HEEMAF
j T
SeuiMetm
De
Komer over de begrooting van
sociale zaken.
STOFZUIGERS
f90,-
ALINE ESTER'S
ROMAN
Binnenland
De Nederlandsche arbeiders in Duitschland.
Zijdelingsche dwang der regeering
ontoelaatbaar.
Initiatief vooi^ Joodsche
kolonisatie.
Reeds meer dan f 1.000.000
toegezegd.
zijn niet alleen stofzuiger, maar ook tapijtreinigei
HENGELO
WlNGS
American
Ciqareftes
20 stuks
25 ets
L*
TWEEDE BLAD.
Aan het voorloopig verslag over het
elfde hoofdstuk (sociale zaken) der
rijksbegrooting voor 1939 is het vol
gende ontleend:
Ofschoon erkennend, dat de minister een
veelomvattende en moeilijke taak heeft,
t vreesden verscheidene leden, gezien het
weinige, dat tot dusverre tot stand geko
men is, dat aan het einde van deze parle
mentaire periode indien het kabinet dan
nog aan het bewind is het ministerieele
leven van dezen minister weinig vrucht
dragend zal zijn gebleken.
Wil de minister resultaten bereiken, dan
zal zijn departement anders moeten gaan
werken.
Vele andere leden meenden, dat 's minis
ters beleid veeleer warme hulde verdient.
Opnieuw drongen verscheidene leden er
bij den minister op aan de ratificeering
van op de internationale arbeidsconferen-
ties aangenomen conventies zooveel moge
lijk te willen bevorderen.
Verscheidene leden drongen er op
nieuw bij den minister op aan, ruimere
bevoegdheden te verleenen aan de be-
drjjfsraden. Speciaal het verleenen van
verordenende bevoegdheid achtten zij
noodig.
Eerst dan zullen de bedrijfsraden wer
kelijk levenskrachtige instelingen worden.
Verscheidene leden verzochten den mi
nister met aandrang meer aandacht te
besteden aan de oprichting van nieuwe be
drijfsraden. Zij achtten het tempo, waarin
deze oprichting plaats vindt, veel te lang
zaam. Gaarne zouden zij vernemen, welke
voornemens op dit gebied by den minister
bestaan.
Verscheidene leden drongen bij de regee
ring aan op het bevorderen van collectieve
arbeidsovereenkomsten.
Vele leden drongen aan op een betere
verdeeling van den beschikbaren arbeid.
Onder de middelen hiertoe staat de ver
korting van den arbeidsduur naar de mee
ning van vele leden voorop.
Vele leden waren van oordeel, 'dat cfe
leeftijd,waarop jeugdige personen bedrijfs-
arbeid mogen verrichten, verhoogd dient
te worden.
Ook zal vervroegd ontslag voor oudere
arbeiders naar het oordeel van verschei
dene leden in het belang van een betere
verdeeling van den beschikbaren arbeid
niet achterwege mogen blyven.
Wederom drongen verscheidene leden,
onder verwijzing naar het voorbeeld van
een aantal andere landen, op een wettelijke
regeling van de vacantie aan.
Vele leden betreurden, dat de regeering
geen enkelen maatregel in uitzicht gesteld
heeft, waardoor de zeer vele ouden van
dagen, die thans van elke ouderdomsuit-
keering zyn verstoken, in het genot van
zulk een uitkeering zouden worden ge
steld.
Een directe voorziening in hun nood is
noodzakelijk. Deze leden waren nog steeds
van oordeel, dat financieele redenen geen
beletsel mogen vormen om zulk een voor
ziening te treffen. Overigens zouden zij in
williging van hun wensch beschouwen als
een eersten stap op den weg naar premie-
vry staatspensioen.
Verscheidene andere leden zouden aan
invoering van staatspensioen in geen geval
willen medewerken.
Gevraagd werd, of de minister reeds kan
mededeelen, waartoe de overweging van 't
vraagstuk eener goede regeling van het
ziekenfondswezen hem geleid heeft.
Er werd aan herinnerd, dat de minister
by de behandeling van de vorige begrooting
heeft doen blijken van welwillende gevoe
lens ten opzichte van een wyziging der wa
renwet, ten einde de verplichte hoeveelheids-
aanduiding op artikelen ook mogelyk te ma
ken in het belang van de eerlykheid in den
handel. Men vroeg of een wijziging van
dezen aard spoedig tegemoet kan worden
gezien en of de minister bereid is daarover
het advies van den nyverheidsraad en den
middenstandsraad in te winnen.
Verscheidene leden constateerden met ge
noegen, dat de voorbereiding eener wette?
lyke regeling der werkloosheidsverzekering
voortgang heeft.
Arbeiders naar Duitschland.
Verscheidene leden verklaarden er
bezwaar tegen te hebben, dat van over
heidswege propaganda wordt gemaakt
om in Duitschland te gaan werken.
Nog meer bezwaar hadden zij echter
tegen den zydelingschen dwang, die te
dien einde op werkloozen wordt uitge
oefend. Zij drongen er op aan, reli
gieuze en politieke bezwaren te eerbie
digen en in elk geval gehuwde arbei
ders niet tot het aannemen van werk in
het buitenland te verplichten.
Men drong er van verschillende zyden
by de regeering krachtig op aan al het mo
gelijke te doen om te bevorderen, dat alle in
Duitschland werkende Nederlandsche arbei
ders zonder vertraging gelden naar Neder
land kunnen overmaken.
De werkloosheidsbestrijding.
Verscheidene leden zouden over de plan
nen der regeering tot hulp aan de intellee
tueele werkloozen gaarne volledig worden
ingelicht. Toegejuicht werd de krachtiger
bestrijding der jeugdwerkloosheid.
Zeer vele leden hadden met groote belang
stelling en instemming uit de millioenennota
vernomen, dat het in de bedoeling van de
regeering ligt het aantal personen, in werk
verschaffing werkzaam, met toepassing van
het zg. Plan-Westhoff te brengen op 90.000
a- 100.000. Van verschillende zijden, verdocht
men den minister hieromtrent ultvóèrige
nadere inlichtingen te verstrekken.
Verscheidene leden wilden reeds thans als
hun meening te kennen geven, dat van op
heffing van het Werkfonds geen sprake mag
zyn.
DUIZENDEN PROTESTEN TEGEN DE
JODENVERVOLGINGEN.
Het asylrecht worde zoo breed
mogelijk toegepast.
Duizenden hebben gisteravond gehoor ge
geven aan den oproep van den Amsterdam-
schen Bestuurdersbond en de Federatie Am
sterdam der S.D.A.P. om bijeen te komen in
de groote zaal van het R.A.I. om te protes
teeren tegen de gebeurtenissen in Midden
Europa.
Reeds ver voor het aanvangsuur was de
zaal, waarin geen banken waren geplaatst,
tot in de uiterste hoeken gevuld.
De bijeenkomst werd geopend door den
heer Ed. Polak, voorzitter van de Fede
ratie Amsterdam der S.D.A.P., die de ge
beurtenissen in Duitschland schetste. Men
heeft ons willen doen gelooven, zoo zeide hy,
dat het spontane volksuitingen betrof. Maar
neutrale ooggetuigen vertellen het ons an
ders: het was een verdelgingscampagne met
sluwheid begaan en met koude wreedheid
uitgevoerd. Over heel de wereld klinkt
slechts één kreet, een kreet van afschuw en
mededoogen over de wreedheden, gericht
tegen een half millioen mcnschen.
Vervolgens sprak de voorzitter der S.D.
A.P., de heer J. V o r r i n k. Achter de
rampzalige figuur van den moordenaar van
den Duitschen gezantschapsattaché ontmoe
ten wij de figuren van Julius Streicher en
Adolf Hitier (hierbij gefluit in de zaal).
Toen het noodlottige schot viel, maakte het
Duitsche propaganda-ministerie zich gereed
voor weerwraak. Brandstichting, plundering
en kwellingen van de joden volgden, zooge
naamd spontaan, maar over het geheele rijk
op precies hetzelfde tijdstip uitbrekende.
Êolitie en justitie zouden in een rechtsstaat
de plundering hebben tegengehouden en de
daders hebben gestraft. Niet echter in
Duitschland.
Toen de plundering achter den rug was,
werden de Duitsche joden gestraft met de
betaling van een milliard mark. Door middel
van officiëelen roof ondergraaft men iedere
bestaansmogelijkheid van de joden.
Thans is een half millioen menschen in een
bevrienden staat beroofd en uitgeschud van
huis en hof verjaagd, gepijnigd en mishan
deld. Het wereldgeweten is tot nu toe op
schromelijke wijze te kort gekomen.
Doch nu eindelijk schijnt het wereldge
weten te ontwaken en wij verheugen ons
daarover. Het Duitsche volk is niet over
wegend anti-semitischv het schaamt zich.
Spr. las een brief voor, onderteekend door
26 officieele leden van de Duitsche kolonie
te Amsterdam (gedwongen leden noemen
zij zich), waarin afkeer over de jodenver
volging wordt uitgesproken.
„Joodsche mannen en vrouwen, joden van
Nederland, wij staan in een onverbrekelijke
solidariteit, in een rij, in een beweging met
u pal!"
De tweede spreker was de heer E. K u-
p e r s, voorzitter van het N.V.V., die even
eens de gebeurtenissen in Duitschland
schetste. Alleen met protesten en moties
wordt de Duitsche minderheid niet geholpen.
Thans dient men met krachtige hand de
emigratie te regelen,
Nederland dient te doen wat het kan,
het moet het oude asylrecht hoog houden.
Laat men, wanneer de ongelukkige stum
pers over de grens komen, de menschen
liefderijk opnemen evenals in 1914. Laat ons
hen helpen en steunen en laten wij aandrin
gen op een zoo spoedig mogelijke interna
tionale regeling der emigratie. (Applaus.)
Tenslotte sprak nog de heer Jan van
Zutphen.
De vergadering nam hierop de vol
gende motie aan:
„De volksbijeenkomst, op 15 Novem
ber in het R.A.I.-gebouw te Amsterdam,
erkentelijk voor de door de regeering en
de Tweede Kamer gedane mededeelin
gen, dringt er bij haar op aan, het asyl
recht zoo ruim mogelyk toe te passen".
andere landen, door z.g. infiltratie, kan
worden opgelost. Op die manier is het
slechts mogelyk een klein gedeelte dier
genen, die hulp noodig hebben, te helpen.
Een zoo grootscheepsch probleem als de
emigratie van joden uit midden-Europa
thans vormt, eischt een grootscheepsche
oplossing volgens moderne methode, die
slechts gezocht kan worden in kolonisatie
op groote schaal. Alleen op die manier
kunnen cultureele behoeften bevrediging
blyven vinden en kan men het cultureele
leven der joden handhaven en zelfs tot
verdere ontwikkeling brengen.
Een groote eenheid heeft behoefte aan
een belangrijk aantal joodsche intellectu-
eelen. Het is ongetwijfeld zeer gewenscht,
dat de joodsche jeugd minder dan tevoren
haar aandacht concentreert op handel en
wat daarmee samenhangt, en meer op aca
demische studie. De bijzondere aanleg van
de joden mag echter niet al te zeer onder
drukt worden.
Palestina moet het ideëele en zooveel
mogelijk het organisatorische centrum en
ook het cultureele kernpunt voor de jood
sche vestiging blijven, waar deze zich ook
mogen bevinden. Een ideale oplossing ware
het, als men Palestina met Transjordanië
vereenigd als gebied voor een joodschen
staat kon verkrijgen. Palestina echter in
zijn tegenwoordigen vorm is in geen geval
in staat in onzen tijd, de joden op te nemen,
die als gedwogen emigranten een toe
vluchtsoord zoeken.
Geen land ter wereld mag buiten be
schouwing blijven als het groote groepen
joodsche ballingen de mogelijkheid van
een menschwaardig bestaan bieden kan.
Gisteren is- de eerste stap gedaan om
te komen tot de ^stichting van de
International Jewish Colonisation So
ciety", welke organisatie zich ten doel
stelt de emigratie van joden uit Mid
den-Europa en de kolonisatie in voor
vestiging geschikte gebieden te bevor
deren.
De stichtingsacte van de organisatie,
welke te 's-Gravenhage gevestigd zal
zyn, is heden voorbereid.
De eerste toezeggingen voor het
stichtingsfonds hebben reeds het be
drag van 1.000.000 overschreden.
Doel en middelen.
De International Jewish Colonisation
Society schrijft ter toelichting het volgen
de:
De zorg voor de joden, die uit hun land
verdreven worden of wier bestaan daar
ondragelijk geworden is, vormt een pro
bleem, dat niet alleen door opneming in
Verkrijgbaar bij; HEUSEVELDT N.V., Langestraat 24, 76, Achterstraat Houttil, Alkmaar. Telefoon 4170.
Men is er nog niet in geslaagd een
gebied te vinden, groot en economisch
zoowel als klimatologisch gunstig ge
noeg om naast Palestina, het vestigen
van een zeer groote joodsche volks
planting te rechtvaardigen. Geen denk
beeld is nog geopperd, dat goede kans
op verwezenlijking had.
Wenschelyk ware, dat men omstandighe
den schiep, die allerlei in aanmerking ko
mende landen aanleiding zouden kunnen
geven tot het nemen van initiatief, zoodat
men een keuze kreeg uit aangeboden land
streken.
Dit zou gebeuren, als men de wereld
toonen kon, dat de joden over een organi
satie en de middelen beschikken tot het
stichten van een vestiging, welke het land,
waarin zy zou worden opgericht, tot groot
voordeel zou strekken.
Om het plan voor een groote joodsche
vestiging in daarvoor gunstig gebied uit
voerbaar te maken, is het dus noodig, dat
van joodsche zyde in de geheele wereld de
financieele en organisatorische maatrege
len genomen worden, die het voor ver
schillende landen aantrekkelijk maken.
Men moet den joden der wereld de
zekerheid geven, dat zij niet offeren
voor tijdelijke hulpbrengende welda
digheid, maar productief meewerken
aan een economisch gezond plan, dat
honderdduizenden redding en een rus
tig bestaan kan verschaffen.
Iedere jood. dien het nog eenigermate
goed gaat in de wereld, zal de plicht ge
voelen, financieel aandeel te nemen in dit
groote werk.
Het gehalte der leidende mannen en de
hun ter beschikking staande middelen zul
len hen in staat stellen met gezag onder
handelingen te voeren met regeeringen,
welke geschikt terrein aan te bieden heb
ben.
De emigratie zal worden vergemakke
lijkt, omdat de doorgangslanden eindelyk
weer zekerheid krijgen, dat de doorgang
geen voorwendsel is voor klandestiene ves
tiging.
De opbouw van het nationale tehuis
in Palestine zal, bevrijd van den onver-
werkbaren, abnormalen toevloed van
ballingen, kunnen worden voortgezet
onderde normale omstandigheden, die
dit groote en organische werk ver-
eischt.
Waar het op aankomt, is vooral dit: voor
vestiging geschikt gebied zal bezwaarlijk
gevonden worden, zoolang niet van jooa-
schen kant een vertrouwenwekkende orga
nisatie, beschikkende over machtige finan-
Tföïlöüybërïi
veel gerubhi-
qerdan
vroeqer
&,5lncu jt
Ook voor U.'
foe eerder,
hoe beier/
cieele middelen, tot stand is gekomen. Zoo
lang die niet bestaat, zullen alle landen
voortgaan de keuze van zich af te leiden,
vermits zy niet by machte zyn, zich een
duidelyke voorstelling te maken van de
voordeelen, die aan een eventueele jood
sche vestiging in hun land verbonden zyn.
Sympathiebetuigingen en toezeggingen
kunnen gericht worden aan de „Interna
tional Jewish Colonisation Society", Bui
tenhof 47, te 's-Gravenhage.
Bovenstaande oproep is geteekend door
de heeren:.A. Asscher te Amsterdam; mr,
E. Belinfante te. 's-Gravenhage; H. B. van
Leeuwen te Den Haag; dr. E. Moresco te
's-Gravenhage; D. Wolf te Wassenaar; S.
van Zwanenberg te 's-Gravenhage.
DE GEWONDEN VAN DE RAMP VAN DE
„IJSVOGEL".
Geen direct levensgevaar meer.
Naar wy gistermiddag vernamen, laat
de toestand van de slachtoffers van de
ramp van de „Ijsvogel" die in het Wil-
helminagasthuis zyn opgenomen, Zich
over het algemeen gunstig aanzien.
Dit neemt niet weg, dat eenigen hunner
er nog steeds zeer ernstig aan toe zyn, doch
onmiddellijk levensgevaar bestaat er op het
oogenblik voor hen niet.
Het spreekt vanzelf, dat velen, vooral
degenen, die fracturen hebben opgeloopen,
geruimen tijd in het ziekenhuis zullen
moeten worden, verpleegd.
Betuigingen van rouwbeklag.
In den loop van gisteren hebben ver
schillende autoriteiten aan de directie van
de K. L. M. nog hun deelneming betuigd
met de ramp van de „Ijsvogel". Zoo ontving
de directie telegrammen van den minister
president, dr. H. Colyn, van verschillende
milita'ren, va.i binnen- en buitenlandsche
luchtvaartvereenigingen en van lord Lon-
donderry namens de Master Guild of Air
Pilotes.
jUit het Engelsch
[door W. A. C.
27)
De richting der ontploffing was lood
recht geweest en de geheele wand, die het
onderkomen scheidde van den gang bij de
trap, was ingedrukt. Misschien was die al
leen vernield en de trap intact gebleven.
Als het hem nu maar lukte om dien te be
reiken en toen herinnerde hij zich de
oude pionierschoppen, die de priester hem
had laten zien.
Hij hield de kaars op verschillende
plaatsen, om te ontdekken waar de lucht
stroom vandaan kwam de rook was
bijna weggetrokken. Er moest klaarblijke
lijk een uitgang naar buiten zyn. Hij wilde
dien vinden.
Ja, de luchtstroom kwam uit den vloer
in den noordelijken hoek en indien dit het
onderkomen was, waarin hij met Jack was
geweest, dan herinnerde hy zich, dat daar
onder een tweede uitgraving was en hij
meende dat de toegang daarheen juist in
dien hoek was.
Ja, daar was het gat, half gesloten door
een plank, die er op lag, en daar de ont
ploffing er aarde op had gestrooid, had 't
gemakkelijk aan het oog kunnen ontsnap
pen.
Het kostte slechts een oogenblik de planK
weg te nemen, zoodat hy naar beneder.
kon zien. De steile ladder was verrot en
vervallen, maar de luchtstroom gaf hem
hoop,
Hij wachtte even en dacht na. Indien
hij trachtte hier af te dalen, kon hij vallen
en een ongeluk krijgen, waardoor de le
venskans voor alle drie vervlogen zou zijn.
Het zou beter zijn eerst te probeeren zich
een weg te graven naar het punt, waar de
trap moest zijn.
Was hij alleen geweest, dan zou hij
geen moment hebben geaarzeld en dadelijk
getracht hebben langs de vervallen ladder
naar beneden te gaan, maar de gedachte
aan den priester en Laline weèrhield hem
en deed hem besluiten eerst te probeeren
het andere plan uit te voerenof in elk
geval een van de beide anderen te halen,
om het licht vast te houden, terwijl hij
trachtte af te dalen.
Welke kans hadden zij om door hulp van
buiten te worden gered? Groot was die
niet, want het was absoluut uitgesloten,
dat zij een spoor hadden achtergelaten,
waarheen zij .gegaan waren: zij hadden, na
de chocolade te hebben gekocht, behalve
den priester, niemand ontmoet en toen
waren zij rechts van den hoofdweg gegaan.
Maar de auto stond er nog! Goed, maar 't
zou dagen kunnen duren, voordat die werd
gevonden, want er was geen enkele aan
wijzing.
Zou de ontploffing buiten in de loop
graaf een spoor hebben achtergelaten.
Waarschijnlijk heelemaal niet, aangezien
er nergens in de zoldering der verblijven
een gat was geslagen. Op zyn hoogst zou
men een ingestorte trap meer hebben kun
nen zien, die er net zoo uitzag als al de
andere. Neen het zo\i een wonder zijn,
indien er van buiten tijdig hulp kwam.
Daarop moest hy niet rekenen, maar zijn
verstand gebruiken.
Om een schop te halen, ging hy terug
naar het eerste onderkomen.
Laline lag nog geknield naast den ouden
priester haar kapsel was in de war en
eenige krullen hingen er uit.
De priester sprak nu in het Fransch en
vertelde haar van het leven hiernamaals
en met al haar wilskracht trachtte het
arme meisje te luisteren en haar angst
te onderdrukken.
David onderging een nieuwe gewaar
wording van liefde voor haar. Er lag iets
zoo aandoenlijks in haar slanke silhouet,
zooals dat zich in het matte licht aftee-
kende, met haar opgeheven armen.
En ze zou van honger en gebrek en van
dorst moeten sterven, tenzij Hij haar kon
redden.
Zij zouden alle drie omkomen!
Een plotseling hartstochtelijk verlangen
naar het leven en ook naar het volbren
gen van zyn taak ontroerde hem. O! die
vreeselyke angst, dat hij zou te kort schie
ten in zijn taak om de boodschap aan Gar-
cia te brengen!
Toen zijn oogen op Laline rustten, groei
de de teederheid in zijn hart. Hij moest
haar redden. En plotseling begreep hy, dat
zy zyn lieveling was! Alle schijn, die zyn
gevoelens had omsluierd, viel weg en hij
wist, dat zij hem dierbaarder was dan zijn
leven. Hij had haar oprecht lief einde
lijk.
Hij vroeg haar mét hem mee te komen,
om het licht vast te houden, terwijl hij
nogmaals in de opening keek. Bereidwil
lig volgde ze hem, maar toen ze den af-
schuwelijken diepen afgrond zag, met de
gebroken ladder, die schijnbaar naar het
in duisternis gehulde binnenste der aarde
leidde, werd ze als door een paniek aan
gegrepen. Alle zelfbedwang verliet haar.
Ze kon hem niet laten gaan misschien
in den onmiddellyken dood en alleen!
„David!" bracht ze er hygend uit. „Ik;
ik kan het niet aanzien je zoudt er
zeker omkomen. Ik heb je lief ik heb
je zoo noodig. O! laten we hier samen
blijven tot we sterven of als je gaat, dan
wil ik met je mee".
„Laline! Zijn stem trilde van aandoe
ning. „Mijn heerlijk, lief meisje!" en hij
sloot haar in zyn armen.
Toen ontmoetten hun lippen elkaar in
dien goddelyken kus, die de vereeniging
beteekent van twee zielen.
„Mijn hartje!" fluisterde David, toen hij
haar eindelyk losliet. Zij werden opge
schrikt door een gekerm uit het andere
vertrek, waarheen zij zich dadelijk bega
ven en waar zij den priester vonden, ach
terover liggende in den stoel met gesloten
oogleden en 'n gelaat, zoo bleek als 'n geest.
Laline nam zijn magere handen en wreef
die zachtjes eindelijk opende hij zijn
oogen.
„Ik zal u weldra verlaten, mijn kinde
ren", zei hij met bevende stem. „Mijn taak
is volbracht en het is Gods wil, dat gu
mij zult volgen hiernamaals ontmoete®
wy elkaar weder. Vrede zy met u
Zijn stem scheen iets krachtiger te wor
den en zijn oogen brandden. Het was of U
den verren hemel zag.
David nam plotseling een besluit. AU»
was hopeloos en zy moesten sterven
nog enkele uren hadden zy vóór zich
lange uren alvorens zy de ontzettena
angsten van honger en dorst zouden o
dergaan uren, waarin de liefde
vreeselijke gevangenis zou kunnen om
veren in een paradijs.
Zijn hart begon hevig te kloppen. La
zyn kleine lieveling, was by hem en a
oude priester hen trouwde, zou ze gc -
de zijne zijn de zijne, zoolang het
zou duren! er.
De heerlijke gedachte bracht hem in
rukking en vervulde hem met moeü
wilskracht. je.
De priester zou zeker niet lang me® eI1
ven er mocht dus geen tijd v?
gaan door besluiteloosheid.
Hij nam Laline's handen in de zu
en toen ze den blik in zijn oogen
kleurden haar bleeke wangen Z1C
beetje. met een
„Lieveling", zei David tot haan .g
ernstige, hartstochtelijke stem, .>lk inCjciylc
met gansch mijn wezen lief
ben ik het me bewust wil ie vnl)
trouwen? En mocht de dood dan
dan vindt hij ons vereenigd!"
(Wordt verv
komen'
rvolgd)'