„St. |S/| artin's Lane". DE TRAGEDIE VAN EEN „BUSKER". Charles Laughton maakte een eigen film. Reproductie-leider Erich Pommer. Feiten en episoden. ERICH POMMER de producent van „aparte" films. Charles en Libby. r- ONZE BIOSCOPEN. Lionden verandert en vele eeuwen oude tradities gaan verloren. De statige huizen van den ad el vallen onder de mokers van de sloopers en op hun plaats verrijzen moderne hotels, kantoren of flatgebouwen. Eén voor één zijn de gezellige cabarets met de ouderwetsche gaslampen verdwenen om plaats te maken voor bioscooppaleizen met hun neon-ver- lichting. De hoefslagen van de laatste paarden worden overstemd door het geratel van de pneumatische boren, die het oude plaveisel opbreken om plaats te maken voor geluid dempend asfalt, waarover straks de mo derne bussen en taxi's zullen rijden. De straatventers, die reeds op verren af stand herkenbaar waren aan hun eigen- aardigen roep, kenmerkend voor hun spe ciale waren, worden geleidelijk door nieu we politie-verordeningen van de straten verdreven Maar de „buskers" blijven. Slechts de straat-artisten, de „buskers" zooals Londen hen noemt, hebben zich in de theaterwijk van het West End kunnen handhaven. Als bij de theaters de lange rijen van wachtenden zich vormen, komen zij, tegelijk met de verhuurders van klap stoeltjes te voorschijn en verdienen een paar stuivers met muziek, zang, dans en declamatie voor het publiek, dat straks in de theaters de groote bekende artisten gaat zien. St. Martin's Lane is het centrum van hun arbeidsveld, want hier ligt het Lon- don Coliseum, Duke of York's Theatre en New Theatre, terwijl dozijnen andere be kende theaters in de omliggende straten gelegen zijn. Het leven van deze straat-artisten wordt geschilderd in de Pommer-Laughton- film, die binnenkort in ons land uitge yiVIEN LEIGH. REX HARR1SON. CHARLES LAUGHTON CHARLES LAUGHTOIN - VIVIEN LEIGH haalt den directeur over om Charles een kans te geven. Deze treedt op, doch het publiek lacht hem uit. Voor de eerste maal beseft hij volkomen, dat hij niet de groote artist is zooals hij gemeend heeft, en niettegenstaande het protest van Libby, keert hij n?aT Martin's Lane terug, waar hij zijn oude vrienden terugvindt. 10.000 pond aan juweelen. Tien dagen lang verwonderden de mede werkenden aan de nieuwe Pommer- Laughton-film „St. Martin's Lane" zich over de aanwezigheid van een geheimzin- nigen vreemdeling in de studio. Niemand scheen te weten wie hij was, of wat hij daar deed. Later bleek, dat hij een detec tive was, die een wakend oog hield op de juweelen ter waarde van 10.000, welke Vivien Leigh in verschillende scènes van de film droeg. Iedere dag kwam hij in een auto met een kleine actentasch onder de arm en na de geheele dag bij de op namen toegekeken té hebben, vertrok hij met zijn actentasch in dezelfde auto. Slechts Vivien Leigh en de regisseur Tim Whelan wisten, dat de sieraden, die de actrice in deze film droeg, geen imitatie waren. Zij werden ter beschikking gesteld door een der grootste juwelierszaken van Bond Street, echter op voorwaarde, dat dit een geheim zou blijven tot na afloop van de opnamen en dat een speciale de tective met de bewaking belast zou worden. Rex Harrison en de pers. Een tijd lang zag het er naar uit, dat Rex Harrison zijn leven lang verslaggever zou moeten spelen. Zijn eerste groote rol was die van den reporter in „Mannen zijn geen goden" en sindsdien speelde hij meerdere van dit genre. In „St. Martin's Lane", de nieuwe Pommer-Laughton- film, die binnenkort in ons land wordt uitgebracht, kreeg hij echter de rol van een schlager-componist. Toch scheelde het niet veel, of hij was tot zijn oude genre teruggekeerd, want in het oorspronkelijke scenario was deze figuureen verslag gever! Toch kon Harrison niet geheel aan den invloed van de pers ontsnappen want in de film ziet Vivien Leigh hem voor een reporter aan en hij wil haar niet teleur stellen, maar vraagt haar om een inter view. De muziek werd geschreven door den componist Arthur Johnston. Voor St. Martin's Lane schreef hij „Have Yoer ever Seen Eliza?" en „Straw Hat in You ever seen Eliza?" en „Straw Hat in the rain." Laughton en de straat-artist. Op een avond stond Laughton, die de rol van Londensche straatartist speelt, te kijken naar zoo'n straat-artist, die voor een theater een fragment uit „Hamlet declameerde, in de hoop typeerende bij zonderheden waar te kunnen nemen, die hem bij de uitbeelding van zijn rol te pas zouden kunnen komen. De man be ëindigde zijn declaratie en kondigde het volgende nummer aan: „Dames en heeren, nu volgt een imitatie van den bekenden film-acteur Charles Laughton in „Muiterij op de Bounty". Hij keek rond en zag Charles Laughton, die in gespannen ver wachting toekeek. „Allemachtig", bromde de man en verdween in een zijstraat. Laughton zonder schmink. Charles Laughton heeft het in „St. Martins Lane" geheel zonder de hulp van een kapper gesteld. Hij is een voorstander van realiteit bij filmopnamen en geeft er steeds de voorkeur aan zoo natuurlijk mogelijk voor de lens te ver schijnen. Voor zijn film „De Wildeman", waarin hij een aan lager wal geraakten man moest voorstellen, liet hij een snor groeien en liep hij gedurende den geheelen duur van de opnamen ongeschoren rond. In „Muiterij op de Bounty" droeg hij een pruik, daar deze voorgeschreven werd door het tijdperk, waarin de film speelde; in „Rembrandt" had hij een groote snor, die hij reeds weken van te voren liet aan groeien en als „Ruggies" droeg hij een blonde pruik. In „St. Martins Lane" echter heeft hij zelfs geen poeder op zijn gezicht en uit sluitend door zijn kleeding, die op een lange speurtocht bij handelaars in tweede- handsch kleeren verzameld werd, en zijn sterke spel, stelt hij ons de tragische figuur van Charles, den Londenschen straat declamator voor oogen. Erich Pommer heeft reeds verschillende films op zijn naam staan, die sterk de aan dacht trokken doordat zij afweken van de gebruikelijke normen der film-industrie. Ook zijn persoon beantwoordt geenszins aan de algemeene voorstelling van een film-produ cent. Hij is slank, zenuwachtig, met een ver legen lachje en een rustige, zachte stem. Hij maakt meer den indruk van een artist dan van een zakelijken filmman, doch hij protes teert steeds ten sterkste ertegen een artist genoemd te worden. Volgens hem zijn de suc cessen van films als „Het Congres Danst", „De Blauwe Engel", „Metropolis" én „Vau deville" uitsluitend te danken aan zijn orga nisatorische talenten. In Duitschland, vlak na den grooten oor log, toen vrijwel alles gerantsoeneerd was, werd de film-industrie sterk gehandicapt door de kleine hoeveelheid electrischea stroom, welke voor iedere studio beschikbaar gesteld werd. Verschillende producenten beschouwden de productie onder deze on*. standigheden als een onmogelijkheid, maar Pommer ontwierp een geheel nieuwe film* techniek, aangepast aan de omstandigheden, door de enkele beschikbare lichtbronnen zoo voordeelig mogelijk aan te wenden voor het werpen van vreemde, maar effectvolle scha duwen. Hierdoor verkreeg hy geheel nieuwe lichteffecten en, waar zij lampen onvoldoen* de bleken, liet hij schaduwen en lichtvlek, ken op de achtergronden schilderen. Zelfs ging hij zoo ver de schmink van de artistep voor iedere scène afzonderlijk by zijn licht* effecten te doen aanpassen. Ook voerde Pommer in dien tijd nieuwe camera-hoeken in, waardoor het beschikbare licht zooveel mogelijk uitgebuit werd, maar die tevens leidden tot verrassende nieuwe effecten. Een film, die onder deze omstandigheden gemaakt werd, was „Het cabinet van Dr. Caligari", welke film een revolutie in de bestaande opvattingen over filmopname was. Vroeger was het doel van de belichting het wegwerken van iedere schaduw, de zelfde schaduw, die thans door Pommer werd gebruikt voor het verwekken van stemmingen. De camera stond steeds midden voor de spelers, maar Pommer plaatste deze op den grond, hing de camera boven in de studio of waar dan ook, mits slechts het ge- wenschte effect werd bereikt. Hollywood zag „Caligari" en een nieuwe opvatting van filmopnamen ontstond. De belichting werd méér dan alleen een middel om op het nega tief in te werken, ze werd gebruikt om at mosfeer te scheppen en de camera werd een bewegelijke waarnemer van het spel onder alle denkbare gezichtshoeken. De noodzake lijkheid dwong Pommer in dien tyd tot het zoeken naar nieuwe wegen, maar iedere vol gende Pommer-productie bracht steeds eea nieuwe afwijking van de veelbetreden paden der film-routine. Hy ging naar de Ufa en onder zyn leiding kwamen groote werken tot stand, als „Metropolis", voor welke film hy Fritz Lang uit de scenario-afdeeling haalde om de regie te voeren, „Vaudeville", waardoor Emil Jannings en Lya de Putti wereldberoemd werden en de eerste Duit- sche sprekende film „De Blauwe Engel", met in de hoofdrol een destijds onbekende actrice Mariene Dietrich en de eerste groote film, welke Josef von Sternberg regisseerde. Ook het wereldsucces van Lilian Harvey „Het Congres Danst" werd vervaardigd onder productieleiding van Erich Pommer. In Hol lywood bracht Pommer Pola Negri opnieuw naar voren in „Hotel Imperial". Thans heeft hy in Engeland met Charles Laughton een eigen productie-maatschappij gesticht. bracht en die tot titel heeft „St. Martin's Lane". Charles Laughton geeft hierin een uitbeelding van een artist, die zijn brood verdient met declamaties voor het wach tende publiek, in zijn hart steeds over tuigd, dat hij zich zelf kan rangschikken onder de groote spelers, die optreden in deze theaters, waarvan hij slechts den buitenkant mag zien. Charles, een Londensche straatzanger, amuseert de rij menschen die buiten het theater staan. Libby (Vivian Leigh), een klein straat-type neemt wat geld weg, dat Charles in zijn pet opgehaald heeft. Zij weet te ontsnappen en later op den avond ontmoet hij haar in een café, waar zij eenige jongelui amuseert met een imitatie van Charles bekend liedje. Zij rolt een gouden sigarettenkoker, het eigendom van Harley (Rex Harrison). Charles ziet dit, achtervolgt haar, en vindt haar ver borgen in een eenzaam huis. Hij maakt zich meester van den sigarettenkoker, doch als hij hoort wat voor een moeilijk bestaan zij leidt, neemt hij haar mee naar zijn pension. Hij geeft den koker aan de politie en treedt met Libby tesamen op straat op. Harley en zijn vrienden zien Charles en Libby op straat aan het werk en Libby wordt uitgenoodigd voor een feestavond in Harley's woning. Zij komt eerst den volgenden morgen terug en Charles, woe dend van jalouzie vraagt om uitleg, welke zij echter weigert te geven. Hij vraagt of zij met hem wil trouwen en Libby ant woordt hem of hij gek is, om haar vanaf het begin al honger te laten lijden. Char les gaat weg zonder opgave van adres. Intusschen is Libby door aanbeveling van Harley een bekende artiste geworden. Charles, gemengd in een relletje, wordt gearresteerd. Als hij wederom vrij is ont moet Libby Charles. Hij simuleert blindheid en wekt daar mede het medelijden van het publiek op. Zij neemt hem mee naar Ket theater en DE BOEKANIER. Harmonie. In theater de Harmonie draait deze week een uiterst romantisch avonturenverhaal, zooals de titel: „De boekanier" trouwens wel aangeeft. De boekanier in dit Para- mount-product heet Jean Lafitte, een gentle- man-zeeroover, zooals die in vroeger tijden naar het schijnt voorkwamen. In den Na- poleontischen tijd heeft deze edelmoedige zeeschuimer de zeeën onveilig gemaakt, en daarbij een ontelbaar aantal opwindende avonturen beleefd, zooals we dat van een vrijbuiter van het formaat van een Jean Lafitte trouwens mogen verwachten Nu waren die avonturen wel veel, maar lang niet allemaal aan den bloederigen kant. En dat de film ons ook dat laat zien, begrijpt een ieder, die weet, dat een roman tische film bij bloederigheid alleen niet kan leven... Neen, daar hoort bij een minstens even onmisbaar element, dat trouwens ook ruimschoots aanwezig is, n.1. dat wat met den geijkten term „liefdesromantiek" heet, of, zooals hier, -dramatiek. Fransciska Gaal brengt een allerliefste Greetje uit. Doornspijk „on de Soidersee" op het witte doek, dat door onzen Lafitte uit de handen van een muitend gedeelte van zijn onderhoorigen is gered, en dat hem daarna trouw terzijde staat, o.a. hem ver gezelt in den historischen veldslag tegen de Engelschen, en dat tenslotte de onge wilde oorzaak wordt van bovengenoemde dramatische wending in het verhaal. Zij n.1. verraadt buiten haar schuld Lafitte, die van een eerzaam man na zijn strijd tegen de Engelschen was hij dit plotseling geworden weer een veracht en opgejaagd zeeroover wordt. Of dit nu noodig geweest was? Of het niet een beetje hypercorrect was om de verant woordelijkheid voor de daden van een op standig deel onderhoorigen op zich te nemen? Of hiermee in feite niet een drama in elkaar werd gezet? Neen zy, die eenig begrip hebben van de eer van een gentleman-piraat, die beseffen wat de goede naam, yqps een eerzaam zesrpQvei ^êt§eignt, die begrijpen welk groot verantwoordelijk heidsgevoel dergelijke lieden moeten bezit ten zij weten, dat voor Jean Lafitte maar één weg overbleef Naast Frederic March als Lafitte en Fran- cisCa Gaal als Greetje van der Liphorst („Gretchen" zegt Lafitte...!) is het vooral Akim Tamiroff als de kanonnier van Lafitte, die opvalt door een schilderachtige creatie van den zeeroover, zooals men dien zich voorstelt. Voorprogramma: Paramount- en Profilti- nieuws, een film, waarin een gekkenhuis voorkomt, en die opvalt door een goede, de geheele film door volgehouden locale kleur en een filmpje met Betty Boop. TWEE HOOFDNUMMERS. Roxy Theater. „Je kunt niet alles hebben" is de titel van de eerste hoofdfilm, die deze week in het Roxy-Theater gedraaid wordt. Het is de ge schiedenis van een aardig meisje, die niet alleen talent heeft om zangeres te worden, maar zich bovendien aan het schrijven van tooneelstukken schuldig maakt. Het gevolg daarvan is een heel ingewikkelde geschie denis, welke zich grootendeels afspeelt tus- schen de coulissen en voor het voetlicht van een bekend revue-theater. Liefde, jalousie, zang en dans zijn de voornaamste bestand- deelen van deze revue-cocktail en het geheel is zoo smakelijk, dat men er in alle opzich ten van kan genieten. De tweede hoofdfilm het Roxy-Theater laat deze week zijn bezoekers niet spoedig naar huis gaan behandelt een interessant vraagstuk. Het gaat over een man, lie twee maal leefde, eenmaal als misdadiger en een maal als dokter, wat natuurlijk geenszins wil zeggen, dat het uitgesloten is, dat een misdadiger dokter kan zijn of omgekeerd. Een zekere Slick, een beruchte moorde naar, komt bij een achtervolging door de po litie in een collegezaal terecht en hoort daar den hoogleeraar vertellen, dat het mogelijk moet zijn een misdadiger te opereeren. Na deze hersenoperatie kan er dan een volko men normaal mensch en zelfs een bijzon der goed mensch ontstaan, die zich niets meer van zijn verleden herinnert. Het ge volg van een en ander is, dat Slick op de operatietafel gaat en er weer afkomt als een man met een blanke ziel, die alles van zijn vroeger leven is vergeten. De professor kent alleen zijn geheim en verraadt het niet. Hij hecht zich aan den „jonggeborene" en deze gaat onder zijn leiding medicijnen stu- deeren en wordt een bekwaam en geliefd medicus. Hij wordt dokter in een gevange nis en de rest is gemakkelijk te voorspel len. Een paar van zijn vroegere medeplichti gen herkennen hem en dan is hij verloren. Hij wordt verraden en de politie ontdekt, dat de vingerafdrukken van Dr. Blake pre cies gelijk zijn aan die van Slick den moor denaar. Er komt natuurlijk een rechtszaak en het publiek zou niet tevreden zijn als de dokter veroordeeld wordt. Hij krijgt dan ook gratie en het laatste wat er van hem te zien is, blijkt een bijeenkomst van den dokter met zijn knappe en trouwe secretaresse te zijn, een zoo gezellige bijeenkomst, dat de ge volgen niet moeilijk zyn te raden. Vooraf gaat wat wereldnieuws, zoodat niet kan gezegd worden, dat het Roxy-Theater deze week geen waar voor het geld biedt. HET EPOS DER LUCHTVAART VERFILMD! Victoria-theater. Zooals twee jaar geleden Muiterij op de Bounty en verleden jaar Stormduivels elk op eigen wijze het epos van de zeevaart was, méér dan een groote avonturenfilm en opgeheven tot dat niveau, waar de elemen ten zelf een schier mystieken achtergrond vormden, zoo is dit jaar de film Test-piloot een verheerlijking van de eindelooze blauwe lucht en van die durvende duivels, de in- vliegers der nieuwe toestellen, wier taak n i e t is, zooals nog al te velen meenen, het uitvoeren van waaghalzige bravourestukjes, maar, zooals de Amerikaan zoo treffend zegt, „those men who live long enough to lay a floor up there, so some day the world can go to bed in it": hun werk, waarvoor zij vaak met hun leven betalen, is de lucht zoo veilig te maken, dat anderen er zich als in hun eigen bed op ter ruste kunnen leg gen. Voor deze derde avonturenfilm van bui tengewoon formaat heeft Metro-Goldwyn- Mayer juist de spelers, den regisseur en den producer gekozen, die reeds Muiterij op de Bounty en Stormduivels hun wereldroem verschaffen. Onder regie van den genialen Victor Fleming, den regisseur van Storm duivels en zelf een ex-racevlieger, alvorens gebroken ledematen hem een ander beroep deden kiezen, onder den producer Louis D. Lighton, die reeds Stormduivels maakte en eveneens zelf een gebreveteerd piloot is, spelen in Test-piloot de Clark Gable van Muiterij op de Bounty en de niet minder befaamde Spencer Tracy van Stormduivels de hoofdrollen. Myrna Loy is in deze film de vrouw, aan wie Clark Gable, haar door 't toeval van een noodlanding ontmoetend, zijn liefde schenkt. Maar niet al zijn liefde. Grooter, myste rieuzer is die hartstocht voor het door klieven van de eindelooze lucht, blauw en toch vol gevaren voor wien voor het eerst zijn nimmer beproefd vliegtuig zon- opwaarts stuurt! En de film kent nauwelijks aangrijpender momenten dan de monologen nobel in hun eenvoud, die Clark Gable richt tot zijn „blue lady", de lucht daarboven. Ruw, hartelijk en voortvarend, iedere zenuw gespannen, en daarvoor verhaal zoekend in de ontspanning van aardsche ge neugten, is het karakter van dezen invlieger stil, volhardend en vol innige kameraad schap, dat van zijn trouwen kameraad en medewerker, den mecanicien, die tenslotte in een onvermijdelijke catastrophe den hel dendood der luchtvaartpioniers sterft. Clark Gable en Spencer Tracy, twee der popu lairste acteurs, in de rollen van hun leven! De vorige week hebben wij deze film reeds uitvoerig besproken. Zooals verwacht kon worden, moest Victoria deze film prolongeeren. De tweede week van Test-piloot is in gegaan. En ook deze tweede week zal de belangstelling er voor groot zijn! DE KUNST OM TE LEVEN. City Theater. Die leeren we deze week in het City theater van Douglas Fairbanks Jr. en Irene Dunn en vele van hun medewerkers. Zij toonen ons hoe de revuester Maggie Garret (Irene Dunn) uit „familietrouw" de heele familie onderhoudt, de familie die in sterk egoisme voelt, dat het met het „groote" leven uit zal zijn zonder de inkomsten van Maggie. De 10.000 dollar, die deze wekelijks ver dient, zijn maar nauwelijks genoeg om er van te leven. Maar Maggie beseft niet, dat de aanhankelijkheid van de familie slechts haar geld betreft. Brewser, een onafhankelijke jonge man met andere opvattingen over het leven dan men die er gewoonlijk op nahoudt, ziet in de revuester een „engel"; hij achtervolgt haar zóó lang tot zy hem laat verbaliseeren, maat als hy veroordeeld zal worden tot zes maan den gevangenisstraf, kry'gt zij medelijden met hem en stemt erin toe om als zijn „voogd" op te treden, zoodat een voorwaar delijke veroordeeling volgt. In den tijd di® daarop volgt, hebben de twee herhaaldelijk kibbelarij, maar telkens is hij het die wint. Hij leert haar ook begrijpen, dat levensgeluk ligt in vrijheid en niet in groot bezit. Hy be wijst haar dat ook, want op een avond dat zij samen uitgaan van nog geen twee dollars, geniet zij zóóveel, dat zy het den volgenden dag nog maar nauwelijks kan beseffen. Zij® devies is: „doe snel wat je wilt doen, doa wat je wilt en wannéér je wilt". Het is ondoenlijk om den inhoud van de film geheel te vertellen en daarom moeten we zwijgen over de talrijke (meermalen ver makelijke) twisten tusschen de twee, hun onverwacht huwelijk en over de onrust de dramatische houding der familie en zoo- veel méér wat deze film aantrekkel^ maakt. „De kunst om te leven" is een amusante rolprent, maar er zit toch een diepe kern van menschelijkheid in; ondanks de soms dwaze momenten is zy luchtig en onderhen dend. En wat nog méér zegt: voortreffen! gespeeld. Het voorprogramma is dezen keer n0^j uitgebreid: twee journalen met nieuws u binnen- en buitenland; een natuurfilm derfelijke vrouwtjes", waarin de strijd 0 het bestaan in de dierenwereld wordt we gegeven; een klucht „De getemde schoon moeder" en een grappige teekenfilm. Alles te zamen een programma, dat aangenamen avond waarborgt en dat on° twijfeld velen in de eerstvolgende dag zullen willen gaan zien.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 12