CIOECKt
Jiea&dorp
De dijken van den Noord-Oostpolder.
VLOTTE JONGENS/
STOERE KNAPEN f
BROS als beschuit
BROS reepen
voor 5 cent
Dit jaar kwam het grootste deel klaar,
Schokland ligt achter den dijk.
Urk groeit naar den
vasten wal.
BROS, de nieuwste vinding van Bensdorp,
geeft 't verfijnde genot van vollemelk
chocolade. Poreus, zacht smeltend, méér
aroma en licht verteerbaar.
vollemelk chocolade
DERDE BLAD.
De pachtwet.
Nu de pachtwet op 1 November a.s. in
werking treedt is het begrijpelijk, dat vele
belanghebbenden zich daarvan op de hoogte
willen stellen.
Zij vinden daarvoor een handig boekwerk
in „De Pachtwet", een handboek voor studie
en practjjk, geschreven door mr. Ph. de
Vries, advocaat te 's-Gravenhage en uitge
geven door de N.V. Haagsche Drukkerij en
Uitgeversmaatschappij te den Haag.
Door den schrijver zijn daar ook formu
lieren van pachtcontracten beschikbaar ge
steld, de modellen A en B, waarin men ook
de bepalingen aantreft, die in het algemeen
noodig zijn.
In het Landbouwkundig Tijdschrift heeft
prof. dr. ir. G. Minderhoud van het boek van
mr. de Vries o.a. gezegd: Het boek is duide
lijk en vlot geschreven. Ieder ontwikkelde
leek heeft aan het boek met de model-con
tracten voldoende houvast om ook zonder
hulp van juristen, notarissen of zaakwaar
nemers een voor zijn omstandigheden pas
send contract op te stellen.
De aanwijzingen over de verschuldigde
zegelrechten en over de vereischte registra
tie van de contracten zijn zoodanig, dat
daarmede niemand moeite behoeft te heb
ben. Tot slot zij nog vermeld, dat de Schr.
tal van modellen geeft voor verzoekschriften
aan pachtkamers, pachtbureaux enz. Alles
te samen genomen, een nuttige en geslaagde
uitgave.
Het Ned. Juristenblad zegt o.a. het
korte overzicht van de grondbeginselen der
wet zeer te waardeeren. Het boek, dat zeer
duidelijk is, vangt daarmede aan.
De N. Rott. Crt. noemt het bock uiter
mate geschikt voor raadpleging in verband
met practische vraagstukken en tevens van
juridisch-wetenschappelijke waarde.
De Nederlander spreekt van een op
gelukkige wijze den middenweg bewande
len tusschen een te groote uitvoerigheid en
een te schriele toelichting, waarbij de ver
schillende bijlagen, die achter in het boek
zijn opgenomen, zeer practisch zijn.
Dit jaar komt de ringdijk van den
Noord-Oostpolder voor het grootste deel
klaar! Straks, als de werktuigen en
kranen hun winterverblijf opgezocht
hebben, nadat ze eerst de dijkstukken
die vervaardigd werden, goed tegen wa
ter en stormen beveiligden, zal Urk nog
slechts door een smalle strook van 4
K.M. van den Frieschen wal gescheiden
zijn. Het is dit jaar het einde van zijn
eiland-zijn wel zeer dicht genaderd.
Het lijkt verbijsterend en ongeloofelijk.
Op 29 April 1936 werd het allereerste werk,
het maken van een werkhaven met "undee-
ringsput voor een gemaal en schutsluis bij
Urk, aanbesteed. Thans, juist 2J4 jaar later,
kunnen we, terugkomend van een reeks ex
cursies naar de inpolderingswerken, vertel
len, dat de geheele dijk op smalle door-
vaartgeulen en de verbinding Ramspol
Vollenhove na, geheel gereed gekomen is.
Bijna 32 K.M. zware dijk werd in den tijd
van 114, jaar rond het water dat eens Noord-
Oostpolder zal zijn, opgeworpen. 24 Febr.
1937 is het maken van vier gedeelten in den
meerdijk van den Noord-Oostpolder resp.
bij Lemmer en ter weerszijden van Urk en
bezuiden Schokland aanbesteed en aan het
einde van het werkseizoen 1938 kunnen de
aannemers dit werk opleveren!
Naar den dijk bij Schokland.
Onze „Schollevaer" van 't type Vogel
klasse, waarmee we naar 't dijkwerk bezui
den Schokland zeilen, is een schuitje, dat je
doet betreuren, dat het hier weldra uit zijn
zal met de vrije frissche vaart tusschen wa
ter en luchten. Wind bolt de zeilen, het
IJselwater schiet langs de boorden borre
lend naar achteren en we ervaren in den
zilten wind en de warme herfstzon, dat het
leven op het water goed is.
Rechts glijdt het Kampereiland voorbij
met groote en oude hofsteden, óók eens ge
bouwd in een aan zee en golven ontroofd
land. Links liggen de waarden, waarvan de
yossenwaard overal jvaar u yandaag den
dag op de dijkwerken langs het IJselmeer
komt, bijzondere bekendheid gekregen
heeft. Want daar vertellen hooge stapels
steenslag en basalt, alsmede gigantische
hoeveelheden andere materialen, dat zich
daar, evenals op Urk en bij de Lemmer een
overslagplaats voor de Zuiderzeewerken be
vindt. Hier lossen Rijnaken, tjalken en
klipperschepen den inhoud van haar ruimen.
Sleepbooten stoomen met groote bakken
den Ketelmond in en nemen de lading over
om haar naar de dijken te brengen. Het is er
druk. Er is lawaai als in een haven, en ook
verscheidenheid als in een haven, want vele
Europeesche vlaggen kunt u hier voor de
Vossenwaard zien. Hakenkruis en het zwart-
geel-rood van België domineeren.
Juist als we den Ketelmond uitgaan,
glijdt ons een kustvaarder met een haken-
kruisvlag op de achterplecht voorbij. De
IJsel blijft internationaal vaarwater, al zal
het aspect van in zee mondende rivier spoe
dig verleden zijn.
Verdwenen eiland.
Tusschen de bazaltpieren van den Ketel
mond, waarop de meeuwenzwerm is als een
witte wolk met zwarte vlekken var. echte
schollevaars, schuift onze Schollevaer de
dartele golven van het IJselmeer op. En zoo
den Ketel uit ziet u de eerste verandering.
Het vrije uitzicht op Schokland is ver
dwenen. Wanneer u vroeger den Ketel uit
kwam, had u aan stuurboord het prachtige
gezicht op het wijde zeewater, waarin
Schokland een streep met wat boomen erop
was. Maar nu is dat uitzicht voorgoed onder
broken door de strenge zij het blanke kei-
leemlijn van den dijk, die juist bezuiden
Schokland langs loopt.
We zijn hier geweest toen de eerste brok
ken keileem boven water kwamen en we
hebben er toen trotsch de Nederlandsche
vlag op zien planten. Dat was in Augustus
1937.
Later in dat jaar kwamen we terug. Het
was October en we wandelden tot het paal
tje waar 2000 meter op staat. Dat was 2
K.M. dijk in een paar maanden tijds. Nu
debarkeeren we aan het kleine steigertje,
waarop melkbussen en margarinekisten de
komst van den parlevinker verbeiden, hy
paal 2700 en we wandelen tot paal 4700.
Daar wordt de grond pas week. Als u nog
200 meter verder gaat zakt u al weg in ver-
sche keileem en andere grondspeciën, waar
uit het dijklichaam hier opgebouwd wordt.
Dat is de 5000 meter zóne. Die komt met en
kele weken ook kant en klaar tusschen kra
nen en zuigers vandaan.
Hier staande ziet u in de richting van het
Kampereiland, dat al heel dichtbij lijkt, een
anderen rug tusschen veel rook en'stoom uit
het water verrijzen. Dat is de 6000 meter
grens, waar de firma Zanen en Verstoep, die
hier het dijkwerk maakt, ook begonnen is
aan den dijk. Vandaar werkt men in de
richting van de 5000 meter. De aansluiting
zal de kwestie van enkele weken zijn. Dan
is hier zesduizend meter dijk gereed geko
men, overeenkomstig het bestek.
Wandelen in de richting Urk.
Met dat al is het u duidelijk geworden,
dat we hier al een aardige wandeling kun
nen maken in de richting van Urk, dat als
een heuvel ginds boven aen zeespiegel ver
rijst. Het is een wandeling, die behalve uit
houdingsvermogen 5000 M. loopen is voor
ïemana, die immer fietst, een heele tippel
ook stevige schoenen vraagt, want de bon
kige keileembrokken, die nog tezamen den
qijk vormen, zijn nu niet bepaald 'n pret
tig plaveisel. Daar komt echter ook veran
dering in. Op onze wandeling zien we een
drag-nner, dat is die kleine uappere
kraan, die op haar eentje de dijkhellingen
egaliseert en zich een vasten bodem schept,
coor planken voor en achter de rupswielea
te leggen bestuurd door één enkelen
man, aie in een kleine ruimte tusschen klei
en lucht een bosch van zeer uiteenloopende
handie's beheerscht, bezig met het stapelen
van een kleilaag over den harden keiieem-
dam. Deze klei is van dezelfde substantie
als die in den toekomstigen polder. Zy
wordt in de omgeving van Urk gebaggerd
en naar de dijken gebracht, waar ze ge
bruikt wordt als afdekking over het kei
leem, waarin zelfs geen grassprietje groeien
wil. In deze goede klei zaait men straks
gras en we hoorden bovendien nog verlui
den, dat men deze kleilaag ook wil aanwen
den voor den verbouw van verschillende
gewassen, om zich op die wijze een beeld te
vormen van hetgeen er in den polder straks
groeien zal en te zien hoe het er groeien
wil. Op dezelfde wyze dus, als men het bij
de Wieringermeer in den proef polder An-
dijk deed. Volgend jaar zal de dijk dus in
ieder geval niet meer een witte, doch waar
schijnlijk een groene streep zijn, tusschen
water en lucht.
Wat verder ontmoeten we de steenzetters,
die al weer een nieuw soort steen inzetten
aan den voet van den dijk, om te probee-
ren. De directie der Zuiderzeewerken is
n.L nog maar steeds aan het experimentee
ren met allerlei soorten steen, van eenvou
dige klinkers af, tot zware basalt uit de
Duitsche bergen en zware betontegels uit
Nederlandsche fabrieken toe, die elk een
kans krijgen de duurzaamheid tegen stor
men en zeewater te bewijzen en die geen
van alle nog een voldoende antwoord gege
ven schijnen te hebben op de vraag wie nu
wel de beste waarborgen geeft voor de vei
ligheid en standvastigheid van den dijk.
Die steenzetters zijn natuurlyk Sliedrech-
ters. Zij maken daar een speciaal vak van,
zooals de Werkendammers van het twyg-
vlechten, de Genemuiders van het grond
werk. Deze Sliedrechters behooren tot de
jonge garde. Het zyn leerlingen, die hier het
vak leeren. Ze hadden geen betere plaats
kunnen uitkiezen.
Op de 4300 meter staat hier op den dijk
de directiekeet. Vorig jaar vonden we haar
op de 1600 M. Ze is dus verhuisd, toen het
gebied grooter werd. Teekenaars en opzich
ters hebben er hun hoofdkwartier en ze
worden van tijd tot tijd kwistig van koffie
en thee voorzien door een jong meisje uit
Kampen, dat men met een beetje zin voor
sensatie, de eerste vrouw op den dijk zou
kunnen noemen, als de dijk nog sensationeel
was.
In de directiekeet hooren we, dat hier in
dit werkseizoen van April tot nu, 260 men-
schen aan den dijk gewerkt hebben. Arbei
ders, overal vandaan, maar voor een groot
gedeelte ver wegkomend en daardoor met
dezen arbeid vergroeid. Ze werken van 's
morgens vroeg tot 's avonds laat en ze blij
ven dan voor een groot deel op de kranen,
de zuigers of de keten op Schokland, waarin
ze ondergebracht zijn. Ze vinden het al lang
niet eenzaam meer, dit bestaan. Eenmaal in
de drie weken gaan ze van Vrijdag tot
Maandag naar huis.
In dien tusschentijd brengt de wachtboot
ze 's Zondags nog wel eens naar Kampen,
doch het grootste gedeelte van die drie-
weeksche periode zijn ze hier op het water
en de smalle strook land, met als afwisse
ling het werk en een filmavond van tijd
tot tijd in het gebouwtje, dat Patrimonium
op Schokland bouwde. Zoo hebben ze aan
de Wieringermeer en den Afsluitdijk ge
werkt, zoo zullen ze het straks weer doen
aan den Zuid-Oostpolder hopelijk. Ze vor
men de generatie, die de Zuiderzee temde en
nieuw land veroverde, metterdaad.
Dat over de arbeiders. En het werk?
In de directiekeet luidt het antwoord op
deze laatste vraag, dat 't deze zomer al heel
voorspoedig ging. Grondverzakkingen als
het vorig jaar wel geschiedden, kwamen dit
jaar maar heel sporadisch voor. Dit en de
groote ondiepte hebben de formidabele
snelheid mogelijk gemaakt. Meer praat men
er hier niet over. Zes duizend meter spreken
voor zich zelf.
Urk komt nader.
Aan het einde van deze 500Ü meter, of be
ter aan het begin, want hier begon men ver
leden jaar te werken, staat een licht-op-
stand. Hier staand, zien we heel in de verte
andere kranen tegen de lucht afsteken: het
eind van den dijk, die van het eiland Urk,
langzaam naar de Overijselsche kust kruipt!
Zes en een halve kilometer is de arm, die de
firma Blankvoort daar aan het eiland gezet
heeft. Het is één arm. Aan den Noordkant
van het eiland ontstaat er nog één, negen
en een halve kilometer lang. Die reikt in de
richting van de Friesche kust. Zoo 'breidt
Urk armen uit naar het oude vaste land en
als het dat stevig gegrepen heeft, zal uit die
omarming een nieuwe jonge aarde geboren
worden. Het nieuwe land achter de dijken.
Lemmer en Vollenhove.
Het wordt een vrij eentonig werk, het
schrijven over de groeiende dijken van den
Noord-Oostpolder. Het is overal gelijk. Of u
ze nu in de Lemmer ziet, dan wel ze op Urk
of bezuiden Schokland bekijkt, overal ziet
u hetzelfde keileem, waaruit dezelfde rechfe
streep in hetzelfde grauwe water gebouwd
is, door kranen en bakken, gehuld in witten
en zwarten rook, overal eender.
De getallen arbeiders, die hier en elders
werken, loopen wat uiteen, de namen van
de aannemers zyn verschillend, maar de
arbeidsvoorwaarden zijn weer gelijk de
ontspanning en de verblijven van de arbei
ders ook, het zijn overal Werkendammers
die u op uw weg rond de dijkwerken aan
het rysvlechten ziet en Sliedrechters, die de
steenen aan den dykvoet plaatsen.
Variatie zit er dus weinig meer in en van
de grootschheid van het karwei zijn we be-
reids overtuigd, evenals van zijn natlon.i
beteekenis. Wij vertellen u nog dat men te
varen, omdat het 200 meter breede gat, dat
zich aan dien kant voor den havenmond be
vindt, vóór den winter wordt dichtgemaakt
en voorts, dat die schepen hun weg «.an de
buitenzijde van den dijk zullen moeten kie
zen door de daar gebaggerde geul, die bin
nenkort bebakend wordt. Op bijgaande
kaart ziet men de 4 K.M. breede opening, die
Urk nog van den Frieschen wal scheidt en
die juist voor dit scheepvaartverkeer is
opengelaten.
En wat Vollenhove betreft: Vollenhove
ligt heelemaal niet meer aan de open zee,
zooals in den voorzomer nog het geval was.
Als u de haven van dat plaatsje nu uitvaart,
komt u niet in het open water, doch regel
recht in de ringvaart van den polder. Op
eenige tientallen meters voor den havenin
gang is n.L ook een stuk dijk opgeworpen,
dat verder voor de heele kust van de Voorst
langs loopt. Hier wordt ook de groote loswal
in het water gebouwd, want Vollenhove
wordt een belangrijke overlaadplaats straks.
Groote zuigers en zware molens stuwen
hun zwarte en witte rookpluimen naar de
wolken. Volgend jaar verrijzen er een ge
maal en een sluis voor de Voorst, waartoe
nu al de bouwputten gemaakt zijn.
En verder op, bij de Krieger, raakt de dijk,
die van het Zwolsche Diep komt, dat hy
eens heelemaal doorsnijden zal, zelfs al het
land. Hier is men bezig de oude zeewering
weg te breken. Die werd reeds totaal over
bodig.
Volgend jaar krijgt het Zwarte Water
een nieuwen mond, waarschijnlijk in zee
uitkomend bezuiden Schokland en dan zal
ook het aspect rond Kraggenburg, het uiter
ste puntje van het Zwolsche Diep, heele
maal veranderd zijn. Waar nu nog bakens
zijn, vinden we dan wellicht wegwijzers. De
dijken hebben de zee doodgedrukt.
Als de Schollevaer ons dansend en sprin
gend terugvaart, denken we aan wat Jan
Engelman zong van den dijk:
Hij kan in grondzee onderduiken,
gekranst met lillend schuim
geen kracht kan déze kracht verbruiken,
hij staat er groot en ruim!
LEMMEg.
KUlf)6A
BlArtKNfüÖ*
tBLOKlUb
De situatie zooals zij na 134 jaar rond den
toekomstigen Noord-Oost-polder geworden
's; De zwarte lijnen geven aan, hoever men
dit jaar met de dijken hoopt te komen. De
stippellijn geeft de dijken aan, die het eerst
onderhanden zullen worden genomen. Men
begint dan tevens met de werken voor e
gemalen bij Urk, Lemmer en Vollenhove en
de sluiswerken. Het langst open blijven ten
behoeve van het scheepvaartverkeer de
open gelaten vakken benoorden en bëoos
Urk. Een onjuistheid is dat het dykdeel vo
"hoveBlokzijl als reeds klaar staat aa
Begeven. Zoo ver is men daar nog nie
.Vollenhove is tot nu toe eindpUfit.
ALKMAAR het WTTE.HUJi BEVERWIJK.
Nog nooit werd een jas ge
bracht die zóó geschikt is voor
onze Hollandsche jongens en
voor ons Hollandsche klimaat
Laat 't maar vriezen dat het
kraakt, zoo n ulster doet dienst
als een heerlijke centrale ver
warming. Ruige, sportieve wol
len winterstof Vlot en kloek
gesneden, 'n Genot voor onze
jongens, die jassen, 'n Genot
voor de ouders, die prijzen!
ff Jongeheeren Ulsters oer
degelijke stoffen en extra
Êerke afwerking q 7C
i.50 - tö.50O./a
Ratiné Kinderjekkers
Erima ratiné, in bruin en
lauw-zwart lekker rA
warm 9.50 '.6.75 Jw
VERKRIJGBAAR BIJ UWEN WINKELIER OF IN DE
BENSDORP VERKOOPFILIALEN EN DEPOTS.