Slechte wedstrijd Denemarken-Nederland.
Oranje-voorhoede, onervaren, faalde tegen
het stopper-spil-systeem.
O, die scheidsrechter I
De oefenwedstrijd van het
Continentale elftal.
Het bondselftal geeft goed partij.
raaACco?rdeagie-T°r °nh°ud"
ALKMAARSCHE COURANT VAN MAANDAG 24 OCTOBER I938
TT^"nr—f—
SPORT EN WEDSTRIJDEN
Voetbal.
Otto de Vries, de voorzitter van de
Technische Commissie van den K.N.
V.B., drukte het, toen wij hem na afloop
in de kleedkamer naar zijn indrukken
vroegen, zoo kernachtig uit: „Ik geloof,
dat het voor de toeschouwers een vree-
selijke wedstrijd om naar te kijken is
geweest, het was dan ook alles zeer ma
tig, tot en met den scheidsrechter toe".
Inderdaad is de algemeene indruk, dat
déze ontmoeting een van de slechtste wed
strijden van het Nederlandsch elftal uit de
laatste jaren is geweest; met het gelijke spel
22, mag de Oranje-ploeg dubbel en dwars
tevreden zijn. Een overwinning heeft het
Nederlandsch elftal zeker niet verdiend, im
mers Denemarken speelde, met uitzondering
van het eerste kwartier van den wedstrijd,
beter en aantrekkelijker voetbal, was over
het algemeen iets meer in den aanval, kreeg
ook veel meer scoringskansen dan de Hol-
landsche voorhoede, maar aan het afwerken
van de aanvallen ontbrak veel, zeer veel
zelfs.
Wij zijn geen uitgesproken voorstanders
van het systeem om uit het aantal hoek
schoppen voor en tegen de conclusie te trek
ken, dat de eene party veel sterker en ge
vaarlijker geweest moet zijn dan de andere.
Ditmaal willen wij echter een uitzondering
maken: de cornerverhouding was 13—2 ten
gunste van Denemarken, cijfers, die spre
ken van een duidelijke veldmeerderheid der
gastheeren.
Het Nederlandsche elftal heeft niet aan
de verwachtingen voldaan. De voorhoede is
sterk tegengevallen, wij zullen dadelijk uit
eenzetten waarom. De middenlinie was nog
het beste deel van het team. De achterhoe
de, voornamelijk de beide backs, was goed,
maar speelde met te weinig overtuiging.
Het verband tusschen de linies was er niet
en dat bij de Oranjeploeg, die meestal haar
meest glorieuze overwinningen behaait door
homogeniteit! In dit elftal was geen een
heid, er bestond geen samenwerking tus
schen de spelers, sommigen speelden zeer
zeker buitengewoon ijverig, maar een sterke
ploeg bewust van haar kracht, van haar mo
gelijkheden, was het niet.
Teleurstelling wekt dit, indien men dit
ontdekt bij spelers, die jarenlang in het Ne
derlandsch elftal hebben gespeeld, in het
bijzonder bedoelen wij hier de spelers van
achterhoede en middenlinie.
Dat de voorhoede niet aan de ver
wachtingen voldaan heeft, is veel meer
begrijpelijk. Immers, hier stond een
vijftal, dat practisCh debuteerde in in
ternationaal voetbal. Deze spelers had
den tegenover zich een systeem, het
drieback-spel, hetwelk door de Denen
tot in de puntjes werd uitgevoerd. Met
hun weinige ervaring liepen onze aan-
valsspelers op dit systeem dood.
Joergensen, de Deensche aanvoerder en
spil, vertolkte een uitstekende stopperspil-
party. Hij had Dumortier voortdurend vol
komen in zijn macht.
De beide backs dekten de Nederlandsche
vleugelspelers en dit deden zij zoo conse
quent, dat van Leur en de Harder geen mo
ment bewegingsvrijheid genoten; Van snelle
rennen langs de lijn hebben wij dezen mid
dag niets kunnen ontdekken. Men heeft bij
de verkiezing van v. Leur er op gewezen,
dat Dumortier en hij zoo goed met elkaar in
het veld overweg kunnen. Menigmaal ont
stonden in de competitie doelpunten door
samenwerking van die twee. Welnu, men
kon nu alweer constateeren, dat goed club
voetbalspelen nog niet beteekent, dat de
betrokkene rijp is voor internationaal spel.
Wij hebben speciaal gelet op de verrichtin
gen van dit tweetal. En wij hebben kunnen
constateeren, dat ■het samenspel tusschen
hen niet vlotte.
En verder was de Harder er aan den an
deren kant hopeloos uit.
Achter dit drietal stonden de Vroet en
van der Veen, die, het zij vooropgesteld,
zeer hard gewerkt hebben. Van begin tot het
einde hebben beiden gezwoegd, veel werk
verricht, voornamelijk in teruggetrokken
positie, waar zij overigens vrij scherp door
de Deensche kanthalfs bewaakt werden.
Beiden waren evenwel niet bij machte om
op het juiste moment ook voor het Deensche
doel te zijn om eventueele scoringskansen te
benutten.
De leiding.
Het is zoo de gewoonte geworden, dat aan
het slot van een lang verslag ook eenige re
gels gewijd worden aan den scheidsrechter.
Wij moeten ditmaal een uitzondering maken
en hem nu reeds voor het voetlicht bren
gen. Deze scheidsrechter, de heer Nordboe
uit Noorwegen, moge in Oslosche voetbal
kringen een goed leider zijn, voor interna
tionaal voetbal is hij niet geschikt. Het was
zijn eerste internationale ontmoeting en
misschien is het zijn laatste wel geweest.
Deze meneer Nordboe is er in geslaagd om
de ontmoeting „stuk" te fluiten, deze man
speelde het klaar de meest opvallende
figuur uit den geheelen wedstrijd te zijn.
Voor ieder duwtje floót hij af, gaf een vrijen
trap, ook al was er niets aan de hand. „Fair
charging" kent hij waarschijnlijk niet. Groo-
te, zware spelers als Dumortier, Anderies-
sen en anderen hebben daar groot nadeel
van. Eerst hadden wij den indruk, dat hij
streng zou beginnen in het eerste kwar
tier, om den spelers te toonen, dat hij de
leiding in handen had, een opvatting, welke
misschien nog te billijken zou zijn geweest.
Maar geen moment is er van forsch spel in
dezen wedstrijd sprake geweest, een botsing,
een duwtje en dergelijke ontstonden door
te groot enthousiasme, snel inloopen, maar
al die duwtjes waren nog geenszins straf
baar. Niettemin meende de heer Nordboe
telkenmale te moeten fluiten voor een vrijen
schop, ook al was dit vaak in het nadeel van
de partij, welke den trap kreeg toegewezen.
Want de tegenstanders kregen door de on
derbreking gelegenheid zich te herstellen.
Na afloop hoorden wij van verscheidene zij
den, niet het minst van Deenschën kant, dat
de heer Nordboe misschien bij een dames
ontmoeting een goed figuur zou maken,
voor een voetbalwedstrijd echter liet ge
schikt was.
Gelukkig heeft de heer Nordboe zijn fou
tieve beslissingen over de beide partijen ge
lijkelijk verdeeld en op het uiteindelijk re
sultaat heeft het dan ook geen invloed ge
had. Maar indien spelers bemerken dat er
voor elk wissewasje gefloten wordt, gaan
zij met een zekere reserve spelen, geven
zich niet meer geheel, het werkt ontmoedi
gend, en ook dit moge een verklaring van
het matige spel geven, dat aan beide zijden
vertoond werd.
De wedstrijd.
In het gemoedelijke sportpark van Kopen
hagen vond deze ontmoeting plaats, zeker
30.000 toeschouwers woonden den wedstrijd
bij. Vlak voor den aanvang arriveerde de
Deensche koning. Gemoedelijk liep hij het
veld over, geëscorteerd door den voorzitter
van den K.N.V.B., dr. D. van Prooye en zijn
ambtgénoot van den Deenschen voetbal
bond. Vlak bij de lijn was een plaatsje ge
reserveerd en niet op de hooge eeretribune.
Beide ploegen werden hartelijk ontvan
gen, het Oranjeteam met het „Wien Neer-
lands Bloed", de Denen met hun zangerig
volkslied. Joergensen won den toss en koos
den wind mee..
Het begin was veelbelovend. Een vrije
trap, een van de vele, welke nog zouden
volgen, werd door Paauwe voor doel ge
plaatst. Joergensen kopte het leder weg,
Anderiessen zorgde er echter voor, dat de
bal weer voor het Deensche doel terug
kwam.
Even een misverstand in de Deensche
verdediging, enkele Denen en Hollan
ders stonden vlak voor elkaar, maar
van dit moment van aarzelen profiteer
de van Leur, die heelemaal naar binnen
gekomen was en hij trapte den bal keu
rig in het net. (01).
Ondanks het feit, dat onze tegenstanders
den wind mee hadden, kwamen zij er eerst
langzaam in. In dat eerste kwartier domi
neerde het Oranjeteam sterk, waarbij men
niet dient te vergeten, dat de spelers het
consigne hadden meegekregen, in die eerste
vijftien minuten volledig op den aanval te
spelen. Goede kansen om den stand te ver-
hcogen deden zich voorloopig echter niet
meer voor. De Deensche voorhoede trachtte
met kort spel, waarin alle spelers betrokken
werden, de Nederlandsche achterhoede
voorbij te komen, doch gemakkelijk ging
dit niet.
Na 20 minuten zette Caldenhove den
rechtsbuiten Soebirk stevig, doch fair
opzjj. Natuurlijk floot de heer Nordboe.
De vrije trap, halverwege de coroervlag
genomen, werd keurig voor doel ge
plaatst. Van Male vergat uit te loopen
en Uldahler werkte den bal keurig in
het Nederlandsche doel (11).
Dit doelpunt prikkelde het Nederlandsche
elftal dermate, dat enkele snelle aanvallen
werden opgezet.
Uit een daarvan belandde de bal bij
Dumortier. Zwaar gehinderd door Joer
gensen, die hem volkomen schaduwde,
zag de Utrechtenaar nog kans den bal
met een tikje naar den vrijstaanden van
der Veen te geven, die van wel 20 M.
afstand onmiddellijk inschoot. Het goed
gerichte schot trof doel (1—2).
Holland bleef in den aanval en van Leur
mocht de eerste hoekschop nemen, welke
door hem achter werd geplaatst. De laatste
20 minuten voor de rust waren geheel voor
de Denen. In deze periode viel het op, hoe
zwak het wegwerken van de Nederlandsche
achterhoede en middenlinie was, waardoor
de Denen telkenmale op gemakkelijke wyze
aan den bal kwam. De heer Nordboe had
inmiddels zyn vorm gevonden. Hij floot
voor de onmogelijkste wissewasjes, waar
door het spel veel te veel onderbroken
werd.
Zoowel van rechts als van links dreigde
nu gevaar en uit een gemeenschappelijken
aanval wist de Deensche debutant, de mid-
voor Christensen, keurig in den hoek te
koppen. Op zeer gelukkige wijze sloeg van
Male den bal uit zijn doel tot hoekschop.
Tot de rust kon Nederland den 21-voor-
sprong behouden.
Na de pauze.
In het eerste kwartier van de tweede hëlft
speelde Denemarken uitstekend. Bij het
snelle aanvallen, over beide vleugels en ook
over het midden geleid, werd de Nederland
sche verdediging zwaar op de proef gesteld.
Enkele schoten werden gelost, eenmaal trad
Weber als redder op, een tweeden keer
stompte van Male een schot van Hansen tot
hoekschop.
Na een kwartier, een „Deensch" kwar
tiertje en geen Hollandsch, week de druk
op ons doel. Wat er nu volgde, was zeer ma
tig, aan beide zijden. Dumortier kwam in
aanraking met Poul Hansen, beiden moesten
even bijgewerkt worden, zoo hard waren
de hoofden tegen elkaar gekomen. De
Utrechtenaar zag vlak na dit ongevalletje
kans om'een zuiver schot op doel te lossen,
doch doelman Nielsen toonde zich een be
trouwbaar verdediger.
Na een half uur Denemarken had in
middels den tienden hoekschop genomen
kwam Christensen onverwacht alleen voor
van Male te staan. In zijn verbouwereerd
heid schoot de midvoornaast!
De gelijkmaker.
Vijf minuten voor tijd kwam de ge
lijkmaker. Weber onderbrak een snel
len aanval van den linkervleugel, hij
zag evenwel geen kans om den bal be
hoorlijk weg te werken, Caldenhove
trachtte in te grijpen, doch ook hij wist
den bal niet op te ruimen. Daar kreeg
de Deensche midvoor plotseling zijn
kans. Van vrij verren afstand loste hij
een kogel, mooi in den rechterboven
hoek, buiten het bereik van de lange
armen van v. Male (22). Een schit
terend doelpunt.
Even reageerde Nederland fel, doch aan
den anderen kant zat men ook niet stil. Een
twaalfde en dertiende hoekschop werden
nog genomen op het Hollandsche doel, doch
zonder resultaat, zoodat het einde kwam
met een puntenverdeeling.
De stemming in de kleedkamers.
In de Nederlandsche en Deensche kleed
kamers heerschte na afloop een gemoede
lijke, rustige stemming; beide partijen wa
ren tevreden met het resultaat.
Bij de Oranjehemden hoorde men overal,
dat het geen groote wedstrijd was geweest.
Neen, dat hadden de spelers wel eens an
ders gedaan. Hier en daar werd over den
scheidsrechter gesproken. Ook de Denen
waren verre van tevreden over hem.
De voorzitter van de Keuze-commissie, de
heer H. W. H. Herberts, vertelde ons nog,
dat hij het zeker geen goeden wedstrijd
heeft gevonden. Hij was het heelemaal niet
met de beslissingen van den scheidsrechter
eens. „Mijn opvatting was", aldus de heer
Herberts, om den strijd in het eerste kwar
tier te forceeren. Toen zijn ook onze beide
doelpunten gemaakt, hetgeen den debutan
ten het noodige vertrouwen heeft gegeven.
De achterhoede heeft het o.i. iets te licht
opgevat. Wat Dumortier betreft, een van de
debutanten, hij bevestigde mijn indruk, dat
hij er nog lang niet is.
De Vroet en van der Veen hebben zeer
hard gewerkt, en zij waren dan ook volko
men uitgespeeld, toen zij in de kleedkamer
kwamen".
De heer Otto de Vries, voorzitter van de
technische commissie, vond het ook geen
mooien wedstrijd. „Het lykt mij vooral voor
de toeschouwers heel erg", aldus de heer de
Vries, „het is matig geweest aan alle zijden".
Over het Nederlandsche elftal was hij te
vreden, zonder meer. Er zal echter nog bui
tengewoon veel werk moeten worden ge
daan, om met een elftal, dat een behoorlijke
kans op winnen tegen Duitshland heeft, in
December a.s. op het veld te komen.
Van de spelers van Denemarken zijn hem
vooral het spel van Joergensen en van den
rechtsbinnen Kaj Hansen bevallen.
Wie zich op dezen Zondagmiddag naar
het Olympisch Stadion begaf, moest er
op voorbereid zijn, dat hij eerder mooi
dan spannend voetbal zou te zien
krijgen. De sensatie zou ontbreken, na
tuurlijk: het gold hier een oefenwed
strijd voor de voetballers van het con
tinent, die Woensdag den strijd tegen
Engeland zullen aanbinden en de Ne
derlandsche B-ploeg had niet de taak
naar een overwinning te streven, maar
zij had de rol van sparing partner te
vervullen.
Onze ploeg heeft een goede opvatting van
die taak gehad. Er werd met geestdrift door
de Nederlanders gespeeld, maar haar spel
was nimmer ruw of gevaarlijk. Zij dwongen
hun tegenstanders vaak tot de grootste ac
tiviteit, maar nooit lieten zij het komen tot
een botsing, die voor de continentalen een
gevaarlijk risico zou hebben medegebracht.
De heer Pozzo, technisch leider der conti
nentale ploeg, was het er niet mee eens, dat
de Hollanders zoo vaak den buitenspelval
toepasten: Zij verhinderden daardoor de
ontplooiing van het aanvalsspel der conti
nentalen in plaats van het mogelijk te
maken, zeide hij, en dat achtte hij in een
oefenwedstrijd ongewenscht. Het zij zoo,
maar men mag toch ook niet vergeten, dat
ook de ploeg, die Woensdag tegenstandster
zal zijn, van het buitenspelwapen gebruik
zal kunnen maken en dat het vermijden
van buitenspel een onderdeel van het
voetbalspel is. Zooals wij zeiden, het B-
elftal heeft van zijn taak een goede op
vatting gehad. Daarvan waren blijkbaar
ook de heeren Lmauro en dr. Schricker,
bestuursleden der F. I. F. A., overtuigd, toen
zij na afloop van den wedstrijd de Neder
landers in de kleedkamer kwamen bedanken
voor hun faire en prettige spel.
Belangrijk was hier dus niet het eind
resultaat, belangrijk was alleen het spel
van het continentale elftal. Er viel voor den
liefhebber veel te genieten: vele trekjes
van fijn, verstandig spel, kleine stukjes
echte voetbalvirtuositeit van een Braine,
een Piola, de Bravoure en een Olivieri. De
toeschouwers zullen over het algemeen niet
teleurgesteld zyn.
En wat nu betreft, de kracht van dit elftal,
ieder is er van overtuigd, dat hier spelers
waren opgesteld, die stuk voor stuk uitste
kende voetballers zijn. Maar het is de
groote vraag, of van dit elftal een bevre
digende eenheid gemaakt kan worden in
den korten tijd, die nog rest voor den
grooten wedstrijd. Voor de achterhoede,
bestaat die zorg niet. Zy is geheel Italiaansch
en vormt dus reeds een eenheid. Maar het
probleem geldt voor middenlinie en voor
hoede. Zooals de heer Lotsy zegt: Van het
grootste gewicht zal het zijn, of de Duitsche
kanthalves, Kupfer en Kitzinger, die
gewoon zijn de binnenspelers te dekken,
zich bijtijds kunnen wennen aan het Ita-
liaansche stelsel, volgens hetwelk de kant
halves bij de buitenspelers moeten blijven.
In de voorhoede, die uit individueel voor
treffelijke aanvallers bestaat, was de een
heid nog vaak zoek. De Noor Brustad, die
toch tot uitstekende dingen in staat is en die
snel bleek te zijn, werd te weinig in het
spel betrokken en het aanvalsspel was voor
zijn stijl ook te kort. In de tweede helft
verdween Zsengeller van het tooneel,
Braine ging teen linksbinnen spelen en
Hahnemann nam de rechtsbinnenplaats in.
Tegen het einde werd Aston nog door
Colaussi vervangen. Die veranderingen
maakten op zichzelf niet zooveel uit: men
kan moeilijk zeggen, dat de eene speler
beter was dan de andere, maar ook hier
moet een eenheid gevormd worden.
In de eerste helft vatten de continentalen
de zaken wel zeer rustig op. Zij namen na
tuurlijk geen risico en, hoewel de technische
meerderheid spoedig duidelijk was, kon van
een insluiten van het bondselftal niet ge
sproken worden. Er werd aan beide zijden
weinig geschoten. In de Nederlandsche voor
hoede was het binnentrio niet al te sterk
en Blomvliet en van Ierland hadden aardig
het oog op de continentale aanvallen.
In de tweede helft was Dijkstra, die zich
voortreffelijk geweerd had, in het Neder
landsche doel vervangen door Olivieri, ter
wijl Raftl het continentale doel ging ver
dedigen. In deze helft werd het tempo
plotseling opgevoerd en aan beide zijden
kwamen de doelen in gevaar. Na een kwar
tier ongeveer kon Brustad uit een voorzet
van Piola doelpunten (01) en twee minu
ten later schoot Foni in eigen doel (11).
Toen kreeg Olivieri gelegenheid om zyn
prachtige capaciteiten te demonstreeren:
Zijn teamgenooten losten eenige „gloeiende
kogels", die hij meesterlijk hield. Na 35
minuten echter kon Hahnemann den stand
op 21 voor het continent brengen en met
dien stand kwam ook het einde.
JONG HOLLAND—D. E. S. 3—4.
Gelijk spel de verhouding.
Het was Zaterdagmiddag een van
weerskanten goed gespeelde wedstrijd.
Van overwicht van één der partijen, uit
gezonderd de laatste 8 minuten, was geen
sprake. Geen der beide teams verdiende
de overwinning. Dat D. E. S. toch tenslotte
met 34 won, dankte zij aan een groote
dosis geluk. Waren de J. H.-voorwaartsen
gelukkiger geweest met hun schoten, dan
had men zelfs niet één, maar beide punten
in Alkmaar gehouden. Maar... 'tkan
verkeeren en dus ging D. E. S. met de
winst strijken.
Bij J. H. ontbrak Hartog, die wegens
dienstplicht voorloopig niet meer kan uit
komen. Dit is een geduchte handicap
voor de Oranje-truien.
Onmiddellijk na 't begin zette J. H. een
stevig offensief in, maar D. E. S. wist al
vrij spoedig 't spel te verplaatsen. Het
werd nu een vlotte partij, waarbij aan
beide zijden prachtige kansen onbenut
werden gelaten, totdat C van Westrienen
den bal bemachtigde en juist wilde schie
ten, toen hij wat al te hardhandig van den
bal werd afgedrongen. De vrije schop,
even buiten 't strafschopgebied door j!
Kuiper genomen, werd door den linksback
van D. E. S. met de hand gestopt, zoodat
een penalty kreeg toegewezen. Deze
werd door Tenkink onberispelijk in een
ï?n r?geZet Dit was 't sein
voor D. E. S. om wat flinker aan te pak-
ker_ Maar J. H. bood goed tegenstand. De
LÏ'T 'ff SCh00t er Seducht op los.
Kort achter elkaar scheerden twee gloei
ende kogels den paal. We dachten Tesse-
aai den voorsprong te zien vergrooten
maar op werkelijk eminente wijze wist dé
D. E. S.-keeper een doelpunt te voorko
men. Even voor de rust wist D. E S geliik
te maken. Het was de linksbinnen, die uit
flink onJnSt kwamei? de Zaandammers
De D TsZrZ uUfhad,den zelfs ^cces.
ue u. E. S.-rechtsbuiten kreeg den bal en
ÏÏdtaTl ha2rdDSeCh0t gaJ hij Zijn club de
leiding 1—2. De vreugde was echter van
korten duur. De combinatie bij de Jont?
Hollandlanen klopte uitstekend. De bal
zweefde steeds voor 't D E
■tw,s C v. WMtrtarn die eet™'™
van rechts keurig inkopte 2-2 De strifd
ging nu weer gelijk op, totdat D E s
weer de leiding nam. Deze bal werk ver
keerd beoordeeld door den J. H.-keeper
2 3. Vanaf den aftrap gingen de IH
voorwaartsen op 't D. E. S.-doel af né
aanvat werd wel afgeslagen, maar het was
Polak, die toen van verren afstand
den° d'°E
3-3 J H löï!?" m hGt net verdween
,- rr eg nu weer moed. Weer
was t Tesselaar, die keihard tegen den
bovenlat kogelde. Even later schoot J
Kuiper tegen den onderkant vatTd^r?""
De bal stuitte evenwel 't veld weer in 9
ging dus D. E. S., evenals voor de V
enkele malen door 't oog van de bewf'
naald. 10 minuten voor 't einde benutti g
middenvoor van D. E. S. zyn kans u-e
kreeg den bal toegespeeld, liep fJ
meters door, werd niet afgehouden
knalde toen langs den uitgeloopen J jf1
doelman in 't net. 34. J. H. zette nu'ali"
op den aanval. Hoe men echter ryfu
werkte, het gelukte niet. De D E q
linksbuiten moest nog, wegens beleedishT
van den scheidsrechter, het veld verlaten
J. Kuiper schoot nogmaals tegen den naai
en toen de heer de Nijs, die keurig leidd
't einde floot, had J. H. onverdiend ver6'
loren. Een gelijk spel had beter de ver"
houding weergegeven.
Voetbal.
DE ENGELSCHE LEAGUE.
De uitslagen van de voetbalwedstrijden
welke Zaterdag in de Engelsche league 2yn'
gespeeld, luiden:
Eerste afdeeling:
Arsenal—Preston Northend q
Aston Villa—Leicester City
BlackpoolStoke City
BrentfordChelsea
Derby County—Manchester United 5_i
EvertonLeeds United 4q
Grimsby Town—Birmingham
Huddersfield Town
Bolton Wanderers 2-1
PortsmouthCharlton Athletic 0-2
SunderlandMiddlesbrough lo
Wolverhampton Wanderers
Liverpool 2^2
Tweede afdeeling:
Blackburn Rovers
Tottenham Totspur 3—1
Bradford—Plymouth Argyle 2—2
BuryNottinham Forest 2—1
ChesterfieldNorwich City 2—0
FulhamSouthampton l—1
Manchester City—Sheffield United 3—2
MillwallBurnley 1—1
Sheffield Wednesday
Coventry City 2—2
Swansea TownLuton Town 2—3
Tranmere Rovers
Westbromwich Albion 3—1
Westham UnitedNewcastle United 1—1
ALCMARIA-NIEUWS.
Het October-nummer van het Alcmaria-
Nieuws bracht ons een verrassing: uit het
eerste artikel blijkt namelijk, dat een aan
tal leden van Alcmaria eenigermate jubi
leerde en dat ook Alcmaria eenigermate
jubileerde. Het was n.1. dezer dagen 30
jaar geleden, dat het jongensclubje A. V. V.
in het „groote" Alcmaria werd opgenomen.
Van de oude garde zyn er nog verschillende
lid en het zijn zeker niet de eersten de
besten. Wij lezen de naam Lutterot, Scalé,
de Wit, de Vries en de Frenne. Aan hen
wordt terecht hulde gebracht.
Van den verderen inhoud noemen wijde
geheimmenissen van Baartmans, de bur
gerlijke stand en diverse maandoverzich
ten.
Hockey
ALKMAAR I—LEIDEN I 1—3.
Ook in den eersten thuiswedstrijd is Alk
maar er niet in geslaagd de zoo gehoopte
overwinning te behalen. Het heeft hier geen
zin de oorzaken van deze nederlaag na te
speuren, want we moeten ronuit bekennen,
dat Alkmaar de mindere was van Leiden.
Voor de rust kwam dit niet zoo zeer uit,
daar het Alkmaarsche spel toen goed op
woog tegen het stoere Leidsche spel. Zelfs
kon men gedurende het begin van den wed
strijd spreken van een Alkmaarsche meer
derheid! Het was Alkmaar dan ook, dat de
score opende. Voor de rust wist Alkmaar
nog goed stand te houden, maar na de rust
was de fut geheel en al uit de ploeg ver
dwenen. Toen waren de Alkmaarders phy-
siek stuk voor stuk de minderen van hun
Leidsche tegenstanders, met het gevolg dat
Leiden in staat was drie goals te scoren, ter
wijl Alkmaar niet meer vermocht te doel
punten.
Was dit een teleurstelling voor Alkmaar,
de nederlaag was volkomen regelmatig en
verdiend, terwijl geluks- of ongeluksfacto
ren geen rol speelden. De verhouding in
dezen wedstrijd werd dan ook volkomen
door den uitslag weergegeven.
De wedstryd begon met een hoopvolle
meerderheid van Alkmaar en een verdiend
gevolg hiervan was de fraaie goal van Ma
ters, die na een goede soloren den Leidschen
keeper het nakijken gaf (0—1). Ofschoon de
meerderheid van Alkmaar al spoedig voor
bij was, hield Alkmaar toch goed stand en
brak de rust aan met een 1— 0-voorsprong
van Alkmaar.
Niets wees er toen op, dat Alkmaar een
gedecideerde nederlaag tegemoet ging. maar
Leiden maakte zonder pardon een einde aan
Alkmaarsche illussies, toen reeds gauw de
gelijkmaker gescoord werd (11).
Goed inloopen na een strafcorner, hetgeen
Alkmaar nog steeds niet doet, had <?e twee
de goal van Leiden als resultaat (12).
Alkmaar trachtte het spel te verplaatsen,
de nederlaag was een voldongen feit toen
Leiden de derde goal maakte (1—3).
Hierna kwam geen verandering meer M
den stand, zoodat deze wedstrijd, na eer.
hoopvol begin, eindigde in een besliste ne
derlaag voor Alkmaar.
Alkmaar „ende desespereert niet"!
ALKMAAR II—B.M.H.C. VI 11—0.
Het spjjt ons diegenen, die gezien de doel-
puntenscore het idee hebben een in.eressan'
^ers ag vol wapenfeiten voorgezet te krij
gen, te moeten teleurstellen. Van den tweeden
competitiewedstrijd van Alkmaar II valt
weimg goeds te vertellen. Weliswaar wer
en elf goals gefabriceerd door de onzen,
maar slechts het eerste kwartier zat er