ALBERT HEIJH KAAS
'AKKERTJE'
Moeilijkheden en mogelijkheden in
het P.T.T.-bedrijf.
ESTER'S
ROMAN
HARENKARSPEL
Binnenland
De minister over de belangen
van personeel en
publiek.
Het omroepbeleid verdedigd.
Fabrieksbrand te Breda.
Groote schade.
De
omroep in dienst van
den vrede.
De berichtgeving is opjectief.
GEMENGD NIEUWS.
Neem dadelijk 'n
Stop die razende kiespijn!
"AKKERTJES" zijn onfeilbare pijn
stillers en bevrijden U direct van
zenuwpijnen, spierpijnen, hoofdpijn.
Onschaaelijk. Let op 1 AKKER-merk.
TWEEDE BLAD.
QemeeutecadeK
De raad vergaderde Dinsdagmiddag om
half drie, onder voorzitterschap van burge
meester H. Nolet. Secretaris de heer Essing.
Na opening door den voorzitter, die mede
deelde, dat de heer de Jong verhinderd was
deze vergadering bij te wonen, werden ver
schillende ingekomen stukken behandeld
Wij vermelden hiervan de goedkeuring op
het raadsbesluit tot het aangaan van een
gasleveringsovereenkomst met de gemeente
Alkmaar.
De R.K. Middenstandsvereen. te Waar
land verzocht plaatsing van een straatlan
taarn, ongeveer te plaatsen ter hoogte van
het arrestantenlokaal aldaar.
B. en W. stelden voor hierop afwijzend te
beschikken.
De raad ging met het voorstel accoord.
Aan de orde was hierna de voorloopige
vaststelling der gemeenterekening 1937 en
de goedkeuring van de rekening van het
Burg. Armbestuur.
De gemeenterekening sluit voor den ge
wonen dienst met een batig saldo van
239,69, en voor den kapitaaldienst met een
nadeelig slot van 2870,06, welk nadeelig
slot is veroorzaakt door den aankoop van
een motorbrandspuit en van het materiaal
voor den aanleg van het rijwielpad, voor
welke uitgaven niet is geleend.
De heer Blokdijk bracht rapport uit. De
commissie achtte het beter, de vergoeding
van ziekenhuiskosten over één lichaam (het
Burg. Armbestuur) te doen gaan en niet
over B. A. èn gemeente.
De voorzitter zeide, dat dit reeds eerder in
administratieven kring is besproken, waar
bij de wenschelijkheid van het brengen
onder het beheer van het B. A., naar voren
te
is gekomen. Het zal in het college van
B. en W. worden aan de orde gesteld. Bij de
begrooting 1939 komt men er wel nader
op terug. De rekeningen werden aldus vast
gesteld.
B. en W. boden de gemeentebegrooting
1939 aan.
Zij stelden voor, de heeren de Vries,
de Jong en Jac. Beemsterboer tot leden der
commissie van onderzoek te benoemen.
Aldus besloten.
B. en W. stelden voor, medewerking
verleenen, op grond van art. 72 der 1. o. wet
1920, door het stichten van een r.k. school
voor gewoon lager onderwijs te Tuitjenhorn
Het aantal leerlingen van de r.k. school
te Kerkbuurt neemt gestadig toe, zoodat er
reeds thans plaatsgebrek is, terwijl dit in de
toekomst nog zal toenemen. Door de nood
zakelijke combinatie van klassen zitten er
in één lokaal veel meer leerlingen dan er in
mogen. Bestendiging van dezen toestand is
derhalve niet houdbaar. Op het oogenblik is
in het Patronaatsgebouw te Tuitjenhorn
reeds een noodschoollokaal ingericht, om
het onderwijs ordelijk en geregeld te doen
plaats vinden.
De voorzitter gaf nog een nadere toelich
ting. Er is reeds één leerkracht meer werk'
zaam, dan er lokalen zijn.
Het voorstel werd z. h. st. aangenomen.
De heer Molenaar vroeg, hoe het stond
met het huren van land in de Wieringer
meerpolder.
De voorzitter herinnerde aan het bericht
der directie om zich in 1939 nog eens met
de directie in verbinding te treden.
De heer Doekes vroeg naar het adres van
de samenwerkende onderwijzers-organi
saties ter verlaging van de leerlingenschaal.
De voorzitter: Daar heeft de secretaris
ook al naar gevraagd. Wij hebben geen adres
ontvangen. Men heeft ons zeker vergeten!
Daarna sluiting.
-t-iTr - va,- v - - - - -
v,v» -V
Aan de Memorie van Antwoord in
zake de begrooting voor het jaar 1939
wordt het volgende ontleend:
Waar mogelijk en verantwoord, worden
verbeteringen in de dienstvoorwaarden voor
bereid en aangebracht en worden die maat
regelen getroffen, die van het P.T.T.-bedrijf
als groot-werkgever als zijn aandeel in de
verbetering van de algemeene toestanden
op de arbeidsmarkt kunnen worden ver
langd. Het spreekt vanzelf, dat in de hui
dige onzekere omstandigheden op econo
misch gebied hier met behoedzaamheid
moet worden te werk gegaan.
De minister deelt de meening van de
leden, die van oordeel zijn, dat een bedrijfs
winst als thans geraamd, geen regel behoort
te blijven. De positie van 's Rijks schatkist
maakt een bijdrage door het staatsbedrijf
daaraan thans en naar het zich thans laat
aanzien de eerste jaren nog noodzakelijk. In
dien de omstandigheden dit zouden toelaten,
zou hij gaarne medewerking verleenen, dat
deze bijdrage ten bate van de andere belan
gen, waarmede het staatsbedrijf te rekenen
heeft, werd verlaagd.
Aan een hooger opvoeren van de winst
valt naar het oordeel van den minister voor
1939 niet te denken.
Verbeteringen.
Ten aanzien van de op het platteland uit
te voeren tweede postbestelling gelden vaste
regelen, welke verband houden met den
aard van de bebouwing, het aantal ter be
stelling aanwezige stukken en den duur
van de bestelling.
Korten tijd geleden is aanleiding ge
vonden deze regelen te herzien in een
voor het publiek gunstigen zin. Ver
wacht mag worden, dat volgens de
nieuw gestelde normen in vele gevallen
uitbreiding van de tweede bestelling zal
kunnen plaats vinden.
De gevraagde vervroeging van de bestel
ling heeft de volle aandacht van de bedrijfs
leiding; in de laatste maanden zijn bereids
de tijdstippen van afloop van vele zoowel
kom- als buitenbestellingen aanzienlijk ver
vroegd. Op den ingeslagen weg wordt voort
gegaan.
Het ligt in de bedoeling de gedurende
dit jaar bij wijze van proef geldende
regeling, waardoor de bodekosten vc
telegrammen en telefoonoproepberich
ten hier te lande werden afgeschaft,
met ingang van 1 Januari 1939 defini
tief in te voeren.
Op de loketbezetting van de postkantoren
en op die der grootere kantoren in het bij
zonder bestaat een regelmatige controle en
aan de hand daarvan wordt zoo noodig de
bezetting herzien.
Ook op de kleinere kantoren wordt er ge
regeld op toegezien, dat de wachttijden bin
nen redelijke grenzen blijven. Het is echter
niet steeds mogelijk te voorkomen, dat bu
onvoorzienen grooten toeloop van het pu
bliek of bij tijdroovende loketbehandelingen
nu en dan wat langer dan gewoonlijk op be
diening moet worden gewacht.
Personeelsbelangen.
Wat het personeelsbelang aangaat,
naar behartiging daarvan zal moeten
worden gestreefd, zoover de integriteit
en de bloei van het bedrijf dat maar
toelaten
De bedrijfsleiding zal daarnaast evenwel
aandacht moeten schenken aan alle nieuwe
middelen en maatregelen, die de belangen
van het publiek kunnen dienen. De vraag is
niet, of bepaalde maatregelen, die ter wille
van het maatschappelijk doel van het bedrijf
genomen worden, belangen van het perso
neel of andere belangen van soortgelijke
orde aantasten, maar wel of de belangen, die
het bedrijf heeft te verzorgen, de maatrege
len eischen en of een onevenwichtige en niet
te verantwoorden aantasting van de perso
neelsbelangen plaats heeft! Wordt deze
vraag niet bevredigend beantwoordt, dan
blijven maatregelen achterwege.
De vervanging door los personeel
De toepassing van het arbeidscontract by
het staatsbedrijf vindt plaats overeenkom
stig artikel 2 van het A.O.B. en de behoef
ten van het publiek en den dienst, waarbij
de belangen van het personeel niet uit het
oog worden verloren. Van een overmatig
gebruik van dezen vorm van dienstverband
is geen sprake. De minister is van oordeel,
dat te dezen het A.O.B. door de bedrijfs
leiding juist wordt toegepast. Hy kan dus
niet instemmen met het gevoelen van de
leden, die zich met de steeds voortgaande
vervanging van vast door los personeel niet
kunnen vereenigen. Met deze vervanging zal
binnen het kader van artikel 2 A.O.B. voor
de gevallen, waarin daartoe aanleiding be
staat, nog op voorzichtige wijze worden
voortgegaan, totdat de toestand is bereikt,
die uit een oogpunt van goede bedrijfsvoe
ring moet worden verwerkelijkt.
In den kantoordienst is een aantal ambte
naren als zoodanig overcompleet. Ook heeft
de zoom van contractpersoneel nog niet den
voor dien dienst vereischten omvang. Om
deze redenen kan de vaste aanstelling van
locale krachten nog niet worden hervat.
Zoodra zulks mogelijk zal zijn, zal dit in
beperkte mate geschieden.
Ofschoon het aantal bestellers, dat als zoo
danig overcompleet is, nog groot is, wordt
in het belang van de betrokkenen jaarlijks
een van jaar tot jaar geleidelijk verhoogd
aantal adspirant-bestellers en hulpbestellers
met een volle dagtaak benoemd tot bestel
ler, zulks boven de formatie. Het bedrijfs
belang verbiedt ten dezen verder te gaan.
Het terugbrengen va.' den maximum ar
beidsduur voor de bestellers van gemiddeld
8% uur tot 8 uur per dag heeft geregeld
voortgang. De maximum arbeidsduur voor
kantoorknechts is reeds van 8% tot 8 uur
teruggebracht. Hetzelfde is in overweging
voor het lager technisch personeel, dat
werkzaamheden verricht buiten werkplaat
sen en kantoren. In beginsel is ook reeds tot
deze werktij denverkorting besloten.
Voorzieningen zijn in voorbereiding,
ten einde tegemoet te komen aan de be
zwaren van veelvuldige en lange nacht
diensten. De invoering daarvan kan bin
nen niet te langen tijd worden ver
wacht.
De radio-omroep.
Wat den radio-omroep betreft, kan van
een meten met twee .maten naar de mee
ning van den minister geen sprake zijn
ten aanzien van de beslissing van zijn
ambtsvoorganger, waarbij de aan de
vrijdenkers-radio-omroepvereeniging
verleende voorloopige machtiging tot
het doen van uitzendingen werd inge
trokken.
In dezen moge de minister zich aansluiten
bij de vele leden, die van meening zijn, dat
in een overwegend christelijken staat als
den onzen het niet meer dan vanzelfspre
kend is, dat elke actie tegen God of gods
dienst door middel van de radio wordt ver
hinderd.
Met betrekking tot het uitgeven van ka
lenders en boekwerken door de omroepver-
eenigingen merkt de minister op, dat hij aan
geen enkele wettelijke bepaling de bevoegd
heid zou kunnen ontleenen tot het bevorde
ren van de totstandkoming van een voor
schrift in het radio-reglement of tot het
stellen van een eisch in de machtiging tot
het doen van uitzendingen, waardoor derge
lijke uitgaven zouden worden verboden. Af
gezien hiervan is hij bovendien van oordeel,
dat voor zoodanig ingrijpen ook geen aan
leiding zou bestaan.
Aan 818 gemeenten en particulieren is
machtiging verleend voor radiodistributie.
Voor 745 is deze verlengd.
De vraag of de regeering thans door mid
del van de N.O.Z.E.M.A. tot overheidsexploi-
tatie tracht te geraken, moet beslist ontken
nend worden beantwoord. De Nozema is
bovendien geen overheidsbedrijf.
Bij de regeering zit geenszins de bedoeling
voor de particuliere bedrijven tot capitulatie
te dwingen en de exploitanten er toe te bren
gen hun bedrijf aan de Nozema over te dra
en. Dit neemt niet weg, dat, indien een par
ticuliere distribuant om welke redenen dan
ook aan de Nozema verzoekt zyn bedryf
over te nemen, zulk een verzoek door die
vennootschap in overweging kan worden ge
nomen.
Vannacht omstreeks half drie is
door tot nu toe onbekende oorzaak
brand uitgebroken in de fabrieksge
bouwen der N.V. Hollandsdche Gom-
mage Industrie aan de Balfortstraat
te Breda.
Ondanks het feit, dat de brandweer
zeer spoedig met veel materiaal aanwezig
was, brandde de fabriek doordat zeer
veel licht brandbaar matariaal, zooals
gummiartikelen, gummiregenjassen enz.
was opgeslagen geheel uit.
De brandweer slaagde er echtei in de
naast de brandende fc briek gelegen pan-
toffelfabriek, die reeds vlam had gevat, te
behouden.
Verzekering dekt de schade, welke zeer
groot is.
Naar aanleiding van het verslag be
treffende het wetsontwerp tot ratifica
tie van het door Nederland ondertee-
kende verdrag nopens het gebruik van
den radio-omroep in het belang van den
vrede, merkt de regeering het volgen
de op:
De vraag of een andere mogendheid al
dan niet in strijd heeft gehandeld met de
bepalingen van het onderwerpelijke ver
drag, dient bij de beoordeeling en waar
deering van dit wetsontwerp buiten be
schouwing te blijven. Het gaat hier uitslui
tend om de vraag of Nederland, dat het ver
drag reeds geteekend heeft, de bepalingen
daarvan wenscht na te komen en of het dit
verdrag dienstbaar acht voor de bevorde
ring van een goede internationale verstand
houding. Deze vraag kan zonder meer be
vestigend worden beantwoord.
De opvajting, dat de personen, die voor
de uitzendingen verantwoordelijk zyn, af
hankelijk zouden zijn van de regeering is
niet juist. De omroepprogramma's worden
hier te lande geheel zelfstandig door parti
culiere organisaties verzorgd, die in 't bezit
zijn van een ministerieele madhtiging tot
het doen van uitzendingen.
Voor wat den inhoud 'dezer programma's
betreft, zijn de omroeporganisaties geheel
vrij, behoudens de in de wet gestelde nor
men, nader uitgewerkt in het radio-regle
ment 1930.
De nieuwsberichten, welke via den om
roep worden uitgezonden, zijn afkomstig
van een te goeder naam en faam bekend
staand persbureau. In de practijk komt dit
hierop neer, dat het persbureau (aanvanke
lijk Vaz Dias, sedert 1935 het Algemeen Ne-
derlandsch Persbureau A.N.P.) de nieuws
berichtgeving voor den omroep verzorgt.
Aangezien de Nederlandsche pers in
het buitenland in het algemeen goed
bekend staat en in de afgeloopen jaren
ook nimmer is gebleken, dat de nieuws
berichten een tendentieus karakter dra
gen, bestaat er geen aanleiding aan te
nemen, dat de nieuwsberichten via den
omroep een inbreuk op de verdragsbe
palingen mogelijk zouden maken. Aan
het karakter van de Nederlandsche
pers kunnen geen overwegingen wor
den ontleend, welke zich tegen ratifica
tie van het onderwerpelijke verdrag
zouden verzetten.
STEUN AAN DE RUNDVEEMARKt
Beïnvloeding van het pr»
Van bevoegde zijde deelt men WU'
mede, dat met het oog op den gm
aanvoer van koeien, welke als en
van het mond- en klauwzeer wordt^*
wacht, de minister van ecomoniLT
zaken de Nederlandsche VeehouH
centrale heeft gemachtigd over te
tot het uit de markt nemen van een
paalde kwaliteit rundvee.
Deze maatregel heeft uitsluitend tot do
de rundveemarkt te ondersteunen en n»
verwacht wordt, zal het uit de markt nem#
van een beperkte hoeveelheid voldoende zii*
om den prijs op peil te houden. Reeds
den loop van de vorige week is by Wyze v
proefneming een klein aantal dezer runde-
ren opgekocht.
Het vleesch der aangekochte dieren zal
worden ingeblikt ten behoeve van den afzet
onder de werkloozen.
JONGEN ONDER AUTO GERAAKT
EN GEDOOD.
Gistermiddag is in de Isingstraat te Den
Haag een 10-jarige jongen by het spelen met
een voetbal tegen een passeerenden verhuis-
wagen, getrokken door een tractor, opge-
loopen, waarbij hij kwam te vallen. De wa
gen ging den knaap over het lichaam, ten
gevolge waarvan hy op slag werd gedood.
OPBRENGSTEN P.T.T.-BEDRIJF.
Over de maand September 1938 was de
opbrengst van het P.T.T.-bedrijf als volgt:
posteryen: 2.899.576 (meer dan in '37
79.071); telegrafie: 362.424 (meer
26.319); telefonie: f 2.523.412 (meer
274.091); postchèque- en girodienst:
632.661 (minder 13.461).
Totaalopbrengst: 6.418.073 (meer dan in
1937 336.020).
De opbrengst over de afgeloopen 9 matn-
den was als volgt:
posterijen: 25.002.926 (minder dan in '37
709.511); telegrafie: 2.817.093 (minder
138.248); telefonie: S 20.976.030 (meer
1.462.325); postchèque- en girodienst:
5.897.675 (meer f 51.221).
Totaalopbrengst: 54.693.724 (méér
665,787).
Thesaurier van H.M. de koningin. Het
heeft H.M. de koningin behaagd
1. met ingang van 1 Februari 1939: op het
daartoe aan H.M. gedaan verzoek van H. Ms,
kamerheer i.b.d. jhr. H. J. Repelaer van
Driel op de meest eervolle wyze ontslag te
verleenen als thesaurier van H.M. de konin
gin onder dankbetuiging voor de belangrijke
diensten aan het Koninklijk Huis bewezen,
2. haren kamerheer i.b.d. mr. W. C. baron
Snouskaert van Schauburg met gelijken
datum te benoemen tot thesaurier van H.M.
de koningin.
JxuiUetm
(Uit het Engelsch
^door W. A. C.
22)
En zy zat te peinzen. Merkwaardig, dat
toch geen enkele man, dien ze vroeger
had ontmoet, dit „ik en weet niet wat" bezat
dat David kenmerkte zou het magnetis
me zijn? Wat was hij toch volmaakt goed
gekleed in dat grijze, Engelsche, flanellen
pak en wat een mooie handen had hij.
Hij zag er niets sentimenteel uit en had
heusch niets „broederlijks" over zich! Toen
dacht ze aan alle jonge mannen die „dol" op
haar waren en die, in vergelijking met ma
joor Lamont, eigenlijk geen dubbeltje
waard waren! Zou ze werkelijk ooit in
staat zijn te maken, dat hij haar liefkreeg
en haar wilde trouwen of zou hij steeds
voortgaan met haar te spelen?
Het element van onzekerheid verhoogde
het genot van haar besluit om den vrijen
teugel te laten aan wat ze gevoelde.
Hun lunch had een vroolijk verloop.
David zorgde, dat ze er wat haast achter
zette, want van de veronderstelling uit
gaande, dat mevrouw Greening en de ove
rigen misschien den trein van twaalf uur
hadden genomen, in plaats van dien van 3
uur 50, konden zij al spoedig hier zijn en
op de een of andere manier hun namiddag
in de war sturen en daarom was hij
langend om weer gauw weg te zyn.
Het was een van de prachtigste dagen
van het jaar en geen wolkje aan den he
mei en de lucht frisch, warm :n zacht.
Spoedig zat Laline weer in de auto en
reden zij de stad uit, voorbij de helling
naar het station en verder naar den weg,
die hen naar Albert zou voeren.
„Alles is nu groen", zei David, „en het
zal moeilijk voor je zijn te beseffen hoe 't
er in den oorlog uitzag, maar gauw komen
we op plaatsen, waar je nog de armzalige
verbrande boomstompen kunt zien
Hij vertelde haar van gevechten en
avonturen en toen zij het eerste kerkhof
voorbij kwamen en al die kruisen zagen,
kwam een blik van zachte teederheid in
Laline's oogen.
„Alles is zoo vreeselijk!" zei ze en dade
lijk daarop: „Kijk! een Engelsche naam
„Oxfordstreet!" Wat klinkt dat grappig!"
„De Engelsche soldaten hielden er van
hun lievelingsnamen aan allerlei dingen te
geven. Verder op zul je „Downing Street"
zien staan. Indertijd waren hier op dezen
weg, voorbij Port Noyelle, talrijke bom
vrije onderkomens, maar ik ben bang, dat
ze nu zijn dichtgeworpen en dat we rechts
van den hoofdweg moeten gaan, als we iets
willen zien".
Zoo lang ze met hem was, kon 't Laline
niets schelen, waarheen ze gingen.
Langzamerhand kwamen zy te midden
van de sporen van verwoesting en bij de
stumperige, kleine schuilplaatsen, die de
manschappen tusschen de stukgeschoten
huizen hadden ingericht. I
En toen zij bij een hoop prikkeldraad en
oud ijzer kwamen, riep Laline uit:
„Kjjk! een ledikant! O, dat doet me meer
dan iets anders de realiteit gevoelen van al
die vreeselijkheden!"
David's gezicht was ernstig. Alles wat
hij zag was een herinnering voor hem.
Zoo bereikten zij door verwoeste dorpen
en langs aandoenlijke boomstompen, half
verborgen in het jonge, frissche groen, ein
delijk Albert en zagen de ruïne van de
kerk, waar de Maagd en het Kind al dien
tijd hadden gestaan en ten slotte bij het
voorwaarts rukken waren vernield.
„O! Als ik er aan denk, dat ik al dien
tijd lachte en danste. Werkelijk, wy hebben
het nooit begrepen".
„Dat is het", zei David, ter wijl er een
sluier voor zijn oogen kwam. „Dierbaar
Frankrijk!"
HOOFDSTUK XI.
Zij stapten niet uit de auto en waren
weldra weer op den hoofdweg.
„Wij moeten hier met de anderen mor
gen terugkomen, maar nu wil ik je naar
mijn eigen hoekje brengen, want als Jack
het je ook wil laten zien, wil ik de eerste
zyn".
Ze keek hem schalks aan.
„In alles?"
„Ja in al wat goed is. De eerste voor
haar, die ik liefheb en de eerste in mijn
werk".
„Wat ben ik benieuwd eens te verne
men, wie wel de vrouw is, die jij lief-
hebt!"
En als in gepeins zei hy:
„Wil je wel gelooven, dat ik daarnaar
allerlei
den laatsten tijd zelf ook benieuwd ben?"
„Het zou iemand moeten zijn, die heel
gedwee is en zonder veel geest".
„O, neen; heelemaal niet! Ze zou een
vast karakter moeten hebben en geen prul
zijn".
„Ontmoette je dikwijls van die prul
len?" vroeg Laline. Daar kwam weer dat
gevoel van onzekerheid!
„Neen, eerlijk gezegd niet".
„Ik geloof, dat je veel van de wereld
hebt gezien
„Waarschijnlijk wel
„Dat fhoet heerlijk zijn
„Als je veel reist, moet je wel aliCi 1C1
dingen leeren. Velen van ons zijn echter
zoo met zich zelf ingenomen, dat ze niets
leeren van wat ze hebben gezien en thuis
komen met een massa feiten, maar zon
der wat de Franschen noemen
„nuances" daarin te onderkennen ze
hebben er, om zoo te zeggen, de beteeke-
nis niet van gesnapt.
Ik kom nooit in Europa, zonder te den-
in aan de schitterende mogelijkheden,
die de wereld voor Amerika biedt. En dan
wensch ik er toe bij te dragen, dat wij zul
len inzien, dat wij ons best moeten doen
om te maken, dat andere naties ons ka
rakter eerbiedigen, omdat ze overtuigd
zijn, dat het eerbied verdient en niet om
dat we hun zeggen, dat we hun een draai
om de ooren zullen geven, indien ze ons
dien eerbied niet betoonen!"
Laline keek hem aan. Zijn gitzwarte
oogen bliksemden van enthousiasme; zijn
fijn besneden gelaatstrekken waren als
die op een oude Romeinsche munt. Een
gevoel van aanbidding maakte zich van
haar meester. O! hoe zalig om zoo'n man
te hebben, die haar liefhad en die haar
ook leerde aan zyn zijde ruifn van opvat
ting te zyn.
Plotseling besefte ze hoe laag en klein
zielig haar plannen waren geweest! Ni®*
anders dan hem tot zich trekken, zoodat
hij slechts de gewone ketenen droeg van
alle mannen, die ze ontmoet had! Louter
een overwinning voor haar ydelheid!
Maar liefde begon haar kyk te verhelde
ren. David deed een beroep op iets in haar
ziel. Hy vervulde haar nu met het ver
langen zich op te heffen tot 'ets edels
zyner waardig te zyn.
Dit was een heel belsuit voor een mooi®
Amerikaansche erfdochter, wier onderbe
wustzijn steed vervuld was met het g?i°°
in eigen almacht en volmaaktheid.
Indien een jaar geleden iemand haa
had gezegd, dat er op aarde een manne
lijk wezen bestond, van wien ze zich
de meerdere zou hebben gevoeld, zou
verachtelijk hebben gelachen.
David was volkomen onverschillig vO
wat anderen van hem dachten.
Hij werd weer aan haar aanwezigh®
herinnerd, doordat haar kleine hand zy
arm aanraakte.
Vol emotie vatte hij haar hand en ku»
die. uiai*[
Het was nog te vroeg en daarom o'®
David zich in toom en bood aan de
leiding weerstand. Zoo reden zij
uit en kwamen in het vreeselyk
terrein in Noordelijke richting.
ver-
de stad
verlaten
(Wordt vervolgd-'