NOTITIE-BOEKJE.
DE PACHTWET.
FIETSLICHT
J ambtshalve voorziUer) jui$t d6Zer dagen
EGMOND AAN ZEE
EGMOND A. D. HOEF
OUDORP
BIROEK OP LANGENDIJk
OTERLEEK
Ml N.V. WILLEM VAN RIJN
NOORDSCHARWOUDE
TEXEL
M. J. BRUSSE:
UIT HUN
De Gestolen
Kroonjuweelen.
derde blad.
ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 29 OCTOBER 1938.
II.
De Pachtkamers.
rpliik wij in ons vorig artikel reeds mede-
heeft de Pachtwet een nieuw
deeSllege in het leven geroepen: de
rCC v.^mers waarvan de twee niet tot de
hteriüke macht behoorende leden (twee
r ieder kantongerecht, de kantonrechter
zij" h^ak^van deze Pachtkamers is niet
alleen om de pachtcontracten op hun in
houd te toetsen, maar haar is de geheele
rechtepraak in pachtzaken opgedragen, met
tuluiting van de gewone rechterlyke
cht Alle vorderingen, die betrekking
hebben op een pachtovereenkomst ook de
Ontruiming van het gepachte na ommekomst
00r overeenkomst of wegens wanprestatie
worden dus aangebracht bij de pacht-
r" er en wel die, binnen welker rechts
gebied' het gepachte of het grootste gedeelte
daarvan gelegen r. De rechtsgebieden der
nachtkamers vallen samen met die der kan
tongerechten. De zaken worden aanhangig
gemaakt niet bij dagvaarding, doch bij
request op ongezegeld napier.
Van de uitspraken der pachtkamers staat
beroep open, echter weer niet bij de gewone
rechterlijke colleges (Rechtbank en Hof)
maar uitsluitend bij een bijzonder rechts
college nl. de Pachtkamer van het Gerechts
hof te Arnhem. Van de uitspraken van
laatstgenoemde Pachtkamer staat geen hoo-
gere voorziening open. Cassatie van den
Hoogen Raad in pachtzaken is uitgesloten.
De Pachtkamer van het Gerechtshof te Arn
hem doet derhalve uitspraak in hoogste
instantie, zoowel wat betreft de feiten,
waarover het geschil loopt, als over de
juridische vragen, die zich naar aanleiding
van de vastgestelde feiten mochten voor
doen.
Uiteraard kunnen hier moeilijkheden ont
staan doordat de gewone rechter in hoogste
instantie uitmaakt, dat een zaak een „pacht
zaak" is en dus tot de competentie van den
pachtrechter behoort, terwijl deze laatste
zich onbevoegd kan verklaren, omdat hy
meent, dat de zaal: geen pachtzaak is. Ook
het omgekeerde kan zich voordoen, en aan
gezien de zaken in hoogste instantie bij ver
schillende rechtscolleges komen (in het
eene geval bij den Hoogen Raad, in het
andere bij de Pachtkamer van het Arnhem-
sche Hof) kan hier een onopgelost jurisdic
tie-geschil ontstaan. De minister, die de wet
verdedigde, heeft de mogelijkheid daarvan
niet ontkend, doch ken slechts de verwach
ting uitspreken, dat het in de practijk wel
los zou loopen. De practijk zal moeten lee-
ren, of dit optimisme gerechtvaardigd was.
Schriftelijk contract.
Een voornaam voorschrift van de Pacht
wet is, dat alle pachtcontracten schriftelijk
moeten worden aangegaan. Ook wijzigingen
en aanvullingen moeten schriftelijk worden
overeengekomen. Wordt geen schriftelijke
overeenkomst opgemaakt dan tal de ver
pachter dat duchtig ondervinden: de over
eenkomst is nietig en alle betaalde pacht-
penningen kunnen door den pachter terug
gevorderd worden, zonder dat de verpachter
daartegenover een vergoeding voor het ge
bruik van zijn land of hoeve in compensatie
kan brengen. Alleen als het achterwege
blijven van de schriftelijke overeenkomst is
te wijten aan een omstandigheid, die den
verpachter niet kan worden toegerekend,
kan de straf voor den verpachter gematigd
of opgeheven worden.
Toetsing van pachtcontracten.
Deze eisch van een schriftelijk contract
wordt daarom zoo streng gehandhaafd, om
dat alle contracten (behoudens die betref
fende losse stukjes land kleiner dan 1/4
H.A. met een pachtprijs van minder dan
f 50 per jaar) binnen acht dagen na hun
tot standkoming moeten worden opgezonden
naar de betrokken Pachtkamer om op hun
inhoud te worden getoest. De Pachtkamer
onderzoekt, of in het contract buitensporige
bepalingen voorkomen, en of de pachtprijs
niet zoodanig is gesteld, dat daardoor aan
den pachter, ook by bijzonderen y ver en
bekwaamheid de mogelijkheid wordt ontno
men, om een redelijk bestaan uit het ge
pachte te halen, althans indien het een zoo
danige verpachting betreft, dat de pachter
redelijkerwijs een bestaan uit zijn bedrijf
kon verwachten.
Meent de Pachtkamer, dat er buitenspo
rige bepalingen in het contract voorkomen,
of dat de pachtprijs te hoog is, dan laat zij
de partijen voor zich verschijnen en tracht
hen tot wijzigingen te bewegen. Lukt haar
dat niet, dan wordt de pachtovereenkomst
nietig verklaard. Er bestaat dan dus geen
overeenkomst meer en partijen moeten zien
het opnieuw eens te worden of de verpach
ter moet een anderen pachter zoeken, met
wien hij op voorwaarden, als dóór de Pacht
kamer worden toegelaten, tot een overeen
komst kan komen; of hij moet heelemaa!
niet verpachten.
Vergoeding wegens aangebrachte
verbeteringen.
Als een ernstige leemte in de vroegere
regeling werd gevoeld, dat indien de pachter
verbeteringen had aangebracht, waardoor de
opbrengst van het land (en daarmede de
waarde daarvan) was gestegen, hij bij het
afloopen der pachtovereenkomst deze ver
beteringen in den regel zonder vergoeding
aan den landheer moest prijsgeven. De
Pachtwet bevat thans een dwingende rege
ling, waardoor de pachter, althans bij een
verpachting, die langer dan een jaar ge
duurd heeft, een vergoeding krijgt voor
verbeteringen door hem aangebracht in de
laatste 10 jaar, die aan het einde der pacht-
verhouding vooraf gingen. Naarmate de
pachter zelf van die verbetering geprofi
teerd heeft, wordt de vergoeding vermin
derd. Heeft b.v. de pachter zelf 8 jaar de
voordeelen der verbetering genoten, dan zal
hij vermoedelijk slechts 20 pCt. van de
door hem te weeg gebrachte waardevermeer
dering als vergoeding krijgen.
Dit alles beteekent niet, dat de pachter
maar raak kan bouwen en verbeteren en
aan het einde der pacht de rekening aan
den verpachter kan presenteeren. Hij moet,
voordat hij begint, den verpachter mededee-
ling doen van zijn voornemen, met opgave
van geschatte kosten. De verpachter kan
zich tegen de voorgenomen verbetering ver
zetten en evtl. zal de Pachtkamer beslissen,
of de verbetering al dan niet zal worden
aangebracht.
Zou de verbetering de gedaante of in
richting van het gepachte veranderen, dan
moet de pachter zelfs de uitdrukkelijke toe
stemming van den verpachter hebben, en de
Pachtkamer kan dan den verpachter niet
dwingen, die uitdrukkelijke toestemming te
geven. Heeft de pachter een zoodanige ver
betering aangebracht zonder de uitdrukke
lijke toestemming van den verpachter, dan
zal hij bij het eind van de pacht niet op een
vergoeding aanspraak kunnen maken.
Het remissierecht.
Eveneens dwingend is de regeling van het
remissierecht, d.w.z. het recht van den
pachter, om, indien door buitengewone om
standigheden de opbrengst van het bedrijf
aanzienlyk minder is geweest dan redelij
kerwijs verwacht kon worden, verlaging
van de pachtsom te vorderen. Die lagere
opbrengst mag echter niet veroorzaakt wor
den door een prijsdaling der producten
(daarvoor geldt een andere regeling) maar
b.v. door mislukking van de oogst, over
strooming e.d. Zijn die omstandigheden aan
den pachter zelf te wijten, of had hij de ge
volgen redelijkerwijs kunnen voorkomen
(b.v. rookvorming bij nachtvorst) dan krijgt
hy geen remissie. Ook „persoonlijke" om
standigheden (b.v. ziekte van den pachter of
van zijn bloedverwanten) komen niet in
aanmerking.'
Wil de pachter aanspraak maken op
pachtremissie, dan moet hij zijn vordering
daartoe instellen binnen zes maanden na
het einde van het pachtjaar of pachtseizoen,
waarop de remissie betrekking zou moeten
hebben. M.r Ph. DE VRIES.
's-Gravenhage, October 1938.
%oui*tciaal Hieuw
Nutsavond.
Het Departement Egmond der Maat
schappij tot nut van 't Algemeen organi
seerde Donderdag een filmavond over het
werk der Noord- en Zuid-Hollandsche
Redding-Maatschappij. De belangstelling
der leden was niet groot en hoewel werk-
loozen vrijen toegang hadden, was de zaal
lang niet gevuld.
De voorzitter, de heer E. Vogelenzang
te Egmond aan den Hoef, sprak een woord
van welkom, speciaal tot de menschen der
Reddingmaatschappij, die dezen avond
organiseerden en drukte zijn spijt uit over
de slechte opkomst.
Na een uiteenzetting over het doel en
de organisatie der Redding-Maatschappij,
werd de film vertoond. Deze film geeft
een overzicht van de verschillende stations
en daar gestationneerde reddingbooten,
bekende redders verschijnen op het witte
doek en men ziet ook een redding, zooals
die voor de film geënscèneerd is. Het is
een uitstekend gedocumenteerde, leer
rijke film en het is dan ook zeker te be
treuren, dat niet meerderen ervan genoten
hebben.
Na de pauze werden nog op verdienste
lijke wijze enkele zeemansliedjes gezon
gen met gitaarbegeleiding, waarna de heer
Vogelenzang met een woord van dank
voor het gebodene dezen avond sloot, die
tevens een mooie propaganda was voor
het werk der Noord- en Zuid-Holland
sche Redding-Maatschappij.
Deelname aan de spaarregeling.
Aan de spaarregeling voor werkloozen
nemen, nu deze regeling eenigen tijd
werkt, alle werkloozen, die in de gelegen
heid gesteld worden hiervan gebruik te
maken, deel. Dit aantal bedraagt mo
menteel 26.
Jachtpartij.
Bij de Woensdag in de duinen gehou
den drijfjacht werden behalve eenig ander
wild 375 fasanten geschoten.
Geslaagd.
Onze plaatsgenoot de heer P. Keizer
Dz. slaagde dezer dagen voor het diploma
vakbekwaamheid en algemeene handels
kennis.
Andyviekweekers vergaderden.
Donderdagavond werd in het lokaal
van de Langendijker Groentencentrale
een vergadering gehouden van andijvie-
kweekers.
De voorzitter, burgemeester H. Schel
haas, opende de vergadering met een
woord van welkom tot de aanwezigen en
zette het doel uiteen. Het is n.1. de bedoe
ling, met de andyviekweekers te spreken
over het veilen van dit product. Het vei-
lingbestuur wil gaarne weten, wat daar
aan hapert en hoe daarin verbetering is
aan te brengen.
Ten aanzien van het bezwaar, dat niet
administratief geveild mag worden, zeide
de voorzitter, dat dit administratief veilen
alleen toegestaan is bij gecontracteerde
producten. Uit de hand verkoopen is niet
toegestaan, zoodat de andijvie dus volgens
de voorschriften moet worden aangevoerd.
Een der aanwezigen merkte op, dat het
hoofdzakelijk gaat om de andijvie, welke
voor de fabrieken bestemd is. Die afne
mers willen eerst de andijvie bekijken,
voor zij ze koopen. Als de andijvie klaar
is om ingemaakt te worden, moet ze ge
bonden aan de fabrieken afgeleverd wor
den. Daardoor is het niet mogelijk, dat de
andijvie volgens de vastgestelde eischen,
ter veiling kan worden aangevoerd.
Het is daarom wel zeer gewenscht, dat
ter bevordering van het plaatsen van zoo
veel mogelijk andijvie, administratief ge
veild mag worden.
Verder werd besproken, dat er in No
vember wel eens opkoopers komen, die het
liefst de andijvie zoo van het land, niet
opgeknapt, willen hebben, hetgeen voor
het doel waarvoor de andijvie gebruikt
wordt, het beste is. Men vroeg of dit al
eens uitvoerig aan de Ned. Groenten- en
Fruitcentrale medegedeeld is.
Geantwoord werd, dat dit reeds het
eerste jaar gedaan is. Toen is als over
gangsmaatregel verkregen, dat in dat jaar
administratief geveild mocht worden.
Naderhand is er nog eens een ander voor
recht verkregen, maar verleden jaar en
ook thans moet volgens de voorschriften
geveild worden.
De voorzitter vroeg of het niet mogelijk
was, dat die fabrikanten de andijvie op
contract koopen. Dan mag wel administra
tief worden geveild. Volgens de aanwezi
gen was het echter niet mogelijk om voor
15 Mei een contract voor deze teelt af te
sluiten.
De voorzitter vroeg of het niet ge
wenscht zou zijn, te probeeren, of de da
tum waarop een dergelijk contract zou
moeten zijn afgesloten, voor andijvie op
15 Augustus kan worden bepaald. Dat zou
allicht een stap in de goede richting kun
nen zijn.
Voor deze oplossing gevoelde men wel
iets, doch men vond het administratief
veilen het beste.
Hierna werd nog besproken het voor
schrift dat de andijvie schoongemaakt, in
kisten moet worden aangevoerd. Worden
de meerdere kosten en de meerdere ar
beid hieraan wel vergoed?
De aanwezige andyviekweekers waren
sterk tegen deze bepaling. Men besloot
dan ook, een bespreking met de Ned.
Groenten- en Fruitcentrale aan te vragen
over deze zaak. Voor deze bespreking
werd een lid van het dag. bestuur der
veiling en een afgevaardigde der andyvie
kweekers aangewezen.
Daarna sluiting.
Anti-militairisten vergaderen.
Donderdag 27 dezer had de provinciale
samenwerking op anti-militairistisch gebied
een vergadering belegd in café van Ham,
alhier. Spreker was de bekende heer Jo de
Haas. Hij begon met te zeggen, dat men het
op het oogenblik wat gemakkelijker heeft
gekregen. Er was bij de internationale situa
tie geen reden tot angst, toch heeft deze
onze beweging voordeel gebracht. Sinds
jaar en dag hebben wij reeds gesproken over
den komenden oorlog. We werden echter
uitgelachen en bespot, men beschouwde het
als een idee-fixe. Toen echter kwamen de
gebeurtenissen in September, 30 minuten
van den oorlog verwijderd. Het water reikte
tot de lippen.
In München is de vrede niet gefundeerd,
doch de oorlog is uitgesteld. Als we het
zoo zien, staan we dichter bij de waarheid.
Spr. ging uitvoerig de internationale ge
beurtenissen na en noemde het gebeuren
in Spanje het begin van den wereldoorlog.
Men meende, dat daar revolutie was uitge
broken. Wat er achter lag hebben wij on
middellijk vastgelegd.
Anderhalf jaar heeft men getreuzeld met
de niet-inmengingskwestie en niets bereikt.
Ir München was het in 5 minuten klaar,
weldra zal de oorlog in Spanje gedaan zijn.
Met zijn vieren zullen de groote mogendhe
den straks beslissen wat er met Spanje zal
gebeuren. Duitschland is echter nog niet
uitgemarcheerd. Spr. voorziet gebeurtenis
sen in Roemenië, Denemarken, Oekraine en
Rusland, totdat Duitschland, Italië en Japan
zelf aan de beurt zijn. We zullen strubbelin
gen behouden zoolang er één soldaat en één
kanon is. Het hangt af van enkele menschen
of dat kanon zal afgevuurd worden. Breed
voerig besprak spr. hierna den Volkenbond,
het verdrag van Versailles en het totstand-
De BOSCH fietslamp 'n juweel
tje van hedendaagsche techniek -
voldoet aan de hoogste eischen.
Geen storingen, mooi helder, vèr-
stralend licht. Steeds betrouwbaar.
Prijzen: 6 Volt, 1,8 Watt F. 6.25
6 Volt, 3 Watt met Alni-
■nagneetstaal F. 7.50.
Let op het merk Rotodyn.
Verkrijgbaar bij den Erkenden
Rijwielhandel.
AMSTERDAM (C.) KEIZERSGRACHT 171
TELEFOON 3130S (4LIJNEN)
komen van het fascisme. Ook werd nog een
vergelijking gemaakt tusschen fascistische
en democratische landen; de laatste waren
volgens spr. nog oorlogzuchtiger. Het was
wel teekenend hoe Duitsche vrouwen de
monstreerden *in optochten, doeken meevoe
rend met opschriften: „Wij willen geen oor
log". Spr. noemde dit Duitsche heldinnen.
Na een duidelijke uiteenzetting van het
socialisme kwam het einde. Van de gelegen
heid voor debat werd geen gebruik ge
maakt.
Jubileum aan de gasfabriek.
Naar wij vernemen, is de heer J. H.
de Laat, die Vrijdag zijn 25-jarig jubi
leum als stoker aan de gemeenschappelijke
lichtbedrijven alhier vierde, in de Vrij
dagmiddag gehouden vergadering van het
dag. bestuur der lichtbedrijven ontboden.
De voorzitter heeft den heer de Laat
hartelijk toegesproken en hem een enve
loppe met inhoud aangeboden.
Gevallen.
De heer H. O., schipper alhier en va
rende op Amsterdam, viel vanaf het dek
der motorschuit in de machinekamer, met
het gevolg dat hij in bewusteloozen toe
stand werd opgenomen. Het bleek dat de
heer O. een hersenschudding had opge-
loopen. Eenige weken rust zullen hier wel
mee gemoeid gaan.
Afd. Ver. van Luchtbescherming
opgericht.
Vrydagavond is in hotel „De Linde
boom" een vergadering gehouden, waarin
een afdeeling van de Ned. Vereen, v. Lucht
bescherming is opgericht. Daar Texel met 2
vliegkampen in oorlogstijd zeer gevaarlijk
ligt, is deze belangstelling niet zonder reden.
De vergadering was uitgeschreven door den
burgemeester van Texel, mr. Kamp, die
de leiding had. Een hoofdbestuur was samen
gesteld, waarin zitting hebben de heeren dr.
Visser, Riteco, Van Ingen Schenau en Frede-
riks, terwijl op de verschillende dorpen
plaatselijke afdeelingen zijn opgericht. Het
geheel staat onder leiding van den heer H.
C. Remmers te Den Burg.
Het voornemen bestaat om volgende week
op verschillende dorpen lezingen te laten
houden door een propagandist van de Ned.
De Phohi had mij, nu onlangs, gevraagd
om. bij gelegenheid van de herdenking
van de inhuldiging van Koningin Wilhel-
mina, voor de microfoon iets te vertellen
van mijn herinneringen aan de Kronings
feesten. En ik dacht: „hosse-zingen", aan
kriebelende pauweveeren, aan vermaarde
buitenlandsche illustrators, voor hun tijd
schriften overgekomen naar Amsterdam
en Den Haag, die mij verzekerd hadden,
dat zij nergens ter wereld de bonte schil
derachtigheid van een Breughel en een
Jan Steen zóó volkomen in dien boertig
ouden stijl van doen beleefd hadden als
toen in den Jordaan en de Jodenbuurt.
Sij den ketseboem van de opgepronkte
Pierementen.
Maar om een rede te houden over de
troonsbestijging van H. M. de Koningin
der Nederlanden, die door zou klinken
rondom de heele aarde en dus ook naar
de overzeesche gewesten, scheen het mij
noodig, dat ik nog wat historischer ge
oriënteerd zou zijn dan alleen door de
dingen, die ik er zelf nog van wist uit m'n
longen reporterstyd.
En dus vervoegde ik my tot het ge
meente-archief van de hoofdstad en kreeg
aar in indrukwekkende mappen de dos
siers te lezen, waar 't alles haarfijn in be
schreven stond. Al wil ik u eerlijk beken-
®IJ' dat ik het meeste van al dit grond-
e telijk plechtstatigs liever heb overge-
korndat ik 't nu eenmaal kenmer-
Va F vond, bijvoorbeeld, dat de slager
de Amsterdamsche Poort van Cleve,
Weet wel: waar de echo's zoo schallen
n de hardgebakken mèt!, kans had ge
zien, wanneer de eerste tweeduizend pond
biefstuk per dag verorberd was, zich on
middellijk van een tweede tweeduizend
pond te voorzien, doordat hij al in het be
gin van dat Kroningsjaar '98, waar hij
maar kon, „dikbillen" had opgekocht, run
deren, immers, die veel biefstuk opleveren,
waarom dit eene oud-vermaarde restau
rant voor de feestdagen meer dan hon
derd welige koeien in de wei had loopen.
Het niet minder populaire Krasnapolsky
had er twintig nieuwe koks voor aange
steld en zoo was daar de keuken in staat
vier duizend bezoekers binnen ieder half
uur naar ieders smaak te voederen en te
laven
Maar toen vond ik onder die gelegen
heidsarchiefstukken een document dat
mij wonderlijk trof en dat ik voor de ge
legenheid zelf toch maar niet in mijn ra
diorede heb gebruikt, omdat 't mij uit den
toon scheen te vallen. Want 't was nog
wel zeer opzienbarend en mij dacht zoo:
een beetje ontluisterend voor het zoo
eerwaardig historische ceremonieel. Het
was namelijk een kronijk, waaruit niet
meer of minder bleek, dan dat de kroon
juweelen, die zoo indrukwekkend nu
weer hun glans verleenden aan de hooge
plechtigheid, gestolen zijn geweest, een
tijdlang in het bezit van de meest ordi
naire boeven, waarna zij door een toeval,
besmeurd en dof geworden, zijn opgegra
ven uit den grond, om nu weer de jonge
Majesteit voor deze hoogtij te tooien tot
haar schier legendarische verschijning in
een koningssproke.
Een ervaren journalist verwaarloost
nooit de opmerkelijke dingen, die hij in
zijn leven tegenkomt, ook al is er wel eens
aanleiding om ze niet direct op te schrij
ven en weg te seinen. Hij bewaart 't alles
van gisteren en vandaag in zijn notitie
boek. Ik heb de aanteekeningen van mijn
ietwat verbluffende historische vondst
daar ook ingezouten en nu dacht ik eraan,
toen ik erover piekerde wat ik in dit, mijn
eerste feuilleton zou vertellen aan de le
zers van de Alkmaarsche Courant, dat,
om een beetje op te vallen, maar wat pit
tig moest wezen.
En hier breng ik 't u dan getrouwelijk
over, met te meer vrijheid, omdat ik mij,
voor de aan waarheid grenzende waar
schijnlijkheid ervan, beroepen kan op het
eerwaardig gezag van het Algemeen
Handelsblad.
In aie Kroningsdagen toch verscheen
van dit hoofdorgaan van de hoofdstad ook
een Fransche uitgave, vooral bestemd,
als ik mij wél herinner, om de paar hon
derd buitenlandsche journalisten, die uit
alle 's Heeren landen het sprookje van de
kroning der „Koningin van Holland" wa
ren komen zien, verstaanbaar in te lich
ten. De toenmalige hoofdredacteur van
het Amsterdamsche blad, de in zijn tijd
wel zeer vermaarde Charles Boissevain,
gaf zich namelijk in die dagen veel moeite
om zijn popelende Oranje-liefde, tot zelfs
in versvorm, mee te deelen ook aan de
internationale confraters, tot hun bezie
ling. Ik meen zelfs, dat Boissevain, die de
groote ontvangsten van de wereldpers in
leidde met lyrische toespraken achtereen
volgens in de drie moderne talen, toen
zelf voorzitter was van den Nederland-
schen Journalistenkring.
Welnu, in de Fransche editie van het
Handelsblad vond ik de bedoelde historie
overgenomen uit een Parijsche courant,
met de opmerking erbij, dat dit 'boule
vardblad 't immers op zijn beurt had
ontleend aan het eigen orgaan van de
voormalige Pijpenmarkt. Mijn bronnen
zijn dus wel zeer authentiek.
En uit myn notities vertaal ik daar nu
vrijelijk het volgende van:
In den nacht van 25 op 26 September
1829, toen België nog tot Nederland behoor
de, kwamen dieven in het koninklijk
paleis te Brussel en stalen er de kroon
juweelen (die sedert onheugelijke tijden
gedragen waren bij hooge plechtigheden
in het Huis van Oranje). De roovers dron
gen door in een van de particuliere ver
trekken van la Princesse d'Orange, die
een zuster was van den Tsaar aller Russen.
De vorstin was afwezig in haar zomer
residentie.
De ongure kerels braken een meubel
open, waar op een in de paneelen gevatten
spiegel gepenseeld stond: „Schrijn van de
koninklijke diamanten, eereteekei en, rid
derkruisen en juweelen." (Deze aanwij
zing maakte het dus den inbrekers wel
treffend gemakkelijk, niet waar?)
De kroniek gaat voort, zelfs op een
weinig hoffelijk insinueerende wijze:
„Alle nasporingen bleven vergeefs, en er
liepen geruchten, omdat het Belgische
volk niet hield van den vorst en wist dat
hijin geldverlegenheid verkeerde".
(Wat achteraf inderdaad volkomen laster
lijke achterklap blijkt te zijn geweest.)
Om de opsporing van de snoodaards te
bevorderen loofde de politie toen een aan-
brenggeld uit van 50.000 franken.
Veertien maanden later, op een ochtend
in Juli 1831, vervoegde zich bij Jhr. Huy-
gens, Nederlandsch gezant te Nieuw
York, een Franschman, genaamd Roumage.
Hij vertelde, dat hy den dief van de ge
stolen juweelen kende. De gezant beloofde
hem de halve ton franken, als zijn aanwij
zingen zouden leiden tot de teruggave.
De sluwe aanbrenger kwam toen een
eindje over de brug en vertrouwde den
diplomaat toe, dat hij in Nieuw York ken
nis gemaakt had met de vriendin van den
Italiaan Polani, en v?n haar had hij bij
zonderheden vernomen over den diefstal,
die door haar vriend was gepleegd. Deze
had een klein deel van den buit meege
nomen naar Amerika. Maar het grootste
deel had hij in de buurt van Brussel be
graven op een plek, die de vrouw kende.
Vergezeld van een paar detectives ging
Roumage toen op bezoek in Ptlani's wo
ning. Deze was echter tijdig gewaarschuwd
en gevlucht. Toen verried de Italiaansche
haar minnaar (wordt 't niet van een
Shakespeariaansche romantiek, lezers?)
ten believe van den Franschen aanbrenger,
wien zij nu, als imme s den tydelyk ster
kere, haar gunsten verleende. In vertrou
wen maakte zij Roumage deelgenoot van
haar geheim en in alle stilte gingen de
nieuwe gelieven het deel van den schat,
dien Polani ergens in de buurt op Long
Island in den grond verstopt had, opgra
ven. (Wat dus alleen maar het naar Ame
rika meegenomen kleinste deel was. De
helft hiervan hield hij echter voor zich
zelf, de andere helft bracht hij gedienstig
aan den gezant, die hem argeloos voor zijn
vermeende ruiterlijkheid mild beloonde.
Maar met dit loon rn met de rest van
den roof ging Roumage toen scheep naar
België steeds vergezeld, in lief en leed,
door zijn nieuwe vriendin. Want zij stel
den zich voor, daar L. een bosch in de
omgeving van Brussel nu ook nog de groo.e
plok stilletjes op te graven en dan samen
als vergeten, maar innig verteederd ge
raakte burgers, een weelderig leven te
gaan leiden, ergens ver weg in eenigerlei
aardsch paradijsje. Wat hun te gemakke
lijker voorkwam, omdat immers de be
drogen dief-en-minnaar Polani net op 't
nippertje voor zijn vlucht naar het oude
werelddeel in Amerika geknipt was
doch overeenkomstig zijn hoeveneer tot
heden blijkbaar halsstarrig was blijven
zwijgen
Doch ziet, nog wel eens wordt in deze
zondige wereld niet alleen de deugd be
loond, maar ook de misdaad gestraft. Want
de Nederlandsche politie had van een en
ander „de lucht gekregen", naar dit tech
nisch heet. Het minnepaar werd bij 't aan
wal stappen meteen in hechtenis genomen.
De vrouw werd gedwongen aan de ge
rechtigheid de plek van den schat aan te
wijzen, dien deze nu in haar plaats daar
opdolf.
En zoo kreeg het koninklijk huis de
juweelen terug, die de jonge Koningin
Wilhelmina bij haar inhuldiging zoo
feeëriek tooiden, zeven en zestig jaar
nadat zij als roofbuit in de donkere aarde
verborgen hadden gelegen.
Nadruk verboden.