8
8
f
8
I
i
i
i
VOOR ONZE KINDEREN.
Verhaaltjes van kinderen
voor kinderen.
Zondag 27 November.
HILVERSUM, 301,5 M. (8.55—
12.— en 5.30—6.30 VARA, de VPRO
van 5.5.30 en 6.308.en de
AVRO van 12.5.en 8.12.
8.55 Gr.pL 9.01 Sportnieuws. 9.05
Tuinbouwpr. 9.30 Trioconcert. 9.45
Van Staat en Maatschappij, cause-
rie. 10.Res.-orkest en solisten.
10.40 DecL en gr.pl. 11.— Esme-
ralda, VARA-kinderkoor „De Me
rels" en VARA-orkest. 12.Cause
rie „Geestelijke en moreele herbe
wapening". 12.15 Avro-Aeolian-
orkest. 1.Avro-Musette-Ensemble
en soliste. 1.30 Causerie over kolo
nisatie. 1.50 Gr.pL 2.— Boekenhalf
uur. 2.30 Concertgebouw-orkest en
solist. 4.10 Voor schakers. 4.25 Vo
caal concert (opn.) 4.55 ANP-sport-
nieuws. 5.Gespr. met luisteraars.
5.30 Voor de kinderen. 6.Sport-
praatje. 6.15 ANP-sportnieuws en
gr.pL 6.30 Gr.pl. 6.40 Wijdings
woord. 7.Nederd. Herv. kerk
dienst. 8.ANP-ber., Radiojour
naal, mededeelingen. 8.20 Avro-
Am.-orkest, gemengd koor en
solisten. In de pauze toespraak: De
gemaaide aar. 9.15 Radiotooneel.
9.35 Omroeporkest en solist. 10.05
Engelsche causerie „Moral Rear-
mament". Hierna Nederlandsche
vertaling. 10.15 Luchtvaartpr. 10.30
Chansons. 11.— ANP-ber. Hierna
zang en orgel. 11.3012.Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 en 415,5 M.
(8.309.30 en 5.7.45 NCRV, de
KRO van 9.30—5.— en 7.45—11.—).
8.30 Morgenwijding. 9.30 Gr.pl.
10.Hoogmis. 11.30 Gr.pl. 12.15 De
Staatsbemoeiing op het gebied van
het blindenwezen, causerie. 12.35
KRO-melodisten en solist. 1.
Boekbespr. 1.20 KRO-orkest. 2—
Godsdienstonderricht voor ouderen.
2.303.05 Hoe de kerk zingt in de
Kersttijd, causerie (met gr.pl.) 3.10
Pianovoordr. en gr.pl. 3.55 Gr.pL
4.10 Radiotooneel met vocale illus
traties. 4.55 Sportnieuws. 5.Ger.
kerkdienst.Hierna gewijde muziek
(gr.pl.) 7.45 Sportnieuws. 7.50 Gr.
pL 8.ANP-ber., mededeelingen.
8.15 KRO-orkest. 8.45 Selectie uit de
operette „Viktoria und ihr Husar".
9.05 Saxofoonvooror. met pianobe
geleiding. 9.20 Gr.pL 9.50 Vervolg
concert. 10.05 KRO-Kamerorkest.
10.30 ANP-ber. 10.4011.Epiloog.
DROITWICH, 1500 M. 12.35 Harry
Engleman's kwintet en solist. 1.20
Reg. King en zijn orkest. 1.50 Or-
gelspeL 2.20 Tuinbouwpr. 2.40 Troise
en zijn Mandoline-orkest. 3.20 BBC-
orkest. 4.20 The validity of religious
experience, causerie. 4.40 Falkman
en zijn Apache-orkest. 5.20 The pa-
radoxes of the GospeL causerie. 5.40
Zang. 6.Intelligentietest. 6.30
BBC-Theater-Mannenkoor, BBC-
Theaterorkest en solisten. 7.20 DecL
7.408.15 BBC-Televisie-orkest.
8.20 Kerkdienst. 9.05 Liefdadig-
heidsoproep. 9.10 Ber. 9.25 Radio
tooneel. 9.55 W. Hyden's orkest en
solisten. 10.50 Epiloog.
RADIO PARIS, 1648 M. 9.— Gr.pL
10.Giardino-orkest. 10.25 en 11.20
Gr.pL 12.35 Koorconcert. 1.50 L.
Goldy's orkest. 3.20 Rose Cornaz'
gitaarensemble. 3.50 Duetten. 5.20
Zang. 5.50 Chansons. 7.20 Pascal-
orkest. 8.35 Zang. 8.50 Symph.-
concert mrav. solist. 10.50 Gr.pL
11.2012.50 Jo Bouillon's dans-
orkest.
KEULEN, 456 M. 5.20 Havencon
cert. 7.50 Gewijd concert. 8.35 Po
pulair progr. 9.20 Gr.pL 11.20 Om
roeporkest. 12.30 Militair orkest.
1.20 Populair concert. 3.20 Omroep
orkest, solisten en piano duo. 5.50
Folkwang-strijkkwartet. 6.50 Gr.pL
7.30 SS-orkest en -koor. 9.Gr.pL
9.5011.20 Omroepkleinorkest,
Omroepmar.nenkwartet, solisten en
pianoduo.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
9.— en 9.40 Gr.pL 10.20 Jan Steurs'
Musette-ensemble en solist. 11.20
Gr.pL 11.35 Omroepsalonorkest.
12.05 Gr.pL 12.20 en 1.30 A. Felle-
man's orkest. 2.35 en 3.50 Gr.pL 4.20
Conservatorium-orkest Brugge. 7.20
Omroepsalonorkest 8.20 Gev. progr.
10.30 Populair concert. 11.2012.20
Gr.pL 484 M.: 9.— en 9.20 Gr.pL
10.20 Harmoine-orkest, koor, orgel
spel en rep. 12.20 Gr.pL 12.35 Ludo
Langlois-orkest. 1.Gr.pL 1.05 en
I.30 Verv. concert. 2.20, 2.50 en 3.10
Gr.pL 3.20 Symph.-concert m. m. v.
solist en gr.pl. 5.30 Lucien Hirsch'
orkest. 7.35 Gr.pL 8.20 Omroep
orkest en solisten. 10.30 J. Omer's
orkest en solist. 11.2012.20 Gr.pL
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Solistenconcert. 8.20 Warschaus-
Omroeporkest, -koor en solisten.
9.20 Ber., pianovoordr. 10.05 Ber.
10.20—11.35 Omroeporkest (opn.)
GEMEENTELIJKE
RADIODISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Brussel VI. 8.30—9.20, Keu
len 9.209.40, Brussel VL 9.40
II.20, Keulen 11.20—12.20, Brussel
VI. 12.20—14.05, Luxemburg 14.05
14.35, Brussel VI. 14.35—15.10, Fr.
15.10—17.20, Radio PTT Nord 17.20
17.35, Straatsburg 17.3519.20,
Keulen 19.2019.30, Weenen 19.30
—21.20, Brussel VI. 21.20—22.30,
Keulen 22.30—23.20, Brussel Fr.
23.20—24.—.
Lijn 4: Normandië 8.35—9.20
Brussel Fr. 9.20-11.50, Droitwich
11.50—14.20, Parijs Radio 14.20
14.40, Droitwich 14.40—17.20, Lond.
Reg. 17.2017.50, Droitwich 17.50
18—, Lond. Reg. 18—18.20, Stutt-
gart' 18.2018.50, Lond. Reg. 18.50
20.10, Straatsburg 20.1020.20
Droitwich 20.20—23—, Boedapest
23—23.20, Parijs Radio 23.2024.
Lijn 5: Diversen.
Maandag 28 November.
HILVERSUM, 301,5 M. (Alg. progr.
AVRO). 8— Gr.pL (8.15 Ber.) 10—
Morgenwijding. 10.15 Gr.pL 10.30
Voor de vrouw. 10.35 Avro-Aeolian-
orkest (opn.) 11.25 DecL (opn.)
11.45 Lyra-trio. (12.15 Ber.) 12.30
Ensemble Ferrazzano en soliste. In
de pauze orgelspel (opn.) 2— Het
Omroeporkest. 2.45 DecL 3.15 Het
Omroeporkest en soliste. 4— Gr.pL
4.30 Muz. causerie (met gr.pl.) 5.30
Avro-Am.-orkest (opn.) 6.15 Gr.pL
6.40 Eerste hulp by ongelukken,
causerie. 7— Orgel en harp. 7.30
Geschiedkundige causerie. 8.
ANP-ber., gr.pL 8.15 Het Concert
gebouworkest en soliste. 9.15 Radio
tooneel. 9.40 Gr.pL met toelichting.
10.20 Avro-Vaudeville-orkest en
solisten. 11.05 ANP-ber., Dansmu
ziek (gr.pl.) 11.30—12—The Brigh-
ton Syncopators.
HILVERSUM, 1875 en 415,5 M.
(NCRV-uitz.) 8.Schriftlezing en
meditatie. 8.15 Ber., gr.pl. (9.30—
9.45 Gelukwenschen). 10.30 Mor
gendienst. 11— Christ. lectuur.
11.30 Gr.pL 12— Ber. 12.15 Gr.pL
12.30 Het Stichtsch Salonorkest. 2.
Voor de scholen. 2.35—2.55 Gr.pL
3.Wenken voor de keuken. 3.30
Gr.pL 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gr.pL
5.15 Kinderuurtje. 6.15 Gr.pL 6.30
Vragenuurtje. 7— Ber. 7.15 Verv.
vragenuurtje. 7.45 Gr.pL 8— ANP-
en herh. SOS-ber. 8.15 Christ. Har
moniecorps „Prinses Juliana" en
gr.pl. 9.Hoe komt een radio-uitz.
tot stand?, causerie. 9.30 De Arnh.
Orkestver. 9.55 Gr.pL 10— ANP-
ber., act. progr. 10.30 Het Apollo-
kwintet. 10.45 Gymnastiekles. 11.
Verv. concert^ 11.25 Gr.pL 11.50—
12.Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 11.20—11.50
Zang. 12.10 Gr.pL 12.20 Causerie
over kerkgeschiedenis. 12.45 Orgel
spel. 1.20 Militair orkest. 2.2.20
Deel. 3.203.50 Arthur Salisbury en
zyn orkest. 4.20 Orgelspel. 4.50
Gr.pl. 5.20 Balalaika en gitaar. 5.35
I Schwiller en zijn stryksextet m.
m. v. solist. 6.20 Ber. 6.40 Muz. cau
serie met illustratie. 7.Gr.pL 7.20
Het BBC-Variété-orkest en solisten.
8.10 Men talking, causerie. 8.30
Carroll Levis and his Discoveries.
9.20 Ber. 9.45 Politiek overzicht.
10.Het BBC-Orkest, mmv. so
liste. 11.05 Het New Georgian Trio.
11.35 Oscar Rabin and his Romany
Dance Band. 11.5012.20 Jazzmu
ziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 9— en
10.Gr.pL 11.20 Derveaux-orkest.
12.30 Zang. 1.05 Visciano-orkest.
2.35 Zang. 2.50 en 3.30 Gr.pL 3.35
Zang. 3.50 en 4.40 Gr.pL 4.50 Piano
voordr. 5.05 Grpl. 5.25 Vioolvoordr.
5.40 Gr.pL 7.20 Bailly-orkest. 8.35
Cello-voordr. 8.50 Le pont des sou-
pirs, opera. 10.50 en 11.2011.35
Gramofoonplaten.
KEULEN, 456 M. 5.50 Gr.pL 6.30
SA-orkest. 7.50 Boerenkapel, kin
derkoor en solisten. 11.20 Orkest
concert. 12.35 Grazer Sted. Orkest.
1.30 Populair concert. 2.50 Gr.pL
3.20 NS-Frankenorkest en solisten.
5.30 Cello en piano. 6.20 Verzoek-
concert. 7.30 NS-Volkskoor. 8.
Westduitsch weekoverzicht. 8.20
Omroeporkest en -kleinorkest mmv.
solist en het Dresdensch harpkwin-
tet. 9.35 Gr.pL 9.5011.20 L. Eysoldt
met zijn orkest, solist, pianoduo en
instrumentaal kwartet.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pL 12.50 en 1.30 Het Om
roeporkest en gr.pl. 7.20 Het Om
roepsalonorkest en gr.pl. 8.20 en
9.20 Het Omroeporkest, -gemengd
koor en soliste. 10.3011.20 Gr.pL
484 M.: 12.20 Het Omroepdans-
orkest. 1.Gr.pL 1.30 Verv. dans-,
muziek. 1.502.20 Gr.pL 6.35 Zang.
7.05 Pianovoordr. 7.35 Gr.pL 8.20
Hans le joueur de flüte, opera. 10.30
11.20 Het Omroepdansorkest.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Berlijnsch Philh. orkest mmv.
solist. (In de pauze ber.) 9.20 Ber.
9.50 Het Dresdensch orkest en so
listen (opn.) 11.0511.20 Gr.pL
GEMEENTELIJKE
RADIODISTRIBUTIE.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.20, D.sender
9.2010.Parijs Radio 10.10.20,
Radio PTT Nord 10.20—11.20, Parijs
Radio 11.2012.10, Droitwich 12.10
—12.20, Brussel VI. 12.20—14.20,
Danmarks Radio 14.2014.40, Radio
PTT Nord 14.4015.20, Keulen
15.20—17.20, Brussel Fr. 17.20—
18.20, Keulen 18.2019.20, Brussel
VL 19.20—19.55, Motala 19.55—21.05,
Beromünster 21.0521.50, Keulen
21.5023.20, Danmarks Radio 23.20
—24—
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Lond. Reg.
10.3513.20, Droitwich 13.2014.
Lond. Reg. 14—16.20, Droitwich
16.20—20.10, Lond. Reg. 20.10—20.30
Droitwich 20.30—23.05, Lond. Reg.
23.0523.35, Droitwich 23.3524.
Lijn 5: Diversen:
©OO© OO
DE STAKING IN HET KIPPENHOK
door
TRIJNIE DE RUYTER.
Jantje woonde met zijn vader en moeder
in een klein dorpje, dat omringd was met
heerlijke en mooie bossen. En vaak ging
Jantje met zijn vrienden in dat bos spelen
en Jantjes vader hield er kippen op na.
Jantje moest altijd de kippen voeren. Maar
dikwijls vergat Jantje de kippen, omdat hij
haast altijd in het bos was met zyn
vrienden. Juffrouw kokkel, zo heette een
kip, zei op het laatst: „We moesten maar
geen eieren meer leggen, het kan zo niet
langer". „Nee", zei mijnheer kukel: „We
moesten de eieren maar begraven". Ja, dat
waren ze met hem eens. En zo gebeurde het
ook, dat ieder ei werd begraven. En
Jantje dacht bij zich zelf: „Er komen geen
eieren meer, hoe zou dat toch komen, dat de
kippen geen eieren meer leggen". De kippen
hoorden, dat en zeiden: „Dat is nu de
straf".
Toen dacht Jantje plotseling bij zich zelf:
„Ach, wat jammer, dat ik de kippen altijd
vergeet". Maar toen hij dit gezegd had, ver
gat hij ze nooit meer. De kippen zochten de
eieren weer op en waren blij, dat ze niet
meer vergeten werden.
„KOPWERK, GOUVERNEUR!"
In het jaar 1840 woonden er al bijna geen
Indianen meer in de oude woonplaatsen. Ze
waren toen allemaal bij elkaar gebracht in
grote, daar apart voor afgezette gebieden,
waar ze niet uit mochten komen. Er was
toen niet veel meer over van de oude
jagers, die overal rondzworven, waar ze
wilden. Nu waren ze eigenlijk opgesloten.
En er was niets, wat ze tegen de blanken
konden doen, want die waren veel verder
in de techniek en zoveel andere dingen,
waar ze altijd gebruik van maakten. Het
enige waar de Indianen zich mee konden
verdedigen, was hun sluwheid en hun aan
geboren handigheid. Het is verschillende
malen gebeurd, dat de Indianen met hun
slimheid de blanken toch nog de baas
waren.
Op een keer maakte de gouverneur van
Massachusetts, Joseph Dudley, een inspectie
tocht langs al zijn arbeiders. Dat waren de
Indianen, die gedwongen werden voor de
blanke mensen te werken. Hij zag één
Indiaan staan, die niets uitvoerde en ging
naar hem toe. „Waarom werk je niet, zodat
je kunt leven?" Toen antwoordde de
Indiaan zonder te aarzelen: „Waarom werkt
niet, gouverneur?" De gouverneur wees
op zijn voorhoofd en zei: „Ik werk met mijn
hoofd, dan hoef ik niet met mijn handen
te werken!"
Hierop zweeg de Indiaan en zei na een
poosje: „Zegt u maar welk werk ik moet
doen." De gouverneur dacht na en zei toen:
„Ik heb thuis een kalf, dat geslacht moet
worden. Slacht dat maar, dan krijg je een
shilling". De Indiaan deed wat hem gezegd
was en slachtte het kalf. Hij kreeg er een
shilling voor en ging weer weg.
Een tydje later kwam de gouverneur
weer bij hem en zei: „Waarom heb je het
kalf niet helemaal schoongemaakt, toen je
het geslacht had?" „Dat had u niet gezegd,
gouverneur, dus dat hoorde er niet bij!"
antwoordde de Indiaan.
„Ga dan nu naar mijn huis en maak het
kalf schoon, dan krijg je weer een shilling."
De Indiaan deed het en kreeg zyn shilling
Maar een tijdje later kwam hij terug bij
den gouverneur en zei: „U hebt me een
valse shilling gegeven!"
De gouverneur keek naar het geldstuk en
zag, dat het werkelijk vals was. Hij gaf den
Indiaan een andere shilling. Twee dagen
later kwam de Indiaan terug en zei, dat hij
weer een valse shilling had gekregen. Nu
begreep de gouverneur, dat de Indiaan hem
bedroog. Hy gaf hem nog een shilling en
besloot hem te straffen.
Een week later liet hij hem by zich
komen en gaf hem een brief, terwijl hy
zei: „Breng deze brief eens vlug naar
Boston naar dit adres!" De Indiaan nam de
brief aan en ging weg. Maar toen bedacht
hij zich, dat er vast iets over hemzelf in die
brief zou staan, dat wel niet al te mooi zou
zijn. Hij kwam een van de bedienden van
den gouverneur tegen en zei: „Je moet deze
brief naar Boston brengen. Zo vlug je maar
kan, de gouverneur heeft gezegd, dat ik
hem aan jou moest geven". De bediende
nam nu de brief en bracht hem weg. Er
stond in, dat de directeur van het tuchthuis
den brenger van de brief 50 slagen moest
geven. De arme dienaar nam nu de slagen
die voor den Indiaan bestemd waren, in
ontvangst en ging woedend naar huis terug.
Toen de gouverneur dat hoorde werd hij
erg boos, dat hij tweemaal door een gewonen
Indiaan voor de gek was gehouden. Hy zei
eerst niets, maar toen hij hem een paar
weken later weer tegenkwam, vroeg hy:
„Hoe heb je me zo gemeen kunnen be
driegen?"
De Indiaan keek hem kalm aan, toen
tikte hij met zijn vinger tegen zijn voor
hoofd en zei: „Kopwerk, gouverneur, kop-
werk!"
OM ZELF TE MAKEN.
Een zeeslag op tafel.
Nu zullen we eens een vloot maken met
elkaar. Een echte grote vloot, die we net zo
groot kunnen maken, als je maar wilt! Daar
kunnen we leuk mee spelen. Let maar eens
op:
papier de zeilen. Aan de onderkant knippen
we twee kleine randjes, die we in de gleuven
van het dek kunnen steken, dan blijven de
zeilen beter vast zitten. We steken als mast
een dun stokje door de zeilen en steken die
stokjes in de mastgaten, die we in het dek
gemaakt hadden. Aan de onderkant ver-
We maken eerst de romp van een stevig
stuk karton. Hier zien jullie afgebeeld in
welke vorm je die moet knippen. De kartel
rand moet later omgebogen worden en daar
kan dan weer karton tegenaan geplakt
worden. Op gelijke afstanden maken we
drie ronde gaten in het „dek" en daarnaast
twee smalle gleufjes. Die dienen voor de
masten en voor de zeilen. Nu buigen we de
kartelrand naar beneden en plakken er een
reep karton tegenaan, dat is de zijwand.
Door deze zijwand steken we nu twee
stukjes ijzerdraad en aan ieder ijzerdraadje
steken we twee gelijke klosjes garen en
daartussen een stukje kurk. Op het plaatje
zien jullie er een afbeelding van en daar
is de romp ook ondersteboven gelegd, zodat
je kunt zien, hoe het er van onderen uitziet.
We moeten er goed op letten, dat de klosjes
een beetje onder de rand uitsteken, want
jullie hebben zeker allemaal wel begrepen,
dat die klosjes dienen om de schepen straks
te laten rollen. De stukjes kurk hebben we
aan het ijzerdraad gedaan, opdat de klosjes
niet teveel heen en weer kunnen rollen.
Nu maken we van karton of van stevig
binden we de drie masten met elkaar door
een stevige draad en maken die draad ook
goed aan de ijzerdraadjes vast, waar de
klosjes en de kurken aan zitten. Nu is ons
schip klaar. We zetten het op tafel en
blazen hard in de zeilen. Als je de klosjes
mooi gelijk hebt vastgemaakt, zal je eens
zien, hoe hard het schip vooruit rolt.
We kunnen natuurlijk nog veel meer
schepen maken en daarna gaan we ermee
spelen. We verdelen ons in twee partijen
en de schepen van de ene partij worden
anders geverfd, dan die van de andere. Nu
moet iedere partij proberen om de schepen
van de andere partij zo vlug mogelijk van
de tafel af te blazen. Ieder moet daarbij
proberen zijn eigen schepen op tafel te
houden, door ze weer terug te blazen en te
gelijk de schepen van de ander weg te
blazen. Het is een leuk spel en je kunt het
met zijn vieren of zessen spelen, maar na
tuurlijk moet je dan vrij veel schepen
hebben. Ook met zijn tweeën gaat het heel
goed. Dan gebruik je maar een paar
schepen, anders kan je het niet bijhouden!
Veel plezier ermee!
DOOR EEN MUIS GERED.
We lezen telkens weer van ongelukken,
die in de mijnen gebeuren. Soms is er een
ontploffing, een andere keer een instorting,
maar by'na altijd komen er mensen by om
het leven. De kranten maken niet eens elk
ongeluk bekend. Over het algemeen horen
wij alleen van de grote ongelukken.
Een van de wonderlijkste reddingen was
wel die van Charles Treadwell, die zijn
leven te danken had aan een muis.
Een gedeelte van de mijn was met dyna
miet opgeblazen, maar door een ongelukje
was het dynamiet te vroeg aangestoken,
zodat de grote ontploffing kwam, vóórdat
alle mannen zich in veiligheid hadden
kunnen stellen. Charles Treadwell werd
daardoor alleen in een schacht opgesloten.
Boven hem was alles ingestort en het was
onmogelijk om eruit te komen. Hij had al
36 uur in de schacht gezeten en had zijn
hoop op redding opgegeven. Toen kreeg
een van de mannen buiten de mijn een
goed idee. Ze hadden alle mogelijke
middelen bedacht, om Charles te be
reiken, maar ze wisten, dat ze niet vóór
over twee dagen bij hem konden zijn. En
natuurlijk waren ze bang, dat hij tegen die
tijd al van honger en ellende zou zyn omge
komen. Maar opzij vande schacht liep een
nauwe luchtbuis. Die buis was heel erg
lang en het was onmogelijk om op die ma
nier een verbinding te maken. Toen vingen
ze boven de grond een muis, bonden een
heel lang touw aan zijn staart vast en
joegen hem toen in de luchtbuis. Aan de
andere kant nam Treadwell de muis op en
stuurde hem weer terug, nadat hij het
touw ergens goed vast had gemaakt. Op
die manier konden levensmiddelen langs
het touw naar beneden gelaten worden en
Treadwell wist ook, dat ze hem nog niet
in de steek hadden gelaten.
Eindelijk, 5 dagen later, bereikten de
mannen van de reddingsploeg hun ouden
makker. Hij was nog heel sterk, maar in
al de tijd, dat hij alleen in de schacht op
gesloten gezeten had, had hy besloten om
nooit meer een muizenval in zijn huis te
zetten!
WEER MEE TERUG.
Een grote troep zwaluwen trok naar het
Zuiden. In de buurt van de Golf van Bis-
kaye kwamen ze een groote stoomboot te
gen, die uit het verre Oosten kwam en nu
op weg was naar Engeland. Toen zonder
den 2 zwaluwen zich van de troep af en
bouwden vlak bij de warme schoorsteen
een nest. Zo gingen ze weer mee terug
naar Engeland. Waarschijnlijk zullen ze
in Engeland, toen ze hun vergissing be
merkten, weer zijn omgekeerd en opnieuw
naar het Zuiden zijn gevlogen.
RAADSELS.
1. Grijp naar een poel-fasant, klein leep
kindje.
Deze letters vormen tesamen de namen
van vijf groote staten in Europa en
van een klein plaatsje in Gelderland.
Welke zijn dat?
2. X X X X De eerste ry, zoowel
X X X X horizontaal als verti-
X X X X caal, is iets dat men
X X X X van vruchten kan
maken.
De twede rij, horizon
taal en verticaal, is een
jongensnaam.
De derde rij, horizon
taal en verticaal, is een
meisjesnaam.
De vierde rij geeft ho
rizontaal en verticaal
iets, dat bij het diner
vooraf gaat.
3. De naam van iemand, die in tijd van
nood hulp brengt, blijft dezelfde, of
men de naam van voren naar achteren
of van achteren naar voren leest. Wat
is dat voor een man?
OPLOSSINGEN.
De oplossingen van de raadsels uit het
vorige nummer zijn als volgt:
1. boom, toom, trom, tram, trap.
2. Het briefje luidde: „je mag de sommen
straks wel van me overnemen". De
jongens hadden inplaats van de a een
c gebruikt en zo telkens 2 letters
van het alphabet verder dan de letter
welke zij noodig hadden.
3. Eén ei, want na dit eerste ei was hy niet
nuchter meer.
Jantje, die appels gestolen had, deed of hij kiespijn had