Palestina als tehuis voor de joden. SAMBO DE OLIFANT ^Buitenhuid Openbare vergadering afdeeling Alkmaar Nederl. Zionistenbond. „Wij willen Corsica en Tunis." Betoogingen in Rome. Groot proces in Duitschland aanstaande? Tegen oude politici De immigratie van Joden. Het joodsche vraagstuk is een internationaal poiitiek probleem. DERDE BLAD. De Matin meldt uit Rome, dat gister avond een groot aantal ministers en afgevaardigden zich na afloop van de rede van Ciano op straat begeven heeft om Mussolini toe te juichen. Tot diep in den nacht trokken talrijke betoogers door de stad, steeds op maat roepend: „Wjj willen Corsica en Tunis". De betooging ten gunste van de Italiaan- sche aspiraties in de Middellandsche Zee is ook vermeld in het officiëele verslag van de vergadering van de kamer van afgevaardig den, waarin aan het einde van het stenogra fisch verslag de volgende zin voorkomt: „De afgevaardigden verheffen zich van hun zetels en juichen den Duce geestdriftig toe, roepend „Tunis". Hetzelfde blad meldt voorts, dat sedert Woensdagochtend in de fascistische organi saties het parool de ronde deed, waarbij de partijformaties werden uitgenoodigd, bij den uitgang van het parlement en op de Piazza Venezia onder de ramen van den Duce op dezelfde wijze te betoogen. Wat aen te Rome verklaart. In het buitenland heeft het gerucht de ronde gedaan, dat na de zitting van de Kamer optochten dorr Rome zijn getrokken, onder het roepen van „Tunis". Het schijnt, dat slechts enkele jeugdige betoogers eenige malen dezen kreet hebben geuit. De eenige optocht welke gevormd werd, was die van de afgevaardigden, die zich naar de Piazza Venezia begaven om den Duce te huldigen, zooals zij op den dag van de opening der Kamerzitting gewoon lijk doen. De Fransche pers over de betoogingen De Parijsche bladen houden zich van ochtend bezig met de incidenten, die zich gisteren na de rede van Ciano hebben voor gedaan, toen afgevaardigden geroepen heb ben: „Wij willen Tunis en Corsica". Alle bladen "eggen er den nadruk op, dat te Rome geen parlementaire betoo ging kan plaats vinden, zonder dat deze van te voren georganiseerd is. Uit Rome wordt aan de „Journal" gemeld Het staat vast, dat sedert eenige dagen onder de troepen en formaties der fascisti sche partij een krachtige propaganda wordt gevoerd om een atmospheer te scheppen, die gunstig is voor de Italiaansche verlangens inzake Tunis. De afgevaardigden, zoowel als de andere betoogers, handelden op instruc tie. Daarom moet aan hun betooging meer beteekenis worden gehecht dan de fascisti sche pers doet. Men staat hier aan het begin van een van hoogerhand georganiseerde campagne. Aan de „Echo de Paris" wordt uit Rome gemeld, dat reeds vóór de zitting het ge rucht de ronde deed, dat mét den kreet „Tunis" zou worden betoogd. Uit Berlijn wordt aan de „Figaro" gemeld: De geheime politie heeft kortgeleden een aantal personen gearresteerd, die voor de komst van Hitier een groote rol in de politiek hebben gespeeld. Zij zullen waar schijnlijk voor het volksgerecht verschijnen wegens voorbereiding van hoogverraad. Tot de gearresteerden behooren o.a. dr. Lutte, oud-burgemeester van Neurenberg, Frank Kunstier, oud-voorzitter van de sociaal democratische partij te Berlijn, dr. Hermann Brill, vroeger Rijksdagafgevaardigde van de Sociaal-Democratische Partij, en de soc.- dem. Otto Brass. Het totaal aantal arres taties bedraagt ongeveer vijftig. De meeste gearresteerden zijn reeds in concentratie kampen ondergebacht. ALKMAARSCHE COURANT VAN DONDERDAG 1 DECEMBER 1938. Door de Joodsche families in Palestina worden steeds meer Duitsche kinderen geadopteerd. In verband hiermede zijn te Tel Aviv verscheidene bureaux ingesteld. Tijdens een bijeenkomst van den Natio- nalen Joodschen Raad werd medegedeeld, dat het Jewish Agency met de Britsche re geering in onderhandeling was over de toe lating van 5000 kinderen. Daarentegen heb ben, naar medegedeeld werd, de autoriteiten geweigerd 10.000 extra immigratie-certifi caten te verleenen, waarvan een kwart be stemd moest zijn voor jongelieden van 14 tot 17 jaar en 7500 voor jongelieden van 18 tot 25 jaar. Australië wil 15.000 vluchtelingen opnemen. De Australische minister van binnenland- sche zaken heeft medegedeeld dat de Ge- meenebestregeering besloten heeft, met En geland en de dominions samen te werken om het Europeesche vluchtelingenvraagstuk te helpen verlichten door in de komende drie jaren 15.000 vluchtelingen toe te laten. Men gelooft, dat 15.000 het maximum aantal vluchtelingen is, dat opgenomen kan worden zonder dat de arbeids- en alge- meene situatie in het land verstoord wordt Blinde passagiers. - In de laatste maan den valt er een groote toeneming van blinde passagiers waar te nemen, die de Vereenigde Staten trachten binnen te komen. De cijfers van het immigratiebureau wijzen erop, dat vooral personen uit Centraal-Europa hun toevlucht tot deze imanier van reizen nemen, teneinde te ontkomen aan politieke of gods dienstige vervolgingen. In de afgeloopen maanden is het aantal ontdekte blinde passagiers gestegen van 20 25 per maand tot 50 a 60, w.o. velen uit het Duitsche rijk. Gisteravond had de afd. Alkmaar van den Ned. Zionistenbond een vergadering belegd in de dancing van de Harmonie, waar twee sprekers na een duidelijk be toog, gestaafd met tal van voorbeelden uit het verleden, aantoonden, dat de eenige oplossing van het brandende joodsche vraagstuk zou zijn: het bevor deren van emigratie op groote schaal van joden uit alle landen naar Palesti na, waar dan het nationaal tehuis van de joden zou worden gevestigd. De heer J. Mossel sprak een kort openingswoord, waarin hij constateerde, dat het joodsche vraagstuk in den laatsten tijd vooral zeer actueel is geworden, zoodat wel haast ieder er zich mee moet bezig houden. Over belangstelling hebben de joden dan ook niet te klagen en ook worden oplossin gen voor het vraagstuk aan de hand gedaan, maar of zij inderdaad een oplossing zouden kunnen geven is een andere vraag. De Zio nisten onder de joden, die het vraagstuk reeds in 1897 onder oogen zagen, moeten hierin allereerst worden gehoord. Er is voldoende aangetoond door de Zio nisten, dat het joodsche vraagstuk een po litiek vraagstuk is, ook voor anderen dan de joden, ook van de Nederlandsche poli tiek omdat deze zal uitmaken hoeveel Duit sche vluchtelingen er hier te lande zullen worden toegelaten. De Zionisten willen het vraagstuk in volle openbaarheid bespreken, omdat de oplossing ook den steun van niet- joden behoeft. De aan de hand gedane oplossingen berus ten zeer zeker voor 90 pCt. op goeden wil, maar daarom zijn zij nog niet de juiste. Om nu het juiste standpunt van de zijde der Zionisten te belichten, had de Alkmaar- sche afdeeling deze vergadering belegd. Hierna gaf spr. het woord aan mevr. A. Schwimmer- Vigeveno, van Amsterdam. Het jodendom is weer getreden in een tijdperk van beproevingen, zooals de historie die reeds zeer vele malen heeft gezien, waar door de joden weder de zwervers zonder vaderland over de wereld zijn geworden. Zij zijn een Niemandsvolk uit Niemands land, zooals spreekster met enkele recente voorbeelden aantoonde. De daad van Gryns- pan vloeide daaruit voort, zij was de daad van een driemaal vaderlandslooze, uitge- stooten als hij was tot driemaal toe uit ver schillende landen. Een vaderland, een vanzelfsprekend bezit van den mensch, het middelpunt van het leven, is den joden ontnomen, zoodat zij staan zonder houvast en de wereld moeten intrekken, nadat zij hun plaats in hun land reeds meenden te hebben veroverd. De Ne derlandsche joden hebben hier hun vader land en beseffen dat, zooals ook onze staat op hen kan rekenen. Voor het Duitsche rijk geldt tweeërlei recht, het eene voor de „echte" Duitschers, het andere voor de joden, en dit is zoodanig, dat het geen recht meer is. Zij worden op laffe, wreede en meedoogenlooze wijze be> roofd van alles wat hun lief en dierbaar is en dat alles zouden zij hebben willen ge ven als het land dit had noodig gehad. Zy zyn bestempeld tot burgers van den twee den rang en daaraan zyn we al weer ge wend, maar we hebben nooit kunnen den ken dat zou gebeuren hetgeen in de achter ons liggende weken geschiedde: pogroms ni* vernieling en brandstichting en opsluiting in een concentratiekamp. Door dit alles is het joodsche vraagstuk actueel geworden als nooit te voren en al- lerwege worden maatregelen beraamd tot hulp, ook in Nederland. De oplossing van het vluchtelingenvraagstuk is echter wel bijzonder moeilijk. Uit noodzaak heeft Ne derland zijn hooggeroemd asylrecht niet meer gehandhaafd en ziet het zich verplicht tot daden, indruischend tegen oude tradities. Het joodsche vraagstuk is het vraagstuk van 16 millioen menschen, verspreid over alle landen der aarde, menschen zonder va derland. In de 19e eeuw scheen het pro bleem tengevolge van de golf van humanis me te rusten, maar daarna kwam het weer naar voren zooals het in den loop der eeuwen altijd deed. Steeds weer werden en worden de joden uitgestooten en verdreven naar andere landen. En waarheen moeten ze nu gaan? Duitschland, waar de emancipatie van de joden reeds meer dan een eeuw was doorge drongen, heeft gezien hoe het joodsche volk zich assimileerde met het Duitsche en de volle gelijkheid van beide werd erkend. Maar toen kwam 1933 met de Neurenberger wetten en daarna de verscherping daarvan. Spr. herinnerde eraan hoe evenwel ook vóór 1933 zich hier en daar al teekenen voor deden van naderend onheil voor de joden (b.v. het Dreyfus-proces) en het was dr. Hertzl, die daar de aandacht op vestigde. Hij zocht de oplossing in een eigen land voor 't joodsche volk en uit de samensmelting van de Zionistische gedachte en het Erets Israël werd de idee geboren van een vestiging van de joden in Palestina als hun nationaal te huis. Spr. vestigde er de aandacht op, hoe door de Balfour-declaratie dit idee werd be vestigd en hoe alles erop wees, dat Palestina als een joodsche tehuis werd verlangd door alle staten. Maar er is nog slechts een begin gemaakt. Andere kolonisatiepogingen werden door verschillende landen ondernomen, gelijk spr. naging, maar veel goede resultaten hadden •die niet. En ook de conferentie van Evian bracht die niet en zij zal die ook niet bren gen. Toelating van groote aantallen van joden zal in ieder land slechts het joodsche vraagstuk scherper aan den dag doen treden. Slechts het onderbrengen van de joden in een apart land zal de oplossing brengen. Er is slechts één land, waar zij geen vluchtelin gen meer zullen zijn, waar zij kunnen wer ken aan den opbouw en waar levensmoge lijkheden zijn. Dat land is Palestina, dat nog duizenden joden, volwassenen en kinderen, kan bergen. Daarom moet er bij Engeland op worden aangedrongen en ook by de an dere landen, om het emigreeren van de joden naar Palestina mogelijk te maken. Thans is het daarvoor de tijd, méér dan ooit. Wy, aldus spr., gelooven altijd weer en ook thans aan de eindelijke vervulling van dat ver langen. Joden van alle landen staan achter de gedachte van het Nationaal Tehuis, omdat zij een historische verbondenheid hebben met Palestina, waar een nieuw joodsch volk is ontstaan, krachtig en werkzaam, levend voor dat land, waar het, ondanks terreur van de Arabieren, steeds weer nieuwe kolonies heeft weten te vormen en steden heeft gebouwd. Naast den plicht der Nederlandsche joden om de pogingen tot hulp aan de vluchtelin gen dezer dagen te steunen, mogen zij niet vergeten, dat een grootsche kolonisatie in Palestina het einddoel moet zijn. Tot opbouw van dat land en verlossing van de joden uit hun huidigen nood wekte spr. op. Na een pauze behandelde mr. A. P r i n s, van Alkmaar, het onderwerp De eenige uitweg. Hij begon met nader in te gaan op het Dreyfus-proces, door de vorige spreekster aangeroerd en herinnerde aan de werk zaamheid van dr. Hertzl, den medewerker van een Weensch blad, in die dagen. Deze merkte toen reeds op, dat de heele kwestie draaide om het feit, dat de beklaagde een jood was. Hij heeft toen een boek „Der Ju- denstaat" geschreven, omdat hij het anti semietisme zag als een politiek vraagstuk voor de heele wereld. Het heeft zijn oorzaak, zei hij, in de emancipatie der joden, en die is den bewoners van alle landen een doorn in het oog. En daarom moeten de joden naar hun eigen oude land weer terug; Hertzl heeft met koningen en keizers erover ge sproken en zij allen konden zijn idee begrij pen en waardeeren. De toen nog jonge koning van Italië zei, dat eerst maar een half mil lioen moest zijn ondergebracht in Palestina, dan zou men kunnen zien of het plan levens vatbaar was. Thans, aldus spr., zijn er meer dan een half millioen joden in dat land Uitvoerig ging spr. na, dat de joden in West-Europa slechts voor een gering deel het plan van Hertzl aanhingen, het plan, dat hij zonder haat en zonder vrees voor het anti-semietisme heeft bestudeerd. Het eerste congres van de aanhangers van het plan (de Zionisten) had plaats te Bazel, omdat de Duitsche joden het niet in Mün- chen begeerden uit vrees van door hun land- genooten voor slechte vaderlanders te wor den aangezien, en op dat congres is de ge dachte aan de vestiging van joden in Pa lestina levendig geworden. Gedwongen ook door pogroms in de lan den waar zij woonden, zijn joden naar Pa lestina getrokken en hebben daar gekoloni seerd, ondanks strijd en tegenwerking van de zijde der Arabieren, die daar woonden. Na den wereldoorlog, waarin ook vele joden vielen (ook in Palestina) viel de Turk- sche staat, waartoe Palestina behoorde, uit een en werden er zoogenaamde mandaatsta ten gevormd, die bestemd waren om op den duur eigen zelfstandigheid te krijgen. Een bijzondere mandaatstaat werd Palestina en Engeland, dat het kreeg te besturen, zegde toe het te zullen maken tot een joodsch land voor het joodsche volk, dat wil dus zeggen voor alle joden in de heele wereld. Spr. gaf aan hoe deze toezegging later werd aangevuld en zeker niet verduide lijkt. Onder meer kwam er bij, dat de rech ten van de Arabieren er niet door benadeeld mochten worden. In den oorlog woonden nog slechts eenige duizenden joden in Palestina en thans is hun aantal reeds gestegen tot een half millioen. Wijzend op de gebeurtenissen in Duitsch land van de laatste weken, merkte spr. op, dat zooiets in de 2000 jaren zwerven van de joden herhaaldelijk gebeurde. Thans gaat het om een 800.000 joden in Duitschland, die rondzwerven in hun land en niet in andere landen worden toegelaten. De Duitsche jo den hebben een eervolle rol gespeeld in de geschiedenis van hun land gedurende de laatste paar eeuwen, zij hebben de kunst en de letteren ten zeerste bevorderd, maar zij worden door het tegenwoordige Duitsch land vervolgd en ook de half-joden. Wat dr. Hertzl voorzag, is bewaarheid en méér dan dat: de joden moeten dienen om de fouten van de regeerders te verdoe zelen. De bosschen van Vaals leveren mede de juistheid van de voorspellingen van Hertzl. Spr. was overtuigd, dat het joodsche vraag stuk door de internationale politiek niet kon worden opgelost. De eenige oplossing si: Palestina, omdat het historisch verbonden is met de joden; zij hebben het tot heden nog nimmer kunnen vergeten. Wat zij in 20 jaar in dat land hebben gepresteerd, is een be vestiging van wat dr. Hertzl heeft voor speld: groote steden werden gebouwd, het verkeer is er intens, tal van kolonies werden en worden opgebouwd; de joden werden er. ondanks verschillen in opvoeding enz. in het land hunner geboorte, gebonden door een sterken band. Kortom, er groeit een joodsch volk en als men het de voorwaarden ervoor schept, zal het daarmee voortgaan; het land zal vruchtbaar worden gemaakt, zooals het reeds gedeeltelijk vruchbaar is gemaakt; ook Transjordanië zal vruchtbaar worden, als het aan de joden voor vestiging wordt opengesteld. Spr. wilde wel zeggen, dat, on danks alle tegenwerpingen, ook van den En- gelschen minister MacDonald, de joden het goed zullen kunnen vinden ook met de Ara bieren, zoodra er slechts aan de Middelland sche Zee geen wapens meer groeien met Duitsche en Italiaansche merken erop. Het ziet er in de wereld slecht uit voor de joden, inderdaad, maar zij zijn, ondanks alle rampen, die hen troffen, nog krachtig 'en hun positie is in de wereldpolitiek nog zeer sterk. Zij willen hun eigen bestem ming volgen. Tot de niet-joden wilde spr. zeggen, dat de strijd der 20e eeuw gaat om de vrijheid van den geest, een vrijheid, waarvoor het Nederlandsche volk jaren lang heeft ge vochten. Dit volk heeft de joden in de 16e eeuw opgenomen en nimmer heeft het daar van spyt gehad, terwijl ook de joden zich hun opneming in het Nederlandsche vol!' nooit hebben beklaagd. Ook daarom is Nederland voor het Palestina onzer dagen steeds een voorbeeld geweest. Dit alles kan hier te lande worden gezegd, zonder dat men bevreesd behoeft te zijn voor minder goede Nederlanders te worden uitgemaakt. Spr. wilde tot de joden zeggen, dat in de bosschen van Vaals ook de kleinkinderen van de tegenstanders van het Zionisme ronddolen. Hoe zou het in de wereld zyn, als men allerwege zich tegen het Zionisme had verzet? De joden hebben tweeërlei plicht: ten eerste te zorgen, dat zooveel mogelijk joden worden gered uit de Duitsche hel en ten tweede, dat zij meewerken aan den opbouw van een joodschen staat in Palestind; laten zij dat na, dan verzaken zij hun plicht tegenover de joden van de heele wereld. Vragen gesteld. Naar aanleiding van een vraag van den heer Wiarda naar de argumenten van de niet-Zionisten onder de joden, antwoordde de heer mr. Prins, dat men niet moet vergeten, dat de joden over de heele wereld verspreid wonen en zich geheel hebben in geleefd in hun geboorteland. Zij beseffen niet, dat zij, ondanks vele verschillen, toch jood blijven en dus naast lid van hun hui dige gemeenschap, ook voorstander van een joodschen staat kunnen zijn. Als argument tegen het vormen daarvan wordt gebezigd: dat de tegenstanders meenen te moeten wachten op den Messias maar dit is een stelling, die niet in hun leer is opgenome1" en zij is te verklaren uit een af\^yj?£"e de bedoelde kolonisatie, omdat z1 te moeten opkomen voor het lan^ wonen (deels een vrees om slecf landers te heeten). ajg Ten aanzien van het imperial.^r^_ Arabieren, door een ander der aa:,n'k- ter sprake gebracht, zei spr., dat <^"ar_ rialisme niet zoo groot is als zr meent te mogen aannemen. Het slibe- De voorzitter betreurde in zije" woord, dat de joden niet in zoo getale waren opgeroepen als verwacF" mogen worden. Hij wees erop, dat d*1 nisten hun volk niet willen laten veen tot bedelaars, zij willen hun lot in>et hand nemen, met steun ook van de -e joden. Niet vernietigd is Israël, hoew> 800 jaar vóór Christus reeds werd gezrS later herhaald. Wij hebben de stichtié*e het oude Rome overleefd, en or rijken der oudheid zijn vergaan, jreV." zijn er nog en wij hebben allerm^ ons te schikken in het steeds v;{0rn dreven worden. Het is ook niet ?imeI lang van de niet-joden, als éen joodsche bedelaars bij komen. -*e £e" Tot de joden zei spr. nog, da1.* zlc groote verantwoordelijkheid op va*J als zij het Zionisme niet steuneir. °u niet verantwoord zijn tegenover hun"~ deren en zullen niet kunnen zeggen.' in opgeheven hoofd: ik heb gedaan wat ik kon om u leed te besparen. Zorgt ervoor, zei spr., dat gij, zooals uw gebed zegt, met opgeheven hoofde Palestina zult kiinnen ingaan. 284. „Klim maar op mijn rug", bood Sambo aan en voort ging het naar het paleis. De schutting werd alweer weggebroken en het regenen hield net even op. Voor het paleis wachtte Sambo en gaf Jan bevel den sultan te halen. Lange Jan probeerde den sultan duidelijk te maken, dat Sambo voor het paleis stond en dat hij nu spoedig genezen zou zijn. 285. Met grote stappen verliet de sultan het paleis. De bedienden keken eerst angstig, dat hun meester zo op eens de paleistuin inliep, maar toen zij de beide jongens zo opgewekt naast den sultan zagen voortstappen, waren ze wel wat geruster. En ja, aan het einde van de grote laan stond Sambo en schudde gemoedelijk met zijn kop. 286. „Ga maar dadelijk met uw rug naar mij toestaan", trompetterde Sambo vriendelijk. Dat deed de vorst da delijk, want hij verstond Sambo goed. Meteen begon Sambo geweldig te blazen en de sultan lachte er harte lijk om. Eindelijk hield Sambo op en bleef even staan om een beetje op adem te komen. 287. „Mijn oren zijn weer gewoon", juichte de sultan en hij danste en sprong in het rond. Lange Jan trok een tak van een boom en zwaaide er mee en de bedienden in de tuin keken verbaasd, maar begrepen er niets van. En Sambo? Die was ineens verdwenen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 9