Agenda iOTovAÖis] „De taak van Christus' kerk nü.'' Engelsche Colbert Costuums alkmaarsche courant !Bucqectiikt Stond 49.50 In 1798 begon de geschiedenis der eerste blad. Openbare getuigenisavond van „Kerk en Vrede". Ds. Hugenholtz spreekt. De beroemde Gerard Worm, in de Houttu. Voor de huisvrouw. advertenti- in du Alkmaar, Donderdag1. Gisteravond werd door de afdeeling Alkmaar van „Kerk en Vrede" in de Lut'hersche kerk alhier een openbare ge tuigenisavond gehouden, waarop ds. J. B. Th. Hugenholtz uit Ammerstol, de secre taris dezer vereeniging van christen-anti- militairisten, het woord voerde. Na het gezamenlijk zingen van psalm 89 7 en 8 werd door ds. Kuiper, predi kant der doopsgezinde gemeente alhier, de avond geopend met het voorlezen van een gedeelte van het vijfde hoofdstuk van Mattheus, n.1. de verzen 13 tot 16 en 38 tot en met 49. Na het gebed sprak ds. Kuiper vervolgens een kort openingswoord tot de aanwezigen. Wij komen, aldus ds. Kuiper, heden, kort na de bewogen dagen van de jongste internationale spanningen, bijeen in 't besef een nieuw begin te moeten maken en getuigenis te moeten geven midden in deze wereld van wat in ons leeft, In verband met een binnen gekomen vraag zeide ds. Kuiper voort9 nog iets over het z.g. „ambtenarenverbod." Dit verbod, dat de aanhangers van Kerk en Vrede stempelt tot staatsgevaarlijke personen, is voor velen een groot onrecht. Hiermede wordt tekort gedaan aan de vrijheid tot het belijden van het Christelijk geloof. Na het zingen van „Een vaste burcht is onze God" was het woord aan ds. Hugen holtz, die spreken zou over het onderwerp „De taak van Christus' kerk nü". Voor on9 christenen is het aldus ds. Hugenholtz in deze dagen noodzakelij ker dan ooit ons te bezinnen op ons gees telijk bezit. We moeten weten op welke plaats we staan in deze wereld ten op zichte van het oorlogsgeweld. In de laatste dagen van September bleek opnieuw, dat het pp critieke mo menten, zooals Luther zei „met onze kracht alras gedaan" is. Maar ondanks dit feit, blijve de eenehid bewaard. Jezus bad in de laatste dagen van Zijn leven voor Zijn discipelen: Dat zij allen één mogen zijn. Alles wat de éénheid kan breken moet worden afgewezen. Laten wij allen staan achter het Kruis, niet eensdenkend, maar eenswillend. Laten we een gemeenschap vormen, die allen verbindt, een gemeen schap, zooals die in de eerste tijden van het christendom te vinden was, gedreven door eenzelfden geest, een éénheid, waar op ook Paulus in zijn brieven aan de Corinthiërs telkens wqgs. Het geheele Romeinsche ryk door vin den we die eenheid in de oud-christelijke gemeenten. Vergelijken we deze eenheid met de verdeeldheid in de wereld van nu, dan geeft dit ons een gevoel van groote schuld. Een schuld, doordat thans een verscheurde kerk staat tegenover de pro blemen van onzen tijd. Niet alleen uit het feit, dat de aanhangers van het christelijk geloof over zoovele kerken verdeeld1 zijn, maar ook en vooral blijkt de verschrikke lijke verdeeldheid uit de genationaliseer de kerken, die het belang van den Staat het belangrijkst maken, die afwijzend staan tegenover de boven-nationale ver bondenheid. Vóór 1914 waren we ons niet zoo bewust van de genationaliseerden vorm van de kerken. In den oorlog kwam het voor, dat de kerken den zegen afsmeekten van God over den strijd van hun land, dat gebeden uitgesproken werden voor de vernietiging van andere broeder-christenvolken, dat Duitsche predikanten van den kansel ver kondigden: „God zij dank, dat de oorlog gekomen is" en „God lief hebben betee- kent thans oorlogvoerenIn Neder land was en is de tendenz: God bidden en het kruit droog houden. De eerste eeuwen stond men anders tegenover den oorlog. Bekende kerkvaders hebben den oorlog veroordeeld als een zonde tegenover God. Nadat de chr. kerk staatskerk geworden is, wijzigt zij al spoedig haar houding. Het jaar der her vorming, 1517, brengt t.a.v. van het oor- logsvraagstuk géén hervorming. De her vormde landskerk past zich integendeel nóg meer aan en maakt mede daardoor de genationaliseerde kerk mogelijk. Wel is er hier en daar verzet en weigeren bepaalde groepen oorlogsdiensten te verrichten: Doopsgezinden, Quakers, Franciscanen e.a. 1914 echter brengt pas weer een herleving van het gevoel dat een oorlog beteekent het overtreden van alle geboden Gods en dé verbreking van de eenheid van het lichaam van Christus. Ook builen Kerk en Vrede erkent men, dat Christus, die Zijn leven voor de volken gaf, den oorlog ver- oordeelt. De oorlog staat of valt met de vijandschap, die veroordeeld wordt. Eras mus geeft ons te verstaan, dat het Onze Vader in wezen een van de beste en krachtigste getuigenissen tegen den oor log is. Kerk en Vrede heeft de overtuiging, dat oorlog zonde is. Deze overtuiging breekt meer en meer baan. Ze is nog wel zwak, maar evenals de strijd' tegen de slavernij, die eens van dê kansels zooals de oor log nü als een van God' gewilde instel ling werd verdedigd, zal ook de strijd tegen den oorlog gewonnen worden. Er zijn reeds teekenen, dat zjj, die de dingen niet zoo zien als wij, niet meer zoo zeker van zich zelf zijn als voorheen. Er is in de laatste twintig jaar toch wel wat veranderd. Zoó heeft het congres van den Wereldbond van Kerken verleden jaar te Oxford den oorlog toch vrijwel geheel onvoorwaardelijk afgewezen. Alleen de Duitsche broeders konden niet aanwezig zijnAl wordt dit standpunt hierna nóg weer verzwakt en al wordt uit dit afwijzen van den oorlog niet de consequentie ge trokken, zooals wij dat doen door persoon lijke onthouding, 20 jaar geleden was zoo iets toch niet mogelijk geweest. Onze taak is het evangelie los te maken van den oorlog, getuigen tegen den oorlog. De z.g. godlposheid is niet los te maken van de goddeloosheid van de kerk tegen over het oorlogvoeren. De kerk zal de consequenties van de langzame verandering moeten trekken. Wat zij thans doet is halfslachtig: Hoe kan ze om den vrede bidden als ze zelf op de critiekste momenten nalaat haar stem te verheffen tegen den oorlog of zelfs goed keurt wat gaande is? Einde September stond de wereld aan den rand van een oorlog nergens ter wereld heeft de kerk het verlossende woord gesproken, nergens stelling geno men tegen den oorlog. „Geestelijke herbewapening?" Goed al is deze leuze geenszins nieuw: wordt niet eiken Zondag in de kerk aangedron gen op de bekeering des harten? Maar hoe kunnen de aanhangers van Oxford een geestelijke herbewapening verwachten zonder een positieve afwijzing van alle oorlog en oorlogstoerusting? Het is thans de taak der kerk „neen" te zeggen en den „vrede" van München te ontmaskeren, die geen vrede is, evenals Versailles omdat hij gegrondvest js op macht. De kerk heeft een groote taak te vervullen. Wij zijn bereid ons vaderland te dienen, maar op de wijze van onzen Heer: eigen bloed vergieten om een ander te redden. Ieder houde in zijn eigen kerk dapper stand voor en getuige van wat hij als waar heeft leeren zien, n.1. dat oorlog en evangelie onverzoenlijke tegenstellingen zyn, Getuigen is in ons land nog mogelijk, al wordt het ons wel moeilijk gemaakt. In 1914 werd gevraagd: Waar zijn de getuigenissen van de voorgangers tegen den oorlog? Inderdaad werden zij nauwe lijks gehoord. Vandaag zal dat anders zijn: Kérk en Vrede telt 380 voorgangers, d. i. 12 van allen in de protestantsche ker ken. In andere landen is eveneens de vredesbeweging gegroeid. Thans vragen de voorgangers: Waar zijn de gemeentele den? Kerk en Vrede met haar 6000 leden moet er veel meer hebben. Veel meer moeten er althans, komen, die rusteloos arbeiden voor de Waarheid, getuigen van de 'boveri-nationale verbondenheid met elkaar. Na het uitspreken van het dankgebed en het zingen van gezang 237 4 werd de bijeenkomst gesloten. In het gebouw van de Vrije Gemeente aan de Weteringschans te Amsterdam zal a.s. Zaterdag een groote vergadering worden'belegd. Inlichtingen hierover zijn bij ds. Kuiper, Stationsweg 34, te ver krijgen. HET LEVEN NA DEN DOOD. Men schrijft ons Maandag hield voor de Blavatsky-loge alhier mej G. van Wijngaarden een lezing over: „Het leven na de dood." Dit onderwerp trekt in hooge mate en dat het door velen met verschillende le vensinzichten behandeld is, getuigt van 't groote gewicht voor de geheele mensch- heid. Dat het noodig is hier van theoso fische zijde meer licht op te werpen, blijkt uit de verwarde inzichten daaromtrent. De meest karakteristieke houding is wel de groote angst en onzekerheid die in on ze samenleving in hoofdzaak gevoed wor den door de Roomsche en OrthodoX-Pro- testantsche Kerk. In het Oosten treffen wij juist een geheel tegenovergestelde opvatting aan. De theosofie beschouwt dit anders en wel omdat zij de absolute zekerheid heeft dat alles gaat volgens een vaste wet die onzichtbaar en allesbeheerschend is in eiken vorm van openbaring. In deze beweging, trilling, leven en be wegen wij. Dat leven heeft zich omhuld met stof en voert naar de verschillende levensuitingen. Als wij de kracht van willen, van liefde gebruiken, dan werken we met in 't verborgen liggende elemen ten die hier in de stoffelijke wereld hun uitwerking doen zien. Maar ook zijn er krachten die op on zichtbaar gebied blijven. En juist dit is oorzaak dat wij in zulk een verwarring geraakt zijn, omtrent het vraagstuk van den dood. Wij leven ons leven in de stof en maken bijna uitsluitend stoffelijke contacten. Voor de stof is de dood een scheiding, een mysterie. Wij zijn leen. En om uitdrukking te kunnen geven hebben wij een vorm noo dig. En de vorm legt ons beperking op al is ze gemakkelijk vervormbaar. En de botsingen met de buitenwereld Bioscopen. Victoria-theater, 8 uur, hoofdnummer Testpiloot (sens.-dram.); hoofdrollen Clark, Gable, Myrna Loy, Spencer Tracy. Toegang boven 18 jaar. City-theater, 8 uur, hoofdnummer Meis jes achter tralies (rom.-dram.); hoofdrollen Annie Duceau, Roger Duchesne, Corinne Luchaire. Toegang boven 18 jaar. Nederland heeft van eind 1929 tot 1 1937 toe onafgebroken in crisistoestand I geleefd. Wanneer 1937 eenige ver- I betering bracht, dan mogen wij vooral niet vergeten, dat die verbetering niet van binnen uit kwam, niet dus een I opleving was uit eigen kracht voort- v komend, doch een verbetering dank J zij de hoogconjuctuur op dat oogen- blik in Amerika. Engeland en nog eenige andere landen. Z W.C. Bidt. 9-10 Ml houden ons wakker en de groote schepper die altijd goed is, kan niet anders bedoeld hebben dan dat we in de stoffelijke wereld, die de meest massieve is en waar de sluier 't dichtst is met onze gevoelens en ge dachten moeten werken en deze we reld de baas worden. Hier komt 't leven dan ook met zn' tweestrijd. Lukt een over winning niet dan moet er opnieuw ge poogd worden. Wij krijgen ervaring van goed en kwaad, maar de oogst is meestal aan 't eind van ons leven nog niet klaar. Als nu de dood komt en een eind maakt aan wat voor ons stof is dan hebben wij geen tijd gehad om alles te beleven, want vele roerselen der ziel zijn ongebruikt gelaten. Voor den gestorvene geeft 't afleggen van de buitenste jas een groot gevoel van bevrijding, het is als een wakker worden in een gevoel van zalig welbehagen. Is iemand vriendelijk dan blijft hij dat. Niemand verandert in wezen met 't uit trekken van zijn jas. Het verdriet van de achtergeblevenen is natuurlijk, maar schrijf dat niet op rekening van hen die zijn heen gegaan, Er is geen ziekte, er zijn geen be- staanszorgen, geen angsten voor de toe komst maar een mogelijkheid zijn eigen kunnen uit te zetten. Daar is geen misver stand maar een groeiproces voor 't ziele- leven. Hier heeft hij gezaaid, daar maait hij, Alles wat we nu zijn wordt daar uit gewerkt. Voor wie geestelijk leeft is de dood een bevrijding. Ons leven moet ge baseerd zijn op 't hoogste; is 't geconcen- treed op de stof dan ontstaat egoïsme. Het verschil tusschen slaap en dood is dat bij de laatste de draad voor goed van 't lichaam wordt afgesneden. Bood is een voortgezette slaap. Wij levenden hebben een direct contact met de dooden door ons zieleleven maar eens komt, zooals de spi ritist zegt, een tijd dat we niet meer met hen in verbinding kunnen komen. De theosoof roept hen die stierven niet op zooals de spiritisten doen. Trek hen niet tot ons maar stijg tot hen op. Zalig zijn degenen die na een leven van strijd iets van den hemel hebben kunnen bewaren zooals we het soms in de oogen van een kind kunnen zien. PETER PECH IN DE „HARMONIE". De groote zaal van de „Harmonie" was gisteravond tot de laatste plaats bezet met een enthousiast publiek bij den Pech- avond, welke gisteravond door de Vara was belegd. De voorzitter der afdeeling Alkmaar, de heer G. Fisscher, sprak zijn vreugde uit over deze groote opkomst, hetgeen volgens spr. te danken was aan den goeden naam, dien de Vara-avonden in den loop der jaren hebben verworven. Hij riep een welkom toe aan de bezoe kers uit de buitengemeenten en den spre ker Arie Plesier, onder het motto „Lach met Peter Pech Uw pech weg". Daarna is dóór het gezelschap een non-stop programma opgevoerd dat er zijn mag. Hofenk's' Melody-makers openden den avond met enkele goed uitgevoerde num mers waarna het bekende Pech-lied de komst van den populairen Vara-medewer- ker Peter Pech aankondigde. Door zijn pa- rapluie en het lorgnetje, die hem den hee- len avond niet verlaten hebben, maar bo venal door zijn stem, is hij het uitgespro ken type van een pech-vogel. Zoodra hij op het tooneel verscheen, had hij het juiste en onmisbare contact met zijn publiek. Vele avonturen heeft hij ver teld. Zijn toekomst is hem voorspeld; tot zijn 88e jaar goede gezondheid. Dat zijn „Knelia" een jaar langer gezond bleef, vond hij niet aardig. Zjjn mimiek maakt zijn soms eenvoudige uitlatingen komisch. Het „aangenaam" dat hem bij den aan vang door de zaal is toegeroepen, was in derdaad juist. Wat door de andere artisten verricht is mag geenszins onderschat worden. Beppie Murray wist de zaal door haar liedjes zeer te boeien. Vele bekende refreintjes zijn door de zaal meegezongen. Verbluffend was het werken van Walter Sealtiel, die blijk gaf van een sterk geheugen en groote goochel- talenten en die over zeer vlugge vingers bleek te beschikken. In minder dan geen tijd had hij eenige per sonen horloges, zakjes tabak, e.d. afhandig gemaakt, ondanks het feit, dat men meen de zich goed beschermd te hebben. De verschillende onderdeelen van het programma, waren met een berijmden tekst aan elkaar verbonden, waardoor een goed geheel was ontstaan. In de pauze heeft de heer A. Plaisier een korte toespraak gehouden. Spreker herin nerde aan een uitlating van den bekenden schrijver Rousseau, die eens zei, dat alles gaaf van den Schepper komt, maar als het in menschen-handen komt, dan ver zicht het. In dezen woorden schuilt veel waarheid. Men gaat uit van de gedachte, dat de mensch als een onbeschreven blad papier het leven begint en dat de opvoe.- ding, die hij ontvangt de bepalende factor is. Hoewel deze woorden heden niet meer zoo volledig worden geloofd, is ons in de afgeloopen September-maand de waarheid hiervan maar al te duidelijk gebleken. De heer Plaisier besprak daarna in af keurenden zin de houding van de Duitsche politici. De opvoeding van den mensch alleen is in staat de goede of de verkeerde instinc ten in hem wakker te roepen. Zij is van groote beteekenis voor den geestelijken welstand van een volk. De techniek gaat voort, maar de resul taten hiervan in menschenhanden gesteld, kunnen den mensch tot verderf voeren. Zoo is b.v. een vliegtuig in hadden van be schaafde menschen een zegen. Stelt men het in handen van de machten, die oorlog willen, dan is het een gevaar voor het le ven. Ook de radio is van het grootste belang, omdat men daardoor de massa kan berei ken. In ons land kan men zeggen, dat de helft van de bevolking er naar luistert. Dit bepaalt haar groote waarde' voor de opvoeding van het volk. Men kan het ge bruiken om de menschen ervan te over tuigen, dat we kinderen van één vader zijnj maar men kan haar ook misbruiken. In Nederland is men vrij zich bij een der omroepen aan te sluiten. Wij tellen in ons land 1.2 millioen luisteraars, doch hiervan antwoorden 600.000 op de vraag van den omroeper om hem in het werk te steunen, met een zwijgen. Dit is de schaduwzijde van deze vrijheid. De vrijheid heeft het voordeel, dat er contact is tusschen omroep en luisteraar, iets wat niet mogelijk is, als één man be paalt wat er gedaan wordt. Wat de radio brengt is voortgekomen uit de leden, die bouwen. Zij vormen het fundament van den omroep. Versterking der Vara beteskent bouwen aan de fundamenten voor een volk dat in vrijheid leeft en werkt. Men kan dezen Pech-avond uitstekend géslaagd noemen. De kennismaking van Alkmaar met Peter Pech was inderdaad „aangenaam". ERNSTIG ONGELUK AAN BOORD VAN HR. MS. „TROMP". Twee leden der bemanning gewond. Naar wij vernemen is gistermiddag ongeveer vier uur aan boord van Hr. Ms. flottieljeleider „Tromp", die zich in de nabijheid van Den Helder op de Noordzee bevond, een ernstig ongeluk gebeurd. Bij het schoonmaken van een mitrail leur schijnt er onverwacht een ontploffing te hebben plaats gehad, waarbij twee per sonen ernstig aan de handen werden ge wond. Na aan boord voorloopig verbonden te zijn, werden zij met een motorsloep naar Den Helder gebracht en in het ma rinehospitaal opgenomen. Van den sergeant-mariner Kors moest de rechterhand en van den marinier Meijer moest de linkerhand geamputeerd worden. Hedenmorgen was de toestand van bei de slachtoffers redelijk wel. GESLAAGD. Mej. G. J. Faber alhier slaagde gister te Utrecht voor het diploma van den School raad voor de scholen met den Bijbel (na-acte). FAILLISSEMENTEN. Door de Arrondissementsrechtbank zijn heden failliet verklaard: PGlas Gz., Broek op Langendijk, r.c. mr. Ledeboer, cur. mr. Crevecoeur. N. P. de Reus, Enkhuizen, r.c. mr. Fruin, cur. mr. Winkel. DIERENBESCHERMING. Zwervend is aangetroffen een groote rood bonte poes. Eigenaar of liefhebbers kunnen zich ver voegen bij den heer C. Verwer, Baanstraat, Alkmaar. Voor het dierenasyl is nog binnengekomen onder motto 4 October Dierendag 2.50 van C. P. of C. F.; 1 van mevr. K. te Sint- Pancras. Bij een inwoner van Egmond aan Zee is een hond komen aanloopen, zwart haar, teef, met een kettinghalsband waaraan eeri hondenpenning no. 1040 Iste Klasse was bevestigd. Inlichtingen aan het Politie bureau te Alkmaar. AANRIJDING. Gister had op het Kerkplein alhier een aanrijding plaats tusschen een auto en een 3-wielige melkfiets. Beide bestuurders re- dén in de richting van de Paternosterstraat Doordat de bestuurder van de melkfiets even opzij keek om iemand te groeten is de melkfiets iets naar links gegaan. Hier door gingen wat melk en eenige eieren verloren. EXAMENS STENOGRAFIE EN MACHINESCHRIJVEN. Bij de examens voor stenografie en ma- chineschrijven, gehouden op 11 October te Amsterdam, onder leiding van den nnt werper den heer A. W. Groote, slaagdem voor kantoorstenograaf de dames B. Har- tog, J. Volkers, D. Geus en D. Verschuur allen te Alkmaar; N. Bos, H. Pronk te Eg- mond aan Zee; G. Hartland te Koedijk. Voor machineschrijven slaagden de Alk- maarsche dames: J. Broekstra met een snelheid van 204 letteraanslagen per min. S. Kalb met 188 letteraansl., T. Besteman met 158 letteraansl. en de heer Rotteveel met 247 letteraanslagen. Alle candidaten werden opgeleid door het instituut Burdorf te Alkmaar, Lange- straat 83. ALKMAAR. GEBOREN: Anna Wilhelmina Frederika, d. van Cor- nelis van Dop en Geertje Huizer. j0. hanna Catharina Anna, d. van Johannes Cornelis Levering en Auguste Trunk. Adrianus Cornelis en Willem Pieter, zoons van Adrianus Johannes de Boer en Marga- retha Maria Groentjes. Maria Johanna, d. van Johannes Hendrikus Burcksen en Johanna Maria van Waardenburg. GETROUWD: Jacobus Cornelis Drayer en Agatha Ca tharina Boots. Pieter Johannes van der Oordt en Petronella Burgert. Zoo juist ontvangen: RADION HET WONDERWASCHMIDDEL. Nu de mooie zomerdagen weer voorbij zijn en we onze wintergarderobe voor den dag halen, is het wel van belang om even na te gaan, hoe ons zomergoed moet wor den opgeborgen. Allereerst is het aanbevelenswaardig alle zomersche kleedingstukken schoon op te bergen, omdat het vuil en de vlekken het volgende jaar moeilijker te verwijde ren zijn, daar zij zich in de vezels vastzet ten en omftyt bovendien de weefsels niet bestand zijn tegen het langdurige inwerken van het vuil. Hoe de kleedingstukken gewasschen en opgeborgen moeten worden, hangt van de soort stof af en wy geven U hieronder een aantal wenken. Noteer, voordat U een kleedingstuk wascht, de maten, zoodat U het op maat kunt bijstrijken. Witte en kleurechte katoenen en linnen kleedingstukken geeft men een Radion- sop, spoelt ze goed na en hangt ze met den verkeerden kant boven te drogen. Men strijkt ze op den verkeerden kant. wanneer ze nog vochtig zyn. Wenscht men een fraaie glans, strijk dan nog even op den goeden kant over. Minder kleurechte en teere weefsels, zoo als wol, zijde, kunstzijde, georgette, tule, kunnen het beste in een lauw, bijna koud Lux-sop gewasschen worden. Voorzichtig het sop door het weefsel persen, goed spoelen, daarna flink in een badhanddoek uitrollen om zooveel mogelyk water te verwijderen en verder te drogen hangen, niet bij vuur of in de zon. Wollen goed moet liggend gedroogd en op den verkeerden kant luchtig gestreken worden. Zijde of kunstzijde strijkt men by'na of geheel droog (even probeeren, wat het beste is) op den verkeerden kant, eerst in de breedte en daarna in de lengte. Nooit aan het goed trekken, daar kunstzijden weefsel in vochtigen toestand zeer zwak is. Georgette strijkt men, wanneer het droog is. Het kleedingstuk zal pa het was- schen gekrompen zijn, doch, wanneer men het eerst in de breedte en daarna in de lengte goed uitstrijkt, komt het weer op de juiste maten terug. Tule moet men zeer voorzichtig in voch tigen toestand strijken. Tule en georgette kleedingstukken be ware men liggend, daar zij door lang- u.r'£ "anëen vlugger sly'ten. witte wollen kleedingstukken worden op den duur geel ;pak ze daarom in don kerblauw pakpapier. Vooraanstaand Arabier doodgescho- iani,^anoc^tend is Hassan Sidky Da- doodgeschotenraanStaand Mohammedaan' 139 jaar lang kon de middenstand in ALKMAARSCHE COURANT zyn reclame plaatsen. 'IEBLAD hebben de grootste waarde! Tel. 3320.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 2