Britsche conclusie uit de internationale crisis: wapenen! VREDE DOOR BEWAPENING. Provinciaal Tlieuws Poging Italië weer voor zich te winnen. Engeland op een keerpunt. Nu de democratieën bewapenen. „Italië vreest niet." Blijde gebeurtenissen op komst /V jlHN y Nieuws in 't kort. Halifax over Engelands politiek te München en daarna. Engelands vredesstem moet krachtig zijn. NOORDSCHAPWOUDE DERDE BLAD. t - (Van onzen Londenschen correspondent). Londen, 22 October. Hoewel het hoogtepunt van de inter nationale crisis nu alreeds bijna een maand in het verleden ligt, wordt heel het politieke beeld van Engeland nog steeds beheerscht door het groote vraag stuk van het buitenlandsch beleid Steeds duidelijker begint men er zich rekenschap van te geven dat het Europa van Versailles in München in de smelt kroes is gedaan, en dat Engeland zijn traditioneele politiek grondig zal moeten herzien. Niemand ontveinst zich langer dat de „balance of power" uit zijn evenwicht is ge bracht, en dat Engeland's positie nu zwak ker is dan het sinds den oorlog ooit is ge weest. Hoe daarin moet worden voorzien is een vraag die weinigen nog met eenig ver trouwen durven beantwoorden. De meest voor de hand liggende stap is een hervatting van het streven de spil Rome-Berlijn te bre ken. Hoewel het van officieele zijde natuur lijk immer ten stelligste wordt ontkend dat de Engelsche politiek op dit doel gericht is, zou men tocht in de hervatting van de be sprekingen over de ratificatie van het Anglo- Italiaansch accoord een aanwijzing mogen zien dat de regeering alles in het werk stelt om het zuidelijke eind van de spil onge vaarlijk te maken. In hoeverre zij daar succes mee zal hebben, moet nog worden afgewacht. Op het oogenblik kan slechts worden gezegd, dat de kansen op een rege ling van de Spaansche kwestie en de ratifi catie van het accoord niet ongunstig schij nen. Alleen de toekomst zal kunnen leeren of de formeele bezegeling van de Anglo-It.a- liaansche vriendschap gevolgd zal worden door een nieuwe en meer westelijke koers van de Italiaansche politiek, welke alleen de balance of power in Europa nog eeniger- mate zou kunnen herstellen. De verhouding tot Duitschland. De hervatting van de Anglo-Italiaansche besprekingen met de kennelijke bedoeling Italië uiteindelijk weer in het westelijke kamp te brengen, moet echter niet worden opgevat als een bewijs dat Chamberlain alle hoop heeft opgegeven met Duitschland tot overeenkomst te komen, en besloten heeft zich derhalve tot een zuiver defen sieve politiek te beperken. Het tegendeel is waar. Chamberlain hoopt nog steeds tot een regeling met Duitschland te kunnen komen en zal, nu de Tsjechische kwestie opgelost ie, opnieuw een krachtige poging doen om dit zoo vurig verlangde doel te verwezen lijken. Zijn motto blijft: verzoening. De be richten uit Duitschland van de laatste weken stemmen echter niet zeer hoopvol. Algemeen wordt hier verwacht dat de koloniale kwes tie in de naaste toekomst aan de orde zal worden gesteld. Chamberlain zal daaraan een harde noot te kraken hebben aangezien er tot nu toe nog geen enkel teeken is dat de conservatieve partij, de dominions en de betrokken gebieden zelf hun negatieve hou ding tegenover teruggave van de koloniën hebben gewijzigd. Ook op een ander gebied zijn moeilijkheden te voorzien. Duitschland heeft reeds eenige onofficieele ballonnetjes opgelaten over de mogelijkheid van een be wapeningsbeperking in de lucht. In prin cipe is dit idee Chamberlain uitermate welkom. De wijze waarop Duitschland zich voorstelt het ten uitvoer te brengen schijnt echter minder aantrekkelijk. Mag men de klaarblijkelijk goed ge fundeerde geruchten in diplomatieke kringen gelooven, dan zou Duitschland willen voorstellen de respectievelijke luchtmachten van de twee landen te sta- biliseeren op een peil, dat ongeveer in omgekeerde verhouding staat tot de in 't Anglo-Duitsche vloot-accoord neerge legde ratio van de twee vlootmachten. Waar Baldwin en Chamberlain steeds heb ben verkondigd, dat Engeland een even groote luchtmacht moest hebben als elk van zijn naburen, schijnt het welhaast ondenk baar dat het Duitsche voorstel aanvaard zou kunnen worden. Diplomatieke kringen vreezen, dat Duitschland in dat geval zich gerechtigd zal voelen het vloot-accoord op te zeggen. Het zou daarbij het moeilijk weerlegbare argument kunnen gebruiken, dat als Engeland niet bereid is Duitschland een superioriteit in de lucht toe te staan, Duitschland van zijn kant niet langer in de vrijwillig aanvaarde inferioriteit ter zee kan berusten. Inmiddels is de onmiddellijke aan dacht hier meer gevestigd op de nood zaak van een nationale krachtsinspan ning om Engeland's bewapening op peil te brengen dan op de diplomatieke doeleinden voor welker verwezenlijking deze bewapening zoo broodnoodig is. Feitelijk is dit het eenige punt, waarop een nationale eenstemmigheid bestaat. Hoe Engeland zijn buitenlandsch beleid nu moet inrichten schijnt nog niemand te weten. De toestand die door München is geschapen, is zoo nieuw, dat men eenvoudig nog niet den tijd heeft gehad om zich af te vragen, hoe Engeland zich daarop moet instellen. Men ziet op het oogenblik alleen dat geen enkel buitenlandsch beleid mogelijk is als Enge land niet ten spoedigste zorgt, dat het zijn diplomatie met de noodige machtsmiddelen kracht kan bijzetten. De crisis heeft wat dat betreft een bittere les geleerd. Naar mate de tyd verstrijkt wordt het steeds duidelijker, dat vooral de Engelsche ver dediging tegen luchtaanvallen schandelijk verwaarloosd was. Sir Thomas Inskip's er kenning, dat er in de crisis „ernstige tekorten in de Engelsche verdediging" aan den dag waren getreden is dan ook allerminst een overdrijving. Het ontbreekt niet alleen aan organisatie, maar ook aan materiaal. Zoo bezat een zoo uitermate wondbare stad als Londen op het hoogtepunt van de crisis niet meer dan 100 luchtafweer-kanonnen, waar van er verschillende nog niet eens gevechts klaar waren. In andere steden was de toestand nog ongunstiger. De regeering heeft hierover dan ook veel bittere woorden te hooren gekregen. Men begrijpt niet waarom Enge- lands militaire apparaat, ondanks de gewel dige sommen, die daar de laatste jaren aan zijn besteed, op het uur van gevaar zoo uitermate gebrekkig moest blijken. Het eenige excuus wat de regeering kan bieden, is dat zij tot nu toe, met instemming van het Lagerhuis, het principe heeft gehandhaafd dat de uitvoering van het bewapeningspro gramma het normale zakenleven geen moei lijkheden in den weg moest leggen. Bewapenen Alle teekenen wijzen er op, dat dit prin cipe nu overboord zal moeten worden ge worpen. Groote conservatieve bladen en invloedrijke leden van de party, zooals Lord Baldwin, dringen er reeds sinds eenige weken met kracht op aan, dat alleen een geheel nieuwe opvatting van de wijze, waarop het bewapeningsprogramma moet worden uitgevoerd Engeland in korten tijd het militaire apparaat kan verschaffen, dat het voor zijn diplomatie niet kan missen, Er is volgens hen een nationale krachts inspanning noodig, waaraan vele geliefde tradities zullen moeten worden opge offerd. De bewapening moet voortaan vóór alle andere belangen gaan. Meer dan dat, het volk zelf moet in vredestijd reeds ge organiseerd en geoefend worden voor de diensten die het in tyd van oorlog zou moeten verrichten. Kortom, het principe van den vrij willigen dienst moet plaats maken voor den een of anderen vorm van nationale organisatie van alle krachten. De regeering heeft by monde van Sir John Simon en Hoare Belisha reeds blijk gegeven dat zij voor deze argumenten niet ongevoelig is. Een aanzienlijke uit breiding van de luchtafweer-divisies is aangekondigd en een verregaand onderzoek is ingesteld naar de gebleken tekorten in de verdediging, met het doel deze ten spoe digste goed te maken. Tevens is er nauwe lijks meer twijfel aan dat Chamberlain in de naaste toekomst gehoor zal geven aan den wijd verspreiden aandrang op een of anderen vorm van nationale organisatie en training. Zijn critici, en daaronder bevinden zich vele invloedrijke conservatieven, zijn ook daar echter nog niet mee bevredigd. Zij wenschen nog duidelijker bewijzen dat het de regeering dezen keer ernst is met haar beloften, en dringen aan op een vervan ging van enkele ministers, zooals Inskip, door meer energieke figuren. Sommigen van hen gaan zelfs verder dan dit, en meenen dat de nationale krachtsinspanning, die nocdig is om Engeland paraat te maken, alleen mogelijk is met medewerking van alle partijen. Kortom, zij eischen een ver breeding van de basis van de nationale regeering. Zonder twijfel vertolken zij daarmee de gevoelens van een belangrijk deel van het volk, dat door de crisis en de lessen die de crisis geleerd heeft, ten diepste verontrust is over de positie van het land. Het feit ,dat, na den „vrede van München" de groote democratieën ijlings maatregelen troffen, en zoo drastische maatregelen, om hun bewa pening op te voeren, heeft in de dictatuurstaten ontstemming gewekt. Aan die ontstemming gaf in Italië vooral de „Giornale d'Italia" uiting: De „Times", de „Paris-Midi" en eenige andere Engelsche en Fransche bladen signaleerden die ontstemming en meenden, dat zij het gevolg was van Italië's „be zorgdheid, dat het, wegens zijn inferieure financieele capaciteiten, in dezen bewa peningswedloop de groote democratische mogendheden niet zou kunnen bijhouden.' Tegen deze Britsch-Fransche meening komt de „Giornale d'Italia" met groote stelligheid op. „Wy constateerden slechts het feit", schrijft het blad, „dat de democratieën na München „te wapen" riepen. Niet uit be zorgdheid deden wij die constatatie. Italië vreest den oorlog niet, al wenscht 't hem ook niet, het vreest ook de bewapening van andere landen niet. Italië kan er zich op beroemen, reeds goed gewapend te zijn en de snelle uit breiding van zijn bewapening, waartoe het in staat is, mag alle groote mogendheden tot ernstig nadenken brengen." Het blad wijst dan op de kracht van Italië's luchtwapen, op zijn geweldige duikbootenvloot, zijn artillerie en „eenige geheime, verbazingwekkende uiterst moorddadige wapenen", zonder nog te spreken van den grooten voorraad van gewone wapenen, waarover het beschikt. Overigenr kan Italië wijzen op machtig menschenmateriaal, 'n schitterende natio nale discipline, zijn controle over de Mid- dellandsche Zee en zijn uitgebreide posities in Afrika. En daarbij komt dan nog het feit, dat Italië in geval van oorlog niet alléén zou staan, maar vrienden heeft, die ook in staat zijn, hun bewapening op te voeren." Het blad betreurt het, dat de herbewa pening der democratieën gemotiveerd wordt door wat men noemt het „dictaat van München". „Dat beteekent", meent het blad, „dat men wil volharden in den ouden geest van zelfzucht, in den geest van Versailles. Veel hoop op een vredes- geboorte van Europa blijft er bij dit alles niet over". De „Tevere" spreekt over het gevaar, dat in den bewapeningswedloop is gelegen. Dat gevaar ziet het blad in „de noodzake lijkheid het oorlogsmateriaal, dat men heeft, te gebruiken vóór het verouderd is. Daar men echter van 'n geweldige oorlogs outillage geen profijt kan trekken, tenzij men oorlog voert, zou de dwaze situatie, waarin de wereld zich thans door de her bewapening van zekere landen bevindt, natuurlijkerwijze een bloedige botsing tengevolge kunnen hebben." Egypte wacht De 17-jarige koningin van Egypte, Farida, die in Januari j.1. gehuwd is met koning Faroek, is vertrokken naar het ia—mmmm iw Koningin Farida paleis Ras-El-Tin, alwaar zij over ca. 14 dagen een blijde gebeurtenis tegemoet ziet. Behalve een bekende in Alexandrië werkende Italiaansche vrouwenarts, zijn drie Egyptische doctoren aangewezen om de koningin bij te staan. Athene vol verwachting! Ook de 21-jarige prinses Frederika, kroonprinses van Griekenland, verwacht een blijde gebeurtenis. Haar ouders, de hertog en hertogin van Brunswijk, zijn daartoe reeds in Athene aangekomen, als mede vijf Duitsche verpleegsters en een Duitsche vrouwenarts. Indien een zoon geboren wordt, zullen 101 en indien een dochter 20 schoten gelost worden. De prinses is in Januari j.1. gehuwd met kroonprins Paul. Hevige mist boven Londen. - De scheep vaart op de Theems heeft gisteren ernstige vertraging ondervonden tengevolge van een dichten mist. Ook het auto- en treinverkeer op de Londensche voorsteden heeft aanzien lijke vertraging ondervonden. Later trok de mist op. Terwijl op sommige punten het zicht minder dan 50 meter was, scheen elders een verrukkelijk najaarszonnetje. Ontduiking van accijnzen op groote schaal. - De Federale Grand Jury te New York heeft 44 mannen en een vrouw in staat van beschuldiging gesteld, die ervan ver dacht worden, voor een bedrag van min stens 14 millioen dollar aan accijnzen te hebben ontdoken door het dryven van een onwettigen handel in likeur in de Vereenig- de Staten en Canada. Volgens de met het onderzoek belaste agenten van de schatkist heeft de bende meer dan 150.000 H.L. alcohol voor onwettige distributie geproduceerd. Het grootste gedeelte hiervan is tusschen 1931 en 1937 gedistribueerd. Soldaten in de sneeuw omgekomen. - In het Hocoeh-gebergte in Zuid-Servië heeft men de bevroren lijken van een kolonel, een luitenant en een sergeant gevonden. Deze menschen waren tijdens een patrouillediensl in deze streek verdwenen. Drie Arabieren ter dood gebracht. - Gisteren zij drie Arabische terroristen, die hebben deelgenomen aan den slag bij Rania- lah 1 October j.1., met den strop ter dood gebracht. Twee Britsche soldaten werden in een ge vecht gewond. De autoriteiten hebben besloten het ver bód zich 's nachs op straat te bevinden in Jerusalem te handhaven. Voor de oude stad gaat dit in 's avonds te 19 uur, buiten de muren te 23 uur. Tijdens gevechten tusschen Arabische op standelingen en Britsche militairen zijn twee Arabieren gedood en vier gewond. De op standelingen hebben een brug op den weg naar Jericho opgeblazen. Communistische overval. - Een com muniqué van het ministerie van oorlog in Peru meldt, dat een groep communisten zich in den nacht van Zaterdag op Zondag ge tracht heeft meester te maken van een loca- liteit, waar het derde Tegiment cavallerie te San Pedro in de provincie Pascamayo was ondergebracht. De rebellen werden afgesla gen en lieten twee dooden en een gewonde achter. Het communiqué voegt hieraan toe, dat bevel gegeven is de aanvallers en de aan stichters van den overval gevangen te nemen. i In een te Edinburgh gehouden rede heeft de minister van buitenlandsche zaken, lord Halifax, nog eens een te rugblik geworpen op de jongste Tsjecho- Slowaaksche crisis en daarbij de Brit sche politiek te München daarna uit- eengëzet en verdedigd. Er was, aldus Halifax, slechts de keuze tusschen twee alternatieven, waarvan het eene oorlog en voor Tsje- cho-Slowakije de vernietiging beteeken- de, en het andere de ons bekende voor waarden, welke Tsjecho-Slowakye heeft aanvaard. Het heeft thans geen zin de /raag op te werpen, of al dan niet zekere dingen hadden kunnen worden vermeden, in dien de.leiders van Tsjecho-Slowakye een andere politiek gevolgd en meer vooruitziendheid hadden getoond. Dit kan waar zijn. 't Voornaamste gevoel echter, dat ons thans bezielt, is 'n gevoel van medelyden met dat volk. De ramp, die over Tsjecho-Slowakije is gekomen, treft over het algemeen slechts staten, die in een oorlog overwonnen zyn. Ik moet echter aan hen, die de keuze die wy gedaan hebben, om een algemeenen oorlog te voorkomen, afkeuren, in alle op rechtheid de vraag stellen: wat was nu eigenlijk het alternatief? Het was een dui delijk feit, dat nooit iemand ontkend heeft, dat geen oorlog, geen eensgezinde krachts inspanning door Frankrijk, Rusland en En geland en wie zich ook by ons zou hebben aangesloten, Tsjecho-Slowakye zelf behoed zou hebben voor een vernietiging, die veel omvangrijker en vollediger zou zyn ge weest dan de offers, hoe groot deze ook zyn, welke van dit land geëischt zijn. Wy zouden ons in een algemeenen oorlog gestort kunnen hebben, waarin Tsjecho-Slo wakye, gelyk alle andere deelnemers aan deze algemeene menschenslachting, wreede verliezen aan menschenlevens en rijkdom men te betreuren zou hebben gehad en ten slotte zou géén land de grenzen hebben be houden in dien vorm, ter bescherming waar van het zich in een oorlog zou hebben ge stort. Sprekende over de gemeenschappelijke verklaring van Chamberlain en Hitier te München, zeide Halifax: er mogen dan en kelen zyn, die geneigd zijn, de waarde van deze verklaring te onderschatten, zij kan, indien de geest er van levend wordt gehou den, en oprecht door beide partijen tot basis van wederzijdsche toenadering kan worden gemaakt, iets grooters voor de wereld blij ken te zijn, dan vele twijfelaars thans wel willen aannemen. Ik aarzel niet te verklaren, dat, indien de Duitsche en de Britsche natie er werkelijk in zouden slagen, het met elkaar eens te worden, dit de krachtigste waarborg zou zijn, dien men zich zou kunnen denken, te gen de gevaren, waar de wereld zoo dicht by heeft gestaan. Herziening van het verdrag van Versailles. Wij zijn thans getuige van een herziening van het verdrag van Versailles, waartoe een bepaling in het volkenbondspact was opge nomen, doch welke tot dusver nooit is toe gepast. De Hongaarsche regeering onderhandelt thans met de Tsjecho-Slowaaksche regeering en wij hopen, dat een rechtvaardige oplos sing zal worden gevonden, die de grieven op nationaliteitengebied uit den weg zal ruimen of verminderen. Zich wendend tot degenen, die de vredes politiek der regeering laken en meenen dat de hoop op succes der vredespogingen niet in overeenstemming is met de bewapenings politiek der regeering, zeide spr., dat, in dien men weigert om te streven naar de tot standkoming van den vrede, dat feitelijk neerkomt op aanvaarding van de stelling, dat een oorlog onvermijdelijk is, en dat het daarom vruchteloos is en verspilling van tijd en energie aan iets dat tot mislukking gedoemd is. Ik, aldus Halifax, zou dit stand punt nooit kunnen deelen. Het lijkt mij een evangelie van zuiver -fatalisme en het moet u ertoe drijven, u tegen een zekeren oorlog te versterken door defensieve bondgenoot schappen van het oude model, noem ze zoo als ge wilt. Dit moet, onder de huidige om standigheden, weer rechtstreeks leiden tot een verdeeling in tegenover elkaar staande bloks en de catastrofe, waartegen men voor zorgmaatregelen beoogt te nemen, naderbij brengen. Lord Halifax Ik ben meer van meening, dat er overal een groeiend inzicht is, dat een oorlog, geheel afgezien van de gevaren, welke hy met zich brengt, meer wan orde brengt dan orde en dat dientenge volge sterke krachten aan het werk zijn, welke er toe zullen bijdragen, dat eenig land zich eens of tweemaal zal beden ken, voordat het zyn toevlucht tot een oorlog neemt. Snellere herbewapening. Halifax wees vervolgens op het meer en meer veld winnend verlangen, de natie we der haar vroegere kracht te zien herkrij gen. „Om een snelleren voortgang te maken met de herbewapening van alle takken van onze verdediging, aldus Halifax, is het nood zakelijk, dat allen bereid zijn om groote offers te brengen. Voor sommigen zullen deze offers bestaan in het verstrekken van geld, van anderen zal het noodzakelijk zijn, offers in een an deren vorm te vragen, doch niets van dit alles kan worden volbracht, indien er niet in de geheele natie ware eenheid van geest is. De wereld, zooals wij die wenschen, is een wereld, waarin alle naties naast elkan der kunnen bestaan, terwijl haar rechten door allen worden geëerbiedigd en haar ge schillen door vrije onderhandelingen wor den geregeld, een wereld, waarin mannen, vrouwen en kinderen hun leven normaal kunnen leven, niet langer bezwaard door het spookbeeld van den oorlog, dat een maand geleden over de wereld waarde. Indien wy er in willen slagen, de wereld in een kalmer vaarwater te brengen, moe ten wy drie mogelijkheden openlijk onder de oogen zien: den oorlog, den gewapenden vrede of den vrede door wederzydsch be grijpen. Het is mogelijk, dat, voordat wij tot den waren vrede komen, wy het stadium van den gewapenden vrede moeten doorloopen, alvorens wy daar aankomen. Wij moeten er aan denken, dat de vrede niet zal komen door er slechts op te wach ten. Vrede is niet passief. Vrede is een ac tieve worsteling tegen de dingen, die naar een oorlog dry ven. Willen wy echter slagen, dan is het van het grootste belang, dat alle landen zich zooveel mogelijk concentreeren op de dingen waarover zij het eens zyn in plaats van zich' in eikaars binnenlandsche aangelegenheden te mengen. Onze eigen weg is duidelijk. Wij moeten geen gelegenheid voorbij laten gaan, om de resultaten van het persoonlijke contact, dat te München tusschen Duitschland, Italië, Frankrijk en ons zelf tot stand is gekomen, te doen groeien, opdat het vasten vorm krijge. Hierbij zullen wij geen oude vriend schappen prijsgeven, om nieuwe te winnen. Wel zyn wij van plan, om, waar wy dit kun nen, onze eigen betrekkingen te verbeteren met allen, die bereid zijn hun betrekkingen met ons te verbeteren en, waar zij kunnen, te streven naar een algemeene goede ver standhouding, waarin allen elkaar kunnen vinden op het gemeenschappelijke terrein van wederzijdsche verdraagzaamheid en eerbied. Het evangelie van het geweld, aldus ver klaarde Halifax tenslotte, heeft in vele krin gen vasten voet verkregen en dit is het, wat de werkelijke vijand is van de vrije ontwik keling van het vertrouwen tusschen de na ties. Wij zullen echter niet voor altijd berus ten in niets beters dan de noodige pogingen, om geweld tegenover geweld te stellen en niet alle hoop laten varen op uitdrijving van de booze geesten, die de zielen der men schen kwellen en verdrukken. Het Witte Kruis, afd. Langendijk. Het Witte Kruis, afd. Langendijk, ver gaderde in „Concordia" alhier. De voorzitter de heer Jb. Rutsen uit Zuidscharwoude, verwelkomde in het bij zonder de beide zusters. Op een vraag van den heer Reinders deelde de voorzitter mede, dat men er niet in geslaagd was een goedkoopere geldlee- ning af te sluiten. De vereeniging is geen openbaar lichaam. De provincie heeft afwijzend beschikt op het verzoek om subsidie. Ged. Staten achtten de toestand der vereeniging niet zoodanig te zyn, dat van een tekort kan worden gesproker Het bestuur heeft de statuten van de vereeniging nagezien, of er aanleiding was, wijzigingen aan te brengen. Men vond, dat daartoe geen aanleiding bestond. De voorzitter deelde mede, dat twee cursussen in huiselijke ziekenverpleging worden gehouden; één te Zuidscharwoude en één te Noordscharwoude. Er was veel belangstelling voor Op 9 November zal men als de vereisch- te goedkeuring wordt verkregen, een speldjesdag ten bate van Het Witte Kruis houden. Bij de bespreking van den beschrijvings brief van de alg. vergadering besloot men de candidatuur Meindersma van het H. B. te steunen. Verder zullen de candidaturen van mr. D. Breebaart en mr. De Lange resp. als lid en plaatsvervangend lid van de commissie van beroep voor het personeel der instel-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 9