om de menschen ervan te over
tuigen, dat we kinderen van één vader
zijnj maar men kan haar ook misbruiken.
In Nederland is men vrij zich bij een der
omroepen aan te sluiten. Wij tellen in ons
land 1.2 millioen luisteraars, doch hiervan
antwoorden 600.000 op de vraag van den
omroeper om hem in het werk te steunen,
met een zwijgen. Dit is de schaduwzijde
van deze vrijheid.
De vrijheid heeft het voordeel, dat er
contact is tusschen omroep en luisteraar,
iets wat niet mogelijk is, als één man be
paalt wat er gedaan wordt. Wat de radio
brengt is voortgekomen uit de leden, die
bouwen. Zij vormen het fundament van
den omroep.
Versterking der Vara beteskent bouwen
aan de fundamenten voor een volk dat in
vrijheid leeft en werkt.
Men kan dezen Pech-avond uitstekend
géslaagd noemen.
De kennismaking van Alkmaar met Peter
Pech was inderdaad „aangenaam".
ERNSTIG ONGELUK AAN BOORD
VAN HR. MS. „TROMP".
Twee leden der bemanning
gewond.
Naar wij vernemen is gistermiddag
ongeveer vier uur aan boord van Hr. Ms.
flottieljeleider „Tromp", die zich in de
nabijheid van Den Helder op de Noordzee
bevond, een ernstig ongeluk gebeurd.
Bij het schoonmaken van een mitrail
leur schijnt er onverwacht een ontploffing
te hebben plaats gehad, waarbij twee per
sonen ernstig aan de handen werden ge
wond. Na aan boord voorloopig verbonden
te zijn, werden zij met een motorsloep
naar Den Helder gebracht en in het ma
rinehospitaal opgenomen.
Van den sergeant-mariner Kors moest
de rechterhand en van den marinier
Meijer moest de linkerhand geamputeerd
worden.
Hedenmorgen was de toestand van bei
de slachtoffers redelijk wel.
GESLAAGD.
Mej. G. J. Faber alhier slaagde gister te
Utrecht voor het diploma van den School
raad voor de scholen met den Bijbel
(na-acte).
FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissementsrechtbank zijn
heden failliet verklaard:
PGlas Gz., Broek op Langendijk, r.c. mr.
Ledeboer, cur. mr. Crevecoeur.
N. P. de Reus, Enkhuizen, r.c. mr. Fruin,
cur. mr. Winkel.
DIERENBESCHERMING.
Zwervend is aangetroffen een groote rood
bonte poes.
Eigenaar of liefhebbers kunnen zich ver
voegen bij den heer C. Verwer, Baanstraat,
Alkmaar.
Voor het dierenasyl is nog binnengekomen
onder motto 4 October Dierendag 2.50
van C. P. of C. F.; 1 van mevr. K. te Sint-
Pancras.
Bij een inwoner van Egmond aan Zee is
een hond komen aanloopen, zwart haar,
teef, met een kettinghalsband waaraan eeri
hondenpenning no. 1040 Iste Klasse was
bevestigd. Inlichtingen aan het Politie
bureau te Alkmaar.
AANRIJDING.
Gister had op het Kerkplein alhier een
aanrijding plaats tusschen een auto en een
3-wielige melkfiets. Beide bestuurders re-
dén in de richting van de Paternosterstraat
Doordat de bestuurder van de melkfiets
even opzij keek om iemand te groeten is
de melkfiets iets naar links gegaan. Hier
door gingen wat melk en eenige eieren
verloren.
EXAMENS STENOGRAFIE EN
MACHINESCHRIJVEN.
Bij de examens voor stenografie en ma-
chineschrijven, gehouden op 11 October te
Amsterdam, onder leiding van den nnt
werper den heer A. W. Groote, slaagdem
voor kantoorstenograaf de dames B. Har-
tog, J. Volkers, D. Geus en D. Verschuur
allen te Alkmaar; N. Bos, H. Pronk te Eg-
mond aan Zee; G. Hartland te Koedijk.
Voor machineschrijven slaagden de Alk-
maarsche dames: J. Broekstra met een
snelheid van 204 letteraanslagen per min.
S. Kalb met 188 letteraansl., T. Besteman
met 158 letteraansl. en de heer Rotteveel
met 247 letteraanslagen.
Alle candidaten werden opgeleid door
het instituut Burdorf te Alkmaar, Lange-
straat 83.
ALKMAAR.
GEBOREN:
Anna Wilhelmina Frederika, d. van Cor-
nelis van Dop en Geertje Huizer. j0.
hanna Catharina Anna, d. van Johannes
Cornelis Levering en Auguste Trunk.
Adrianus Cornelis en Willem Pieter, zoons
van Adrianus Johannes de Boer en Marga-
retha Maria Groentjes. Maria Johanna,
d. van Johannes Hendrikus Burcksen en
Johanna Maria van Waardenburg.
GETROUWD:
Jacobus Cornelis Drayer en Agatha Ca
tharina Boots. Pieter Johannes van der
Oordt en Petronella Burgert.
Zoo juist ontvangen:
RADION HET WONDERWASCHMIDDEL.
Nu de mooie zomerdagen weer voorbij
zijn en we onze wintergarderobe voor den
dag halen, is het wel van belang om even
na te gaan, hoe ons zomergoed moet wor
den opgeborgen.
Allereerst is het aanbevelenswaardig
alle zomersche kleedingstukken schoon op
te bergen, omdat het vuil en de vlekken
het volgende jaar moeilijker te verwijde
ren zijn, daar zij zich in de vezels vastzet
ten en omftyt bovendien de weefsels niet
bestand zijn tegen het langdurige inwerken
van het vuil.
Hoe de kleedingstukken gewasschen en
opgeborgen moeten worden, hangt van de
soort stof af en wy geven U hieronder
een aantal wenken.
Noteer, voordat U een kleedingstuk
wascht, de maten, zoodat U het op maat
kunt bijstrijken.
Witte en kleurechte katoenen en linnen
kleedingstukken geeft men een Radion-
sop, spoelt ze goed na en hangt ze met den
verkeerden kant boven te drogen. Men
strijkt ze op den verkeerden kant. wanneer
ze nog vochtig zyn. Wenscht men een
fraaie glans, strijk dan nog even op den
goeden kant over.
Minder kleurechte en teere weefsels, zoo
als wol, zijde, kunstzijde, georgette, tule,
kunnen het beste in een lauw, bijna koud
Lux-sop gewasschen worden. Voorzichtig
het sop door het weefsel persen, goed
spoelen, daarna flink in een badhanddoek
uitrollen om zooveel mogelyk water te
verwijderen en verder te drogen hangen,
niet bij vuur of in de zon.
Wollen goed moet liggend gedroogd en
op den verkeerden kant luchtig gestreken
worden.
Zijde of kunstzijde strijkt men by'na of
geheel droog (even probeeren, wat het
beste is) op den verkeerden kant, eerst in
de breedte en daarna in de lengte. Nooit
aan het goed trekken, daar kunstzijden
weefsel in vochtigen toestand zeer zwak
is.
Georgette strijkt men, wanneer het
droog is. Het kleedingstuk zal pa het was-
schen gekrompen zijn, doch, wanneer men
het eerst in de breedte en daarna in de
lengte goed uitstrijkt, komt het weer op
de juiste maten terug.
Tule moet men zeer voorzichtig in voch
tigen toestand strijken.
Tule en georgette kleedingstukken be
ware men liggend, daar zij door lang-
u.r'£ "anëen vlugger sly'ten.
witte wollen kleedingstukken worden
op den duur geel ;pak ze daarom in don
kerblauw pakpapier.
Vooraanstaand Arabier doodgescho-
iani,^anoc^tend is Hassan Sidky Da-
doodgeschotenraanStaand Mohammedaan'
139 jaar lang kon de middenstand in
ALKMAARSCHE COURANT zyn
reclame plaatsen.
'IEBLAD hebben de grootste
waarde!
Tel. 3320.