DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De richtlijnen der nieuwe Tsjechische grondwet. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTEN1TEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 'f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven trance aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 250 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Maandag 24 October 1938 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 140e Jaargang Gemeenschappelijk wetgevend parlement. Drie gemeenschappelijke ministers. Praag komt met nieuwe voorsteilen. Hongarije niet bevredigd. De Roetheensche kwestie. Polen wordt ongeduldig. Benesj te Londen. Kanton thans geheel bezet. Nu Hankau aan de beurt. De algemeene toestand. Britsche troepen treden krachtig op. Thans Jaffa aan de beurt. ALKMAARSCHE Nu de Tsjecho-Slowaaksche repu bliek federatief wordt georganiseerd is een verandering van de grondwdet noodzakelijk geworden. De te Praag verschijnende „Narodny Listy" pu bliceert thans over de grondlijnen van de nieuwe grondwet enkele bizonder- heden, o.m., dat het democratisch parlementair systeem gehandhaafd blijft. Ministerverhouding 8:5:3. Het ontwerp der grondwet, aldus de Narodny Lisly, beveelt de handhaving van den republikeinschen staatsvorm en het parlementaire regiem aan voor den gere organiseerden Tsjecho-Slowaakschen staat. Overwogen wordt in plaats van den langen en moeilijk bruikbaren naam „Tsjecho-Slowaaksch Karpatho Russische republiek de benaming „Midden-Slavië" of „West-Slavië" te kiezen. De verdeeling van de staatsbe- voegdheden in uitvoerende, wetgeven de en rechtsprekende macht blijft evenzeer gehandhaafd als het parle mentaire regiem op de basis van het algemeene wiesrecht en de grondge dachte der democratie. Dragers van het regeeringsgezag en der uitvoerende macht blijven de president der républiek en de regeering. De regeering zal bestaan uit: minister president, plaatsvervanger van den minis ter-president, drie gemeenschappelijke minsters (voor buitenlandsche zaken, landsverdediging en financiën), acht mi nisters voor Bohemen en Moravië, vijf voor Slowakije en drie voor Karpatho- Rusland. De regeering van Bohemen en Moravië zal behalve het bestuur over de lands- aangelegenheden ook zekere bevoegd heden hebben ten aanzien van het be stuur over den geheelen staat. Senaat van 24 leden. Voorts zal er een gemeenschappe lijk wetgevend parlement komen. Bovendien wordt een Tweede Kamer (Senaat) ingesteld welke slechts uit 24 leden zal bestaan. Van deze 24 leden zullen acht door elk land wor den afgevaardigd. Het lastenstelsel wordt afgeschaft. De afgevaardigden zullen door de districten worden af gevaardigd en bij meerderheid van stemmen worden gekozen. Het opperste gerechtshof, het opperste bestuursgerecht en het opperste militaire gerechtshof zullen voor den geheelen staat dienst doen. De zetel van een dezer opperste ge rechtshoven zal naar Bratislawa worden verlegd. Volgens mededeeling van welinge lichte Hongaarsche kringen heeft de Tsjechische regeering Zaterdag den Hongaarsche gezant te Praag nieuwe Tsjechische voorstellen overhandigd, aangeteekend op landkaarten. Zij zijn onmiddellijk naar Boedapest gezon den. In welingelichte Hongaarsche krin gen verklaarde men gisteren echter reeds dat de „Tsjechisch-Slowaaksche voorstellen, die vandaag in den mi nisterraad te Boedapest besproken zijn, in hun huidigen vorm geen grondslag voor een accoord vormen." De minister van buitenlandsche za ken van Kanya heeft een tegenvoorstel doen opstellen, dat terstond aan Praag zal worden overhandigd. Er konden nog geen nauwkeurige in lichtingen worden verstrekt, noch omtrent den inhoud van de Tsjecho-Slowaaksche voorstellen, noch omtrent de Hongaarsche tegenvoorstellen. Naar te Boedapest verluidt houden de nieuwe voorstellen van de Tsjechische re- Wering aan Hongarije in het afstaan van een gebied van ongeveer 10.000 vierkante kilometer tegen 12.940 vierkante kilo meter, welke door Hongarije werden ge- eischt. Een Hongaarsch oordeel. Naar het Hongaarsche Telegraafagent- schap verneemt, beteekenen de nieuwe Tsjecho-Slowaaksche voorstellen in zoo verre een vooruitgang ten opzichte van de vroegere voorstellen, dat zij op verschei dene punten de ethnologische grenzen nabij komen, ofschoon van dit beginsel enkele belangrijke steden met Hongaar- sce bevolking zijn uitgezonderd en in Tsjecho-Slowaaksch bezit zullen blijven. De Hongaarsche tegenvoorstellen, waar in geconstateerd wordt, dat de Tsjechische voorstellen in den huidigen vorm onaan vaardbaar zijn, zijn opnieuw geheel op ethnografischen grondslag opgebouwd. De aanvaarding der voorstellen van Mün- schen beteekent voor Hongarije een offer, daar Hongarije van onderstreeping der historische rechtvaardigheid zijner zaak afziet. Wanneer Hongarije zich reeds zon der voorbehoud op ethnografischen grond slag stelt, heeft het het recht, aldus het Hongaarsche Nieuwsbureau, te eischen, dat dit beginsel in elk opzicht verwezen lijkt wordt. Het oficieuze Poolsche agentschap Iskra schrijft' over de Roetheensche kwestie het volgende: „Het is tijd, dat men zich in zekere kanselarijen er rekenschap van geeft dat Polen besloten is zijn actie tot het vestigen van een gemeenschappelijke Poolsch- Hongaarsche grens door te zeten, waardoor het veiligheid wordt gegarandeerd, als mede de mogelijkheid van een vreedzame samenwerking met de buren. De regeering te Praag geeft een bewijs van kwade trouw door gebruik te maken van het klassieke middel van het op de lange baan schuiven van het teruggeven van sub- Karpathisch Rusland aan Hongarije." Iskra besluit dit vermoedelijk geinspi- reerde artikel met de verklaring: „De op lossing van de Tsjecho-Slowaaksche crisis moet onmiddellijk volgen. De betrokken landen zullen geen uitstel dulden.' De Tsjecho-Slowaaksche gezant te Londen, Masaryk, heeft Zaterdag aan Reuter medegedeeld, dat oudpresident Benesj te Londen is aangekomen, voor een zuiver particulier bezoek. Onder geen voorwaarde wilde hij een interview toestaan. Iemand uit de omgeving van oud-presi dent Benesj heeft medegedeeld, dat Benesj drie of vier weken in Engeland denkt te blijven. Zijn bezoek heeft geen enkele poli tieke beteekenis. Benesj is niet ziek, doch hij is zeer vermoeid. Alles wat hij omtrent zijn plannen voor een bezoek aan Chicago wil zeggen is: „We zullen zien". Benesj heeft de telegrafische uitnoodiging om enkele lezingen te houden aan de Universi teit van Chicago aangenomen. Bijzonder heden zijn nog niet besproken, zij hangen af van dén gezondheidstoestand van den oud-president. Zaterdagmiddag te half vier plaatse lijken tijd rukten de Japansche troepen Kanton binnen. De Japanneezen verkla ren, dat de val van Kanton een gevolg is van den nederlag der Chineezen bij Tsjengtsjing. Na dezen slag, waarin de Chineezen vol gens hen aanzienlijke verliezen leden, moes ten zij terugtrekken. Men weet niet wat van de autoriteiten van Kanton geworden is, doch Japansche vliegers hebben medege deeld, dat zij een autocolonne van ongeveer zestig wagens in Noordwestelijke richting hebben zien rijden en onder vuur hebben genomen, Men veronderstelt, dat de gouver neur van Kanton, Woetsjen, alsmede gene raal Joehon Moe en zijn staf, in deze auto's zaten. De opmarsch van de Japansche troepen naar Kanton heeft verwondering gewekt door zijn snelheid. In negen dagen hebben de Japansche troepen 200 Kilometer afgelegd, dank zij het gebruik van motorvoertuigen en ravitailleering door vliegtuigen, terwijl de Chineezen weinig of geen tegenstand boden. Een detachement van enkele honderden was de eerste Japansche afdeeling, welke Kanton binnenrukte, het gros van het leger ongeveer 30.000 man, kwam na vijf uur in den middag de stad binnen. De mannen werden gelegerd in de tuinen van Toengsjan. Het eerste detachement bestond uit een der tigtal vechtwagens en pantserauto's. Nadat de mannen op verscheidene punten in de stad de Japansche vlag hadden geplant, voegden zij zich weer bij het gros van het leger. De officiëele bezetting van Kanton geschiedde gistermorgen. Deze ging vreed zaam in zijn werk, aangezien de stad geheel door de Chineesche troepen was verlaten, De geheele week zal in Japan als „overwin ningsweek" worden gevierd. Het geheele land door worden patriottische betoogingen gehouden. Op het oogenblik woeden te Kanton ge> weldige branden, welke door de Chineezen zijn aangestoken en thans ook naar de groot ste gebouwen zijn overgeslagen. De wind, die in de richting van Sjamien waait, heeft talrijke nieuwe branden doen ontstaan. Japansche berichten. De Kantonsche troepen hebben volgens een Japansch frontbericht 4.000 dooden bi de jongste gevechten achtergelaten. De Japansche troepen, welke naar Hankau optrekken langs het westelijke deel van de spoorlijn PekingHankau zijn Vrijdagavond op het gebied van de provincie Hoepeh aan gekomen. De andere troepenmacht, welke naar Hankau oprukt langs het oostelijke deel van deze spoorlijn is Zaterdagmorgen Hoepeh binnengekomen. De toestand te Hankau Alle winkels te Hankau zijn gesloten en er is minder verkeer, daar een groot deel der burgerbevolking de stad heeft verlaten. Een Chineesche electriciteitscentrale werk niet meer. De Fransche concessie ontvangt nog steeds stroom van een Britsche centrale Men verwacht, dat de watervoorziening spoedig zal worden stopgezet. De Fransche autoriteiten hebben voor zorgsmaatregelen genomen voor de verzeke ring van de electriciteit met behulp van dynamo's op de Fransche kanonneerbooten De provinciale autoriteiten van Hopei hebben zich naar Tsjang begeven, hebben zich naar Tsjang begeven.Tsjang Kai Sjek en z'n echtgenoote zijn nog in Hankau. De luchtaanvallen van gisteren hebben te Hankau aanzienlijke schade aangericht, daar het grootste deel van het politiecorps de stad heeft verlaten, werd het verkeer gedurende het alarm niet gestaakt. Er ontstond overi gens geen paniek. Daar de meeste inwoners uit Hankau zijn vertrokken, bestaat de tegenwoordige bevolking voor een groot deel uit vluchtelingen van het front, die na een uitputtenden marsch op de straten bivakkeeren en koude en honger lijden. Het sterftecijfer is zeer hoog; de lijken worden niet weggebracht. ALKMAAR, 24 October 1938. Opvallend is in de wereld van tegen- wooi'dig het verlies aan prestige en invloed van het Britsche rijk. Allerlei symptomen wijzen er op, dat vele staten, die hun ver trouwen stelden in de Britsche militaire kracht, die zij één van de belangrijkste factoren oordeelden bij de handhaving van een internationale rechtsorde, door de ge beurtenissen der laatste jaren dit vertrou wen verliezen. Bij de verovering van Abessinië was het Engeland, dat een moreele nedtrlaag leed, het groote Engeland, waarvan de geheele wereld daden had verwacht ten gunste van het bedreigde rijk van den negus. Bij den Japanschen inval in China heeft Engeland geen enkelen invloed ten goede kunnen uitoefenen. De Vereenigde Staten evenmin. Bij de militaire bezetting van het Rijn land en den Anschluss van Oostenrijk heeft Engeland zich zooveel mogelijk bui ten deze kwestie gehouden en al zijn best gedaan Frankrijk deze dingen rustig te laten aanvaarden. Bij den opstand in Spanje is het eenige wat van Britsche zijde gepresteerd is, de instelling van een „non-interventie-com- missie" geweest, die niet veel meer heeft kunnen doen dan aanteekening te houden van het aantal keeren, dat van Duitsch- Italiansche zijde de non-interventie bepalingen overtreden werden. Engeland heeft met Italië een accoord gesloten, dat geratificeerd zal worden zoo dra er een behoorlijk begin gemaakt is met de terugtrekking der Italiaansche troepen uit Spanje. Nu er 10.000 Italianen meest ziek of gewond naar Italië teruggebracht zijn, gaat reeds het gerucht, dat het accoord weldra in werking treedt. Hoewel de Britsche regeering toch óók moet weten, dat het terugtrekken dezer Italianen voor Burgos weinig verzwakking beteekent, dat een groot deel der troepen nog in Spanje is, dat de Duitsche en Itali aansche technici en de moderne oorlogs wapens van deze landen in Spanje blijven, en dat de Italiaansche vliegtuigbasis op Majorca intact blijft. Hoewel Engeland toch óók moet beseffen, dat een verzwakking der positie van Frankrijk door het dulden van een uitvalsbasis (door een overwin ning der opstandelingen) aan de Zuidgrens ongewenscht is. Dan is daar het jammerlijke geval met Tsjecho-Slowakije, dat op het critieke moment niet heeft kunnen rekenen op hulp van Engeland (en Frankrijk?). Is het een wonder, dat na al deze erva ringen het Tsjechische volk vol wantrou wen zijn voor alles wat de Westelijke de mocratieën betreft? Is he. een wonder dat verscheidene Balkanstaten meer en meer onder Duitschen invloed komen, dat Polen en Hongarije, direct na het toegeven van Engeland en Frankrijk aan de Duitsche eischen het roer hebben omgegooid door óók hun aandeel van den TsjechoSlowaak- schen staat te verlangen? En tenslotte: is het wonder, dat de mi litaire party in Japan, die thans boven drijft, het aangedurfd heeft een inval in Zuid-China te wagen, het risico van een gespannen verhouding tot Engeland aan vaardend in het vertrouwen, dat de Brit sche leeuw wel brommen maar zooals steeds niet bijten zou? Een interessant manifest is verschenen van de Japansch-nationalistische organisa tie Sjioenso, hetgeen teekenend is voor de in die kringen heerschende opvattingen. Dit manifest is gepubliceerd in een adver tentie over vijf kolommen, opgenomen in het dagblad Yomioeri Sjimboen. Verklaard wordt, dat de houding der gematigde kringen het gevaar insluit de dank zy de opofferingen van duizenden loyale soldaten en officieren behaalde overwinning te niet te doen. „Laat ons een krachtige houding jegens Engeland daannemen. Laten wij nieuwe betrekkingen met de mogendheden voor bereiden. Ter rechtvaardiging TOn deze houding wordt verklaard: 1. Het land beschikt over een moreele kracht, welke eenig op de wereld is; 2. Het leger is het sterkste ter wereld; 3. de marine staat er precies zoo voor als het leger; 4. de economische situatie is hecht; 5. de mogelkheden voor ravitailleering zijn onuitputtelijk. Daartegenover bezit Engeland wel is waar tamelijke sterke krachten om kleine landen te bevechten, maar deze zijn niet in staat een groote vastberaden natie te bestrijden. Londen, aldus het manifest, is absoluut niet in staat zijn rechten en belangen in het oosten, in het zuidelijk deel van den Stillen Oceaan en Australië te verdedigen met zijn tegenwoordige krachten zonder een vriendschappelijk compromis met Japan. Engeland meent nog, zooals vroeger, dat Japan zal toegeven als het zijn stem ver heft. Daarin ligt volgens het manifest de „seniele decadentie" van het Britsche volk en zijn regeering. Indien Engeland een onduldbare hop- ding jegens Japan aanneemt, moet het Japansche volk vastbesloten zijn het te kastijden. „In afwachting daarvan eischen wij, dat de lieden, die bang zijn voor En geland de eerste linies verlaten om ver vangen te worden door hen die niet bang zijn." En dan is daar nog die kwestie met Ier land. De Valera heeft kort geltden ver klaard, dat, zoolang de kwestie met Ulster niet is opgelost, de toestand niet veel gunstiger zou zijn dan in 1914. Dat er in 1914 contact geweest is met Duitsch- land is overbekend. Een opstand in Ierland moest met krachtige hand worden onder drukt. Het beteekent dus, dat De Valera van de voor Engeland moeilijke interna tionale positie gebruik wil maken om van Londen bepaalde concessies inzake een aansluiting van Ulster bij Ierland af te dwingen door langs een omweg met Hitier te dreigen. Eén conclusie heeft Engeland getrokken: Een sterke diplomatie kan helaas! alléén berusten op een sterke militaire macht. Vandaar, dat de bewapening met verdubbelde kracht opgevoerd wordt. Zoo zou, volgens de Daily Express het kabinet hebben besloten tot het publiceeren van een witboek over de defensie. Het zou voorstellen, de som van anderhalf mil- liard, die is toegestaan voor het herwape- ningsprogramma, te verhoogen tot drie millard pond sterling. Het programma zou dan in drie in plaats van in vijf jaar vol tooid moeten zijn. Japansche waarschuwing heeft geen succes. In verband met nieuwe militaire opera ties welke op handen zijn in de gebieden rond Hankau en de Faarl-rivier wenscht Ja pan, dat de buitenlandsche schepen en oor logsbodems, die nabij Hankau en de Paarl- rivier liggen, verhaald worden, en dat de Japansche autoriteiten van de ligplaats dezer schepen op de hoogte worden gesteld. De Britsche marine-autoriteiten hebben echter geweigerd, te voldoen aan de Japan sche verzoeken om de schepen te verwij deren van Hankau en de Paarl-rivier te Kan ton. Alle schepen te Hankau worden ter hoogte van de Britsche concessie samenge trokken en die te Kanton blijven liggen ter hoogte van de concessie Sjamien. Aan de Japanneezen is dienovereenkomstig bericht gezonden. Het Britsche leger, dat de oude stad van Jeruzalem zuivert, richt zijn stre ven thans in de richting van Jaffa, Uit ontvangen inlichtingen blijkt, dat de nationalisten hun tegenstand willen voort zetten, totdat in de Arabische zaak voldoen de toezeggingen zijn gedaan. Zij verklaren terstond met de troebelen te zullen ophouden, zoodra zij verkrijgen: 1. dat wordt afgezien van het verdeelings- plan; 2. dat de immigratie wordt stopgezet; 3. dat transacties in grond worden verbo den; 4. Dat een constitutioneele binnenlandsche regeering wordt gevormd; 5. dat een alliantieverdrag met Engeland wordt gesloten. Van haar zijde heeft de Britsche regeering laten'weten, dat zij de orde wil herstellen alvorens de kwestie grondig te regelen. De zuiveringsactie te Jeruzalem. De Britsche troepen hebben Zaterdag de gebouwen bezet, welke de Omarmoskee en omgeving beheerschen, zoodat de opstande lingen, die hier een toevlucht hebben ge zocht, geheel geïsoleerd zijn. De troepen blijven huiszoekingen in de oude stad verrichten. Het totaal aantal slachtoffers tydens deze nasporingen is als volgt: 22 Arabieren gedood, 25 gewond, 1 Britsch soldaat gedood, twee gewond en twee Brit sche politiebeambten gewond. Nog vele incidenten. Zaterdagmiddag zijn tien opstandelingen gedood tydens optreden van de Britsche luchtmacht nabij Quebibe, het bijbelsche Emmaus, ten Noord-Westen van Jeruzalem. De autoriteiten zijn verder begonnen met het omhakken van sinaasappel-plantages van Arabieren langs den grooten weg van Jeruzalem naar Jaffa, aangezien deze plan tages werden gebruikt om hinderlagen te leggen voor het verkeer over den weg. Vermoedelijk tengevolge van brandstich ting is brand uitgebroken in de Ottomaan- sche bank te Jaffa. Er is een poging gedaan om het spoor wegstation te Jaffa te vernielen dooi* brand stichting. De vlammen werden echter ge doofd voordat schade van belang aangericht was. Te Hebron is een Palestijnsch agent van politie doodgeschoten en op den weg ach tergelaten. De synagoge en de Joodsche school werden in brand gestoken en liepen schade op.' Twee Arabische employé's in dienst van het hooge commissariaat te Haiffa zyn ver moord. Nabij de kolonie Petah Tikvah werd een Joodsche vrouw gewond. Te Jaffa heb ben de rebellen'opnieuw getracht, de Otto- maansche bank te plunderen, doch zij slaag den er niet in, de brandkasten te openen. De rebellen schijnen een nieuwe tactiek te hebben aanvaard, welke er in bestaat om bij hun terugtocht Joodsche ondernemingen te vernielen en te saboteeren. Nabij Tel Aviv hebben zij 700 met vruchten volgela den sinaasappelboomen uit den grond ge rukt. Verschillende gebouwen, eigendom men van Joden, werden te Jaffa en Hebron in brand gestoken. In Beersheba werden de belastingkantoren geplunderd. Sleepboot in tweeën gevaren. - Het En- gelsche s.s. Matra heeft te Boulogne Sur Mer (Fr.) de sleepboot Morinie in tweeën gevaren, tengevolge waarvan dit vaartuig vrijwel onmiddellijk zonk. De stoker van de Morinie is hierbij om het leven gekomen. Verder zyn vier man naar het ziekenhuis overgebracht. Daar zij langen tijd onder water hebben gelegen, baart hun toestand zorg. Sneeuwstormen in Bulgarije. - In ge heel Bulgarije woeden sneeuwstormen. Op sommige plaatsen ligt de sneeuw 30 c.M. hoog. Zie verder Buitenland pag. 2, 2e blad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1