DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Von Ribbentrop en de buitenlandsche
persvereenigirig.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
iranco door het gebeele Rijk 2.50.
Losse nummer? 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven Iranct aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telei. 3320, redactie 3330.
No. 263 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK
Volgens den rijksminister was de berichtgeving
niet altijd objectief.
Het koloniale vraagstuk.
Dinsdag 8 November 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Toestand van Von Rath
ernstig.
Dader wilde zijn ouders wreken.
De algemeene toestand.
Volledige steun aan
Tsjang Kai Sjek.
Politieke volksraad achter hem.
In een bijeenkomst der buitenland
sche pers te Berlijn heeft de Duitsche
rijksminister von Ribbentrop een rede
gehouden, waarin hij zeer uitvoerig de
berichtgeving der buitenlandsche cor
respondentie heeft geschetst, scherpe
kritiek heeft gelanceerd aan het adres
van vele buitenlandsche bladen en als
voorbeeld van „onjuiste berichtgeving"
het Sudeten-Duitsche vraagstuk heeft
genomen.
Von Ribbentrop had tevens reeds opge
merkt, dat de buitenlandsche berichtgeving
te Berlijn den laatsten tijd een verheugen
de wijziging heeft ondergaan, dank zij „het
groeiend begrip voor het nationaal-socialis-
me", zooals hij het noemde. Maar
vervolgde hij het is nog niet lang gele
den, dat het leek, of de berichtgeving over
Duitschland nog het monopolie was van
enkele koffiehuisliteratoren te Berlijn, wier
geschiktheid voor de journalistiek uitslui
tend scheen te bestaan uit het behooren tot
een kleine groep internationale intellectu-
eelen, die zonder uitzondering een voorin
genomen meening jegens Duitschland had
en in haar zucht tot kritiek boosaardige be
richten en sensaties heeft uitgewisseld.
De thans nog steeds in het buitenland
bestaande groote ophitsing tegen Duitsch
land is er het gevolg van geweest.
Een klassiek voorbeeld.
Een maar al te klassiek voorbeeld, aldus
vervolgde de minister, voor een dergelijke
ophitsing en van hetgeen een onverant
woordelijke pers kan aanrichten, was on
langs de behandeling van het Sudeten-
Duitsche vraagstuk. Een zekere interna
tionale pers had het klaar gespeeld het
Tsjechische probleem, dat slechts de vitale
belangen van Duitschland betrof, tegen
iedere gerechtigheid en verstand in kunst
matig tot een wereldprobleem te maken en
voorts heeft zij, toen men zag, dat men op
de ijzeren vastbeslotenheid van den Führer
stiet, alles geprobeerd om de volken tegen
den wil hunner volken tot een wereldoor
log op te hitsen. Wie weet, was dit mis
schien ook gelukt, indien in plaats van
Chamberlain en Daladier de ons voldoende
bekende oorlogsophitsers in deze landen
aan het bewind zouden zijn geweest, en
geprobeerd zouden hebben hun angstdroo-
men te verbannen door de ontketening van
een preventieven oorlog. Dat Duitschland
eenerzijds in ieder opzicht op een dergelijke
nlogelijkheid was voorbereid en dat ander
zijds een succes van deze ophitsing voor
bun argelooze volken vernietigend zou zijn
geweest, is een les, welke men hopelijk uit
de laatste gebeurtenissen zal trekken.
Wat de werkzaamheden der buitenland
sche correspondenten te Berlijn betreft, al
dus de minister, de meesten streven naar
een objectieve en verstandige berichtge
ving. In den afgeloopen cisistijd is hun dat
echter niet steeds gemakkelijk gemaakt.
Er is een aantal gevallen bekend,
waarin objectieve berichten van buiten
landsche correspondenten over Duitsch
land door hun redactie (in het moeder
land) heelemaal niet of althans ver
wrongen zijn opgenomen.
Onlangs, aldus von Ribbentrop, is
een op de hoofdredactie van een bui-
tenlandsch blad gefabriceerd onjuist
bericht als oospronkelijk bericht uit
Berlijn den buitenlandschen lezer op
gediend. Hopenlijk zal men in de toe
komst een williger oor leenen aan de
berichten der buitenlandsche vertegen
woordigers in Duitschland.
De buitenlandsche politiek.
tjTen aanzien van de buitenlandsche poli-
ek van Duitschland verklaarde de minis-
lUr V?rvolSens> dat voor de nationaal-socia-
buitenlandsche politiek steeds de
v acbten der aaneensluiting van het Duit-
i aaucCiiatUHUlg van
sterk "X?^sdom" en zijn beveiliging in een
rijk toonaangevend is.
Duf 's een trotsch gevoel voor iederen
acht -er' wanneer hij na de jaren van
altyd -ltgang Weet' dat Duitschland voor
Duit °naantastbaar is. Daarenboven is
schar)0 *n ^echt gefundeerde vriend-
de» met andere mogendheden verbon
t-w. met Italië, Japan en Polen.
Von Ribbentrop
Van Ribbentrop^ zeide, dat Duitschland na
de oplossing van het Sudetenvraagstuk door
geen gevoel van wraak of haat jegens
Tsjecho-Slowakije wordt beheerscht, doch
dat de rijksregeering er naar heeft gestreefd
zoowel de belangen van het bevriende Hon
garije veilig te stellen als ook aan de
Tsjecho-Slowaaksche belangen een loyale
en rechtvaardige behandeling deelachtig te
doen worden.
Indien de Tsjecho-Slowaaksche re
geering bereid is na de definitieve af
bakening van haar grens in vollen om
vang rekening te houden met de nieuwe
situaties en haar politiek tegenover
Duitschland volledig wil heroriënteeren,
is een vergelijk met dezen staat en een
definitieve pacificatie tusschen de beide
naties mogelijk.
De positie van het derde rijk als
wereldmogendheid is thans definitief
gevestigd. Dit beteekent niet, dat
Duitschland niet den wensch deelt voor
een vergelijk tusschen de belangen der
verschillende mogendheden.
In dit verband herinnerde spr. aan
München en aan de Duitsch-Engelsche
vredesverklaring.
De kwestie der wapening en de
koloniën.
Des te meer waren wij er over verbaasd,
dat het eerste antwoord op den geest van
München bestond uit het parool: de vrede
is gered, daarom moet tot het uiterste wor
den gewapend. Deze nieuwe wapenings
koorts in eenige staten gaat tegelijkertijd
vergezeld van een nieuwe ophitsing der on-
verbeterlijke oorlogsstokers. In dit verband,
aldus von Ribbentrop, moeten wjj helaas
vaststellen, dat deze oorlogshitsers, uit be
zorgdheid, dat men Duitschland b.v. zijn
bekende en onwrikbare rechtsvordering in
zake teruggave van de vroegere Duitsche
koloniën zou kunnen toekennen, in de
Afrikaansche pers een verwonderlijke pro
paganda tegen Duitschland en al wat
Duitsch is, voeren. Minister-president Cham
berlain en minister van Buitenlandsche
Zaken lord Halifax hebben, met verstandig
inzicht, al dezen Engelschen oorlogsstokers
van repliek gediend, evenzoo hebben Dala
dier en Bonnet in de laatste weken rede
voeringen gehouden, die in Duitschland een
sympathieken weerklank hebben gevonden.
Het is te verwachten, dat verder op den
te München met Engeland betreden weg in
de toekomst nieuwe mogelijkheden zullen
ontstaan voor een beter begrip, ook tus
schen Duitschland en Frankrijk een over-
eenkomstigen vorm kunnen aannemen.
Zooals men weet, is Maandagmorgen
op den Duitschen legatie-secretaris te
Parijs von Rath een moordaanslag ge
pleegd, waarbij het slachtoffer ernstig
gewond werd.
Onder de eerste bezoekers, die de am
bassade gistermorgen binnenkwamen,
bevond zich een jonge man, nog haast
een jongeling, die om een onderhoud
verzocht' met den particulieren secretaris
van den ambassadeur ten einde hem
„een document van groot g^icht" te
overhandigen.
De onbekende v. <nd binnengelaten bij den
legatie-secretaris von Rath. Het onderhoud
duurde slechts kort en als eenige beleefd
heidsvorm ontving de diplomaat twee revol
verkogels, waarvan de eerste hem in de len
denen, de tweede in de hartstreek ver
wondde.
Opgeschrikt door het geknetter der revol
verschoten er was op geen enkel oogen-
blik sprake van stemverheffing haastte
het legatiepersoneel zich den secretaris, die
het bewustzijn had verloren, te hulp te snel
len. Anderen overmeesterden den dader en
gaven hem aan de politie-agenten over, die
den ordedienst voor de ambassade plegen te
verzekeren.
De milt doorboord.
Omtrent den gezondheidstoestand van
von Rath werd Maandagavond mede
gedeeld, dat hij ernstig blijft. De milt is
doorboord en ook de maag is getroffen.
Men heeft nog slechts een der twee
kogels, en wel die uit den schouder,
kunnen verwijderen. De gewonde heeft
nog niet gesproken. De behandelende
geneesheeren hebben hun bevindingen
nog niet bekend gemaakt.
Gerechtelijk onderzoek.
Het gerechtelijk onderzoek naar den aan
slag is geopend. Uit het verhoor van den
dader is gebleken, dat hij midden-Augustus
uit Frankrijk is gezet. Vóór dien tijd had hij
eenigen tijd ingewoond bij een oom en tante,
die sedert 20 jaar te Parijs een damesconfec
tiezaak hebben. Deze familieleden hebben
verklaard, dat zij hun neef sinds Augustus
niet hebben gezien. De dader deelde nog
mede, dat hij, nadat hij het bevel tot ver
trek had gekregen, zich heeft opgehouden
in het Bois de Boulogne aan de oevers van
de Seine en te Brussel. Zijn ouders zijn de
vorige week uit Duitschland gezet en bevin
den zich, naar men gelooft, thans in een
wagon aan de Duitsch-Poolsche grens. Maan
dagochtend heeft Grynsztam in een wapen
winkel te Parijs zijn revolver gekocht.
Het echtpaar Grynsztam is in staat van be
schuldiging gesteld wegens het herbergen
van hun neef, daar hij een vreemdeling zon
der verblijfsvergunning was.
Fransche deelneming.
Daladier heeft den Duitschen ambassadeur
te Parijs namens zich zelf en uit naam der
Fransche regeering zijn innige deelneming
betuigd en hem verzocht van deze deelne
ming mededeeling te doen aan de regeering
van het Duitsche Rijk.
Artsen van Hitier naar Parijs.
Hitier heeft direct na ontvangst van het
bericht over den moordaanslag bepaald, dat
zijn arts dr. Brandt en de leider der chirur
gische universiteitskliniek te München, prof.
dr. Magnus, zich zoo snel mogelijk naar
Parijs moeten begeven om den patiënt te
onderzoeken en over hun bevinding rapport
uit te brengen.
Wanhoopsdaad?
Gisteravond heeft de Duitsche ambassa
deur te Parijs een bezoek gebracht aan mi
nister Bonnet. De minister van buitenland
sche zaken herhaalde zijn betuiging van
droefheid over den aanslag in de Duitsche
ambassade en verklaarde het slachtoffer
het beste te wenschen.
De ambassadeur deelde den minister mede,
dat de dader na den aanslag in tegenwoor
digheid van den ambassadeur is verhoord.
Hij heeft verklaard een Poolsch vluchte
ling te zijn, die naar de ambassade was ge
komen met het doel iemand te dooden. Hij
voegde hieraan toe, in den ochtend rond de
ambassade te hebben gedwaald. De dader
heeft kalm geantwoord op de vragen, welke
hem werden gesteld.
De commissaris van de justitioneele poli
tie, Badin, heeft medegedeeld, dat de moeder
van den dader van den aanslag hem 31 Octo-
ber j.1. een kaart geschreven heeft, waarop
zij uiting gaf aan de wanhoop van de fami
lie en van de Poolsche joden, die uit
Duitschland waren verdreven.
De oom en tante van den jongeman heb
ben toegegeven hem te hebben geherbergd.
Zij verklaarden, dat hij dikwijls bij hen
kwam, doch zij wisten niets van zijn voor
nemen.
De dader zelf heeft commissaris Badin
medegedeeld, dat hij zich niet kon herinne
ren, wanneer hij naar Frankrijk is geko
men. Wel verklaarde hij, dat hij was geko
men om voor kleermaker te leeren.
Slachtoffer had vrij rustigen nacht
De gisteren bij den aanslag ernstig ver
wonde legatiesecretaris, von Rath, heeft een
betrekkelijk rustigen nacht gehad.
Vanmorgen zijn professor dr. Magnus uit
München en de lijfarts van Hitier, dr.
Brandt, per vliegtuig in Parijs aangekomen,
om in opdracht van Hitier consult te hou
den met den Franschen chirurg, dr, Baum-
ALKMAAR, 8 November.
Hitler's redevoering, waarin zijn ver
achting vooi de democratie sterk tot uiting
kwam, is natuurlijk door zijn tegenstanders
niet onbeantwoord gebleven. De Engelsche
labour-afgevaardigde Greenwood, een der
Britsche politici, die door Hitier van op
hitsing tot oorlog beschuldigd werden,
heeft gisteravond een verklaring gepubli
ceerd, waarin hij de rede van den Führer
aldus beantwoordde:
„Niet door de democratische staten
wordt het oorlogsgevaar in de wereld ge
bracht", aldus Greenwood, „maar door
hen, die, zooals Göbbels het onlangs uit
drukte, „Mein Kampf" in de eene hand en
het zwaard in de andere hand dragen en
die aldoor maar eischen stellen zonder zelf
ooit eenige concessie te doen.
Laat mij den „Führer" intusschen ver
zekeren, dat ik tot dusver nooit gezegd
heb, of zelfs maar heb laten doorscheme
ren, dat ik het aangenaam zou vindien,
indien Duitschland en Italië vernietigd
zouden worden.
Hitier heeft een diepe verachting voor
de democratie: hij heeft in de afgeloopen
maanden twee democratische landen ver
nietigd. Hij heeft gebruik van zijn macht
gemaakt, om mede te '-elpen aan de ver
nietiging van een derde democratisch volk
in Spanje. Hij heeft deze dingen volbracht
door bedreigingen met geweld of door
werkelijk geweld. Uit zijn rede te Weimar
spreekt weer zijn afschuw voor democra
tische instellingen en tradities.
Ik zou het toejuichen, als er een einde
kwam aan de dictaturen, daar het mij toe
schijnt, dat wij alleen dan de moreele ont
wapening kunnen verkrijgen, die Hitier
van ons vraagt, maar die vreemd is aan de
grondbeginselen van ontevreden dicta
turen.
Ik geloof, dat het Britsche volk elke
oprechte poging tot het houden van be
sprekingen en 't bereiken van een bevre
digende Europeesche regeling zal verwel
komen."
De Sovjet-Unie komt met een nieuwe
taktiek. Dimitrof heeft zoo juist uit naam
van de derde internationale een oproep
gepubliceerd en als n en deze vergelijkt
met den oproep van het vorig jaar, dan
ziet men, dat hij het vorig jaar bij de
massa in de burgerlijk-democratische lan
den erop aandrong, druk op haar regee
ringen uit te oefenen om deze te verplich
ten een daadwerkelijke politiek van ver
zet tegen de fascistische mogendheden te
voeren. Thans legt hy er den nadruk op,
dat de West-Europeesche democratieën
alleen dan den strijd voor de onafhanke
lijkheid der volken en de verdediging van
den wereldvrede kunnen voeren, als zij
regeeringen aan het hoofd hebben, die
steunen op den wil der massa en vastbe
sloten zijn de binnenlandsche reactie den
kop in te drukken.
Men bespeurt deze nieuwe taktiek nog
duidelijker in een manifest van het Cen
traal uitvoerend comité van de Komin
tern, dat gepubliceerd is in het pas ver
schenen October-nummer van het tijd
schrift „De Communistische Internatio
nale". In dit document wordt geëischt,
dat „in de landen die door buitenlandsche
fascistische agressie worden bedreigd, de
regeeringen van nationaal verraad ver'
vangen worden door regeeringen, die vast
besloten zijn, den aanvaller te bestrijden,
als onmisbare voorwaarde voor een met
succes bekroonden strijd voor den vrede".
Hieraan wordt toegevoegd: „een werke
lijke regeering van nationaal welzijn zal
een meedoogenloozen strijd voerden tegen
hen, die capituleeren en tegen de agenten
van het buitenlandsche fascisme. Zij zal de
fascistische intriges en de binnenland
sche reactie meedoogenloos uitroeien. Zij
zal het leger zuiveren van de fascistische
vijanden van het eigen volk. Zij zal daad
werkelijke controle door de arbeiders
klasse op de landsverdediging instellen.
Zij zal de fascistische strijdhonden ontwa
penen en de arbeidersorganisaties maken
tot een hoeksteen van de landsverdedi
ging. Zij zal volharden in een politiek van
collectieve veiligheid en niet terugschrik
ken voor toepassing van sancties tegen
aanvallers".
Een hoofdartikel in het tijdschrift be
handelt hetzelfde vraagstuk en gaat zelfs
nog verder door te zeggen, dat de arbei
ders overtuigd moeten worden van de
noodzakelijk, „te strijden tegen de over-
heersching van de reactionnaire en capi-
tuleerende bourgeoisie van Engeland en
Frankrijk", en erop aan te dringen, dat de
daarvan afhankelijke regeeringen omver
geworpen worden.
gartner, die het slachtoffer geopereerd
heeft.
Verontwaardiging van de Duitsche
pers.
De Duitsche bladen geven, aldus het
Duitsche nieuwsbureau, uiting aan hun ver
ontwaardiging van het Duitsche volk over
den „Joodschen moordaanslag" in de Duit
sche legatie te Parijs. Alle bladen wijzen er
op, dat de „Joodsche emigranten, die reeds
te Davos aan David Frankfurter" den revol
ver in de hand drukten tegen Gustloff, ook
verantwoordelijk zijn voor dezen nieuwen
misdaad. De aanslag zal de meest ernstige
gevolgen hebben voor de Joden in Duitsch
land, en ook voor de buitenlandsche Joden.
De „Berliner Boersenzeitung" schrijft: De
verklaring van den dader Grynszpan, dat
hij den aanslag gepleegd heeft om zijn Jood
sche rasgenooten te wreken, is van politieke
en juridische beteekenis. Wij zullen haar
evenzeer onthouden, als destijds het woord
van Frankfurter: „Ik heb hem doodgescho
ten, omdat ik Jood ben en omdat ik het
Duitsche systeem haat". Voor ons, zoo ver
volgt het blad, betreft het hier een nieuwen
aanslag van de Joodsche wereldsamenzwe
ring tegen het nat.-soc. Duitschland, en ook
een aanslag op de Duitsch-Fransche betrek
kingen, want ongetwijfeld lag het in de be
doeling, om door de schending van de di
plomatieke exterritorialiteit van de Duitsche
legatie, een ernstige conflictstof tusschen
Duitschland en Frankrijk uit te lokken.
Het „Berliner Tageblatt schrijft: „De
Joodsche kwestie is nooit een uitsluitend
Duitsch vraagstuk geweest, doch altijd een
internationale zorg. Juist de landen van
West-Europa, welker democratische inrich
ting het Joodsche emigrantendom, ook waar
het overtuigde bolsjewieken betrof, in scha
ren heeft aangetrokken, hebben de laatste
jaren, maanden en weken moeten ondervin
den, waartoe men hun gastvrijheid wilde
misbruiken. Toen de Tsjechische crisis haar
hoogtepunt bereikte, liet de Joodsche oor-
logs-hetze in het westen elke voorzichtig
heid los, en proclameerde heel openlijk den
anti-Duitschen vernietigingsoorlog, met
Franschen en Engelschen als soldaten. Het
lot was Europa genadig, en heeft het anders
gewild. Een Duitsch-Fransche toenadering,
het ergste van alle kwaden in de oogen der
door haat verblinde elementen, is sinds
München volkomen mogelijk geworden. Bo
vendien heeft rijksminister von Ribbentrop
voor de vertegenwoordigers der buitenland
sche pers te Berlijn hoopvolle positieve
woorden gesproken".
De politieke volksraad van China, die
tien dagen vergaderd heeft, is gister
avond uiteengegaan^ na eenstemmig een
resolutie te hebben aangenomen, waarin
onvoorwaardelijke steun aan Tsjang Kai
Sjek wordt toegezegd.
Daar de raad bestaat uit vertegen
woordigers van verschillende politieke
partijen en beroepen, kan de resolutie,
volgens het Chineesche persbureau,
worden beschouwd als 'n bewijs van
volledig vertrouwen in den maarschalk.
In de afgeloopen dagen heeft de politieke
raad voorts meer dan tachtig moties aange
nomen, waarvan de meeste betrekking had
den op de nationale reorganisatie, de ont
wikkeling van het binnenland en de ver-
keersmidelen en de organisatie van den
tegenstand tegen den Japanschen aanval.
De verschillende ministers hebben verslag
uitgebracht over de financiën, het onderwijs,
binnenlandsche zaken en economische en
militaire aangelegenheden.
De zitting is bijgewoond door 146 van de
194 leden, hetgeen als een mooi resultaat
beschouwd wordt, gezien de moeilijkheden
op verkeersgebied. Sommige leden hebben
honderden kilometers met autobussen afge
legd, anderen zijn per vliegtuig of per boot
gekomen.
De afgevaardigde van Tibet, die zich van
een tolk moest bedienen, omdat hij geen
Chineesch spreekt, verklaarde, dat de bevol
king der grensprovi-ciën de regeerings-
politiek van voortgezetten tegenstand volle
dig steunt.
In zijn slotrede zeide de voorzitter van
den raad, Wang-Tsjir.g-Wei o.a.: „Wij ont
kennen niet, dat er moeilijkheden zijn, doch
die moeilijkheden hebben wij lang geleden
voorzien.
Wij zijn vastbesloten, deze belemmeringen
tenslotte te overwii r.en. De groote samen
werking, waarvan deze bijeenkomst het be
wijs heeft geleverd, geeft den waarborg, dat
het volk door eendracht de moeilijkheden
wil overwinnen tot er een oplossing komt."
De oudste der raadsleden zeide: „Er zijn
geen politieke partijen in China, omdat
China onze partij is. Dat is de eenige weg
om te voorkomen, dat het lot der Koreanen
wellicht eens het onze zou worden
Zie verder Buitenland pag. 1, 3e blad.
i.iiAêliliWWWIi''»-