DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De Nazi-wraak op de Joden onverbiddelijk. Synagoges, winkels en woningen geplunderd en verbrand. Vergeefsch bevel van Göbbels. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. iranco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. No. 266 Dit uummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 'f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven francc aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Vrijdag 11 November 1938 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 140e Jaargang De moord op von Rath heeft gevolgen gehad, die hun weerga niet hebben in de wereldgeschiedenis: de nazi's in Duitsch- land hebben wraak genomen en een hetze ontketend tegen de Joden, welke onmenschelijk genoemd moet worden, en die misschien in de Middeleeuwen mogelijk zou zijn geweest. Op barbaarsche wijze zijn in geheel Duitschland Joodsche bedehuizen, winkels en woningen geplunderd en verbrand en de vervolging nam zulk een omvang aan, dat minister Göbbels genoodzaakt was, een proclamatie uit te vaardigen, waar aan de geheele bevolking de strenge eisch werd gesteld, dat direct van alle verdere actie tegen de Joden moest worden afgezien. En misschien voor het eerst in het Derde Rijk gehoorzaamde het volk niet: het kon zijn woede niet bedwingen en ging voort met plunderen en brandstichten Werkloos zag de politie toe. De algemeene toestand. Mededeeling van Joodsch wereldcongres. Een krachtig protest. ALKMAARSCHB COURANT. Nadat in enkele plaatsen in Duitsch land reeds direct na den moordaanslag op von Rath de bevolking een Joden vervolging was begonnen, welke zich kenmerkte door plunderingen van hui zen en het in brand steken van enkele synagoges, is na het bekend worden var den dood van von Rath in geheel Duitschland een razzia gehouden onder de Joden, die zyn weerga niet heeft Het was of de Duitsche bevolking, jaren lang bewerkt door Julius Streicher c.s., haar zinnen verloren had en dat men eindelijk zijn woede kon bekoelen op den grooten vijand van het volk: de Joden. En zoo fel ontbrandde de haat dat de Duitsche regee ring een proclamatie uitvaardigde, waarbij verboden werd, de anti-Joodsche betoogin gen voort te zetten. Deze proclamatie, uitge vaardigd door minister Göbbels, luidde als volgt: „De gerechtvaardigde en begrijpelijke ver ontwaardiging van het Duitsche volk over den laffen Joodschen sluipmoord op een Duitsch diplomaat te Parijs heeft zich in den afgeloopen nacht op groote schaal geuit. In talrijke steden en dorpen zijn daden van vergelding tegen Joodsche gebouwen en zaken gepleegd. Aan de geheele bevolking wordt thans de strenge eisch gesteld, dat van alle verdere demonstraties en acties tegen de Joden on middellijk wordt afgezien. Het definitieve antwoord op den Jood schen aanslag te Parijs zal den Joden gege ven worden langs den weg van wetgeving en verordening". Het hielp niet. Men had in het zoo straf geregeerde Duitschland kunnen verwachten, dat na deze proclamatie de bevolking haar bezin ning zou terugvinden, dat althans de pro clamatie voor haar wet was en dat de plun deringen zouden ophouden. Maar niets was minder waar: het volk stoorde zich niet aan het regeer in gsbevel en het scheen zelfs, dat de proclamatie een averechtsche uitwerking zou hebben. Ongekende tooneelen in Berlijn. Het was een woeste, redelooze menigte, die gisternamiddag en daarna tot laat in den avond door de straten van Berlijn trok. kapgs den Kurfürstendamm en de aan grenzende straten trokken groepjes van vier ?f vijf jongelieden, gewapend met hamers, ijzeren staven, breekijzers e.d. Zij voltooiden de plunderingen der Joodsche winkels on der het voortdurend geroep van: „Juda ver- recke" en „dood aan de Joden". Niemand onder de menschenmassa, die zich in de stra- en bevond, dacht er aan, de jongens tegen ^houden en ongehinderd konden zij plun- De avond viel over de Duitsche hoofdstad tn w°este betoogingen namen nog steeds Er speelde zich op den Kurfürstendam v °nee'en at zooals men ze nimmer van te e" "ad gezien. Heele troepen nazi's dron- j Joodsche huizen binnen en verniel- Ruit wat eigendom der Joden was. vielp ,wer<*en stuk geslagen en rinkelend confo, s.cherven op straat. Een speciale m wer<* geheel vernield en was kele uren een volkomen ruïne, In een der straten van deze wijk, de Markgrafenstrasze, wierpen de nazi's de meest uiteenloopende voorwerpen uit de vensters van Joodsche winkels. Zoo werd een voorbijganger bijna getroffen door een schrijfmachine, welke uit de tweede ver dieping werd gesmeten! In een andere straat werden alle bontwaren weggehaald en de uithangborden van ritueele Joodsche restau rants stuk geslagen. Synagoges vernield. Met deze plunderingen was echter het hoogtepunt nog* lang niet bereikt, want de tot razernij gekomen nazi's zochten hun woede te koelen met de vernie ling der Joodsche bedehuizen. Al weer gaven opgeschoten jongens den toon aan en onder aanmoediging van oude ren besproeiden zij in de synagoges de banken en ander houtwerk met benzine, waarna zij den brand er in staken. Met ongekende felheid sloegen de vlam men uit de op deze wijze in brand gesto ken synagoges. Slechts een synagoge bleef toevallig gespaard, die in de Münchener- strasze. Toen de betoogers aanstalten maak ten, om ook dit Godshuis te vernielen, ver zocht een kapitein der politie hun, dit niet te doen, aangezien de brand dan zeer waar schijnlijk ook eenige nazi-woonhuizen zou vernielen. De brand in een andere synagoge werd per radio uitgezonden en de omroeper betitelde dezen brand als 'n „fanaal". Tege lijkertijd interviewde hij eenige voorbijgan gers, die verklaarde, „dat dit nog veel te weinig was en dat men nog veel scherpere maatregelen moest treffen...." Een treurig beeld. Een buitenlandsch correspondent liep gistermiddag in de Friedrichstrasze, waarin hij zich met de grootste moeite een weg kon banen door de menigte, die zich in die straat bevond. Schreeuwers waren bezig het meu bilair en de koopwaren aan splinters te slaan. De verslaggever volgde eenige politieman nen op den voet en constateerde, dat deze niet intervenieerden. Hy ging verder en zag in de Grenadierstrasze en de Dragoner- strasze groepen nazi's met bijlen de ijzeren rolluiken vernielen en in de straten vuren ontsteken, die gevoed werden met de He- breeuwsche heilige boeken en ritueele tapij ten, welke uit de synagoges op straat ge slingerd werden. De correspondent trad daarna een kleine synagoge binnen en zag, hoe letterlijk alles vernield was. Toen arriveerden automobielen met hoo- gere politieambtenaren, die het district doorkruisten, doch geen aanstalten maakten, om de menigte in bedwang te krijgen. Meer dan een 12-tal autocamions met Jo den werden naar het hoofdbureau van po litie op de Alexanderplatz gebracht, waar een wild tierende menigte van meer dan 2000 menschen stond opgesteld en schreeuw de: „Stuur ze naar Palestina, zet ze over de grens". Terwijl de vrachtauto's met Joden aankwamen reden andere wagens, met Jo den beladen, onder politie-escorte van de Alexanderplatz weg naar een onbekende be stemming. In het deftige Westen van Berlijn, aldus Reuter, zijn de ruiten van honderden Jood sche winkels volkomen vergruizeld. De Kurfürstendamm ziet er uit, alsof zich een luchtaanval of een groote ontploffing had voorgedaan. Groote groepen menschen komen een kijk je nemen in de wijken, waar de verwoes tingen zyn aangericht. Ontelbare autobus- sn met kijklustigen veroorzaken overal ern stige verkeersopstoppingen. Te Berlijn zijn negen van de elf synago gen aan de antisemietische actie ten offer gevallen. In een gesprek met een buitenlandschen journalist zeide een bruinhemd, dat deze ac tie tegen de Joden voorbereid is. „De auto riteiten weten het natuurlijk niet, en wij dragen, zooals vanzelf spreekt, niet de trui- ne uniform, wanneer wij op Jodenvernieling uitgaan". In sommige straten in het Westen, zoo meldt Havas nog, zijn zelfs meubelen en piano's uit de etalages gehaald en op straat geworpen. Ook zijn de ruiten ingeslagen van een showroom van de Fransche automobielfa briek Citroën aan den Kurfürstendamm, waarvan de directeur een Duitscher is. Groote verwoestingen zijn aangericht in een Hongaarsch restaurant aan den Kurfürsten damm, welks eigenaar een Hongaar is. Nog meer relletjes. Hoewel de proclamatie van Göbbels al lang was uitgevaardigd, bleven de plunde ringen voortduren. Gisteravond iaat waren in het Westelijk deel van Berlijn de plunde ringen nog in vollen gang. In de Tauent- zienstrasse, een bekend winkelcentrum, stond een groote menigte te kijken naar hoeden en jassen, die van de tweede ver dieping van een groote winkelzaak naar be neden werden geworpen. Sommige kijkers hielpen zichzelf aan wat zij van hun gading dachten. Aan niemand werd toegestaan, foto's te maken van de vernielingen. Vertegenwoor digers van Londensche bladen, die dat toch deden, werden gearresteerd, doch later in vrijheid gesteld. Een verantwoordelijk ambtenaar van het ministerie van propaganda bevestigde nog maals, dat het juist is, dat het ministerie van propaganda de verantwoordelijkheid op zich neemt voor de gebeurtenissen, „maar", al dus voegde hij hieraan toe, „het ministerie van propaganda hebben geen mededeelingen bereikt over plunderingen van Joodsche zaken. De politie zal in gevallen van plun dering zeer zeker zijn opgetreden!" Elders in Duitschland. Niet alleen Berlijn, ook andere Duit sche steden werden geplunderd op on geveer dezelfde wijze als zulks in de hoofdstad geschiedde. Geen enkele Joodsche zaak in geheel Duitschland, of zij heeft aan een alge- heele vernieling blootgestaan en geen enkele synagoge in het rijk, of zij is ge heel of gedeeltelijk vernield.... En de geheele Joodsche handel in Duitschland is volkomen lamgelegd. Het is nauwelijks te verwachten, dat de assurantiemaatschappijen de aangerichte schade zullen vergoeden. In de juristen kringen te Berlijn wordt aangenomen, dat de assurantiemaatschappijen de schade niet zullen behoeven te betalen, daar deze te wjjten is aan „force majeur". De schade zelf wordt op vele millioenen mark geschat. Eigenaars van de groote Leipziger kle dingmagazijnen Bamberger en Herz, wier fabrieken afbrandden, zijn, beschuldigd van brandstichting en verzekeringsbedrog, gear resteerd. Verklaard wordt, dat zij getracht zouden hebben uit de demonstraties geld te slaan en of wel zelf, of door middel van anderen, de gebouwen in brand gestoken hebben, om daar zij er niet meer op rekenen konden, hun zaken te mogen voortzetten ten min ste de verzekeringspremies te innen. Naar Reuter uit Neurenberg meldt, is daar op groote schaal geplunderd. Bruinhemden drongen verschillende woningen van Joden binnen, waar zy de ruiten en de meubelen kort en klein sloegen en de tapijten en gor dijnen stuksneden. De bewoners werden mishandeld. Te Miinchen zijn óók verwoestingen aan gericht, in verscheidene „arische" zaken, die voor Joodsche winkels werden aangezien. Behalve de reeds genoemde synagogen is ook de groote synagoge te Treuchtelingen verwoest. Te Frankfort a.d. Main zijn de rui ten van alle Joodsche winkels ingeslagen, drie synagogen in brand gestoken, een Joodsch hotel verwoest. Ook in particuliere huizen en in een Joodsch restaurant wer den groote verwoestingen aangericht. Uit Aken, Krefeld, Cottbus, Brandenburg, Offenburg, en andere steden ni het Rijnland komen berichten over soortgelijke excessen binnen. ALKMAAR, 11 November. Wy kennen in onze vaderlandsche ge schiedenis een diep-treurige gebeurtenis: den beruchten beeldenstorm, welke aan den tachtigjarigen oorlog voorafging. Kerken werden geplunderd, heiligen beelden werden vernield, Roomsche reli- quieën werden in brand gestoken, heilige boeken verbrand Dat was'de kerkstrijd in ons land in den meest onteerenden vorm en slechts het feit, dat zulks gebeurde in de zestiende eeuw, toen het peil der beschaving van de menschheid nog betrekkelijk laag stond, mag misschien als een zeer zwakke moti veering voor de daden der opstandelingen worden aangevoerd. Thans leven wij in de twintigste eeuw en noemen ons gelukkig met onze geroem de Westersche beschaving. En een kerk strijd, welke zóó gevoerd zou worden als ongeveer 400 jaar geleden, zou thans niet mogelijk zijn.... Dat heeft men tot gisteren kunnen ge- looven. Maar de allerjongste geschiedenis heeft ons helaas anders geleerd: wij bedoe len de gebeurtenissen, welke zich gisteren in Duitschland hebben afgespeeld. Misschien zal men tegen het woord „kerkstrijd" eenige bezwaar maken; goed laten wij het dan zoo zuiver mogelijk zeg gen: de rassenstrijd. Wat daar in Duitschland is gebeurd, is bijna niet te beschrijven. Het is, of een le ger Middeleeuwsche barbaren uit zijn graf is opgestaan en vervuld van het meest dierlijke dat in den mensch is, zyn woede bekoeld heeft op medemenschen, die niet tot hun ras behoorden. Het is, of dat leger, redeloos geworden, met groote graagte al les wilde vernielen, wat het eigendom was van een ander ras De beeldenstorm in Nederland is gevolgd door den beeldenstorm in Duitschland. Da directe gevolgen zyn echter thans veel grooter dan toen, want als we alles goed begrijpen, dan is in één enkelen dag alles vernietigd, wat het bestaan der Joden vormde. Julius Streicher heeft jarenlang het Duitsche volk opgehitst tegen de Joden, de Duitsche regeering met Hitier aan het hoofd, heeft die ophitsing voortdurend goedgekeurd en gesteund, Hitier zelf heeft in redevoeringen zijn volk anti-Joodsch gemaakt. En nu is de uitbarsting gekomen. De directe oorzaak was de moord op den legatie-secretaris von Rath, de indirecte oorzaak is de systematische ophitsing van het Duitsche volk door zijn leiders. De nazi's hebben geplunderd, zij hebben niet alleen de Joodsche winkels vernield en de bestaansmogelijkheden der Joden vernie tigd, zij hebben bovendien de synagogen in brand gestoken en het heiligste voor de Jo den op den brandstapel geworpen. De nazi's deden dat ongehinderd; de politie deed niets, omdat zy niets wilde en niets behoefde te doen. De brandweeren rukten uit en bepaalden zich tot 't oprui- mingswerk van een poging om branden te blusschen hebben we tenminste niets gelezen. Toen het te erg werd dat kon nog! vaardigde Göbbels een proclamatie uit, waarin hij het plunderen verbood. En het zoo goed gedisciplineerde volk sloeg de proclamatie in den wind en plunderde ver der. Voor het eerst onder het Hitler-bewind was de regeering voor eenige uren den toe stand niet meer meester! U De nazi's hebben hun „plicht" gedaan: de grootste slag is den Joden toegebracht. Maar tegelijkertijd is het Duitsche volk en de Duitscne regeering veroordeeld. Want er zal wel niet één weldenkend mensch zijn, die het gebeurde in Duitschland kan of wil goed praten. Daar is een golf van verontwaardi ging over de geheele wereld gegaan en er zijn reeds scherpe afkeurende artikelen ver schenen in groote buitenlandsche bladen. Zoo schrijft de Times o.a., dat „millioenen Duitschers afschuw moeten hebben voor de oneer, die hun naam gisteren is aangedaan", en de Daily Tel. verklaart, dat „de orgie van beestachtigheid, die men gisteren in Duitschland kon zien, overal in de be schaafde wereld een rilling van afgrijzen zal verwekken". Wij zullen de persuitingen in andere landen niet verder volgen. Zij komen trou wens alle op hetzelfde neer: het zijn scherpe beschuldigingen aan het adres der Duitsche regeering, niet direct aan het Duitsche volk. Wij gelooven, dat dit juist is. Niet het volk kan deze misdaad aangerekend wor den, maar slechts de leiders van het volk, die in pers en door radio dat volk hebben opgezweept, die het hebben ryp gemaakt voor het uitvoeren van daden, die sedert de Middeleeuwen nauwelijks of nimmer in fel heid zijn overtroffen. Havas meldt uit Genève, dat het Joodsche wereldcongres gisteravond een communiqué heeft gepubliceerd, waarin wordt verklaard, dat het zich, terwijl het den aanslag met doodelijken afloop betreurt, welke een Poolsche joden jongen heeft gepleegd op een lid der Duitsche ambassade te Parijs, zich ver plicht ziet met kracht te protesteeren tegen de hevige beschuldigingen, welke bij deze gelegenheid door de Duitsche pers tegen het geheele Jodendom wor den gericht en vooral tegen de vergel dingsmaatregelen, welke thans genomen worden tegen de Duitsche Joden". Na er aan herinnerd te hebben, dat tallooze Joden tijdens de vervolgingen der laatste jaren werden gedood, be toogt het Joodsche wereldcongres, dat de werkelyk verantwoordelijken voor de misdaad te Parijs degenen zyn, die deze vervolgingen verheerlijken door niet op te houden te prediken, dat geweld boven recht staat. Joden moeten Miinchen verlaten. Alle joden te Miinchen moesten zich vóór zes uur gisteravond by de politiebureaux aanmelden en er de sleutels afgeven van hun woningen en garages. Hun werd 48 uur tijd gegeven, om Miin chen te verlaten. Deze 48 uur zijn op 10 No vember des middags om vier uur ingegaan. Vele joden hebben hun woningen en hotelkamers moeten verlaten. Er zyn tot nu toe 500 personen, alle joden, zoowel mannen als vrouwen, gearresteerd. Duizenden arrestaties te Weenen. In Weenen zijn alle synagogen, één slechts uitgezonderd, verwoest. Naar verluidt is in al de vernielde Joodsche gebedshuizen met behulp van brandbommen te werk gegaan. Twee Joodsche gebedshuizen zijn eenvoudig opgeblazen. De arrestaties van Joden duren voort. Alle mannelijke Joden beneden zestig jaar die men ontmoet op straat, in traras of zelfs in de woningen die door de politie welke door S.S.-lieden wordt bijgestaan doorzocht worden, worden in arrest gesteld. Er zyn geen officieele getallen uitgegeven omtrent het aantal arrestaties, het wordt echter op minstens 10.000 geraamd. Naar verluidt zullen de gearresteerde Joden worden overgebracht naar een nieuw Oostenryksch concentratiekamp in de steen groeven van Mauthausen. Joodsche eigendommen in beslag genomen. Overeenkomstig de bevelen van de hoofd kwartieren van de nazi-partij zijn de ambte naren begonnen met de goederen in beslag te nemen uit een aantal Joodsche winkels, die nog niet in handen van Ariërs waren overgegaan. Men veronderstelt, dat vele za ken daardoor getroffen werden. Een voor aanstaande nazi verklaarde: „Ja, wij heb ben een aanvang gemaakt met het inbeslag- nemen van goederen uit Joodsche winkels, omdat dit vroeger of later toch zal geschie den, daarop eenige wijze gecompenseerd zal moeten worden ten minste een deel van de schade, die de Joden jarenlang het Duitsche volk hebben aangedaan". De goederen wor den voorloopig opgeslagen. De meening in politieke kringen. De uiterst heftige anti-semietische demon- strateis hebben op de Duitsche bevolking een diepen indruk gemaakt. Niettemin geeft het publiek geen uiting aan zijn gevoelens. Politieke kringen toonen zich zeer gere serveerd. Men wacht thans op de wetten en verordeningen, die Göbbels in zijn oproep heeft aangekondigd. Niettemin kent men in zekere Duitsche kringeni den gebeurtenis sen „historische beteekenis" toe. Men zegt zelfs wel, dat zij haar weerslag in de ge heele wereld zullen hebben. In diezelfde kringen verklaart men, dat in verband met den aanslag te Parijs het Joodsche probleem voortaan geen zuiver Duitsch, maar een in ternationaal vraagstuk is geworden, dat elk land zal hebben op te lossen. Tot dusverre heeft men in politieke krin gen deze opvatting niet met zooveel stellig heid tot uiting gebracht. Een ambtenaar van het ministerie van propaganda heeft de pers medegedeeld: „Het is juist, dat het ministerie van pro paganda de verantwoordelijkheid voor de gebeurtenissen op zich genomen heeft. Het aantal joden, die voor hun eigen veiligheid in hechtenis genomen zyn, is niet bekend; het zal later gepubliceerd worden. De poli tie is by de spontane betoogingen tegen de Joodsche winkels niet tusschenbeide geko men". Zie verder Buitenland pag. 2, 3fi blad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1