Slechte wedstrijd Denemarken-Nederland. Oranje-voorhoede, onervaren, faalde tegen het stopper-spil-systeem. O, die scheidsrechter I De oefenwedstrijd van het Continentale elftal. Het bondselftal geeft goed partij. raaACco?rdeagie-T°r °nh°ud" ALKMAARSCHE COURANT VAN MAANDAG 24 OCTOBER I938 TT^"nr—f— SPORT EN WEDSTRIJDEN Voetbal. Otto de Vries, de voorzitter van de Technische Commissie van den K.N. V.B., drukte het, toen wij hem na afloop in de kleedkamer naar zijn indrukken vroegen, zoo kernachtig uit: „Ik geloof, dat het voor de toeschouwers een vree- selijke wedstrijd om naar te kijken is geweest, het was dan ook alles zeer ma tig, tot en met den scheidsrechter toe". Inderdaad is de algemeene indruk, dat déze ontmoeting een van de slechtste wed strijden van het Nederlandsch elftal uit de laatste jaren is geweest; met het gelijke spel 22, mag de Oranje-ploeg dubbel en dwars tevreden zijn. Een overwinning heeft het Nederlandsch elftal zeker niet verdiend, im mers Denemarken speelde, met uitzondering van het eerste kwartier van den wedstrijd, beter en aantrekkelijker voetbal, was over het algemeen iets meer in den aanval, kreeg ook veel meer scoringskansen dan de Hol- landsche voorhoede, maar aan het afwerken van de aanvallen ontbrak veel, zeer veel zelfs. Wij zijn geen uitgesproken voorstanders van het systeem om uit het aantal hoek schoppen voor en tegen de conclusie te trek ken, dat de eene party veel sterker en ge vaarlijker geweest moet zijn dan de andere. Ditmaal willen wij echter een uitzondering maken: de cornerverhouding was 13—2 ten gunste van Denemarken, cijfers, die spre ken van een duidelijke veldmeerderheid der gastheeren. Het Nederlandsche elftal heeft niet aan de verwachtingen voldaan. De voorhoede is sterk tegengevallen, wij zullen dadelijk uit eenzetten waarom. De middenlinie was nog het beste deel van het team. De achterhoe de, voornamelijk de beide backs, was goed, maar speelde met te weinig overtuiging. Het verband tusschen de linies was er niet en dat bij de Oranjeploeg, die meestal haar meest glorieuze overwinningen behaait door homogeniteit! In dit elftal was geen een heid, er bestond geen samenwerking tus schen de spelers, sommigen speelden zeer zeker buitengewoon ijverig, maar een sterke ploeg bewust van haar kracht, van haar mo gelijkheden, was het niet. Teleurstelling wekt dit, indien men dit ontdekt bij spelers, die jarenlang in het Ne derlandsch elftal hebben gespeeld, in het bijzonder bedoelen wij hier de spelers van achterhoede en middenlinie. Dat de voorhoede niet aan de ver wachtingen voldaan heeft, is veel meer begrijpelijk. Immers, hier stond een vijftal, dat practisCh debuteerde in in ternationaal voetbal. Deze spelers had den tegenover zich een systeem, het drieback-spel, hetwelk door de Denen tot in de puntjes werd uitgevoerd. Met hun weinige ervaring liepen onze aan- valsspelers op dit systeem dood. Joergensen, de Deensche aanvoerder en spil, vertolkte een uitstekende stopperspil- party. Hij had Dumortier voortdurend vol komen in zijn macht. De beide backs dekten de Nederlandsche vleugelspelers en dit deden zij zoo conse quent, dat van Leur en de Harder geen mo ment bewegingsvrijheid genoten; Van snelle rennen langs de lijn hebben wij dezen mid dag niets kunnen ontdekken. Men heeft bij de verkiezing van v. Leur er op gewezen, dat Dumortier en hij zoo goed met elkaar in het veld overweg kunnen. Menigmaal ont stonden in de competitie doelpunten door samenwerking van die twee. Welnu, men kon nu alweer constateeren, dat goed club voetbalspelen nog niet beteekent, dat de betrokkene rijp is voor internationaal spel. Wij hebben speciaal gelet op de verrichtin gen van dit tweetal. En wij hebben kunnen constateeren, dat ■het samenspel tusschen hen niet vlotte. En verder was de Harder er aan den an deren kant hopeloos uit. Achter dit drietal stonden de Vroet en van der Veen, die, het zij vooropgesteld, zeer hard gewerkt hebben. Van begin tot het einde hebben beiden gezwoegd, veel werk verricht, voornamelijk in teruggetrokken positie, waar zij overigens vrij scherp door de Deensche kanthalfs bewaakt werden. Beiden waren evenwel niet bij machte om op het juiste moment ook voor het Deensche doel te zijn om eventueele scoringskansen te benutten. De leiding. Het is zoo de gewoonte geworden, dat aan het slot van een lang verslag ook eenige re gels gewijd worden aan den scheidsrechter. Wij moeten ditmaal een uitzondering maken en hem nu reeds voor het voetlicht bren gen. Deze scheidsrechter, de heer Nordboe uit Noorwegen, moge in Oslosche voetbal kringen een goed leider zijn, voor interna tionaal voetbal is hij niet geschikt. Het was zijn eerste internationale ontmoeting en misschien is het zijn laatste wel geweest. Deze meneer Nordboe is er in geslaagd om de ontmoeting „stuk" te fluiten, deze man speelde het klaar de meest opvallende figuur uit den geheelen wedstrijd te zijn. Voor ieder duwtje floót hij af, gaf een vrijen trap, ook al was er niets aan de hand. „Fair charging" kent hij waarschijnlijk niet. Groo- te, zware spelers als Dumortier, Anderies- sen en anderen hebben daar groot nadeel van. Eerst hadden wij den indruk, dat hij streng zou beginnen in het eerste kwar tier, om den spelers te toonen, dat hij de leiding in handen had, een opvatting, welke misschien nog te billijken zou zijn geweest. Maar geen moment is er van forsch spel in dezen wedstrijd sprake geweest, een botsing, een duwtje en dergelijke ontstonden door te groot enthousiasme, snel inloopen, maar al die duwtjes waren nog geenszins straf baar. Niettemin meende de heer Nordboe telkenmale te moeten fluiten voor een vrijen schop, ook al was dit vaak in het nadeel van de partij, welke den trap kreeg toegewezen. Want de tegenstanders kregen door de on derbreking gelegenheid zich te herstellen. Na afloop hoorden wij van verscheidene zij den, niet het minst van Deenschën kant, dat de heer Nordboe misschien bij een dames ontmoeting een goed figuur zou maken, voor een voetbalwedstrijd echter liet ge schikt was. Gelukkig heeft de heer Nordboe zijn fou tieve beslissingen over de beide partijen ge lijkelijk verdeeld en op het uiteindelijk re sultaat heeft het dan ook geen invloed ge had. Maar indien spelers bemerken dat er voor elk wissewasje gefloten wordt, gaan zij met een zekere reserve spelen, geven zich niet meer geheel, het werkt ontmoedi gend, en ook dit moge een verklaring van het matige spel geven, dat aan beide zijden vertoond werd. De wedstrijd. In het gemoedelijke sportpark van Kopen hagen vond deze ontmoeting plaats, zeker 30.000 toeschouwers woonden den wedstrijd bij. Vlak voor den aanvang arriveerde de Deensche koning. Gemoedelijk liep hij het veld over, geëscorteerd door den voorzitter van den K.N.V.B., dr. D. van Prooye en zijn ambtgénoot van den Deenschen voetbal bond. Vlak bij de lijn was een plaatsje ge reserveerd en niet op de hooge eeretribune. Beide ploegen werden hartelijk ontvan gen, het Oranjeteam met het „Wien Neer- lands Bloed", de Denen met hun zangerig volkslied. Joergensen won den toss en koos den wind mee.. Het begin was veelbelovend. Een vrije trap, een van de vele, welke nog zouden volgen, werd door Paauwe voor doel ge plaatst. Joergensen kopte het leder weg, Anderiessen zorgde er echter voor, dat de bal weer voor het Deensche doel terug kwam. Even een misverstand in de Deensche verdediging, enkele Denen en Hollan ders stonden vlak voor elkaar, maar van dit moment van aarzelen profiteer de van Leur, die heelemaal naar binnen gekomen was en hij trapte den bal keu rig in het net. (01). Ondanks het feit, dat onze tegenstanders den wind mee hadden, kwamen zij er eerst langzaam in. In dat eerste kwartier domi neerde het Oranjeteam sterk, waarbij men niet dient te vergeten, dat de spelers het consigne hadden meegekregen, in die eerste vijftien minuten volledig op den aanval te spelen. Goede kansen om den stand te ver- hcogen deden zich voorloopig echter niet meer voor. De Deensche voorhoede trachtte met kort spel, waarin alle spelers betrokken werden, de Nederlandsche achterhoede voorbij te komen, doch gemakkelijk ging dit niet. Na 20 minuten zette Caldenhove den rechtsbuiten Soebirk stevig, doch fair opzjj. Natuurlijk floot de heer Nordboe. De vrije trap, halverwege de coroervlag genomen, werd keurig voor doel ge plaatst. Van Male vergat uit te loopen en Uldahler werkte den bal keurig in het Nederlandsche doel (11). Dit doelpunt prikkelde het Nederlandsche elftal dermate, dat enkele snelle aanvallen werden opgezet. Uit een daarvan belandde de bal bij Dumortier. Zwaar gehinderd door Joer gensen, die hem volkomen schaduwde, zag de Utrechtenaar nog kans den bal met een tikje naar den vrijstaanden van der Veen te geven, die van wel 20 M. afstand onmiddellijk inschoot. Het goed gerichte schot trof doel (1—2). Holland bleef in den aanval en van Leur mocht de eerste hoekschop nemen, welke door hem achter werd geplaatst. De laatste 20 minuten voor de rust waren geheel voor de Denen. In deze periode viel het op, hoe zwak het wegwerken van de Nederlandsche achterhoede en middenlinie was, waardoor de Denen telkenmale op gemakkelijke wyze aan den bal kwam. De heer Nordboe had inmiddels zyn vorm gevonden. Hij floot voor de onmogelijkste wissewasjes, waar door het spel veel te veel onderbroken werd. Zoowel van rechts als van links dreigde nu gevaar en uit een gemeenschappelijken aanval wist de Deensche debutant, de mid- voor Christensen, keurig in den hoek te koppen. Op zeer gelukkige wijze sloeg van Male den bal uit zijn doel tot hoekschop. Tot de rust kon Nederland den 21-voor- sprong behouden. Na de pauze. In het eerste kwartier van de tweede hëlft speelde Denemarken uitstekend. Bij het snelle aanvallen, over beide vleugels en ook over het midden geleid, werd de Nederland sche verdediging zwaar op de proef gesteld. Enkele schoten werden gelost, eenmaal trad Weber als redder op, een tweeden keer stompte van Male een schot van Hansen tot hoekschop. Na een kwartier, een „Deensch" kwar tiertje en geen Hollandsch, week de druk op ons doel. Wat er nu volgde, was zeer ma tig, aan beide zijden. Dumortier kwam in aanraking met Poul Hansen, beiden moesten even bijgewerkt worden, zoo hard waren de hoofden tegen elkaar gekomen. De Utrechtenaar zag vlak na dit ongevalletje kans om'een zuiver schot op doel te lossen, doch doelman Nielsen toonde zich een be trouwbaar verdediger. Na een half uur Denemarken had in middels den tienden hoekschop genomen kwam Christensen onverwacht alleen voor van Male te staan. In zijn verbouwereerd heid schoot de midvoornaast! De gelijkmaker. Vijf minuten voor tijd kwam de ge lijkmaker. Weber onderbrak een snel len aanval van den linkervleugel, hij zag evenwel geen kans om den bal be hoorlijk weg te werken, Caldenhove trachtte in te grijpen, doch ook hij wist den bal niet op te ruimen. Daar kreeg de Deensche midvoor plotseling zijn kans. Van vrij verren afstand loste hij een kogel, mooi in den rechterboven hoek, buiten het bereik van de lange armen van v. Male (22). Een schit terend doelpunt. Even reageerde Nederland fel, doch aan den anderen kant zat men ook niet stil. Een twaalfde en dertiende hoekschop werden nog genomen op het Hollandsche doel, doch zonder resultaat, zoodat het einde kwam met een puntenverdeeling. De stemming in de kleedkamers. In de Nederlandsche en Deensche kleed kamers heerschte na afloop een gemoede lijke, rustige stemming; beide partijen wa ren tevreden met het resultaat. Bij de Oranjehemden hoorde men overal, dat het geen groote wedstrijd was geweest. Neen, dat hadden de spelers wel eens an ders gedaan. Hier en daar werd over den scheidsrechter gesproken. Ook de Denen waren verre van tevreden over hem. De voorzitter van de Keuze-commissie, de heer H. W. H. Herberts, vertelde ons nog, dat hij het zeker geen goeden wedstrijd heeft gevonden. Hij was het heelemaal niet met de beslissingen van den scheidsrechter eens. „Mijn opvatting was", aldus de heer Herberts, om den strijd in het eerste kwar tier te forceeren. Toen zijn ook onze beide doelpunten gemaakt, hetgeen den debutan ten het noodige vertrouwen heeft gegeven. De achterhoede heeft het o.i. iets te licht opgevat. Wat Dumortier betreft, een van de debutanten, hij bevestigde mijn indruk, dat hij er nog lang niet is. De Vroet en van der Veen hebben zeer hard gewerkt, en zij waren dan ook volko men uitgespeeld, toen zij in de kleedkamer kwamen". De heer Otto de Vries, voorzitter van de technische commissie, vond het ook geen mooien wedstrijd. „Het lykt mij vooral voor de toeschouwers heel erg", aldus de heer de Vries, „het is matig geweest aan alle zijden". Over het Nederlandsche elftal was hij te vreden, zonder meer. Er zal echter nog bui tengewoon veel werk moeten worden ge daan, om met een elftal, dat een behoorlijke kans op winnen tegen Duitshland heeft, in December a.s. op het veld te komen. Van de spelers van Denemarken zijn hem vooral het spel van Joergensen en van den rechtsbinnen Kaj Hansen bevallen. Wie zich op dezen Zondagmiddag naar het Olympisch Stadion begaf, moest er op voorbereid zijn, dat hij eerder mooi dan spannend voetbal zou te zien krijgen. De sensatie zou ontbreken, na tuurlijk: het gold hier een oefenwed strijd voor de voetballers van het con tinent, die Woensdag den strijd tegen Engeland zullen aanbinden en de Ne derlandsche B-ploeg had niet de taak naar een overwinning te streven, maar zij had de rol van sparing partner te vervullen. Onze ploeg heeft een goede opvatting van die taak gehad. Er werd met geestdrift door de Nederlanders gespeeld, maar haar spel was nimmer ruw of gevaarlijk. Zij dwongen hun tegenstanders vaak tot de grootste ac tiviteit, maar nooit lieten zij het komen tot een botsing, die voor de continentalen een gevaarlijk risico zou hebben medegebracht. De heer Pozzo, technisch leider der conti nentale ploeg, was het er niet mee eens, dat de Hollanders zoo vaak den buitenspelval toepasten: Zij verhinderden daardoor de ontplooiing van het aanvalsspel der conti nentalen in plaats van het mogelijk te maken, zeide hij, en dat achtte hij in een oefenwedstrijd ongewenscht. Het zij zoo, maar men mag toch ook niet vergeten, dat ook de ploeg, die Woensdag tegenstandster zal zijn, van het buitenspelwapen gebruik zal kunnen maken en dat het vermijden van buitenspel een onderdeel van het voetbalspel is. Zooals wij zeiden, het B- elftal heeft van zijn taak een goede op vatting gehad. Daarvan waren blijkbaar ook de heeren Lmauro en dr. Schricker, bestuursleden der F. I. F. A., overtuigd, toen zij na afloop van den wedstrijd de Neder landers in de kleedkamer kwamen bedanken voor hun faire en prettige spel. Belangrijk was hier dus niet het eind resultaat, belangrijk was alleen het spel van het continentale elftal. Er viel voor den liefhebber veel te genieten: vele trekjes van fijn, verstandig spel, kleine stukjes echte voetbalvirtuositeit van een Braine, een Piola, de Bravoure en een Olivieri. De toeschouwers zullen over het algemeen niet teleurgesteld zyn. En wat nu betreft, de kracht van dit elftal, ieder is er van overtuigd, dat hier spelers waren opgesteld, die stuk voor stuk uitste kende voetballers zijn. Maar het is de groote vraag, of van dit elftal een bevre digende eenheid gemaakt kan worden in den korten tijd, die nog rest voor den grooten wedstrijd. Voor de achterhoede, bestaat die zorg niet. Zy is geheel Italiaansch en vormt dus reeds een eenheid. Maar het probleem geldt voor middenlinie en voor hoede. Zooals de heer Lotsy zegt: Van het grootste gewicht zal het zijn, of de Duitsche kanthalves, Kupfer en Kitzinger, die gewoon zijn de binnenspelers te dekken, zich bijtijds kunnen wennen aan het Ita- liaansche stelsel, volgens hetwelk de kant halves bij de buitenspelers moeten blijven. In de voorhoede, die uit individueel voor treffelijke aanvallers bestaat, was de een heid nog vaak zoek. De Noor Brustad, die toch tot uitstekende dingen in staat is en die snel bleek te zijn, werd te weinig in het spel betrokken en het aanvalsspel was voor zijn stijl ook te kort. In de tweede helft verdween Zsengeller van het tooneel, Braine ging teen linksbinnen spelen en Hahnemann nam de rechtsbinnenplaats in. Tegen het einde werd Aston nog door Colaussi vervangen. Die veranderingen maakten op zichzelf niet zooveel uit: men kan moeilijk zeggen, dat de eene speler beter was dan de andere, maar ook hier moet een eenheid gevormd worden. In de eerste helft vatten de continentalen de zaken wel zeer rustig op. Zij namen na tuurlijk geen risico en, hoewel de technische meerderheid spoedig duidelijk was, kon van een insluiten van het bondselftal niet ge sproken worden. Er werd aan beide zijden weinig geschoten. In de Nederlandsche voor hoede was het binnentrio niet al te sterk en Blomvliet en van Ierland hadden aardig het oog op de continentale aanvallen. In de tweede helft was Dijkstra, die zich voortreffelijk geweerd had, in het Neder landsche doel vervangen door Olivieri, ter wijl Raftl het continentale doel ging ver dedigen. In deze helft werd het tempo plotseling opgevoerd en aan beide zijden kwamen de doelen in gevaar. Na een kwar tier ongeveer kon Brustad uit een voorzet van Piola doelpunten (01) en twee minu ten later schoot Foni in eigen doel (11). Toen kreeg Olivieri gelegenheid om zyn prachtige capaciteiten te demonstreeren: Zijn teamgenooten losten eenige „gloeiende kogels", die hij meesterlijk hield. Na 35 minuten echter kon Hahnemann den stand op 21 voor het continent brengen en met dien stand kwam ook het einde. JONG HOLLAND—D. E. S. 3—4. Gelijk spel de verhouding. Het was Zaterdagmiddag een van weerskanten goed gespeelde wedstrijd. Van overwicht van één der partijen, uit gezonderd de laatste 8 minuten, was geen sprake. Geen der beide teams verdiende de overwinning. Dat D. E. S. toch tenslotte met 34 won, dankte zij aan een groote dosis geluk. Waren de J. H.-voorwaartsen gelukkiger geweest met hun schoten, dan had men zelfs niet één, maar beide punten in Alkmaar gehouden. Maar... 'tkan verkeeren en dus ging D. E. S. met de winst strijken. Bij J. H. ontbrak Hartog, die wegens dienstplicht voorloopig niet meer kan uit komen. Dit is een geduchte handicap voor de Oranje-truien. Onmiddellijk na 't begin zette J. H. een stevig offensief in, maar D. E. S. wist al vrij spoedig 't spel te verplaatsen. Het werd nu een vlotte partij, waarbij aan beide zijden prachtige kansen onbenut werden gelaten, totdat C van Westrienen den bal bemachtigde en juist wilde schie ten, toen hij wat al te hardhandig van den bal werd afgedrongen. De vrije schop, even buiten 't strafschopgebied door j! Kuiper genomen, werd door den linksback van D. E. S. met de hand gestopt, zoodat een penalty kreeg toegewezen. Deze werd door Tenkink onberispelijk in een ï?n r?geZet Dit was 't sein voor D. E. S. om wat flinker aan te pak- ker_ Maar J. H. bood goed tegenstand. De LÏ'T 'ff SCh00t er Seducht op los. Kort achter elkaar scheerden twee gloei ende kogels den paal. We dachten Tesse- aai den voorsprong te zien vergrooten maar op werkelijk eminente wijze wist dé D. E. S.-keeper een doelpunt te voorko men. Even voor de rust wist D. E S geliik te maken. Het was de linksbinnen, die uit flink onJnSt kwamei? de Zaandammers De D TsZrZ uUfhad,den zelfs ^cces. ue u. E. S.-rechtsbuiten kreeg den bal en ÏÏdtaTl ha2rdDSeCh0t gaJ hij Zijn club de leiding 1—2. De vreugde was echter van korten duur. De combinatie bij de Jont? Hollandlanen klopte uitstekend. De bal zweefde steeds voor 't D E ■tw,s C v. WMtrtarn die eet™'™ van rechts keurig inkopte 2-2 De strifd ging nu weer gelijk op, totdat D E s weer de leiding nam. Deze bal werk ver keerd beoordeeld door den J. H.-keeper 2 3. Vanaf den aftrap gingen de IH voorwaartsen op 't D. E. S.-doel af né aanvat werd wel afgeslagen, maar het was Polak, die toen van verren afstand den° d'°E 3-3 J H löï!?" m hGt net verdween ,- rr eg nu weer moed. Weer was t Tesselaar, die keihard tegen den bovenlat kogelde. Even later schoot J Kuiper tegen den onderkant vatTd^r?"" De bal stuitte evenwel 't veld weer in 9 ging dus D. E. S., evenals voor de V enkele malen door 't oog van de bewf' naald. 10 minuten voor 't einde benutti g middenvoor van D. E. S. zyn kans u-e kreeg den bal toegespeeld, liep fJ meters door, werd niet afgehouden knalde toen langs den uitgeloopen J jf1 doelman in 't net. 34. J. H. zette nu'ali" op den aanval. Hoe men echter ryfu werkte, het gelukte niet. De D E q linksbuiten moest nog, wegens beleedishT van den scheidsrechter, het veld verlaten J. Kuiper schoot nogmaals tegen den naai en toen de heer de Nijs, die keurig leidd 't einde floot, had J. H. onverdiend ver6' loren. Een gelijk spel had beter de ver" houding weergegeven. Voetbal. DE ENGELSCHE LEAGUE. De uitslagen van de voetbalwedstrijden welke Zaterdag in de Engelsche league 2yn' gespeeld, luiden: Eerste afdeeling: Arsenal—Preston Northend q Aston Villa—Leicester City BlackpoolStoke City BrentfordChelsea Derby County—Manchester United 5_i EvertonLeeds United 4q Grimsby Town—Birmingham Huddersfield Town Bolton Wanderers 2-1 PortsmouthCharlton Athletic 0-2 SunderlandMiddlesbrough lo Wolverhampton Wanderers Liverpool 2^2 Tweede afdeeling: Blackburn Rovers Tottenham Totspur 3—1 Bradford—Plymouth Argyle 2—2 BuryNottinham Forest 2—1 ChesterfieldNorwich City 2—0 FulhamSouthampton l—1 Manchester City—Sheffield United 3—2 MillwallBurnley 1—1 Sheffield Wednesday Coventry City 2—2 Swansea TownLuton Town 2—3 Tranmere Rovers Westbromwich Albion 3—1 Westham UnitedNewcastle United 1—1 ALCMARIA-NIEUWS. Het October-nummer van het Alcmaria- Nieuws bracht ons een verrassing: uit het eerste artikel blijkt namelijk, dat een aan tal leden van Alcmaria eenigermate jubi leerde en dat ook Alcmaria eenigermate jubileerde. Het was n.1. dezer dagen 30 jaar geleden, dat het jongensclubje A. V. V. in het „groote" Alcmaria werd opgenomen. Van de oude garde zyn er nog verschillende lid en het zijn zeker niet de eersten de besten. Wij lezen de naam Lutterot, Scalé, de Wit, de Vries en de Frenne. Aan hen wordt terecht hulde gebracht. Van den verderen inhoud noemen wijde geheimmenissen van Baartmans, de bur gerlijke stand en diverse maandoverzich ten. Hockey ALKMAAR I—LEIDEN I 1—3. Ook in den eersten thuiswedstrijd is Alk maar er niet in geslaagd de zoo gehoopte overwinning te behalen. Het heeft hier geen zin de oorzaken van deze nederlaag na te speuren, want we moeten ronuit bekennen, dat Alkmaar de mindere was van Leiden. Voor de rust kwam dit niet zoo zeer uit, daar het Alkmaarsche spel toen goed op woog tegen het stoere Leidsche spel. Zelfs kon men gedurende het begin van den wed strijd spreken van een Alkmaarsche meer derheid! Het was Alkmaar dan ook, dat de score opende. Voor de rust wist Alkmaar nog goed stand te houden, maar na de rust was de fut geheel en al uit de ploeg ver dwenen. Toen waren de Alkmaarders phy- siek stuk voor stuk de minderen van hun Leidsche tegenstanders, met het gevolg dat Leiden in staat was drie goals te scoren, ter wijl Alkmaar niet meer vermocht te doel punten. Was dit een teleurstelling voor Alkmaar, de nederlaag was volkomen regelmatig en verdiend, terwijl geluks- of ongeluksfacto ren geen rol speelden. De verhouding in dezen wedstrijd werd dan ook volkomen door den uitslag weergegeven. De wedstryd begon met een hoopvolle meerderheid van Alkmaar en een verdiend gevolg hiervan was de fraaie goal van Ma ters, die na een goede soloren den Leidschen keeper het nakijken gaf (0—1). Ofschoon de meerderheid van Alkmaar al spoedig voor bij was, hield Alkmaar toch goed stand en brak de rust aan met een 1— 0-voorsprong van Alkmaar. Niets wees er toen op, dat Alkmaar een gedecideerde nederlaag tegemoet ging. maar Leiden maakte zonder pardon een einde aan Alkmaarsche illussies, toen reeds gauw de gelijkmaker gescoord werd (11). Goed inloopen na een strafcorner, hetgeen Alkmaar nog steeds niet doet, had <?e twee de goal van Leiden als resultaat (12). Alkmaar trachtte het spel te verplaatsen, de nederlaag was een voldongen feit toen Leiden de derde goal maakte (1—3). Hierna kwam geen verandering meer M den stand, zoodat deze wedstrijd, na eer. hoopvol begin, eindigde in een besliste ne derlaag voor Alkmaar. Alkmaar „ende desespereert niet"! ALKMAAR II—B.M.H.C. VI 11—0. Het spjjt ons diegenen, die gezien de doel- puntenscore het idee hebben een in.eressan' ^ers ag vol wapenfeiten voorgezet te krij gen, te moeten teleurstellen. Van den tweeden competitiewedstrijd van Alkmaar II valt weimg goeds te vertellen. Weliswaar wer en elf goals gefabriceerd door de onzen, maar slechts het eerste kwartier zat er

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 10