DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
„München was de eenige oplossing
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIENs
Van 1—5 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven francc aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 258 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK.
Woensdag 2 November 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Chamberlain verklaart, dat er geen andere
manier was om oorlog te vermijden.
Anderson belast met de lucht
bescherming.
Franco leidt het rechtsche
offensief aan de Ebro.
De aigemeene toestand.
Thans West-Chïna aan
de beurt?
Legerafdeelingen vereenigen
zich bij Hankau.
ALKMAARSCHE COURANT.
n
In de gistermiddag begonnen zitting
van het Lagerhuis heeft minister-presi
dent Chamberlain een rede over de
buitenlandsche politiek gehouden, nadat
majoor Attlee namens de oppositie het
woord had gevoerd.
In den aanvang van de zitting had
Chamberlain aangekondigd, dat hij
s'avonds een motie van den volgenden
inhoud zou indienen:
,Het Lagerhuis juicht het voornemen
der regeering toe om het Britsch-Ita-
liaansche accoord van kracht te doen
worden". i
Deze mededeeling werd met gejuich
van de regeeringsbanken ontvangen.
Men hoorde den communist Gallacher
schreeuwen: „Nooit".
Na majoor Attlee, die de debatten over de
buitenlandsche politiek opende, hield mi
nister-president Chamberlain zijn groote
rede.
Chamberlain zeide, dat hij het met een
aantal opmerkingen van Attlee over de ge
volgen van de overeenkomst van München
niet oneens was, doch hij moest voor één
bewering een uitzondering maken, n.L voor
de bewering, dat München een groote neder
laag voor Engeland, Frankrijk en de zaak
van recht en orde was.
Ik beschouw de overeenkomst van
München, aldus vervolgde Chamberlain,
niet als een nederlaag voor de democra
tie of voor de zaak van recht en orde.
Integendeel: de overeenkomst was een
poging om door bespreking tusschen
twee vertegenwoordigers der autocrati
sche en twee der democratische staten
een oplossing te vinden voor een pro-
bleem, dat anders, naar het ons toe
scheen, slechts door geweld zou zijn op
gelost. In plaats van het gebruik van ge
weld is de overeenkomst op ordelijke
wijze ten uitvoer gelegd.
Het is waar, dat er vele dingen gebeurd
zijn, die niemand van ons goedkeurt. Ik ver
zoek u echter, zooals ook de minister van
buitenlandsche zaken reeds gedaan heeft, in
aanmerking te nemen, dat wij voor een
moeilijk alternatief stonden en als ge het niet
eens zijt met de oplossing, die tot uitvoering
is gebracht, moogt ge niet vergeten, wat het
alternatief was (toejuichingen bij de mi
nisters) en welke gevolgen de andere oplos
sing voor Tsjecho-Slowakije zelf gehad zou
hebben.
Attlee kwam hier tusschenbeide met de
verklaring, dat hij had willen zeggen, dat de
oplossing niet ten uitvoer was gelegd, waarop
Chamberlain antwoordde, dat hij nog iets
hoopte te zeggen, dat dit standpunt zou kun
nen weerleggen. De minister-president zeide
verder, dat de overeenkomst van München
tot stand was gekomen in een betrekkelijk
korten tijd, die met uren werd afgemeten,
zoodat men niet kon verwachten, dat de
overeenkomst zich bezig hield met ieder
detail van de in overweging genomen opera
ties.
Alles wat wij konden doen, aldus Cham
berlain, was zekere algemeene richtlijnen uit
te stippelen en aan een internationale com
missie de taak voor te leggen de bijzonder
heden uit te werken.
De kwestie der garanties.
Wat de kwestie der garanties betreft, zei
de Chamberlain, dat het oorspronkelijk Brit-
sche aanbod was een internationalen waar-
borg te geven. Op het oogenblik kon hij
echter geen verdere mededeelingen doen
ever de vraag wie de deelnemers aan deze
garantie zouden zijn, doch natuurlijk zul
ten, aleer iets definitiefs wordt geregeld, de
voorwaarden van dergelijke waarborgen en
de namen dergenen, die er aan deelnemen,
ter kennis van het Huis worden gebracht.
tn antwoord op de opmerking van
Wedgwood Benn inzake de Hongaarsche
grens en de vraag, waarom Engeland garant
zijn voor een grens bij welker afbake-
ninS Engeland en Frankrijk zijn uitge
sloten, verklaarde Chamberlain, dat de
grens, zooals zij bestond, nimmer was ge
waarborgd, doch dat waarborgen waren ge
geven tegen een niet uitgelokten aanval, het-
8«en iets geheel anders is.
De reis van dr. Funk.
Chamberlain betreurde het, dat Attlee het
wegens de economische gevolgen van de
Chamberlain.
activiteit van dr. Funk noodzakelijk achtte
hierachter eenig sinister politiek motief te
veronderstellen. Deze zelfde achterdoent,
waardoor niets door iemand kan worden ge
daan zonder dat een ander er eenig sinister
of ander kwaadaardig motief achter zoekt,
vormt de eigenlijke oorzaak van het gebrek
aan vertrouwen in Europa.
Geografisch bezit Duitschland reeds een
overheerschende positie in Midden- en Zuid-
Oost-Europa. Spreker zag geen reden, waar
om men zou verwachten, dat hierin een fun-
damenteele wijziging zou komen.
Voor zoover het Egeland betreft, hebben
wij niet den wensch deze landen voor
Duitschland te blokkeeren of het economisch
te omsingelen en laten wij niet veronderstel
len, dat er noodzakelijk een economische
oorlog moet zijn tusschen Duitschland en
ons. Door de concurrentie hebben wij voor
spoed gehad in het verleden.
Het is niet in ons belang, dat een deel van
de wereld arm blijft. Indien door den handel
tusschen Duitschland en Engeland onze eco
nomische positie verbetert, zijn we er zeker
van, dat we ons deel krijgen. Naar mijn mee
ning, aldus Chamberlain, is er ruimte voor
Duitschland en voor ons en moeten noch wij
noch de Duitschers trachten een exclusieve
positie te verkrijgen.
Naar aanleiding van de woorden van
Attlee over schending der Tsjecho-Slowaak-
sche grenZen, zeide Chamberlain: „Wij zijn
getuige van een reorganisatie der grenzen
van Versailles en ik betwijfel of de men-
schen van Versailles verwacht hebben, dat
de grenzen altijd zoo zouden blijven. Het is
niet de vraag, of de grenzen van tijd tot tijd
herzien moeten worden, maar of die her
ziening geschiedt door onderhandelingen of
door andere middelen".
De verdediging van Engeland.
Chamberlain ging daarna over tot de
civiele en militaire verdediging van het land
en verklaarde, dat hij, hoewel de voorberei
dingen nog verre van voltooid zijn, van
meening is, dat de verdediging, indien zij op
de proef zou zijn gesteld, heel wat beter zou
hebben voldaan dan menigeen schijnt te
denken. Ons land is soms nogal moeilijk op
gang te krijgen, aldus de premier, maar
wanneer het op gang is, werkt het in dubbel
snel tempo en de hoeveelheid werk. die ver
zet is tijdens de crisis, geeft de aanwijzing,
dat de luchtbeschermingsmaatregelen niet
zulk een. volledige mislukking geweest zou
den zijn als sommigen blijkbaar denken. Wij
zijn thans gewaarschuwd en kunnen nu een
beter beeld van den geheelen toestand heb
ben.
Wij zijn, aldus vervolgde Chamber
lain, tot de slotsom gekomen, dat het
stelsel van luchtbeschermingsmaatrege
len zulke reusachtige afmetingen heeft
aangenomen en zoo'n verscheidenheid
bevat, dat de last werkelijk te groot is
om door het ministerie van binnenland-
sche zaken naast de gewone werkzaam
heden verzorgd te worden. Wij hebben
een specialen minister met bijzondere
ervaring op het gebied van organisatie
en administratie noodig, die zijn geheele
aandacht aan dit onderwerp kan wijden.
Daarom heb ik Sir John Anderson
uitgenoodigd deze zaak op zich te
nemen. Anderson zal als Lord Groot
zegelbewaarder een niet te zwaren werk
kring hebben en hij zal daarom in feite
minister van bescherming der burger
bevolking zijn.
In die functie zal hij direct belast zijn met
de zorg voor de luchtbeschermingsmaatrege
len en tevens verantwoordelijk zijn voor de
regeling van den vrij willigen Nationalen
Dienst in overleg met de andere departe
menten, die daarbij betrokken zijn.
Chamberlain zette uiteen hoe de departe
menten van binnenlandsche zaken, gezond
heid, opvoeding, arbeid en verkeer aan deze
bescherming zullen hebben mede te werken.
Na te hebben verzekerd, dat Engeland geen
agressieve bedoelingen heeft tegenover
Duitschland of eenig ander land, zeide
Chamberlain, dat het Engelands eenige zorg
was het land en de imperiale verbindingen
veilig te zien en niet zoo zwak ten opzichte
van andere landen dat de Britsche diploma
tie niet op voet van gelijkheid zou kunnen
onderhandelen. Niets staat verder van ons
dan de gedachte een nieuwen bewapenings
wedloop te beginnen.
Franco's troepen aan het Ebro-front on
dernemen, gesteund door een sterke lucht
macht, voor de 7e maal een offensief om
de republikeinen daar uit hun stellingen te
verdrijven. De gevechten worden thans ge
voerd ten zuiden van den weg van Gande-
sa naar Mora de Ebro, in de Siërra de los
Caballos. De rechtschen hebben hier eergis
teren zes heuvels veroverd, hoewel de repu
blikeinen beweren er in den nacht daarop
drie te hebben heroverd. Gistermorgen zeer
vroeg hebben drie rechtsche colonnes, in den
stroomenden regen en zonder steun der ar
tillerie, alleen voorafgegaan door eenige
tanks, een verrassenden aanval op de regee-
ringsstellingen gedaan. De rechtschen kon
den zoo enkele republikeinsche stellingen
bezetten. Later kwam aan beide zijden ook
de luchtmacht in actie, zoodat zich ook in
de lucht hevige gevechten afspeelden. De
rechtschen zeggen gisteren 15 regeerings-
vliegtuigen te hebben neergeschoten, terwijl
de republikeinen beweren er 2 te hebben
verloren en 7 toestellen van den tegenstan
der te hebben neergehaald. Gistermiddag
waren 160 vliegtuigen in de lucht over een
frontbreedte van 12 K.M. Mora de Ebro, op
den rechteroever en Mora Lanueva op den
linkeroever van de Ebro zijn, evenals het
dorp Garcia, volkomen door bommen ver
woest. De artillerie van Franco bestrijkt
sinds gisteren de oevers van de Ebro en de
hellingen, waar de regeeringstroepen om
heen getrokken zijn. Hoezeer de rechtschen
er alles op zetten om hier succes tef hebben,
blijkt uit het bericht dat Franco persoonlijk
en ter plaatse dit nieuwe offensief heeft ge
leid.
Britsch schip getroffen bij bombar
dement van Barcelona.
Gistermorgen hebben tien Savoia-vlieg-
tuigen een 50-tal bommen op Barcelona
laten vallen. De meeste projectielen vielen
ALKMAAR, 2 November.
Voor het begin van het groote Lagerhuis
debat, dat gisteren begonnen ir en waar
van wij hierboven een uitvoerig relaas
opnemen, heeft Chamberlain gisteren zjjn
kabinetsconstructie voltooid. De wijze,
waarop hij dat gedaan heeft, zal aldus
de Londensche briefschrijver van de N. R.
C. de kritiek in het Lagerhuis eerder
aanwakkeren dan verzwakken.
De verzwakking van Engelands diplo
matieke positie, die het gevolg was van
München en den gebrekkigen staat van de
Engelsche defensie, die in de crisis zoo
duidelijk aan den dag was getreden, had
den allerwege tot het inzicht geleid,, dat
er nieuwe mannen en nieuwe werkwijzen
noodig waren. Sommige vooraanstaande
conservatieven gingen zelfs zoover te
verklaren, dat alleen een reconstructie
van het kabinet, welke de regeering op een
werkelijk nationale basis zou plaatsen,
voldoende zou zijn om de Engelsche diplo
matie weer de noodige kracht bij te
brengen. Anderen meenden, dat met de
schepping van eenige nieuwe ministeries
zou kunnen worden volstaan, maar ieder
een was het er over eens, dat er nieuw
bloed noodig was en dat dit nieuwe bloed
de taak, Engeland paraat te maken, op
heel andere wijze zou moeten aanpakken
dan tot dusver het geval was geweest.
Toen de premier ongeveer een week ge
leden twee van de opengekomen plaatsen
bezette door een paar vrij kleurlooze
plaatsverschuivingen binnen het kabinet,
werd dan ook algemeen verwacht, dat dit
slechts een voorlooper van een veel ver
dergaande reconstructie zou blijken te zijn.
In deze verwachting is men nu door de
benoemingen van gisteren, waarmee de
reconstructie van het kabinet als volein
digd kan worden beschouwd, ieerlijk te
leurgesteld.
Chamberlain heeft een nieuwe en veel
belovende figuur, Sir John Anderson, in
zijn kabinet opgenomen, maar dat is dan
ook alles. De terugkeer van Lord Runci-
man, die verscheidene jaren in het kabinet
Baldwin zitting heeft gehad, kan nauwe
lijks als een nieuwe aanwinst voor de re
geering worden beschouwd. Er is geen
sprake van een verbreeding van de basis,
waarop de regeering rust, en er zijn geen
nieuwe ministeries geschapen. Chamber
lain heeft niet alleen geweigerd een mi
nisterie van voorziening in te stellen,
maar hij heeft ook geen redenen gevonden
om toe te geven aan den wijd verspreiden
aandrang tot instelling van een ministerie
voor den nationalen dienst, al heeft hij
toegezegd, dat Sir John Anderson als
minister zonder portefeuille opdracht zal
krijgen zich voornamelijk met dit vraag
stuk bezig te houden.
Hoe teleurstellend dit resultaat van vier
weken lange deliberatie wordt geacht,
blijkt duidelijk uit het hoofdartikel van de
Times van gisterochtend. Deze trouwste
aanhanger van Chamberlain schroomt zich
niet het nieuwe kabinet als „non too
strong" te beschrijven en te verklaren,
dat de kabinetsreconstructie ongetwijfeld
een ernstige teleurstelling zal zijn voor
allen, die op nieuw bloed en een breedere
nationale basis hebben aangedrongen. Het
blad ziet echter een mogelijke verklaring
voor de handelwijze va- den premier, n.L
de mogelijkheid van spoedige algemeene
verkiezingen. Waarom dit een verklaring
zou zijn voor de constructie van een kabi
net, dat wijd verspreide ontevredenheid
zal wekken, is niet geheel duidelijk. Men
zou denken, dat de premier, als hij beslo
ten had binnenkort een nieuw mandaat te
vragen, eerder met een zoo sterk mogelijk
stel ministers voor den dag zou willen
komen. Hoe dit ook zij, het is niet zonder
beteekenis, dat de Times op de mogelijk
heid van algemeene verkiezingen zinspeelt.
In politieke kringen wordt daarover sinds
eenige dagen weer druk gesproken. Het
zal waarschijnlijk grootendeels afhangen
van het huidige debat in het Lagerhuis of
deze mogelijkheid waarschijnlijkheid zal
worden.
Bonnet heeft na terugkeer uit Marseille
met verscheidene diplomaten besprekingen
gevoerd, o.a. met de nieuwe Fransche
ambassadeurs te Rome en Berlijn, Poncet
en Coulondre en met de diplomatieke ver
tegenwoordigers van Engeland, Italië en
Duitschland.
Poncet, de nieuwe ambassadeur te
Rome, die dezen post voor dien te Berlijn
verwisselde, heeft naar men te Parijs aan
neemt, in zijn gesprek met minister Bon
net, dat twee uur duurde, nog eens zijn
laatste onderhoud met Hitier ter sprake
gebracht.
Over dit onderhoud heeft oud-minister
Lucien Lamoureux, een soc. radicaal van
den rechtervleugel, in Le Bourbonnais
Republicain een artikel gepubliceerd.
Hitier zou, volgens Lamoureux, aan Pon
cet hebben gezegd, dat er voor vijandschap
tusschen Duitschland en Frankrijk geen
reden meer was.
Hitier zou het koloniale probleem niet
als bijzonder urgent beschouwen. Het kan
worden behandeld wanneer er een sfeer
van werkelijke ontspanning zal heerschen,
zoodat een besluit genomen kan worden
dat voor beide landen eervol is. Het zou
mogelijk zijn op de volgende basis tot
overeenstemming te komen: De twee
landen zouden een overeenkomst van non
agressie sluiten vroor een bepaalde perio
de, waarbij zij beloven eikaars grenzen
te eerbiedigen, evenals die van België. Zij
zouden ook altijd in overleg kunnen tre
den bij alle belangrijke internationale pro
blemen, met het doel te gelegenertijd een
gemeenschappelijke politiek vast te stellen.
Het pact zou een clausule bevatten waar
andere landen ook aan deel zouden kun
nen nemen, ter voorkoming van lucht
bombardementen van open steden. Ten
slotte zouden onderhandelingen begonnen
kunnen worden tot het sluiten van econo
mische overeenkomsten, die de ontwikke
ling en normalisatie van den handel tus
schen beide landen ten doel zouden heb
ben.
Hitier zou tot Frangois-Poncet hebben
gezegd, dat er geen conflicten meer mo
gelijk zouden zijn in Europa wanneer
Frankrijk en Duitschland eenmaal tot een
overeenkomst zouden zijn gekomen. De
rijkskanselier voegde er aan toe, aldus be
sluit Lamoureaux zijn artjkel, dat hij zich
niet met de Fransche politiek wilde be
moeien, maar dat hij er geen geheim van
maakte, dat, terwijl hij bereid was zijn
program met Daladier en Bonnet te be
spreken, mannen in wier gevoel voor wer
kelijkheid hij een groot vertrouwen had,
hij niet kon nalaten zijn groote bezorgd
heid over de onvastheid in de Fransche
politiek uit te spreken.
evenwel in zee. Tot dusver werd slechts een
doode gemeld, doch men vreest, dat onder
de puinhoopen nog verscheidene slachtoffers
liggen. Bfj het bombardement werden het
Britsche s.s. Gothic en twee Spaansche sche
pen ernstig beschadigd. Een enkel jacht
vliegtuig der regeering steeg op en bond
den strijd aan met de tien bommenwer
pers, waarvan het er twee wist te treffen.
Het kwam daarop met het derde in botsing
en stortte 16 K.M. uit de kust in zee.
De beslaglegging op het Spaansche
schip te Londen.
De regeering te Barcelona had op het
thans te Londen liggende Spaansche stoom
schip uit Bilbao, Arantzazu Mondi, beslag
laten leggen. Franco had hiertegen gepro
testeerd en verklaard dat, indien hier niet
ten gunste van hem tusschenbeide werd ge
komen, hij alle Spaansche havens, onder zijn
controle, voor Britsche schepen zou sluiten.
Thans heeft het hof van beroep te Londen
uitspraak in deze zaak gedaan en bepaald
dat de regeering van Franco een buiten
landsche souvereine staat is en daardoor
niet ontvankelijk inzake wettelijke proces
sen voor Britsche gerechtshoven. De moge
lijkheid tot een beroep op het Hoogerhuis
is opengelaten.
Mutatie in de commissie voor de
uitwisseling der gevangenen.
Officieel wordt medegedeeld, dat lucht-
commodore Macneece Foster benoemd is
tot lid van de commissie-Chetwoode voor
de uitwisseling van gevangenen in Spanje,
in de plaats van Dick, die om gezondheids
redenen ontslag heeft genomen. Verder
wordt medegedeeld, dat de commissie hoopt,
spoedig een regeling tot uitwisseling der
gevangenen tot stand te kunnen brengen,
zoodat de buitenlandsche vluchtelingen, die
nog te Madrid overgebleven zijn, spoedig
geëvacueerd zullen worden.
Volgens door het D. N. B. ontvangen
berichten van het front heeft de
Japansche afdeeling, die reeds tot
voorbij Hankou gevorderd is, zich
vereenigd met de troepen, die langs
den straatweg HankouTeianfoe
Jingsjan opereeren. De vereenigde
troepenmacht bereidt den verderen
opmarsch naar het Westen voor.
Zij zal oprukken langs verscheidene
straatwegen, die midden door het ge
bergte tusschen de rivieren de Han en
de Jangtse leiden.
In deze streek zouden reeds vrij sterke
Chineesche troepenafdeelingen nieuwe
stellingen betrokken hebben. In verband
met de nieuwe Japansche krijgsverrichtin
gen zijn de steden aan den bovenloop van
den Jangtse reeds door een groot deel der
bevolking ontruimd, dit is bijvoorbeeld
het geval te Annoefoe en te Itsjang. Een
stroom van vluchtelingen beweegt zich
naar het Westen.
De Japansche marine deelt mede, dat
aan het Zuid-Chineesche front een gevecht
is geleverd tusschen twee Chineesche
kanonneerbooten en een Japansche batterij
bij Samsjoei. Daarbij werd een der booten
tot zinken gebracht. Japansche oorlogs
schepen hebben verder een Chineesche
jonk buitgemaakt, waarop veertig mijnen
geladen waren. De Japanners hebben te
Kwangnan een scheepswerf bezet, waar
groote hoeveelheden kruit van Britsch
fabrikaat gevonden werden. Bij een ge
vecht te Janjoen zijn 200 Chineezen ge
sneuveld.
Te Kanton is thans een militaire tele
foondienst geopend. Het telefoon- en te-
legraafverkeer zal binnenkort hersteld
zijn. Er zal een commissie tot handhaving
van orde en vrede ingesteld worden.
De Japansche militaire autoriteiten te
Kanton hebben in eenige groote magazij
nen groote rijstvoorraden in beslag geno
men. Een protest, dat de internationale
steuncommissie door bemiddeling van den
Britschen consul had ingediend, werd af
gewezen. De Japansche autorteiten ver
klaarden zich bereid de eigenaren der
rijst schadeloos te stellen, doch zij zijn van
meening, dat de internationale commissie
er niet in geslaagd is te bewijzen, dat de
rijst aar toebehoorde.
De Japansche autoriteiten hebben ver
klaard, dat wegens de operaties tot opvis-
schen der mijnen in de Parelrivier, tenge
volge van hun wensch om deze zoo spoedig
mogelijk weer open te stellen, de scheep
vaart hier voorloopig nog gevaarlijk blijft.
De Japanners beweren Chineesche
guerrillatroepen vernietigd te
hebben.
De woordvoerder van het Japansche de
partement van oorlog heeft verklaard, dat
omstreeks 50.000 man Chineesche com-